• No results found

Westelijk front

In document tweede helft 1939 1945 (pagina 23-36)

Ongeveer een week na het gebeuren kon de regering zich aan de hand van luchtfoto’s en van bij het Bureau Inlichtingen binnengekomen berichten een denkbeeld vormen van de uitwerking van het bombarde­ ment van 3 maart; van Kleffens, minister van buitenlandse zaken, schreef op de 14de in zijn dagboek over

‘ h o ogst d ro e v ig e en e rg erlijk e g e g e v en s . . . V an het K o rte V o o rh o u t is b lijk baar niets o v e r en o o k het B ezu id en h o u tk w a rtier is zw aar getroffen, ’ s M id d ag s hebben M ic h iels en ik nogm aals de aandacht van E d en g e v e stig d op de schandalige lich tzin n igh eid w aarm ee dat o n v e ra n tw o o rd e lijk van d alism e is gepleegd. H ij b e lo o fd e de zaak n o g h ed en av o n d aan de hand van onze ge g ev en s in het War

Cabinet ter sprake te zullen b re n g e n ’ 2 —

daar werd besloten dat het Air Ministry een onderzoek zou instellen.3 Bijna vier maanden later, begin juli, werd aan de Nederlandse regering meegedeeld dat bij de instructie voor het bombardement onjuiste coör­ dinaten waren opgegeven en dat de voor dat feit verantwoordelijke officier was gestraft.

Westelijk front

De inzet van de F-wapens, in welk verband Nederland benoorden de grote rivieren speciale betekenis had, onderstreepte dat Hitler vastbeslo­ ten was de oorlog voort te zetten. Hij had in de zomer van '44 in Frankrijk en België alsmede aan het Oostelijk front (daar had het Rode Leger al bruggehoofden kunnen vormen over de Weichsel) zeer zware verliezen geleden, moest in de herfst de Balkan prijsgeven (daarover straks meer)

1 J. G. Raatgever jr.: Van Dolle Dinsdag tol de bevrijding, p. 135. 2 Van Kleffens: ‘ D agboek’, 14 maart 1945. 3 Tevens w erden bij een dropping in Z u id -H ollan d enkele containers afgeworpen met verbandm iddelen, medische instrumenten en m edicijnen, waaronder penicilline op ijs. V o o r het gebruik van die penicilline bleken telegrafische aanwijzingen nodig te zijn — het m iddel was in N ederland nog onbekend.

3 M A A R T ' 4 5 : DE L U C H T A A N V A L OP DEN HAAG

en verloor toen bovendien de laatste grote eenheid van de Kriegstnarine, het slagschip ‘ T i r p i t z maar al die slagen beroofden hem niet van zijn vermogen, een hardnekkige verdediging vol te houden. De versterking van het leger beschouwde hij als zijn eerste taak. In augustus werd de mobilisatieleeftijd van zeventien-en-een-half tot zestien jaar verlaagd, uit het bedrijfsleven werden mannen en jongens versneld naar het Duitse leger overgebracht2; aan dat leger werden voorts talrijke militairen van de Kriegsmarine en van de Lufiwaffe toegevoegd en met al die middelen slaagde het Oberkommando der Wehrmacht er in om van begin september tot midden december nieuwe legereenheden te vormen tot een totale sterkte van ongeveer 40 divisies. De oorlogsproductie bereikte in de loop van '44 haar maximum: er werd in dat jaar bijna een kwart meer wapens vervaardigd dan in '43 — wel ging zich toen in de herfst een daling aftekenen, maar ten aanzien van bepaalde kategorieën wapens (vliegtui­ gen en tanks bijvoorbeeld) was de Duitse productie eind '44 nog steeds belangrijk hoger dan eind '43. Een gevaarlijke crisis op het gebied van de voorziening met motorbrandstof werd bezworen. In de zomer verloor Duitsland de Roemeense aardolievelden en er werd voorts in die periode door de Britse en de Amerikaanse zware bommenwerpers zoveel schade toegebracht aan de Duitse installaties voor synthetische benzine dat het er in september naar uitzag dat aan de mobiliteit van de Duitse strijd­ krachten spoedig de doodsteek zou worden toegebracht. Het geconcen­ treerde luchtoffensief werd evenwel niet voortgezet en de Duitsers wisten de productie van motorbrandstof weer omhoog te krijgen. Zeker, van Engeland uit bleven Bomber Command van de R A F en de Ame­ rikaanse Eighth Air Force zware schade toebrengen o.m. aan het Duitse verkeerswezen (van Zuid-Italië uit deed de Amerikaanse Twelfth Air Force hetzelfde) maar die schade was door de spreiding van doelen welke werd nagestreefd3, niet beslissend, zij het dat zich in Duitsland tegen het einde

1 Het schip w erd op 12 novem ber 44 door Britse bom m enwerpers in een N oorse fjo rd tot zinken gebracht, waarbij omstreeks duizend opvarenden verdronken. 2 Po­ gingen om de plaatsen van de mannen in het bedrijfsleven te laten innem en door vrouw en en m eisjes m islukten; met deze vorm van m obilisatie van arbeidskrachten die in Engeland en de S o w jet-U n ie met succes was toegepast, begon Duitsland, waar H itler zich er tot in '44 tegen had verzet, te laat. 3 Bomber Command liet in september 7 % van zijn bom m en vallen op aardolie-doelen, in oktober 5 % , in novem ber 2 5% (voor de aanvallen op stadscentra, w elke over het algem een maar w ein ig schade toebrachten aan de Duitse oorlogsproductie, waren die cijfers: 28% , 16 % , 10 % ); de Am erikaanse Eighth A ir Force liet in september 19 % van zijn bom m en vallen op aardolie-doelen, in oktober 12 % , in novem ber 40% .

D U I T S L A N D S P OS I T I E E I ND ' 4 4

van het jaar zowel op de transportsector' als op die van de productie van steenkool en staal de eerste grote moeilijkheden gingen voordoen.2 Die moeilijkheden hadden evenwel geen onmiddellijk effect: elke wapenfa­ briek beschikte over grote hoeveelheden grond- en hulpstoffen en het mocht dan waar zijn dat de daling van de steenkool- en staalproductie welke zich in het laatste kwartaal van '44 ging aftekenen, betekende dat de Duitse wapenproductie in de loop van het eerste kwartaal van '45 óók zou gaan dalen, omstreeks de jaarswisseling was bij de Duitse strijdkrach­ ten bepaald nog geen sprake van een tekort aan wapens.3

Hoe die strijdkrachten te gebruiken?

Hitler besefte dat hij geen schijn van kans meer had, de oorlog te winnen — de enige hoop die hem restte was dat zich te eniger tijd zulk een mate van verdeeldheid zou gaan voordoen tussen de Sowjet-Unie enerzijds en de Verenigde Staten en Engeland anderzijds dat hij zich met zijn regime op de een o f andere wijze (hoe, was niet te voorzien) zou kunnen handhaven. Zijn strategie was er op gericht, tijd te winnen; ze was defensief. Wel te verstaan: een strategisch defensief sluit offensieve operaties niet uit. Het komt in een oorlog aan op het breken van de wil tot volhouden bij de tegenstander. Dat hem dat bij de Sowjet-Unie zou gelukken, achtte Hitler uitgesloten, maar wat de Verenigde Staten en Engeland betrof, hield hij het voor- mogelijk dat zich, als hij hun strijdkrachten in West-Europa een zware nederlaag zou toebrengen, bij

1 In '43 konden de Duitse spoorw egen gem iddeld per dag 139 0 0 0 goederenwagons laten rijden, in januari '45 nog maar 70000. 2 In het Ruhrgebied daalde de steen- koolproductie van 32 m in ton in het eerste kwartaal van '44 tot 18 m in ton in het laatste (cijfers vo o r heel Duitsland: 7 1 min ton, resp. 45 m in ton) en doordat er m inder steenkool was, kon er ook m inder staal w orden geproduceerd: in het Ruhrgebied daalde de productie van 3,4 m in ton in het eerste kwartaal van '44 tot 1,5 m in ton in het laatste (cijfers voo r heel Duitsland: 9,2 m in ton, resp. 3,9 min ton). 3 In som m ige opzichten waren de Duitse wapens ook nog steeds kw alitatief beter dan de G eallieerd e; dat gold met name voor de Duitse tanks. D e Lujtiraffe kreeg bovendien in de loop van de zom er van '44 de beschikking over straaljagers, w elker snelheid: ca. 1 000 km per uur, veel groter was dan die van de G eallieerde toestellen die met propeller- m otoren vlogen. Ruim 500 van die straaljagers w erden vó ó r het einde van '44 aan de

Lujiwaffe overgedragen maar hoeveel van die toestellen operationeel zijn ingezet, is

niet bekend. W aar het tot die inzet kwam , bleek hij niet effectief te zijn in de mate die H itler had verwacht: de afweerwapens van de G eallieerde eskaders waren te sterk.

W ij verm elden in dit verband dat Duitsland vo o r de strijd ter zee een nieuw type

U-Boot had ontw ikkeld dat met zijn grotere snelheid de G eallieerde afw eer voor

ernstige problem en zou hebben gesteld, maar boten van dat nieuwe type waren nog niet in gebruik genom en toen Duitsland capituleerde.

de publieke opinie een grote moedeloosheid zou gaan voordoen welke wellicht een belangrijk effect zou hebben op het beleid der regeringen.

In de eerste helft van augustus ging Hitler rekening houden met de mogelijkheid dat de Wehrmacht, in Normandië verslagen, Frankrijk en België zou moeten ontruimen en dat hij de frontsituatie pas bij de

Westwall zou kunnen stabiliseren. In de tweede helft van augustus besloot

hij in beginsel om in dat geval sterke krachten te concentreren in het gebied van de Eifel; zij moesten bij verrassing een offensief inzetten teneinde dwars door de Ardennen bij de Maas te komen, die rivier te overschrijden, door te stoten naar Antwerpen om vervolgens in eerste instantie alle Geallieerde eenheden uit te schakelen welke (zie kaart III op pag. 784) door de ‘wig’ Ardennen—Antwerpen van hun bases zouden worden afgesneden. Enkele weken later liet Hitler de resten van een aantal SS-Panzer-divisies naar militaire kampementen in Westfalen en Hannover overbrengen waar zij op sterkte gebracht en, voorzover nodig, nieuw uitgerust werden — zij zouden toegevoegd worden aan het Vijfde

Panzer- en het Zesde SS-Panzer-leger die samen met het uit infanterie­

divisies bestaande Zevende Leger de doorstoot naar Antwerpen moesten uitvoeren. Meer nog. Hitlers plan hield óók in dat, als het offensief door de Ardennen eenmaal belangrijke vorderingen had gemaakt, van Zuid- Duitsland uit getracht zou worden, de gehele Elzas te heroveren en dat van bezet Nederland, nl. van het Land van Altena uit, een stoot zou worden ondernomen ook al in de richting van Antwerpen.

Deze gehele actie werd in diep geheim op touw gezet.' Alle voorbe­ reidingen hield Hitler in eigen hand. Door de op hem gepleegde aanslag (20 juli '44) was zijn wantrouwen jegens de traditionele generaals zo versterkt dat hij de planning voor het Ardennen-offensief toevertrouwde aan zijn naaste medewerkers van het Oberkommando der Wehrmacht. Buiten hun kleine kring werd vrijwel niemand ingelicht. Tot de enkelen die wèl informatie kregen, behoorden von Rundstedt, de Oberbefehlshaber West, en Model, de Oberbefehlshaber van de Heeresgruppe B, waarbij de legers zouden worden ingedeeld welke de stoot door de Ardennen zouden moeten uitvoeren. Von Rundstedts en Models stafchefs werden eind

1 In de verw achting dat in eerste instantie Z u id -N ederlan d en een deel van België opnieuw zouden worden bezet, kregen de Duitse troepen nieuw e instructies vo o r hun gedrag jegen s de burgerbevolking; grondslag was daarbij dat geen enkel persoonlijk verkeer was toegestaan tussen die troepen en leden van de burgerij. 'In bchördlichem

Verkehr der Besatzungsmacht ist’, zo heette het verder in een door het Oberltommaiido der Wehrmacht samengesteld 'Merkblatt’ (exemplaar in H SS11P F, 10 c), ‘ den Landesein- wohnern gegeniiber streng, gerecht und mit eindeutiger Bestimmtheit aufzutreten.'

HET A R D E N N E N - O F F E N S I E F

oktober naar Hitlers hoofdkwartier in Oost-Pruisen ontboden en keer­ den vandaar met kopieën van Hitlers plan terug. Von Rundstedt hield dat plan voor onuitvoerbaar, Model ook: beiden waren van mening dat vooral door de Geallieerde superioriteit in de lucht Antwerpen een veel te ambitieus doel was - zij stelden voor, met het Vijfde en Zesde Leger grote delen van de twee bij Aken opererende Amerikaanse legers (het Eerste en het Negende) uit te schakelen en Aken te heroveren. Maar dan kon Hitler zijn in wezen politieke doel niet bereiken! Hij hield aan zijn oorspronkelijke opzet vast — op de kopie van het definitieve aanvalsplan die von Rundstedt ontving, stond in Hitlers handschrift te lezen dat er geen enkele wijziging in mocht worden aangebracht.

Begin november werd begonnen met de verplaatsing van de 55- divisies uit Westfalen en Hannover naar de Eifel. Hitlers bevel hield in dat alle voorbereidingen op 27 november moesten zijn voltooid. Dat bleek onmogelijk, o.m. doordat meer tijd nodig was voor het opbouwen van voorraden motorbrandstof. Die had men pas op 10 december bijeen, goeddeels beoosten de Rijn overigens. Diezelfde dag betrok Hitler het geheime hoofdkwartier in Bad Nauheim (niet ver van Frankfort aan de Main), van waaruit hij in mei en juni '40 de Duitse veldtocht in West- Europa had geleid. Nog moest hij enkele dagen zijn ongeduld bedwin­ gen, maar op de 15de kon het definitieve bevel uitgaan dat de twee

Panzer-legers mèt de andere eenheden (zeven tank- en dertien infante­

riedivisies zouden in eerste instantie in de strijd geworpen worden) op de 16de om half zes ’s morgens tot het offensief moesten overgaan. Daarbij zouden, gelijk in hoofdstuk 5 vermeld, ca. drieduizend uit de

Wajfen-SS en de Wehrmacht bijeengeschraapte militairen die Amerikaans

spraken (of wat daarvoor doorging) zoveel mogelijk gestoken zijn in Amerikaanse uniformen; die 5 5’ers zouden ook Amerikaanse zakboekjes bij zich hebben — meer dan tweeduizend van die uniformen en zakboek­ jes hadden de Duitsers zich begin november eenvoudig toegeëigend uit

een depot van het Rode Kruis dat in Pommeren was gelegen. De bedoe­ ling was dat uit die militairen ca. veertig Kommandos zouden worden gevormd (groepjes van vier man van wie op zijn minst één perfect Amerikaans zou spreken) die in jeeps achter het Geallieerde front zouden gaan rondrijden om er, route-aanduidingen verplaatsend en valse orders doorgevend, een maximum aan verwarring te scheppen en dat, als een­ maal bressen in het Amerikaanse front waren geslagen, de hoofdmacht van die militairen, gegroepeerd in een tankbrigade (Panzerbrigade 150) voorwaarts zou stormen om tussen Namen en Luik bij verrassing de Maasbruggen te veroveren. Hitler hoopte dat die bruggen aan het eind

III. Het Ardennen-offensief Rode lijn: de Geallieerde linies op december 1944

Hitlers plan was om, als met het hoofdoffensief in de richting van Brussel en Antwerpen goede vorderingen werden gemaakt, via Noord-Brabant een neven-

ojfensief in te zetten in de richting van Antwerpen.

Rode stippellijn: de Geallieerde linie in de Ardennen op 26 december 1944 — verder kwamen de Duitsers niet.

van de eerste, uiterlijk de tweede dag in Duitse handen zouden zijn. Ook Duitse parachutisten zouden weer worden ingezet: ca. achthonderd; ze zouden worden gedropt bij Malmédy.

De Geallieerden werden door het offensief volledig verrast.

Op 7 december, negen dagen voor het werd ingezet, had Eisenhower in Maastricht overlegd met de bevelhebbers van twee van de drie onder hem dienende Army Groups: de Brit Montgomery, de Amerikaan Brad- ley. Montgomery had er, zoals hij in september al had gedaan, op aangedrongen dat maar aan één frontsector aanvallend zou worden opgetreden: de zijne (hij wilde in het Rijnland over de Rijn komen en dan benoorden het Ruhrgebied oostwaarts oprukken) en Eisenhower had niet verder willen gaan dan toe te zeggen dat Montgomery begin '45 tot de aanval zou mogen overgaan maar er zouden verder zuidelijk óók offensieven worden ingezet door de Amerikanen. De Verenigde Staten hadden in die tijd in West-Europa meer divisies te velde staan dan het Britse Rijk (er bevonden zich daar 41 Amerikaanse en 22 Britse divisies) — het zou voor de regering en de publieke opinie in de Verenigde Staten onverteerbaar zijn indien, terwijl aan Bradley volstrekte passiviteit zou worden opgelegd, Montgomery alle lauweren zou mogen oogsten. Een krachtig Duits offensief werd noch door Eisenhower, noch door Mont­ gomery, noch door Bradley verwacht' — hun opvatting en ook die van vrijwel al hun Intelligence-officieren was dat de Wehrmacht Ac kracht miste om tot zulk een offensief over te gaan; von Rundstedt werd bovendien voor een voorzichtig strateeg gehouden — en in de Eifel ontbraken spionagegroepen zoals die welke in bezet Nederland elke beweging van de Wehrmacht gadesloegen en rapporteerden.2

1 Daags vo o r de inzet van het o ffen sief vroeg M on tgom ery aan Eisenhow er o f hij zich vo o r een korte verlofperiode naar Engeland mocht begeven; in zijn b rief herinnerde hij er aan dat hij met Eisenhow er in oktober 43 om v i jf pond had gewed dat de oorlog met Kerstmis '44 nog niet zou zijn afgelopen - Eisenhow er antw oordde daags daarna dat hij, hoew el het er naar uitzag dat hij de weddenschap zou verliezen, nog negen dagen tijd had om haar te w innen. 2 D e Ultra-Intelligence, d.w.z. het afluisteren en decoderen van het Duitse radioverkeer, had w el gegevens opgeleverd die achteraf gezien duidelijk op een Duits o ffen sief via de Ardennen wezen, maar aan die gegevens was van een verkeerde, d.w.z. te optimistische, algem ene visie uit onvoldoende aandacht besteed. M en wist b ijvoorbeeld van begin novem ber a f dat talrijke Duitse troepentreinen de R ijn passeerden in de richting van de E ifel (alleen al vo o r de verplaatsing van het Zesde SS-Panzer-\eger waren ca. 800 treinen nodig); m en wist voorts dat dat Panzer-leger met spoed alleen al uit Italië m eer dan 1 000 extra vrachtauto’s had gekregen, en men w ist tenslotte dat de Lufiwajffc op 29 novem ber en alle volgende dagen opdracht had, verkenningen uit te voeren boven alle Maas­ bruggen van Luik tot aan de Belgisch-Franse grens.

HET A R D E N N E N - O F F E N S I E F

Gevolg van de te optimistische Geallieerde visie was dat Bradley de frontlijn in de Ardennen maar zwak had bezet: over een afstand van ca. 150 km stonden hier vier Amerikaanse divisies, van welke twee zware verliezen hadden geleden in de strijd om Aken en twee nog geen enkele gevechtservaring bezaten. Die divisies werden bij de inzet van het Ar­ dennen-offensief (16 december) goeddeels onder de voet gelopen; hun achterwaartse verbindingen werden dermate gestoord dat het vier uur duurde voordat de eerste berichten over Duitse aanvallen Bradley’s hoofdkwartier in Luxemburg bereikten. Die berichten werden verkeerd geïnterpreteerd: men dacht dat er sprake was van plaatselijke acties en besefte niet dat twee Panzer-legers (plus een derde leger: het Zevende) in volle opmars waren. Het weer was slecht: regen en mist maakten het onmogelijk om uit de lucht de Duitse troepenbewegingen te observeren. Volle vier-en-twintig uur verliepen voordat men aan Geallieerde kant

begon te beseffen wat gaande was, nogmaals vier-en-twintig uur voordat

de eerste belangrijke tegenmaatregelen werden genomen. Daarbij was een groot probleem dat Eisenhower nauwelijks over reserves beschikte; als zodanig waren slechts twee divisies beschikbaar: de Amerikaanse 82nd en de ïoist Airborne Division die beide in september waren ingezet bij ‘Market-Garden en eind november uit het front waren teruggetrokken om in de buurt van Reims aanvulling te krijgen. Op de ochtend van 18 december vertrok de 82nd Division naar de Ardennen om ten oosten van Namen in stelling te gaan, de ïoist werd ’s middags naar het belangrijke wegenknooppunt Bastogne gezonden. Voorts droeg Eisenhower aan Patton, de bevelhebber van het Amerikaanse Derde Leger, op om zijn pogingen, het Saargebied binnen te dringen, op te geven, een groot deel van zijn front over te dragen aan het ten zuiden van hem opererende Amerikaanse Zevende Leger en met zes divisies noordwaarts aan te vallen. Montgomery kreeg opdracht, delen van het Canadese Eerste en Britse Tweede Leger naar de Maas te verplaatsen tussen Luik en Namen. Eén dag later, 19 december, splitste Eisenhower, die nu een goed over­ zicht had van de situatie, het gehele Geallieerde front in tweeën volgens een lijn ongeveer van Namen tot Bastogne: alle Geallieerde eenheden ten zuiden van die lijn kwamen onder Bradley, alle ten noorden daarvan onder Montgomery te ressorteren, hetgeen betekende dat de Britse Field

Marshal instructies kon geven aan twee Amerikaanse legers: het Eerste

en het Negende.

In document tweede helft 1939 1945 (pagina 23-36)