• No results found

Het Rode Leger in opmars

In document tweede helft 1939 1945 (pagina 36-42)

In de zomer van '44 was het hoofddoel van het Rode Leger geweest, de sterke Heeresgruppe Mitte uit te schakelen die de weg naar Polen en Oost-Pruisen versperd hield. Nadat de Russische strijdkrachten begin juni eerst de Finnen hadden gedwongen, al het gebied dat zij als Duits- lands bondgenoten hadden veroverd, prijs te geven, zetten zij op 22 juni (precies drie jaar nadat Hitler de Sowjet-Unie had overvallen) een ongekend krachtig offensief in tegen de Heeresgruppe Mitte; eind juli stonden zij dicht bij de Poolse hoofdstad, Warschau, en begonnen zij bezuiden die stad met de vorming van een groot bruggehoofd over de Weichsel van waaruit in een later stadium een nieuw offensief zou worden ingezet. Het Russische opperbevel was in die tijd daarnaast voornemens, dwars door de Karpathen de Hongaarse laagvlakte binnen te dringen maar dat plan werd eind augustus opgegeven toen bleek dat in Roemenië zo snelle vorderingen werden gemaakt dat het beter leek, Boedapest van daar uit te naderen.

Al deze Russische successen hadden belangrijke politieke gevolgen. In de laatste week van augustus verloor Duitsland drie bondgenoten: Fin­ land verklaarde zich tot onderhandelingen met de Sowjet-Unie bereid (een Russisch-Finse wapenstilstandsovereenkomst werd midden septem­ ber ondertekend), in Roemenië kwam de met Duitsland verbonden regering-Antonescoe ten val en de Bulgaarse regering zegde het bond­ genootschap met Duitsland op. Bovendien werd eind augustus in Hon­ garije een nieuwe regering gevormd die er kennelijk ook al naar zou streven zich van Duitsland los te maken, en brak in Slowakije een grote opstand uit waarbij de opstandelingen aanvankelijk ca. de helft van het land in handen kregen. Twee maanden duurde het voordat de Duitsers de belangrijkste punten in Slowakije weer in handen hadden — eenzelfde tijd hadden zij nodig om in Warschau de opstand van het Poolse On­

R U S S I S C H E S U P E R I O R I T E I T

dergrondse Leger neer te slaan die op i augustus was ontketend vanuit het verlangen een situatie te scheppen waarin de niet-communistische krachten in Polen konden zeggen: ‘Wij hebben onze hoofdstad zèlf bevrijd.’ De Russische dictator Stalin was aan die Warschau’se opstand pas steun gaan verlenen, toen het te laat was; ‘zijn beleid wekte’, schreven wij in ons vorige deel, ‘de indruk dat hij met genoegen zag dat zijn potentiële tegenstander, het Poolse Ondergrondse Leger, zware verliezen leed’ — de gehele politiek die hij ten aanzien van Polen voerde, had met name op de Engelse regering een belangrijk effect, maar voor wij dat schetsen, dienen wij de Russische krijgsverrichtingen in de laatste maan­ den van '44 alsmede de daaruit voortvloeiende staatkundige verande­ ringen beknopt weer te geven.'

Aan de in de zomer van '44 door het Rode Leger behaalde successen lag ten grondslag dat de Russen niet alleen wat hun mankracht maar ook wat hun bewapening betrof, veel sterker waren geworden dan de Duitsers en dat zij bovendien het strategisch initiatief in handen hadden: Hitler kon aan het Oostelijk front weinig anders doen dan afwachten waar de volgende mokerslag zou vallen.

Eind '44 (van de ca. 310 Duitse divisies waren toen ca. 175 tegen de Russen ingezet, daaronder twee-derde van alle tank- en gemotoriseerde divisies2) waren aan het Oostelijk front de Russische strijdkrachten numeriek tweemaal zo sterk als de Duitse en hadden zij viermaal zoveel stukken geschut en mortieren, driemaal zoveel tanks en zevenmaal zoveel vliegtuigen. Aan de meeste sectoren plachten de Duitsers zich evenwel taai te verdedigen en wanneer het Rode Leger, zoals bij het offensief tegen de Heeresgruppe Mitte het geval was geweest, een grote sprong voorwaarts had gemaakt, waren telkens vele maanden nodig om een nieuw krachtig offensief voor te bereiden. In de herfst van '44 kostte het de Russen al grote moeite, zich te handhaven in het bruggehoofd dat zij

' W at wij in dit deel over de Russische krijgsverrichtingen schrijven, is in hoofdzaak gebaseerd op de delen IV en V van de Geschichte des Grossen Vaterlandischen Krieges der

Sowjetunion - delen van een Russische officiële publikatie die in '65, resp. '67 in

O ost-D uitsland heruitgegeven zijn. 2 Van september '44 a f bevonden zich evenw el de best-uitgeruste Duitse tankdivisies aan het W estelijk front.

IV. De voortgang van het Rode Leger in de laatste maanden van 1944 De frontlijn per eind september 1944 is met een rode lijn aangegeven. Rose: veroverd door het Rode Leger in de offensieven tegen de Heeresgruppe Nord, op de Balkan en in Hongarije. De rode stippellijn geeft de positie van het Rode

Leger aan, begin januari 1945.

B A L K A N

over de Weichsel hadden opgebouwd — tot grote aanvalsacties waren zij aan de centrale sector van het Oostelijk front voorlopig niet in staat.

Aan de noordelijke en zuidelijke sectoren was dat wèl het geval. In het noorden (zie kaart IV op pag. 794) werd midden september door het Rode Leger een sterk offensief ingezet tegen de Heeresgruppe Nord die zich, zware verliezen lijdend, sinds juli al over een afstand van ca. 200 km had moeten terugtrekken. Op 10 oktober hadden de Russen een deel van de Oostzeekust stevig in handen - wat toen nog van de Heeresgruppe

Nord over was, meer dan 30 divisies, was geïsoleerd in Koerland en moest

van Duitsland uit over de Oostzee o f door de lucht worden bevoorraad; hetzelfde gold voor 3 Duitse divisies die opgesloten zaten in Memel. Herhaaldelijk trachtten de Russen die Duitse divisies in Koerland en Memel te vernietigen o f tot overgave te dwingen, maar dat mislukte.

Meer succes hadden zij op de Balkan.

In Roemenië werden aan de Duitsers zware verliezen toegebracht (slechts een deel van de Duitse troepen wist samen met Hongaarse eenheden Hongarije te bereiken) — een nieuwe Roemeense regering, door de koning gevormd, sloot op 12 september een wapenstilstands- overeenkomst met de Sowjet-Unie, Engeland en de Verenigde Staten en ging nadien met een dozijn divisies aan de strijd tegen Duitsland deelnemen. In Bulgarije, waar de regering, al had zij dan ook met Duitsland gebroken, een aarzelende houding innam, brak in de nacht van 8 op 9 september, onmiddellijk nadat het Rode Leger de Roemeens- Bulgaarse grens was overgetrokken, een grote opstand uit (voordien al waren talrijke partisanen-eenheden in het land actief geweest); een door communisten gedomineerd ‘Vaderlands Front’ kwam er aan de macht, verklaarde Duitsland de oorlog (10 september), ging met de Sowjet- Unie, Engeland en de Verenigde Staten onderhandelen over een wapen­ stilstand (deze werd op 28 oktober gesloten) — nadien namen Bulgaarse troepen deel aan de strijd tegen de Duitsers in Joegoslavië en Hongarije.

In Joegoslavië waren Tito’s Partisanen in de zomer van '44 door verwoede Duitse aanvallen zozeer in het nauw gebracht dat Tito zelf zich met zijn staf op het in de Adriatische Zee gelegen eiland Vis terugtrok. Door de lucht werden de Partisanen op ruime schaal door de Engelsen bevoorraad (Tito kreeg van mei '44 af ook Russische wapens) maar men kon hun geen geschut doen toekomen zodat zij, hoe talrijk zij ook waren (geschat wordt dat zij in september '44 een half miljoen militairen telden), toch niet de kracht hadden om grote aanvalsacties tegen de Duitsers te ondernemen. Tot die grote aanvalsacties was ook hier slechts het Rode Leger in staat. Dat drong eind september van Roemenië uit

Joegoslavië binnen — op 20 oktober werd Belgrado, de hoofdstad, be­ vrijd; Russen en Partisanen trokken tezamen de stad binnen.

Het oprukken van de Russen in Joegoslavië maakte het de Duitsers niet mogelijk, zich verder zuidelijk op de Balkan te handhaven. Hitler moest zijn onwil om veroverde gebieden prijs te geven overwinnen — op 3 oktober gaf hij bevel dat de Wehrmacht Griekenland en het zuiden van Albanië en van Joegoslavië moest ontruimen. Uit Griekenland trokken de Duitsers, hier en daar verliezen lijdend, zich in de loop van oktober terug — hun garnizoenen op Rhodos en Kreta konden zij evenwel niet evacueren. Een nieuwe Griekse regering die begin september niet zonder moeilijkheden (wij komen er nog op terug) in Cairo was gevormd, vestigde zich op 18 oktober in Athene; zij werd gesteund door enkele Britse en in Egypte gevormde Griekse eenheden die alle onder bevel stonden van een Britse opperofFicier, Lieutenant-General Sir Roland Scobie.

Zolang nu in oktober nog Duitse eenheden uit Griekenland wegtrok­ ken, werd de Wehrmacht genoopt, het zuiden van Joegoslavië krachtig te verdedigen. Pogingen van de Russen en de Bulgaren om er de weinige terugtochtwegen af te snijden, werden verijdeld, waarbij het plaatselijk tot hevige strijd kwam. De Duitsers bereikten hun doel: het gros van hun troepen trok in goede orde noordwaarts, waarna vóór het einde van '44 ook geheel Albanië en het grootste deel van Joegoslavië door hen werden ontruimd — alleen een aantal belangrijke plaatsen in het noorden zoals Mostar en Sarajevo hielden zij vast, alsook Kroatië waar zij de steun hadden van een fascistisch bewind.1

En Hongarije? Admiraal Horthy die zich in '41 als staatshoofd had laten verleiden, deel te nemen aan de invasie van de Sowjet-Unie, besefte dat zijn bondgenoot Duitsland geen schijn van kans meer had om de oorlog te winnen. Na, gelijk reeds vermeld, eind augustus een nieuwe regering te hebben gevormd, richtte hij eind september het verzoek tot de regeringen van Engeland en de Verenigde Staten, hem te doen weten op welke voorwaarden zij bereid waren tot een wapenstilstand - hij hoopte dat Londen en Washington troepen naar Hongarije zouden willen sturen die het Rode Leger vóór zouden zijn. Binnen het samenwerkings­ verband van de westelijke Geallieerden en de Sowjet-Unie was het

' M ostar werd pas midden februari '45, Sarajevo pas begin april door de Partisanen bevrijd. Dezen zetten hun laatste o ffen sief in maart in, waartoe zij veel zware wapens van de Russen hadden ontvangen. Er is in Jo eg o slavië tot m idden mei '45 slag geleverd.

H O N G A R I J E

evenwel inmiddels een ongeschreven regel geworden dat indien vijan­ delijke staten zouden willen capituleren, de zaak in eerste instantie geregeld zou worden door de mogendheid (of mogendheden) die met het gros van de strijdkrachten van de betrokken vijandelijke staat te maken had (of hadden) — zo waren de besprekingen die begin september '43 tot de capitulatie van Italië hadden geleid, een Engels-Amerikaanse aangelegenheid geweest, geen Russische. Horthy werd dus door Chur- chill en Roosevelt naar Stalin verwezen. Naar deze zond Horthy toen een delegatie (zij arriveerde op 1 oktober in Moskou) die evenwel instructie had, alleen dan een wapenstilstandsovereenkomst te sluiten wanneer de Russen zouden aanvaarden dat Engelse en Amerikaanse strijdkrachten aan de bezetting van Hongarije zouden deelnemen en dat de Duitse strijdkrachten zich ongehinderd uit en via Hongarije zouden mogen terugtrekken; beide voorwaarden werden door Stalin afgewezen. Deze liet eisen dat Horthy er accoord mee zou gaan dat, precies als in Roemenië en Bulgarije het geval was geweest, Engeland en de Verenigde Staten slechts een vertegenwoordiger zouden krijgen in een Russisch- Engels-Amerikaanse commissie die toezicht zou houden op de naleving van de wapenstilstandsovereenkomst, maar geen eigen strijdkrachten ter plaatse zouden hebben, en dat Hongarije Duitsland de oorlog zou ver­ klaren. Stalins eisen werden door de Hongaarse delegatie aanvaard en het concept voor de wapenstilstandsovereenkomst meenemend, vertrok zij op 11 oktober uit Moskou. V ijf dagen later greep Hitler in. Horthy werd afgezet door de Duitse strijdkrachten die Hitler veiligheidshalve al enkele maanden eerder in Hongarije had gestationeerd (het Hongaarse staats­ hoofd werd onder dwang naar Duitsland overgebracht) en er werd door de fascist Szalasi een nieuw Hongaars bewind gevormd dat aan Duits- lands zijde de oorlog met fanatisme ging voortzetten.

Inmiddels waren de Russen bezig, van Roemenië en van de zuidelijke Oekraïne uit, Hongarije en het door de Hongaren geannexeerde ooste­ lijkste deel van het vooroorlogse Tsjechoslowakije, de z.g. Karpatho- Oekraïne, binnen te dringen. Eind oktober hadden zij dat gebied in handen — zogenaamd op wens van de bevolking werd het tot pijnlijke verrassing van de in Londen gevestigde Tsjechoslowaakse regering door de Sowjet-Unie geannexeerd.'

In de Hongaarse laagvlakte werd het voor de Russen moeilijk vechten: hun verbindingslijnen waren veel langer dan de Duitse en zware regenval

1 B ij die annexatie heeft de Tsjechoslow aakse regering zich pas 11a de oorlog, nl. in ju n i '45, neergelegd.

belemmerde hun operaties. Pas begin november wisten zij Boedapest te omsingelen maar zij kwamen de zwaar verdedigde stad pas eind decem­ ber binnen. De strijd daar zou tot midden februari voortduren. Voordien, nl. begin januari, had het het Rode Leger grote moeite gekost, de omsingeling van de Hongaarse hoofdstad te handhaven: de Wehrmacht had toen met een krachtig tegenoffensief (er opereerden begin januari meer Duitse tankdivisies in Hongarije dan aan de centrale sector van het Oostelijk front) bijna tot Boedapest kunnen doordringen.

Intussen was, niet in Boedapest maar in het door de Russen veroverde Debrecen, op 22 december een voorlopige Hongaarse regering gevormd; zij had binnen een week Duitsland de oorlog verklaard en ondertekende in januari de wapenstilstandsovereenkomst die Horthy al had willen aanvaarden: slechts het Rode Leger zou Hongarije bezetten en Engeland en de Verenigde Staten zouden er verstoken zijn van alle machtsmidde­ len.

In document tweede helft 1939 1945 (pagina 36-42)