• No results found

Het idee van wereldburgerschap was een nieuw fenomeen in de geestelijke hygiëne en kwam tot stand in de periode na de Tweede Wereldoorlog. Nadat de rook van deze oorlog optrok en de chaos en verschrikkingen van de eerste helft van de jaren veertig zich openbaarden, werden er internationale samenwerkingen gesloten om toekomstige excessen te voorkomen. Het meest bekende voorbeeld hiervan was de VN, een samenwerking van landen die gezien kan worden als een opvolger van de niet erg succesvolle Volkerenbond die na de Eerste Wereldoorlog was opgericht.210 Ook de voormalige organisaties die onder deze Volkerenbond met specifieke

doelen zoals gezondheid, wetenschap en voeding bezig waren, veranderden in nieuwe en groots opgezette organisaties waarin veel geld werd geïnvesteerd. Een voorbeeld hiervan was de WHO, een internationale organisatie die de gezondheid van de mensheid centraal stelde.211

Deze oprichting van de WHO werd aangestuurd door een groep mensen die door hun ervaring van de Tweede Wereldoorlog vonden dat er snel en op grote schaal gereageerd moest worden op de gezondheidsproblemen die op dat moment heersten.212

De oprichting van deze nieuwe organisaties werd aangewakkerd door nieuwe idealistische ideeën die toekomstige catastrofes moesten voorkomen. Een van deze ideeën om de vrede in de wereld te bewaren was het zogenoemde wereldburgerschap. Volgens historicus Harry Yi-Jui Wu was deze term het toverwoord voor veel internationale initiatieven rondom

gezondheid die na de Tweede Wereldoorlog werden opgezet.213 Door de lens van

wereldburgerschap werden problemen rondom geestelijke gezondheid gezien als een zware last op de schouders van mensen in de naoorlogse samenleving, en moest er worden uitgezocht waarom sommige mensen hier meer onder leden dan anderen.214 Omdat dit wereldburgerschap

210 Mazower, Governing the world, 206-207.

211 Y. Beigbeder, The World Health Organization (Dordrecht 1998) 13. 212 Mazower, Governing the world, 283.

213 H. Y. Wu, ‘World citizenship and the emergence of the social psychiatry project of the World Health

Organization, 1948-c. 1965’ History of psychiatry 26 (2015) 166-181, aldaar 168.

64

een nieuw fenomeen was in de vorming van ideeën rondom geestelijke hygiëne zal in deze paragraaf bekeken worden hoe dit idee een onderwerp van gesprek was geworden op het International Congress on Mental Health, en dan specifiek de sessies die werden gehouden onder de noemer geestelijke hygiëne.

Een van de eersten die wereldburgerschap als term gebruikte in combinatie met geestelijke hygiëne was Brock Chisholm, een Canadese psychiater die in de jaren dertig bekend stond om zijn notoire opvattingen over eugenetica en euthanasie. Daarnaast hield hij zich bezig met vragen over hoe conflicten tussen mensen ontstonden en hoe escalatie van deze conflicten voorkomen kon worden.215 Chisholm werd na de Tweede Wereldoorlog ook de eerste voorzitter

van de eerder genoemde WHO. Net als bij veel andere naoorlogse internationale organisaties waren de door de Verenigde Staten verstrekte geldstromen cruciaal voor het bestaan van dit internationale orgaan.216 Ook de WFMH die gedurende het congres werd geïntroduceerd, werd

officieel erkend door deze WHO. Met als gevolg dat Chisholm in een afsluitende voordracht beloofde dat de WHO de verschillende voorstellen die vanuit het WFMH zouden komen financieel zou ondersteunen. Geheel in lijn met het idee van wereldburgerschap was dit congres voor geestelijke gezondheid in zijn ogen namelijk een belangrijke eerste stap richting wereldvrede.217

Volgens de Britse historicus Mark Mazower kan deze flagrante Amerikaanse inmenging in naoorlogse internationale organisaties als de VN en WHO geplaatst worden in een herkenbaar paradigma van de Koude Oorlog. De internationale belangen en invloed van de Verenigde Staten als naoorlogse wereldmacht raakte verweven met die van de VN doordat veel Amerikanen betrokken waren bij het opzetten deze internationale organisaties.218 Het gevolg

hiervan was dat de Verenigde Staten bepaalde agendapunten van haar beleid die tijdens de Koude Oorlog ontstonden, bijvoorbeeld met betrekking tot wereldvrede, konden toepassen in het beleid van de VN en gelieerde organisaties zoals de WHO.219 Gedurende het International

Congress on Mental Health werden er echter geen expliciete opmerkingen gemaakt over de internationale situatie of mogelijke Koude Oorlog spanningen. Toch waren er wel enkele tekenen die wezen op de invloed van de Koude Oorlog. Zo bestond het overgrote deel van de

215 Ibidem.

216 Mazower, Governing the world, 283.

217 ‘Closing session, 21st august. Conclusion and recommendations’ in: J. C. Flugel ed., International congress

on mental health. Volume IV: International conference on mental hygiene (Londen 1948) 251-330, aldaar 274. ‘Opening of the conference. Theme: mental health and world citizenship’, 48.

218 Mazower, Governing the world, 216.

65

bezoekers uit mensen afkomstig uit landen die gedurende de Koude Oorlog onder de Amerikaanse invloedsfeer stonden.

Hoewel wereldburgerschap een belangrijk thema was gedurende dit congres, is het opvallend dat tijdens dit internationale congres voor geestelijke gezondheid het vaak voorkwam dat er in een voordracht meer aandacht was voor wereldvrede dan voor de geestelijke gezondheid. Zo stuurde de Engelse koning George VI een welkomstboodschap naar de bezoekers. Hierin prees hij hun aandacht voor relaties tussen mensen, goed burgerschap en goed

nabuurschap maar legde hij geen verband met geestelijke gezondheid.220 Ook in het

welkomstwoord van Frank Fremont-Smith de Amerikaanse vice-president van het International Committee for Mental Hygiene, lag de nadruk meer op een sociologische benadering van groepen en het individu dan op de rol van geestelijke hygiëne.221 Ook de Noorse UNESCO-

afgevaardigde Arvid Broderson, die zelf een achtergrond had in de sociale wetenschappen, stelde dat psychiaters en sociaal wetenschappers de samenwerking aan moesten gaan om de menselijke welzijn te verbeteren. Geestelijke gezondheid was volgens hem namelijk een probleem van (internationale) relaties tussen mensen, het leven in een gemeenschap en wereldburgerschap.222

Gedurende dit congres in Londen speelde meer dan ooit dit sociaalwetenschappelijke aspect een rol in de geestelijke hygiëne. Aan de hand van wereldburgerschap werd een sociaalwetenschappelijk ideaal van vrede tussen mensen aangekaart. De officiële brochure van dit congres droeg dan ook de naam ‘mental health and world citizenship’, wat het belang van dit concept voor het congres aangaf. In deze brochure werd de term officieel uitgelegd als een apolitieke manier om de mensheid te gidsen in wereldzaken na de verschrikkingen van de Tweede Wereldoorlog.223 De relatie tussen geestelijke gezondheid en wereldvrede kon volgens

de auteurs van de brochure gezien worden als een vicieuze cirkel. Aan de ene kant was wereldvrede een voorwaarde voor geestelijke gezondheid, omdat zonder wereldvrede mensen altijd angstig en bang bleven voor een nieuwe wereldoorlog. Aan de andere kant was mentale gezondheid een voorwaarde voor wereldvrede, omdat mensen pas in vrede konden leven als ze geen strijd meer met zichzelf of hun omgeving voerden.224

220 ‘Message from his Majesty the King’, in: J. C. Flugel ed., International congress on mental health. Volume I:

hstory, development and organisation (Londen 1948) 6.

221 ‘Opening of the conference, 16th august. Theme: mental health and world citizenship’, 38. 222 Ibidem, 45-46.

223 Mental health and world citizenship. A statement prepared for the international congress on mental health,

25-26.

66

Er was een mogelijkheid om deze vicieuze cirkel te doorbreken en zowel wereldvrede als geestelijke gezondheid te realiseren. De taak om te onderzoeken hoe dit in zijn werk zou moeten gaan was voorbehouden aan de aanwezigen van het congres; sociale wetenschappers en psychiaters. Zij zouden over de kennis en kunde beschikken om te onderzoeken hoe en

waarmee mensen en instituties ten goede konden veranderen.225 Deze toepassingen van

wereldburgerschap door de geestelijk hygiënisten verschilden van het simpelweg voorkomen van oorlog, tot het herkennen van de cruciale processen, in zowel de samenleving als in individuen, die tot oorlog zouden leiden.

Om een nieuwe wereldoorlog te voorkomen was het volgens de Amerikaanse klinisch psychiater Carl A. Binger het belangrijkste om in de relatie tussen geestelijke hygiëne en wereldburgerschap te vermijden dat mensen vatbaar werden voor oorlogssentimenten. Hij stelde dat het idee van wereldburgerschap, net als geestelijke gezondheid of goede relaties tussen groepen, geen rol kon spelen zolang oorlog een optie was om strijd tussen landen te beslechten. Binger opperde een manier waarop dit voorkomen kon worden. Namelijk door afscheid te nemen van wat hij ‘de anachronistische nachtmerrie van de natiestaat’ noemde, en als alternatief daarvoor een wereldregering te installeren dat regeerde over wereldburgers.226

Ook maakte hij zich grote zorgen over de manier waarop het ‘oorlogsvirus’ ontstond en zich over mensenmassa’s kon verspreiden. Om dit te voorkomen was het zaak om te zorgen dat bezoekers van het congres nadachten hoe het ‘oorlogsvirus’ in quarantaine gezet kon worden en hoe mensen weerbaar genoeg gemaakt konden worden om niet geïnfecteerd te worden.227

Ook de historicus en politicoloog David Mitrany legde in zijn voordracht de nadruk op de relatie tussen de natiestaat en de wereldgemeenschap. In zijn betoog, waarin hij de voorwaarden voor wereldburgerschap bekeek vanuit de grote processen in de samenleving, bleef hij echter dichter bij de in de brochure geschetste cirkel tussen wereldvrede en geestelijke gezondheid. In zijn ogen was het moeilijk om wereldvrede te bereiken zonder geestelijke gezondheid, maar het was daarentegen schier onmogelijk om geestelijke gezondheid te

waarborgen zonder vrede.228 Dientengevolge was het geen wonder dat psychiaters zich

gedurende de onzekere internationale situatie van 1948 zorgen maakten over de mondiale geestelijke gezondheid. Hij vergeleek voor deze periode de psychiater met een chirurg, voor

225 Ibidem, 26-27.

226 ‘First plenary session, 16th august. Problems of world citizenship and good group relations’, 56. 227 Ibidem, 60.

67

wie het ook moeilijk opereren was als de patiënt op een schuddende tafel lag.229 Er deed zich

namelijk en paradox voor in de wereld, waarbij mensen aan de ene kant meer emotioneel en materieel geïntegreerd raakten in de natiestaten. Aan de andere kant werden deze zwakker wordende natiestaten door historische en sociale processen naar de integratie in een wereldsamenleving geduwd.230

Meer dan ooit werd door deze paradox het geestesleven van individuen beïnvloed en bedreigd door omgevingsfactoren als ideologie en politiek. Als deze externe factoren een negatieve invloed hadden op iemands geestelijke gezondheid, en deze persoon zou in een gemeenschap leven die niet is aangepast aan de gezonde wereldgemeenschap, dan was de kans groot op geestelijke problemen.231 Mitrany doelde met een dergelijke wereldgemeenschap op

een gemeenschap die op mondiaal niveau steeds meer in elkaar integreerde. Het was op het moment van spreken volgens hem onbelangrijk welke politieke vorm deze wereldgemeenschap aan zou nemen. Wel was het wenselijk dat deze tot stand kwam door landen geleidelijk te laten participeren in het mondiale netwerk. Andere vormen die konden zorgen voor integratie in de wereldgemeenschap zoals dwang of indoctrinatie waren echter ook mogelijk, maar minder effectief.232 Mitrany duidde in zijn diagnose vooral de manier waarop grote sociale processen

invloed hadden op de geestelijke gezondheid van het individu. Met het opheffen van de natiestaat konden deze processen gestopt worden, waardoor ook de kans op geestelijke problemen zou afnemen.

In tegenstelling tot de theorie van Mitrany, die in zijn analyse uitging van macroprocessen in de samenleving, stelde de Zwitserse geestelijke hygiënist Heinrich Meng dat aan de hand van psychoanalyse de voorwaarden voor het bereiken van wereldburgerschap juist in het individu gevonden konden worden. Volgens Meng ontbrak het bij veel mensen nog aan de autoriteit en macht die het superego rondom wereldburgerschap kon vormen.233 Omdat

het superego zorgde voor een vorm van onbewuste verantwoordelijkheid binnen een persoon, zou de wereldburger zelf deze autoriteit moeten vormen.234 Als een persoon dan vanuit zijn

superego tot zich kreeg dat wereldburgerschap goed was, dan zou er ook geprobeerd worden om dit wereldburgerschap te realiseren.235 Een factor die hieraan bij kon dragen waren

229 Ibidem, 71. 230 Ibidem, 72. 231 Ibidem, 73. 232 Ibidem. 233 Ibidem, 88-89.

234 M. Sharpe en J. Faulkner, Understanding Psychoanalysis (Stocksfield 2008) 24.

68

instituties voor educatie en sociale zorg die door geestelijk hygiënisten opgericht konden worden. Deze zouden mensen bekend maken met het wereldburgerschap en daarmee helpen om de altruïstische solidariteit binnen de wereldgemeenschap te vergroten.236

Deze voorbeelden laten zien dat het idee van wereldburgerschap in de geestelijke hygiëne, en de manier waarop het als voorwaarde voor wereldvrede fungeerde, tot stand kon komen als mensen zich van dit idee bewust werden en de geschetste ontwikkeling naar wereldburgerschap zouden maken. De Amerikaanse cultureel antropologe Margaret Mead stelde in haar uiteenzetting dat er geen tijd te verliezen was om deze stap te zetten. Volgens haar onderzoek waren mensen nooit te oud om te leren, en hoefde er dus niet gewacht te worden op een volgende generatie om deze veranderingen richting wereldburgerschap in gang te zetten.237

Ook stelde Mead dat bij het ontwerpen van dergelijke veranderingen richting wereldburgerschap het van belang was dat ook de culture achtergrond van mensen in oogschouw werd genomen, en er dus geen alomvattende succesformule voor wereldburgerschap mogelijk was. Daarom kaartte ze ook kritisch aan dat de bezoekers van dit internationale congres voornamelijk bestonden uit Amerikanen en West-Europeanen. Hierdoor kon onbedoeld het risico van een ‘mental health imperialism’ ontstaan. Veel van de westerse ideeën over geestelijke gezondheid tijdens dit congres werden gestimuleerd door Amerikaanse financiële en organisatorische invloeden.238 Door aan te kaarten dat deze opvattingen als norm

beschouwd werden voor wereldburgerschap, maakte Mead duidelijk het eerder genoemde paradigma van de Koude Oorlog gedurende dit congres herkenbaar.

Dit verschil tussen landen en culturen werd ook benadrukt door de Iraanse neuro- psychiater Ebrahim Tcherazi. Volgens hem waren er een paar problemen die de vorming van

een wereldgemeenschap en de geestelijke gezondheid daarvan in de weg stonden. 239 Zo

constateerde hij een ongelijke ontwikkeling tussen landen en stelde hij voor dat elke groep met zijn eigen kenmerken een rol kreeg in de ontwikkeling van de wereldsamenleving. Tcherazi was ook overtuigd van de werking van het Darwinisme, maar voordat er een dergelijke biologische selectie plaats kon vinden was het belangrijk dat de omstandigheden van elke samenleving gelijk waren. De reden hiervoor was dat sommige landen onder veel meer sociale

236 Ibidem, 86-87.

237 ‘Second plenary session, 17th august. The individual and society’ in: J. C. Flugel ed., International congress

on mental health. Volume IV: International conference on mental hygiene (Londen 1948) 101-139, aldaar 126.

238 Ibidem.

69

problemen gebukt gingen dan anderen, wat een oneerlijke darwinistische selectie van de ‘wereldburger’ zou opleveren.240 Het is opmerkelijk dat juist Tcherazi als een van de weinige

bezoekers die niet uit Europa of de Verenigde Staten kwam waarschuwde voor ongelijke omstandigheden tussen samenlevingen. De Europese en Amerikaanse sprekers hadden minder kritiek op de manier zoals het wereldburgerschap werd gepresenteerd tijdens het congres. Het is daarom aannemelijk dat de inhoud ervan dichter bij hun eigen ‘westerse’ sociale en culturele opvattingen stond

Zoals blijkt uit de opvattingen van de verschillende sprekers tijdens het congres viel het idee van wereldburgerschap breed te interpreteren. Desondanks had deze term, die door Chisholm en de organistoren van het International Congress on Mental Health op de agenda was gezet, wel een officiële interpretatie in de brochure van het congres. Hierin lag de nadruk op de apolitieke manier om de mensheid te gidsen tussen geestelijke gezondheid en de na de Tweede Wereldoorlog gewenste wereldvrede. Zoals blijkt uit de verschillende besprekingen bleef de relatie tussen wereldvrede en geestelijke gezondheid in deze omschrijving open voor discussie en verschillende invullingen. Ook kon dit concept rekenen op commentaar van bijvoorbeeld Mead en Tcherazi die zich afvroegen in hoeverre dit ‘wereldburgerschap’ betrekking kon hebben op de hele wereld. Deze kritieken laten zien dat het concept van wereldburgerschap niet zo eenduidig was als veel bezoekers schetsten. Het overgrote deel van de sprekers waren afkomstig uit de Verenigde Staten of diens bondgenoten tijdens de Koude Oorlog. Doordat deze mensen het idee van wereldburgerschap gedurende het congres invulling gaven, beïnvloedde dit de inhoud van het idee van ‘wereldburgerschap’ sterk.

Een andere kwestie die leidde tot concurrerende invullingen van wereldburgerschap binnen geestelijke hygiëne kwam voort uit de vraag op welke schaal deze invullingen benaderd werden. De verschillende visies hierop kunnen mijns inziens verklaard worden door de achtergrond van de desbetreffende spreker. Zo sprak geestelijk hygiënist Heinrich Meng bijvoorbeeld over wereldburgerschap op individueel niveau aan de hand van onder meer psychoanalyse. Zijn collega Mitrany, die zich als politicoloog en historicus minder bezig hield met individuele gevallen, sprak daarentegen over de wijze waarop grote groepen functioneren. Oftewel een micro-sociologische versus een macro-sociologische benadering, zoals de voorzitter van de discussie naderhand opmerkte.241 Ondanks deze verschillen was er wel een

overeenkomst in hetgeen wat er besproken werd rondom de relatie tussen geestelijke hygiëne

240 Ibidem, 94. 241 Ibidem, 96.

70

en wereldburgerschap. Er werd namelijk niet meer gesproken over ideeën rondom het beschermen van de samenleving door middel van publieke gezondheidsmaatregelen of andere preventieve voorschriften. In plaats daarvan draaide het om een verandering van de mensheid in zijn geheel; een volgende stap naar wereldburgerschap.