• No results found

Met veel enthousiasme kwam in 1930 een groot deel van de internationale beweging voor geestelijke hygiëne naar Washington om hun kennis en ideeën van dit concept te bespreken. Hoewel beoogd werd om deze succesvolle samenkomst in 1937 te herhalen, was het aantal bezoekers tijdens het tweede congres in Parijs een stuk minder. Een verklaring hiervoor kan, afgaande op de besproken thema’s, zijn dat het eerste congres veel meer mensen trok die betrokken waren vanuit andere wetenschappen en beroepsgroepen. In 1937 waren er daarentegen meer geestelijk hygiënisten aanwezig waren die geschoold waren in bijvoorbeeld de psychiatrie.

Veel van de aanwezige sprekers stelden dat de maatschappij veranderde omdat deze ‘moderner’werd. Eigenschappen die hiermee gepaard gingen waren urbanisatie, een versnelling van het leven en veranderende arbeidsomstandigheden. Een gevolg van de poging van geestelijk hygiënisten om grip te krijgen op deze verandering, was dat er in 1930 vooral werd gesproken door mensen die zichzelf zagen als ‘organisator’ van geestelijke hygiëne in plaats van als arts. Door de opkomst van de rol van de expert in de veranderende samenleving, werden deze mensen in staat gesteld om op verschillende manieren van bovenaf publieke gezondheidsmaatregelen ter preventie van de mentale gezondheid te formuleren en grip te krijgen op de geestelijke volksgezondheid. Opmerkelijk hieraan was dat de invulling die hieraan werd gegeven in dit transnationale netwerk deels werd beïnvloedt door nationaliteit. Het grootste verschil hierin was dat de manier waarop geestelijke hygiëne in de Verenigde Staten werd besproken, geformuleerd werd vanuit het publieke aspect waarbij de nadruk lag op

52

schadelijke elementen vanuit de (sociale) omgeving. Hierbij waren vooral mensen aan het woord die geen psychiater waren, en doordat het congres van 1930 in Washington was konden deze in grote getale deze invulling van geestelijke hygiëne bespreken.

Hoewel deze invulling door sommige Europese artsen als voorbeeld werd gezien voor geestelijke hygiëne, waren er ook anderen die het verschil erkenden. Zoals de Duitse Hans Roemer stelde was geestelijke hygiëne in Europa tot stand gekomen door de focus op psychiatrische ontwikkelingen in de samenleving, terwijl deze in de Verenigde Staten vanuit de psychiatrie in de samenleving terecht waren gekomen en daar zorgde voor ontwikkelingen in de publieke zorg. Dat de geestelijk hygiënisten in Europa er een meer psychiatrisch vertoog, in plaats van een breed public health-vertoog zoals in de Verenigde Staten, op nahielden werd ook zichtbaar tijdens het congres van 1937. Deze bijeenkomst werd voor een groot deel bezocht door Europese geestelijk hygiënisten, en de bezoekers werden om de Nederlandse arts F. S. Meijers opnieuw te citeren beschreven als; ‘meer deskundigen en actief werkende hygiënisten’.

Gedurende deze congressen in Washington en Parijs was ook de plaats van eugenetica binnen geestelijke hygiëne een onderwerp van debat. Tijdens het congres in Washington in 1930 was dit vooral een discussie op basis van wetenschappelijke overtuigingen, zeven jaar later in Parijs werd hier echter een politiek aspect aan toegevoegd. De meest voorname oorzaak hiervoor was in Duitsland eugenetica samen met geestelijke hygiëne terecht kwam in een vertoog van raciale hygiëne, waar met name Ernst Rüdin een rol in speelde. De manier waarop hij samen met de nationaalsocialistische beleidsvormers eugenetica gebruikte om af te rekenen met van ongewenste elementen in de maatschappij, betekende op internationaal niveau gezichtsverlies voor de internationale beweging voor geestelijke hygiëne.194 Door deze extreme

manier waarop artsen in artsen in nazi-Duitsland de ideeën over eugenetica toepasten werd deze wetenschap minder acceptabel.

Hoewel een enkeling ook de plek van child guidance clinic binnen geestelijke hygiëne bekritiseerde, was het merendeel van de sprekers het erover eens dat het wel een wezenlijk en belangrijk onderdeel van geestelijke hygiëne betrof. De achterliggende gedachte hierin was dat de sociale omgeving een slechte invloed had op het individu, voor veel sprekers was hierbij psychoanalyse de methode bij uitstek om het individu te behandelen. Ondanks de internationale verspreiding en interesse van dit idee werd het gedurende de congressen vooral door Amerikanen besproken..

53

Dit hoofdstuk heeft laten zien dat er verschillende aspecten zijn die de invulling van het concept geestelijke hygiëne voor mensen deed veranderen. Een rol hierin speelde bijvoorbeeld het idee in hoeverre geestelijke hygiëne werd beschouwd als een wetenschappelijke stroming of een toegankelijk concept dat bruikbaar was voor maatschappelijke toepassing. Naast dat het geloof in overtuigingen als psychoanalyse of eugenetica liet het voorbeeld van eugenetica ook zien dat hierbij politieke belangen van invloed konden zijn op de invulling van geestelijke hygiëne.

54

Bijlage: Grafieken Google Ngram

Om de aanwezigheid van verschillende termen die ook in het vertoog van geestelijke hygiëne gebruikt werden te illustreren per taalgebied zijn er in deze bijlage Google Ngram resultaten te vinden. In Google Ngram wordt de database van Google Books doorzocht op basis van de aangegeven trefwoorden en aangegeven periode. Voor deze grafieken zijn de termen: geestelijke hygiëne, geestelijke gezondheid, eugenetica, child guidance clinics, psychoanalyse en wereldburgerschap doorzocht in de talen Engels, Duits en Frans in de periode 1900-1955.

Deze grafieken laten niet zijn in hoeverre deze termen ook werden toegepast in geestelijke hygiëne. Wel kunnen ze laten zien of een bepaald concept vaker of minder vaak werd gebruikt gedurende een periode. De resultaten zijn door de beschikbaarheid van het aantal gedigitaliseerde boeken, de vertaalslag van de termen en doordat er verschillende termen werden gebruikt voor hetzelfde idee geen waterdichte weergave. De grafieken dienen slechts ter ondersteuning voor de in dit onderzoek geschetste ontwikkelingen.

Waar mogelijk zijn zoveel mogelijk begrippen in dezelfde grafiek opgenomen. In sommige gevallen was dat niet mogelijk in verband met de leesbaarheid, waardoor sommige begrippen in een losse tabel zijn opgenomen in deze bijlage.

Grafiek 1: Engels (mental health, psychoanalysis, mental hygiene, child guidance, world

55

Grafiek 2: Engels (eugenics)

Grafiek 3: Duits (kinderklinik, Psychohygiene, Eugenik, Rassenhygiene)

De term Psychohygiene wordt zowel gebruikt voor geestelijke hygiëne als geestelijke

gezondheid. In deze grafiek is naast eugenetica ook de term Rassenhygiene opgenomen. Deze term werd in 1933 door de nieuwe voorzitter Ernst Rüdin toegevoegd aan de naam van de vereniging (Deutscher Verband für psychische Hygiene und Rassenhygiene).

56

Grafiek 4: Duits (Eugenik, Rassenhygiene)

Grafiek 5: Duits (Weltburgerschaft)

57

Grafiek 7: Frans (Santé mentale, eugenique, l’hygiène mentale)

Grafiek 8: Frans (eugénique)

58

59

3. De ervaring van de oorlog

Men and woman everywhere, profoundly disturbed by world-wide confusion and conflict are asking: “Can the catastrophe of a third world war be averted?” “Can the peoples of the world learn to co-operate for the good of all?” “On what basis is there hope for enduring peace?”195

Dit waren de cruciale vragen die de mensheid volgens de geestelijk hygiënisten in de jaren na de Tweede Wereldoorlog bezig hield. De politieke spanningen die merkbaar waren tijdens het internationale congres in Parijs waren een indicatie voor de gespannen internationale situatie die met de Tweede Wereldoorlog tot een uitbarsting kwam. Gedurende deze tijd werd de internationale samenwerking tussen de geestelijk hygiënisten wreed verstoord. De Tweede Wereldoorlog voorkwam dat de geestelijk hygiënisten bij elkaar kwamen, waardoor de plannen voor een derde congres dat in 1942 in Brazilië gehouden zou worden, van tafel werden geschoven. Pas elf jaar na de samenkomst in Parijs kwamen de geestelijk hygiënisten opnieuw - en met nieuwe ideeën - bij elkaar in 1948.196

Hoewel de internationale samenwerking gedurende de oorlogsjaren grotendeels stil lag, laten de studies van Hans Pols en Harry Oosterhuis zien dat in onder andere de Verenigde Staten en Groot-Brittannië de ideeën van geestelijke hygiëne nog veel toegepast werden. Net als psychiatrie in bredere zin werd geestelijke hygiëne in deze periode sterk beïnvloed door de wisselwerking van ervaringen van oorlogspsychiaters die vaak een achtergrond hadden in de geestelijke hygiëne.197 Daarnaast leidden de oorlog en bezetting ertoe dat in veel landen de

noodzakelijkheid van geestelijke hygiëne duidelijk werd. Deze maatschappelijke onrust van de oorlogsjaren had grote invloed had op het geestelijk welzijn van de bevolking. Dit had het gevolg dat er meer financiële steun vanuit de overheid kwam en veel van de nationale organisaties voor geestelijke hygiëne intern hervormden om hun doelen te bereiken.198

195 Auteur onbekend, Mental Health and World Citizenship. A statement prepared for the international congress

on mental health (Londen 1948) 12.

196 J. M. Rees, ‘Origins and aims of the congress’ in: J. C. Flugel ed., International congress on mental health.

Volume 1: history, development and organisation (Londen 1948) 33-37, aldaar 34.

197 Pols, ‘Managing the mind’, 394-396, 419. Oosterhuis, ‘Outpatient psychiatry and mental health care in the

twentieth century’, 255.

60

Behalve deze ontwikkelingen binnen de nationale verenigingen zorgden de verschrikkingen van de Tweede Wereldoorlog ook voor nieuwe visies in het denken over geestelijke hygiëne. De vraag die centraal zal staan in dit hoofdstuk is in hoeverre de nieuwe ideeën die tijdens het congres van 1948 werden geïntroduceerd, zoals geestelijke gezondheid, een continuïteit waren van geestelijke hygiëne of dat er sprake was van geheel nieuwe concepten. De ervaring van de tweede grote oorlog in korte tijd zorgde ervoor dat de geestelijk hygiënisten met nieuwe vragen kwamen, die vroegen om nieuwe antwoorden. Want hoewel de oorlog net afgelopen was, bleek uit de brochure die ter voorbereiding van dit congres was samengesteld dat er een wereldwijde angst heerste voor een mogelijke derde wereldoorlog. Een van de vragen die de bezoekers stelden was of er überhaupt een basis voor duurzame vrede bestond. Om antwoorden te vinden op deze, en soortgelijke vragen, kwamen in 1948 experts uit de sociologie, psychologie, psychiatrie, sociale dienstverlening, antropologie, politicologie, filosofie en theologie bijeen in Londen tijdens het International Congres on Mental Health.199

Dit congres had verschillende belangrijke doelen. Een daarvan was het samenbrengen van vertegenwoordigers van beroepsgroepen die menselijk welzijn bevorderden. De andere zaken waren het onder de aandacht brengen van mentale gezondheid bij organisaties als de Verenigde Naties (VN) en de World Health Organisation (WHO), die als gevolg van de oorlog werden opgericht. Ook stond het promoten van activiteiten rondom geestelijke gezondheid centraal.200 Hoewel het een congres was met een sterk internationaal karakter dat zich

profileerde als een wereldwijde beweging, was de afvaardiging van westerse landen vele malen groter dan die uit continenten als Azië of Afrika. Vooral Frankrijk, Nederland, de Verenigde Staten en Groot-Brittannië leverden met respectievelijk 75, 81, 333 en 1.100 gasten een grote bijdrage aan het bezoekersaantal.201

Deze bijeenkomst werd georganiseerd door de World Federation for Mental Health (WFMH) die gedurende datzelfde congres officieel werd geïntroduceerd om de plaats in te nemen van de International Commitee for Mental Hygiene. Deze laatstgenoemde was verantwoordelijk voor het organiseren van de vorige twee congressen, maar was daarnaast een papieren tijger die zich hoofdzakelijk bezig hield met de nationale beweging in de Verenigde Staten. In 1947 werd deze International Committee for Mental Hygiene opnieuw opgericht

199 ‘Summary of international preparatory commission statement’ in: J. C. Flugel ed., International congress on

mental health. Volume IV: International conference on mental hygiene (Londen 1948) 26-29, aldaar 26.

200 Mental Health and World Citizenship. A statement prepared for the international congress on mental health,

14.

201 ‘Countries represented and number of members and speakers’, in: J. C. Flugel ed., International congress on

61

dankzij de Britse John Rees, die ook de voorzitter van het congres in 1948 zou worden.202 Als

nieuwe voorzitter van het internationale comité was hij de opvolger van Clifford Beers, die in 1939 een terugval kreeg in zijn geestelijke gezondheid en opnieuw werd opgenomen. Enkele jaren later, in 1943 overleed deze belangrijke spil in het internationale netwerk voor geestelijke hygiëne.203

Vanuit economische en logistieke motieven werd ervoor gekozen om deze conferentie voor geestelijke hygiëne tegelijkertijd te organiseren met de congressen voor kinderpsychiatrie en medische psychotherapie onder de noemer: ‘international congres for mental health’.204 De

betekenis van ‘health’ stond in deze benaming voor: ‘a state of complete physical, mental and social well-being, and not merely the absence of disease or infirmity’ en was afgeleid van de

grondbeginselen van de WHO.205 Ondanks de verschillende benamingen werd er wel een

continuïteit geschetst tussen dit congres over ‘mental health’ en de vorige congressen over ‘mental hygiene’. Zo werd er in de brochure ter voorbereiding van dit congres de ontwikkeling geschetst van geestelijke gezondheid, hierin werd de oprichting van het gesticht als de eerste fase gezien, vervolgens was geestelijke hygiëne de volgende fase en in 1948 was de eindfase met de introductie van ‘mental health’ bereikt.206

Ook volgens psychiatrisch onderzoeker José Bertolote is er een duidelijke historische continuïteit tussen de concepten van geestelijke hygiëne en geestelijke gezondheid. Hij stelt dat geestelijke gezondheid als term nog niet bestond voor het jaar 1946 en er in de periode daarvoor werd gesproken over een overeenkomstige concept genaamd geestelijke hygiëne. Gedurende het congres in Londen werden de termen hygiëne en gezondheid voortdurend door elkaar gebruikt en aan het slot werd met de oprichting van de World Federation of Mental Health ook pas officieel de naam van de internationale organisatie veranderd van ‘hygiëne’ naar

‘gezondheid’.207 De voordracht van de Belgische René Sand onderstreepte de genoemde

202 N. Ridenour, ‘United States participation’ in: J. C. Flugel ed., International congress on mental health.

Volume IV: International conference on mental hygiene (Londen 1948) 64-73, aldaar 65.

203 Dain, Clifford W. Beers, 319-322.

204 Rees, ‘Origins and aims of the congress’, 34.

205 ‘Opening of the conference, 16th august. Theme: mental health and world citizenship’ in: J. C. Flugel ed.,

International congress on mental health. Volume IV: International conference on mental hygiene (Londen 1948) aldaar 31-52, aldaar 33.

206 Mental Health and World Citizenship. A statement prepared for the international congress on mental health,

31.

62

continuïteit en omschreef deze bijeenkomst in Londen als het derde congres voor geestelijke hygiëne waarin slechts een nieuw thema binnen deze wetenschap centraal stond.208

Er rijst dus de vraag of de verandering van geestelijke hygiëne naar geestelijke gezondheid slechts een naamsverandering was, of dat er meer achter zat. Zoals dit hoofdstuk zal aantonen is het in tegenstellig tot de continuïteit die Bertolote en Sand schetsen lastig om inhoudelijk daadwerkelijk van een continuïteit te spreken tussen geestelijke hygiëne en geestelijke gezondheid. In de verschillende thema’s die besproken werden tijdens dit congres verschoof het geestelijk hygiënisch belang van preventie naar de achtergrond. In plaats daarvan kwam de nadruk te liggen op het ideaal om de geestelijke gezondheid te beschermen.

Een illustratief punt voor deze concurrerende invullingen van het concept geestelijke hygiëne werden naar voren gebracht door de eerder genoemde René Sand. Ondanks de continuïteit van het begrip stelde hij namelijk dat er bij elk internationaal congres van geestelijke hygiëne een ander zwaartepunt was. Zo stelde hij dat in 1930 vooral werd gesproken over hoe geestesziekten konden worden voorkomen en een menswaardige behandeling voor patiënten. In 1937 lag de nadruk volgens hem vooral op eugenetica en de seksuele problemen rondom geestelijke hygiëne. Elf jaar later, een periode waarin de wereld onder meer gebukt ging onder de ellende van de Tweede Wereldoorlog, stond er een nieuw thema centraal: wereldburgerschap.209

Dit idee van wereldburgerschap was een nieuw aspect in de opvatting van geestelijke hygiëne, en speelde tijdens het congres van 1948 een grote rol. De complete eerste dag van het congres stond bijvoorbeeld in het teken van de sessie: ‘world citizenship and good group relations’. In dit hoofdstuk zal daarom de betekenis van dit concept uitgediept worden en onderzocht worden wat de rol hiervan binnen het idee van geestelijke hygiëne was. Een ander aspect dat op dit congres werd besproken was geestelijke hygiëne bij kinderen en de rol van familie hierin. Waar bij dit punt eerder de nadruk vooral lag op de child guidance clinics waarin psychoanalyse een rol, lijkt het zwaartepunt tijdens congres meer verschoven te zijn naar een vertoog waarin psychoanalyse meer op de voorgrond kwam te staan. Daarnaast werd tijdens dit congres opnieuw besproken hoe de versnellende en complexe samenleving zijn weerslag had op het geestelijke welzijn van de burgers. In de vorige twee hoofdstukken is dit aspect ook al

208‘First plenary session, 16th august. Problems of world citizenship and good group relations’ in: J. C. Flugel

ed., International congress on mental health. Volume IV: International conference on mental hygiene (Londen 1948) 53-100, aldaar 54.

63

aan de orde geweest, het kan daarom interessante inzichten opleveren om te zien hoe dit idee van een ‘moderne samenleving’ veranderd is in de loop der jaren.