• No results found

De omstandigheden die antropologe Mead noemde voor een veranderende samenleving zoals urbanisatie, het verlaten van de traditionele familiebanden en secularisering werden ook na de Tweede Wereldoorlog door de aanwezigen op het congres omschreven als aspecten van een

moderne samenleving.268 Voor verschillende sprekers was deze verandering die de

samenleving doormaakte een belangrijke oorzaak voor geestelijke instabiliteit. Gedurende het congres waren de sprekers dan ook afkeurend tegen de aspecten die ze als modern zagen. De gevolgen van de geestelijke instabiliteit die een ‘moderne samenleving’ met zich meebracht, lagen met de recente gebeurtenissen gedurende de Tweede Wereldoorlog nog vers in het geheugen.

267 Ibidem, 122-123.

76

De studie van Leonie de Goei naar de Nederlandse organisatie voor geestelijke hygiëne toonde aan dat deze gevolgen van een veranderende samenleving na de Tweede Wereldoorlog in Nederland veel stof tot nadenken gaf. Nederland leverde voor het congres in Londen na de Verenigde Staten en gastland Groot-Brittannië de grootste delegatie. Hoewel Europese landen als Frankrijk en Duitsland vlak na de Tweede Wereldoorlog waarschijnlijk wel andere zorgen hadden, gaf De Goei als mogelijke verklaring dat de Nederlandse geestelijke hygiëne zich van origine veel bezig hield met ‘cultuurverval’. Met name na de Tweede Wereldoorlog waren de zorgen dan ook groot over onderwerpen als zedenverwildering.269

Waar in Nederland geestelijke hygiëne in de veranderende samenleving als middel werd gezien om het cultureel verval te beperken, werd het in Spanje bijvoorbeeld gebruikt voor conservatieve politieke doeleinden in de veranderende samenleving. In de jaren veertig werd geestelijke hygiëne in het regime van Franco beschouwd als middel tegen ‘de kwaden van de moderniteit’. Zo zag de minister van justitie Eduardo Aunós Perez geestelijke gezondheid als een manier waarmee burgers aan de hand van traditionele eigenschappen als discipline en katholieke principes beschermd konden worden voor ‘moderne verschijnselen’ als klassenbewustzijn, anarchie en jaloezie.270 Ook in de internationale arena werd er volgens

gediscussieerd over de veranderende samenleving, het idee van moderniteit en de invloed daarvan op de geestelijke gezondheid. Onderwerpen die hierin werden bekritiseerd waren het individualisme, de massamaatschappij en de consumptiezucht.271 Een dergelijke diagnose van

de cultuur is afhankelijk van de tijd waarin deze wordt gesteld. Het is daarom de moeite waard om te onderzoeken welke elementen in de veranderende samenleving door de bezoekers van het International Congres for Mental Health in 1948 gesteld werden, en of deze verschillenden van de diagnoses van eerdere congressen.

In de officiële uiteenzetting over de doelen van het congres in 1948 werden eigenschappen van een ‘moderne maatschappij’ nadrukkelijk bekritiseerd. Zo zag de auteur van de congresbrochure dat er door de introductie van ‘nieuwe manieren van leven’ wereldwijd sprake was van veranderende samenlevingen met revolutionaire, maar verwoestende gevolgen.272 Deze verandering kon verklaard worden door de groeiende levensstandaard. Om

aan de grotere vraag van industriële producten te voldoen werden er steden gebouwd met als

269 De Goei, De psychohygiënisten, 164.

270 E. J. Novella en R. Campos, ‘From mental hygiene to mental health. Ideology, discourses and practices in

Franco’s Spain (1939-75)’ History of Psychiatry 28 (2017) 443-459, aldaar 446-447.

271 Pols, ‘“Behind the clinical frontier”’, 125.

272 Mental health and world citizenship. A statement prepared for the international congress on mental health,

77

doel om de industrie te bedienen en niet om het welzijn van de inwoners te waarborgen, met als gevolg degeneratie en demoralisering.273 Dit conflict tussen de gezondheid van mensen en het

industriële proces werd volgens de auteur alleen maar groter door de progressie en technologische vooruitgang. Vanuit de psychiatrie en sociale wetenschappen zouden mensen zich in moeten zetten om orde en balans terug te brengen in de samenleving.274

In de aparte sessie die was gewijd aan geestelijke gezondheid en industriële relaties werd er verder gesproken over deze relatie tussen een veranderende samenleving door de industrie en geestelijke gezondheid. Zo stelde de Zweedse voorzitster Kerstin Hesselgren dat werk dat als modern werd beschouwd aan niemand voldoening gaf. Dit in tegenstelling tot mensen die leefden in de periode voorafgaand aan het industriële tijdperk. Deze mensen waren trots op hun werk en gaven dit met waardigheid door aan de volgende generatie.275 Het werk in de ‘moderne

wereld’ van 1948 bracht in tegenstelling tot werk in het pre-industriële tijdperk geen balans en harmonie aan het individu. Mede daardoor steeg volgens Hesselgren het aantal mensen met geestelijke instabiliteit in de industrieel geavanceerde landen, meer dan elke andere ziekte.276

De Franse Jean Stoetzel zette in diezelfde sessie uiteen dat de industriële revolutie ook de menselijke relaties sterk had beïnvloed. Hij stelde dat traditionele economieën vaak kleinschalig en persoonlijk waren. In wat Stoetzel duidde als het ‘industriële tijdperk’ waren deze kleine economieën veranderd in een wereldwijd netwerk met allerhande belangen en uitwisselingen. Het gevolg hiervan was dat mensen zich noodgedwongen moesten specialiseren, wat ook leidde tot een vernauwing van het leven buiten de arbeidsomstandigheden.277 Het gevolg hiervan was dat de relaties tussen mensen abstract,

onpersoonlijk en fragmentarisch waren geworden. Deze verstoorde relaties waren volgens Stoetzel niet alleen zichtbaar in de industrie, maar ook in de ‘grote moderne steden’.278

Hesselgren en Stoetzel die zich in hun beschrijving van een ‘moderne samenleving’ vooral richtten op de arbeidsverhoudingen stelden dus dat het individu in deze moderne wereld harmonie, persoonlijke relaties en balans was verloren. De veranderende samenleving had daar desinteresse en onpersoonlijkheid voor in de plaats gebracht, met negatieve gevolgen voor de geestelijke gezondheid tot gevolg.

273 Ibidem. 274 Ibidem, 24.

275 ‘Mental health in industry and industrial relations’ in: J. C. Flugel ed., International congress on mental

health. Volume IV: International conference on mental hygiene (Londen 1948) 175-209, aldaar 197.

276 Ibidem. 277 Ibidem, 186. 278 Ibidem.

78

De eerder genoemde David Mitrany is een van de weinige die de ervaringen van de oorlog expliciet noemt in zijn diagnose van de veranderende tijd. Hierin speelde de staatsinrichting een grote rol, want het was juist door de verstoorde verhoudingen in wat hij de ‘moderne staat’ noemt dat een oorlog kon ontketenen. Zijn gebruik van de term ‘moderne staat’ spiegelde zich vooral aan de samenleving voorafgaand aan de Tweede Wereldoorlog. Hij stelde namelijk dat er in deze ‘moderne staat’ een paradox was tussen nationalisme en wereldburgerschap, wat een verstoorde verhouding in de samenleving opleverde. Dit ‘historische drama’ waarin iedereen ter wereld zowel actor als getuige was, zou uiteindelijk leiden tot de complete eenwording van de moderne samenleving, of juist de complete desintegratie met alle gevolgen van dien, waarmee werd geduid op extreem nationalisme.279

Ook kaartte hij aan dat in 1948 de invloed van politieke en sociale ideologieën meer dan ooit aanwezig waren in het sociale leven. Door de verregaande aanwezigheid van deze ideologieën in het leven van mensen werd ook hun individuele geestesleven bedreigd.280 Door

middel van massacommunicatie konden op grote schaal deze emoties van burgers aangesproken worden, met als gevolg dat mensen onbewuste beslissingen namen.281 Zo kreeg de ‘moderne

staat’ het volgens Mitrany voor elkaar dat de traditionele relatie waarin de staat het sociale leven beschermde veranderde in een situatie waarin het sociale leven in dienst stond van de staat. Deze ‘moderne staat’ was een veeleisend, doch artificieel organisme en om deze werkend te houden waren mensen gedwongen om loyaal aan de staat te zijn.

Verschillende sprekers stelden net als Mitrany in 1948 dat de relatie tussen het individu en de samenleving het meest belangrijk was voor de geestelijke gezondheid. In de ‘moderne samenleving’ werd deze relatie echter vooral bepaald door de internationale verhoudingen tussen landen. Als deze zouden verslechteren dan zou er opnieuw een totale oorlog uitbreken, met als gevolg dat de oorlogsdiscipline de gehele samenleving in dienst zou stellen van de oorlog.282 Geestelijke hygiëne kon een rol spelen om te voorkomen dat dit doemscenario zich

opnieuw zou voltrekken. Door onbewuste, niet-rationele neigingen van individuen en groepen te herkennen en deze mensen op het goede pad te zetten konden andere individuen en groepen beschermd worden.283

279 First plenary session, 16th august. Problems of world citizenship and good group relations’, 72. 280 Ibidem, 73.

281 Ibidem, 72. 282 Ibidem, 78. 283 Ibidem, 81.

79

Hoewel er tijdens het congres van 1948 verschillende aspecten van een ‘moderne’ en veranderende samenleving werden genoemd, zijn er ook een verrassende overeenkomsten Ten eerste waren al deze sprekers die de nadruk legden op maatschappelijke veranderingen, en de invloed daarvan op de geestelijke gezondheid, afkomstig uit de sociale wetenschappen. Deze constatering is illustratief voor invulling van het idee van geestelijke hygiëne na de Tweede Wereldoorlog. Het was een concept waarin sociaal wetenschappers en psychiaters samenwerkten om verandering teweeg te brengen. De rol van de sociaal wetenschappers hierin was om de grootschalige, sociale, economische, politieke en juridische problemen te herkennen.284

Ten tweede waren deze sprekers unaniem kritisch over de veranderingen die ze toeschreven als kenmerkend voor een moderne samenleving. Voorbeelden hiervan waren de veranderende arbeidsverhoudingen maar ook de prominente rol die de staat innam in het sociale leven van burgers. Door de breuk met wat gezien werd als een traditionele samenleving waren deze moderne verschijnselen een gevaar voor de geestelijke gezondheid van mensen. Deze problemen die te maken hadden met verandering en door de sprekers als modern werden geduid waren volgens de officiële brochure vooral te wijten aan de groeiende levenstandaard en de industrie. Ook andere sprekers hielden de industriële veranderingen verantwoordelijk voor het bedreigen van de geestelijke gezondheid van het volk, bijvoorbeeld door slechte arbeidsverhoudingen en onpersoonlijke relaties tussen mensen.

Opmerkelijk was dat er in dit vertoog door alle sprekers expliciet werd gesproken over een ontwikkeling die al sinds de industriële revolutie bezig was. Een verklaring hiervoor kan zijn dat in 1948 door de recente gebeurtenissen pas pijnlijk duidelijk werd dat er dringend verandering moest komen om de verhoudingen tussen mensen weer gezond te maken. David Mitrany, die in zijn betoog vooral sprak over politiek en de oorlog, schetste namelijk eenzelfde soort beeld. De slechte maatschappelijke verhoudingen ontstonden door een paradox tussen nationalisme en wereldburgerschap en kwamen tot uitbarsting in de Tweede Wereldoorlog. Om te voorkomen dat een dergelijke ramp nog een keer zou gebeuren, was het zaak dat er wijzigingen in de maatschappij plaatsvonden om een betere relatie tussen individuen en groepen te bereiken.

284 ‘Closing session, 21st august. Conclusions and remarks’ in: J. C. Flugel ed., International congress on mental

80