• No results found

We houden de zorg betaalbaar

In document Een nieuw begin (pagina 164-167)

Elk jaar geven we miljarden euro’s meer uit aan de gezondheidszorg. Dat is begrijpelijk, want steeds meer mensen worden ouder en voor steeds meer ziektes zijn goede behandelingen mogelijk. Dat kost geld. In Nederland zijn we solidair. Gezond betaalt voor ziek, jong voor oud en rijk voor arm. Maar als we de zorgkosten eindeloos laten stijgen, komt die solidariteit onder druk te staan. Sterker nog, we lopen het risico dat zorgkosten andere noodzakelijke uitgaven zoals onderwijs en andere publieke voorzieningen verdringen. Daarom moeten we de zorg betaalbaar houden.

Selecteer op zinnige zorg

Bij het beperken van de groei van de zorguitgaven willen we ons in de eerste plaats richten op zorg die zelden effectief of zelfs bewezen niet-effectief is.

• Zorgverleners gaan zelf vaker evalueren welke behandelmethoden niet of niet langer (kosten-) effectief zijn. Hiervoor komt meer aandacht in de opleidingen. Ziekenhuizen moeten bovendien gemakkelijker onderling de resultaten van hun behandelingen kunnen vergelijken.

• Zorg die niet langer voldoet aan de stand van de wetenschap en praktijk moet niet meer worden vergoed. Zo komen we tot een beter, effectiever basispakket. Daarbij bieden we zorgverzekeraars meer mogelijkheden te sturen op zinnige zorg bij de zorginkoop vooraf en bij de vergoeding achteraf.

• Richtlijnen en kwaliteitskaders moeten explicieter en actueler worden. We investeren in de onderbouwing van de toegevoegde waarde van behandelingen. Daarbij moet duidelijk worden gemaakt bij welk percentage van de patiënten een bepaalde behandeling ongeveer zin heeft. Aan de hand van data uit de praktijk en wetenschap kunnen we dit steeds beter onderbouwen. En zorg die niet meer voldoet aan de stand van de wetenschap en praktijk moet in een nieuwe richtlijn expliciet worden vermeld, zodat deze niet langer wordt vergoed.

• Om onderzoek naar de (kosten)effectiviteit van behandelingen te verbeteren, willen we dat deze gegevens beter gestandaardiseerd worden en breder toegankelijk zijn voor onderzoekers. We breiden het Zorginstituut uit, zodat het jaarlijks meer specifieke behandelingen kan toetsen op (kosten)effectiviteit en daar transparant over is. De politiek moet die rol van het Zorginstituut bewaken en versterken.

• We willen dat het programma Zorgevaluatie en Gepast Gebruik wordt uitgebreid naar de ggz, huisartsenzorg en langdurige zorg. Zodat ook daar de zorg effectiever en beter wetenschappelijk onderbouwd wordt.

• Wij willen een eenduidige landelijke toetsing van dure medische technologie. Het is lang niet altijd duidelijk of een technologische vernieuwing waarde toevoegt voor de patiënt. Het Zorginstituut zal de minister hiervoor adviseren over mogelijke toelating tot het pakket.

Eerlijke eigen betalingen

Mensen betalen veel geld aan de zorg. Via de verzekering, maar ook via belastingen en premies. Bovendien hebben 200.000 mensen een betalingsachterstand voor hun zorgpremie. Dat moet anders.

• Als onderdeel van de hervorming van het belasting- en toeslagenstelsel (zie hoofdstuk belastingen en toeslagen) halveren we de nominale premie in de Zorgverzekeringswet. Daarmee stoppen we het rondpompen van geld via zorgtoeslag en zorgpremie. Wij verwachten dat de lagere premie zal leiden tot minder betalingsachterstanden.

• Het eigen risico kan slimmer. Wie naar een ziekenhuis moet, is vaak in één keer het volledig eigen risico van €385 per jaar kwijt. Zeker voor mensen die minder te besteden hebben, is dit een hoge drempel die kan lijden tot zorgmijding. Vaak eindigen mensen dan later in een ingrijpender zorgtraject. Wij willen daarom een maximale eigen bijdrage van €100 per behandeling, voor maximaal vier behandelingen per jaar. In totaal dus hoogstens €400 per jaar. Het eigen risico voor genees- en hulpmiddelen valt ook onder dit totaalbedrag. Moet een patiënt naar het ziekenhuis, dan ontvangt deze straks een rekening van maximaal €100. Zo verlagen we de bestaande drempel van €385 fors en houden we de rekening voorspelbaar en betaalbaar. Daarmee voorkomen we dat mensen met een kleinere portemonnee het

ziekenhuis mijden. Tegelijk behouden we het hele jaar een stimulans voor mensen om over een verantwoord beroep op dure ziekenhuiszorg na te denken.

• We zorgen ervoor dat de eigen bijdragen in de ouderenzorg meer op elkaar gaan lijken. Zo worden deze niet leidend voor de zorg die mensen kiezen. Ook willen we tegengaan dat mensen soms voor minder zorg méér gaan betalen, de zogenoemde zorgval. D66 wil een inkomensafhankelijke eigen bijdrage vragen van mensen die wijkverpleging ontvangen, om meer aansluiting te hebben bij de Wet langdurige zorg.

• De WMO stelt de zorgbehoefte expliciet centraal. D66 wil daarom dat kwetsbaren de zorg krijgen die zij nodig hebben, maar ook dat gemeenten aan die zorgbehoefte kunnen voldoen. De financiering van de WMO moet worden herbezien. Wij vinden een inkomensafhankelijk gedeelte in de eigen betaling voor de Wet Maatschappelijke Ondersteuning (Wmo)

gerechtvaardigd. Kwetsbare ouderen met een laag inkomen willen we op deze manier zoveel mogelijk ontzien.

Een transparante geneesmiddelenmarkt

Medicijnen worden steeds duurder. Jaarlijks besteden we bijna tien procent van onze collectieve zorguitgaven aan geneesmiddelen. Door de komst van nieuwe dure medicijnen en een flinke groei van het aantal patiënten, stijgen de uitgaven aan (dure) geneesmiddelen harder dan de rest van de medisch-specialistische zorg. D66 wil dat er meer publiek toezicht komt op de geneesmiddelenmarkt en meer publieke investeringen in nationale en Europese wetenschap. • De torenhoge winsten van farmaceuten zijn niet verdedigbaar. We willen inzicht hebben in de

kosten die zij daadwerkelijk maken voor het onderzoek, de ontwikkeling en de productie van hun geneesmiddelen.

• Wij willen in Europees verband onderhandelen met farmaceuten om lagere prijzen te bedingen. We scherpen het patentrecht aan door kritischer te toetsen of een middel wel echt ‘nieuw’ is en of een medicijn wel echt een weesgeneesmiddel is. Nederland moet hierop aandringen bij de verantwoordelijke Europese autoriteiten. Ook leggen we exorbitante prijsverhogingen wettelijk aan banden.

• De eigen bijdrage voor medicijnen is sinds 2019 gemaximeerd op 250 euro. Wij houden dit in stand.

• Onderhandelingen die gaan over patiëntbelangen moeten transparant zijn. Alleen zo kunnen we beoordelen of het prijskaartje van een duur nieuw geneesmiddel past bij de meerwaarde voor de patiënt.

• We investeren vaker met publiek geld in de doorontwikkeling van geneesmiddelen. Door als overheid meer bereidheid te tonen tot financiering van langlopende trajecten, dwingen we lagere kosten af én geven we een publieke impuls aan de nationale wetenschap.

• In internationaal verband gaan we meer investeren in onderzoek dat van groot belang is voor onze gezondheid, maar privaat niet wordt gedaan omdat er geen winst mee valt te maken. • We willen meer grip op de beschikbaarheid van genees- en hulpmiddelen. In de coronacrisis

bleek dat we te afhankelijk zijn van landen als India en China. Voor essentiële genees- en hulpmiddelen willen we op Europees niveau toewerken naar eigen productie en een basisvoorraad. Voor hulpmiddelen ligt deze verantwoordelijkheid bij de overheid. We willen dat draaiboeken voor verschillende soorten gezondheidscrises regelmatig worden geüpdatet, waarbij ook in kaart wordt gebracht welke hulpmiddelen fundamenteel zijn.

In document Een nieuw begin (pagina 164-167)