• No results found

Ruimte maken voor nieuwe natuur

In document Een nieuw begin (pagina 73-77)

Veel mensen genieten van natuur. De ideale plek om te ontspannen, sporten en even tot jezelf te komen. Maar helaas gaat het slecht met de Nederlandse natuur. Slechts vier procent van de natuurgebieden is in goede staat. Het aantal wilde dieren is gehalveerd sinds 1990. De stikstofcrisis maakt pijnlijk duidelijk dat de natuur, samenleving en economie niet altijd in harmonie met elkaar zijn. Wat D66 betreft gaan we veel nieuwe natuur aanleggen, de bestaande natuur beter beschermen en het stikstofprobleem oplossen.

We creëren grotere natuurgebieden

Veel natuurgebieden in Nederland zijn van elkaar gescheiden in kleine en geïsoleerde gebieden. Dit brengt dier- en plantensoorten in gevaar. Populaties worden te klein, dieren kunnen elkaar niet meer bereiken. Grotere leefgebieden, betere verbindingen en groene bufferzones zorgen voor sterkere populaties en een grotere overlevingskans van soorten. En lossen tegelijkertijd stikstofconflicten voor de lange termijn op.

• We zorgen dat in 2050 alle natuur in goede staat is. Als tussenstap willen we dat in 2030 50 procent stikstofreductie is gerealiseerd.

• In 2030 is 30 procent van ons land- en zeeoppervlak effectief beheerd natuurgebied. Dit Natuurnetwerk is een combinatie van beschermde gebieden en andere gebieden die behoud van biodiversiteit als hoofddoel hebben.

• We creëren tot 2025 50.000 hectare extra beschermde natuur en 160.000 hectare tot 2040. Dat is een derde meer natuur dan we nu hebben. Natuurgebieden worden uitgebreid en verbonden.

• We maken ruimte voor natuur van gebieden met arme, dalende en verzilte grond. Deze gebieden zijn het minst interessant voor landbouw, terwijl de reguliere landbouw er de meeste milieuschade doet. Dat betekent dat een groot deel van het Groene Hart

weidevogelgebied wordt en er bossen bij komen op de hoge zandgronden van Drenthe, Twente en de Achterhoek tot de Brabantse Peel.

• D66 wil de Veluwe en de Utrechtse Heuvelrug verbinden met een natuurcorridor tussen Garderen en Austerlitz, net als de Veluwe met de Oostvaardersplassen. We werken samen met Duitsland en België om natuurgebieden te verbinden.

• Rond natuurgebieden zorgen we voor groene bufferzones die de natuur beschermen tegen stikstofuitstoot en verdroging. We leggen jaarlijks 20.000 hectare groene bufferzone aan om in 2040 op 400.000 hectare uit te komen. Het overgrote deel krijgt een landbouwfunctie. In deze bufferzones wordt industrie geweerd, ligt het waterpeil hoger dan op normale landbouwgrond

• Landbouwgrond kan soms meer biodiversiteit herbergen dan natuurgebieden. Maar dan moet er wel plek zijn voor poelen, bloemrijke slootkanten of een struikrand. D66 wil boeren ondersteunen om zulke elementen terug te brengen.

• Als onderdeel van de stikstofmaatregelen van het huidige kabinet worden boeren rond Natura 2000-gebieden uitgekocht. D66 wil een deel van deze grond teruggeven aan de natuur. Het andere deel bestemmen we voor natuur-inclusieve landbouw. D66 wil kijken naar de mogelijkheden voor een groene ruilverkaveling. Daarbij willen we boerenbedrijven zonder opvolger opkopen en deze doorverkopen aan boeren die rond Natura 2000-gebieden worden uitgekocht.

• Voor de uitvoering van deze grondoperatie wordt een grondbank opgericht. De extra natuurgebieden komen in staatseigendom, maar de 400.000 hectare groene bufferzones worden verkocht of verpacht aan kringloopboeren en natuurcollectieven. Grond kan alleen onteigend worden als er anders grote vertragingen optreden voor het aansluiten van natuurgebieden. Het bestaande wettelijke instrumentarium, zoals de WILG wordt hiervoor ingezet.

• Natuurbeheerorganisaties zijn verantwoordelijk voor het beheer en onderhoud van het natuurnetwerk. Daar horen hogere vergoedingen én eisen voor onderhoud bij.

• Niet alleen het Deltaplan Biodiversiteitsherstel en de Bossenstrategie worden omarmd en uitgevoerd, maar D66 zet zich in voor wereldwijde bindende biodiversiteitsdoelstellingen in navolging van het Parijsakkoord, een ‘Parijs’ akkoord voor de natuur. In dit akkoord wordt opgenomen dat de wereldwijde achteruitgang van biodiversiteit in 2030 gestopt moet zijn. • In programma’s voor grote wateren nemen we prioriteit en middelen voor natuurbehoud-

en verbetering mee, ook met het oog op klimaatverandering. Met ons werelderfgoed de Waddenzee zijn we voorzichtig. Economische activiteiten tasten de natuur en het open landschap niet aan. Intensieve visserij en mijnbouw bouwen we af. We willen een helder beleidskader waaraan het beoogde natuurherstel kan worden getoetst en waarop kan worden gehandhaafd.

We maken Nederland klimaat-klaar

Extremer weer door klimaatverandering is een realiteit geworden. De afgelopen jaren werden onze zomers steeds heter en droger en onze herfst steeds natter. Om als Nederland opgewassen te zijn tegen de gevolgen van de klimaatverandering, moeten we aan de slag om Nederland klimaat-klaar te maken. Dit doen we samen met de natuur.

• We gaan bodemverzakking tegen. De Nederlandse bodem zakt op veel plaatsen snel weg doordat het grondwaterpeil kunstmatig laag gehouden wordt om intensieve landbouw

mogelijk te maken. Dit is in veengebieden een groot probleem: er komt veel CO2 vrij en huizen en wegen verzakken of lopen schade op. Wij willen het grondwaterpeil fixeren en verhogen. Hoe de grond wordt gebruikt, volgt voortaan uit het waterpeil, niet andersom.

• Steden en dorpen worden groener: overheidsgebouwen worden klimaatbestendig en krijgen een watertoets met eisen om water vast te houden. We werken samen met gemeenten aan bomen en groenstroken die water vasthouden en verkoeling brengen. Voor alle publieke projecten wordt biodiversiteit een eis. En we stimuleren huiseigenaren om hun tuinen te vergroenen in plaats van te verstenen.

• We pakken de droogteproblematiek aan door water langer vast te houden. Verder zetten we in op het hergebruik van afvalwater en creëren waterbuffers.

• We stimuleren de ontwikkeling van klimaatbestendige gewassen, inclusief bijpassende voorlichting aan boeren.

• We bereiden ons voor op het scenario waarbij de zeespiegel verder stijgt en de huidige kustbescherming niet langer voldoet. We starten daarom proefprojecten voor nieuwe vormen van kustbescherming, zoals een brede dijk en eilanden met verschillende functies voor de Zeeuwse kust.

Behoud van bossen

Bossen zijn onmisbaar voor de aarde. Bomen en bossen filteren de lucht, houden de omgeving koel en de bodem gezond. Bovendien wonen er tal van dieren en planten in bossen en is hout een belangrijke grondstof voor de economie. D66 vindt bosbehoud zeer belangrijk, wereldwijd maar ook in Nederland. In Nederland moet er bos bijkomen. Dit draagt ook bij aan het tegengaan van klimaatverandering.

• We planten de komende jaren 10 miljoen nieuwe bomen in Nederland.

• 90 procent van het hout dat we in Nederland gebruiken, komt uit het buitenland. Daarom is het belangrijk dat bedrijven duurzaam hout importeren. D66 pleit daarom voor een Europees importverbod op niet aantoonbaar duurzaam geproduceerd hout.

• Nederland moet zich – als grootste importeur en doorvoerhaven van soja – blijven inspannen voor bindende Europese wet- en regelgeving die bedrijven verplicht hun productieketens vrij te maken van ontbossing. Zo worden kwetsbare bossen binnen en buiten Europa beschermd. • We verruimen de mogelijkheden om duurzaam bosbeheer onder Groen Beleggen

• De Nederlandse bossen worden voortaan als permanente bosecosystemen natuurvolgend beheerd. Daarmee worden de biodiversiteit vergroot, de vegetatie, bosbodem en het bodemleven beschermd en nemen vastgelegde hoeveelheid CO2 en natuurbeleving toe. Houtexploitatie door kaalkap doet dat allemaal niet en wordt daarom afgeschaft. Exploitatie van bos vindt voortaan uitsluitend plaats door middel van selectieve uitdunning, het

zogenoemde uitkapbeheer. De Wet Natuurbescherming wordt daartoe aangepast.

• We leggen voedselbossen aan in wijken, parken, bermen, op daken, tuinen, balkons, en in buitengebieden. D66 gaat de aanplant van klein-fruit, gewassen en productieve fruitbomen en notenbomen met bij-vriendelijke randen rondom zulke projecten, actief stimuleren en activeren op lokaal niveau.

In document Een nieuw begin (pagina 73-77)