• No results found

DEEL 2: EVENEMENTENTERREINEN: EEN SPECIFIEKE PROBLEMATIEK?

12. Onderzoeksvereiste

12.3 Waaraan te toetsen?

Zoals hiervoor aangegeven wordt nu in bestemmingsplannen gekozen voor algemeen van toepassing zijn geluidsnormen. Veelal wordt daarbij uitgegaan van het veelal benodigd bronniveau.193 Omdat dit op enige wijze moet kunnen worden beoordeeld, maar bij het ontbreken van een wettelijke norm, is er het criterium van ‘spraakverstaanbaarheid’ in het leven geroepen, een criterium dat ook door de Afdeling wordt geaccepteerd.194 Het criterium vindt zijn oorsprong in de Nota "Evenementen met een luidruchtig karakter" van de Inspectie Milieuhygiëne Limburg uit 1996 (hierna: de Nota Evenementen). In deze Nota Evenementen is gekomen tot een kwalificatie van het begrip overlast. Zodra die een onduldbaar niveau bereikt, moet medewerking worden geweigerd. Het criterium van spraakverstaanbaarheid houdt kort gezegd in dat zolang men elkaar binnenshuis nog kan verstaan, er geen sprake hoeft te zijn van een onaanvaardbare geluidsbelasting. Dat zou het geval zijn bij een binnenniveau overdag en ’s avonds van 50 dB(A). Rekening houdend met de

192 Zie bijvoorbeeld bestemmingsplan Wijtmenerplas van de gemeente Zwolle, NL.IMRO.0193.BP13010-0006,

waarover ook ABRvS 23 december 2015,zaaknr. 201403245/3/R1.

193 ABRvS 23 december 2015,zaaknr. 201403245/3/R1. 194

88

gevelisolatiewaarde kan uitgaande daarvan een maximaal aanvaardbare gevelbelasting worden berekend, en de norm waarbinnen aanvaardbaarheid is geborgd, is gegeven.195

Het is deze laatste norm die vervolgens als kader in het bestemmingsplan landt. Dit suggereert dat wanneer binnen die norm wordt gebleven, de aanvaardbaarheid met het oog op het woon- en leefklimaat niet in geding is. Dat is immers het uitgangspunt van ‘een goede ruimtelijke ordening’. Echter de Nota Evenementen, en het daarin ontwikkelende criterium, is bedoeld als richtsnoer bij vergunningverlening.196 Wanneer binnen het spraakverstaanbaarheidscriterium wordt gebleven, hoeft geen sprake te zijn van een onaanvaardbare situatie. Er is daarmee niet gezegd dat in alle gevallen waarbij binnen dat criterium wordt gebleven, de aanvaardbaarheid is gegeven. Er dient nog altijd een afweging per geval te worden gemaakt. Dat laat ook ruimte om in een concreet geval toch geen vergunning te verlenen tot aan de grens, bijvoorbeeld omdat de week ervoor ook reeds een evenementen met een dergelijke belasting heeft plaatsgevonden. Overigens is evenmin gezegd dat alle gevallen waarbij het criterium wordt overschreden, per definitie een onaanvaardbare situatie bestaat.

Het criterium is ontwikkeld, en bruikbaar, voor een afweging per geval. Dat is anders wanneer het criterium wordt gehanteerd om een algemeen van toepassing zijnde maximumnorm in het leven te roepen, waaraan bovendien in juridisch-planologisch opzicht rechten kunnen worden ontleend. Wanneer immers wordt voldaan aan de criteria van het bestemmingsplan, dan is er geen strijd met het bestemmingsplan, en dan mag het betreffende evenement in juridisch- planologisch opzicht plaatsvinden. Een nadere ruimtelijke afweging per geval waarbij wordt gekeken naar de aanvaardbaarheid van een specifiek evenement, waarbij gelet wordt op de geluidhinder, is hiermee in elk geval een gepasseerd station. Dat is vreemd wanneer de norm aan de hand waarvan de aanvaardbaarheid in algemene zin wordt getoetst, juist de grens aangeeft waarboven in elk geval sprake is van onaanvaardbaarheid, voor elke afzonderlijke situatie.

Dat gemeenten bij het bestemmingsplan tot een dergelijke wijze van normstelling is overgaan, is begrijpelijk. Elk ander handvat ontbreekt immers. Het gevolg is echter wel dat de ruimtelijke afweging is gemaakt, de gevolgen ervan zijn onderzocht aan de hand van een norm die daar weliswaar niet geheel voor lijkt te zijn bedoeld, maar deze zijn echter aanvaardbaar gevonden, en daarmee is voor wat betreft het ruimtelijk ordeningsspoor de kous

195 Zie ook ABRvS 3 maart 2010, zaaknr. 200905196/1/H3.

196 Geadviseerd wordt daarbij uit te gaan van normering middels de evenementenvergunning op grond van de

89

af. Mogelijk dat de betreffende gemeenten ervan uitgaan dat dit onverlet laat dat nadere regelstelling via de evenementenvergunning mogelijk is. Of dat kan, zal er mede van afhangen of de afweging in het kader van een evenementenvergunning wezenlijk anders is. 12.4 Conclusies

Als gevolg van de Afdelingsjurisprudentie is er een situatie ontstaan waarbij evenementen in bestemmingsplannen niet alleen in omvang en aantal, maar ook voor wat betreft de toelaatbare geluidsbelasting op de omgeving moeten worden genormeerd. Zonder geluidsnormering kunnen immers niet de maximale planologische mogelijkheden die het bestemmingsplan biedt, worden onderzocht. Die normering gaat verder dan alleen het stellen van maximale geluidsnormen. Ook tijdstip waarop evenementen mogen plaatsvinden, en de duur ervan moet in elk geval worden gereguleerd. Mogelijk dat dit voor nog meer aspecten geldt. Slechts dan kunnen de maximale mogelijkheden van het bestemmingsplan op aanvaardbaarheid voor het woon- en leefklimaat worden getoetst.

De planregeling moet worden getoetst op aanvaardbaarheid. Een wettelijke norm ontbreekt. Veelal wordt nu aansluiting gezocht bij het in de praktijk van vergunningverlening ontwikkeld criterium van spraakverstaanbaarheid. Het is de vraag of dit criterium ook voor het stellen van generiek aanvaardbare normen geschikt is. Wanneer bij een incidenteel geval binnen het spraakverstaanbaarheidscriterium wordt gebleven, hoeft geen sprake te zijn van een onaanvaardbare situatie. Er is daarmee niet gezegd dat in alle gevallen waarbij binnen dat criterium wordt gebleven, de aanvaardbaarheid is gegeven. Overigens is daarmee evenmin gezegd dat alle gevallen waarbij het criterium wordt overschreden, per definitie een onaanvaardbare situatie bestaat.

Bij bestemmingsplannen wordt het nu gebruikt als een generiek toe te passen criterium, namelijk dat voor zover er onder wordt gebleven er dus, en in alle gevallen, sprake is van een aanvaardbare situatie. Het leidt tot algemene regels, waarvan moet worden aangenomen dat alle situaties die daar binnen vallen, aanvaardbaar zijn. Dit doet mijns inziens geen recht aan de belangen van omwonenden. Zij hebben belang bij een nadere afweging per geval, waarbij ook nadere beperkingen kunnen worden opgenomen. Als dat stellen van nadere regels nog mogelijk is, kan men zich afvragen wat dan de toegevoegde waarde is van de in het bestemmingsplan opgenomen regeling. Wanneer dat echter niet mogelijk is, dan moet worden gevreesd dat omwonenden zelfs slechter af zijn wanneer het bestemmingsplan regels bevat.

90