4. Resultaten
4.1.4 Voorwaarde ‘’communicatie’’
Een andere vereiste om zelfsturende teams goed te laten functioneren is communicatie. Om de communicatie van een team te meten zijn er interviews gehouden met 1ste
schoonmaakmedewerkers van Asito regio Oost. Daarbij zijn vragen gesteld wat betreft de communicatie met leidinggevenden en de klant.
Uit de resultaten van de interviews zijn er verschillende dingen naar voren gekomen. Zo blijkt het contact tussen de schoonmaakmedewerkers goed te zijn. Schoonmaakmedewerkers zien elkaar dagelijks en nemen vaak elke dag de tijd om de gang van zaken te bespreken met elkaar. Op die manier ontstaat ook de mogelijkheid tot feedback en om onduidelijkheden uit te spreken. Hieronder zijn er een aantal uitspraken waaruit blijkt dat de communicatie onderling goed is.
Ja, elkaar feedback geven, gebeurt ook vaak. Maar vooral in jaargesprekken. We hebben dan jaarlijks jaargesprekken, dan ga we met elkaar het gesprek aan over hoe het verlopen is op werk. Dan
bespreken we dingen die we misschien anders kunnen doen. Label: M1.4.3
Mijn taak is om de 60 mensen aan te sturen. De communicatie onderling is zeer goed. Medewerkers willen graag werken en vanuit mijn kant is de taak om hun te vertellen hoe we gaan werken en wat daar het beste bij past. Maar het is prettig om met hun samen te werken. En ik zeg ze altijd als er iets is of je wilt wat weten dan laat me horen. Soms is niet alleen leidinggeven maar ook naar anderen luisteren heel belangrijk. Label: M2.4.1
Ja, medewerkers helpen elkaar en geven ook aan wanneer ze iets van een ander kwijt willen. Label: M2.4.2
Wat betreft de communicatie met de leidinggevenden gaat het anders. De leidinggevende heeft alléén contact met de 1ste schoonmaakmedewerker en de klant. De 1ste schoonmaakmedewerker is het aanspreekpunt voor de andere schoonmaakmedewerkers. De klant communiceert enkel met de leidinggevende of de 1ste schoonmaakmedewerker. Wat naar voren komt uit de onderstaande uitspraken is dat de gewone schoonmaakmedewerker geen contact heeft met de klant.
Ja, af en toe ga ik naar de klant toe om te bespreken hoe de kwaliteit is. We hebben ook controles, maar tot nu toe gaat het heel goed eigenlijk. Onze objectleider is hier verantwoordelijk voor. Label: M1.4.4
Wekelijks, dan hebben we het over de kwaliteit van het werk en adviseer ik ook waar nodig hoe een
klant geld kan besparen of op moet letten. Lapel: M2.4.3
Dat doe ik vooral, maar de schoonmaakdames niet. Dat is ook iets wat afhankelijk is van de klant.
Label: M4.4.3
In principe communiceer alleen ik met de klant en als er dingen zijn geef ik dat door aan de rest van het team. Label: M3.4.3
4.1.5 Voorwaarde ‘’opleiding’’
Wat betreft de voorwaarde opleiding binnen Asito regio Oost kan het volgende worden gezegd. In de opleidingsgids van de afdeling OKC (opleidings- kenniscentrum) bijlage XIV blijkt dat het Asito beleid is om structureel en systematisch opleidingen & trainingen in te zetten om aan de
personeelsontwikkeling inhoud te geven. Asito gaat er daarbij vanuit dat managers en medewerkers productief en succesvol willen zijn, samen willen werken én willen veranderen om aan de eisen van de organisatie te voldoen. Om deze doelstelling te realiseren heeft Asito een Opleidings- en
Kenniscentrum (OKC). Zij zorgen voor advies, ontwikkeling, inkoop en het geven van specifieke Asito opleidingen & trainingen. Ook zorgt het OKC voor een juiste afhandeling van subsidieaanvragen (ESF/RAS) en zijn zij de vraagbaak voor alle opleidingsvraagstukken. Daarbij heeft de coördinator OKC een coördinerende rol. Schoonmaakmedewerkers kunnen door de direct leidinggevende (objectleider) worden aangemeld via een aanmeldingsformulier of (opleidingen@asito.nl).
Uit het personeelsbestand in bijlage V blijkt dat een zeer geringe hoeveelheid
schoonmaakmedewerkers daadwerkelijk een basis(vak)opleiding hebben gevolgd. De basis (vak) opleiding beschrijft de kennis en vaardigheden waarover iedere medewerker algemene schoonmaak dient te beschikken. Deze is voor alle medewerkers gelijk en verplicht. Beheersing van de Nederlandse taal is ook een vereiste voor deze functie om te kunnen communiceren. Als een medewerker de Nederlandse taal onvoldoende beheerst kan de medewerker in aanmerking komen voor het volgen van een taaltraject. Afdeling OKC van Asito organiseert in samenwerking met ROC’s een taaltraject voor de medewerkers.
Het personeelsbestand in bijlage V telt 1466 algemeen schoonmaakmedewerkers binnen Asito regio Oost. Van de 1466 medewerkers hebben er slechts 152 medewerkers de basis(vak)opleiding gevolgd volgens de registratie.Door de reorganisatie is er binnen Asito de laatste jaren veel veranderd. Er is onduidelijkheid ontstaan over wie binnen de afdeling OKC verantwoordelijk is voor het opleiden van personeel. Daardoor kunnen veel objectleiders hun schoonmaakmedewerkers niet doorverwijzen naar de juiste persoon voor een opleiding. Een tweede reden is dat objectleiders te weinig hebben om hun schoonmaakmedewerkers een opleiding aan te bieden alvorens ze worden ingezet. Dat komt omdat Asito vaak te weinig voorbereidingstijd krijgt van haar klanten. Hierdoor ontstaat er tijdsdruk voor Asito om zo snel mogelijk te zorgen dat de werkzaamheden worden opgestart.
In de artikelen van de schoonmaak-cao 2012- 2013 van Asito in bijlage VII wordt vermeld dat na indiensttreding ontvangt de werknemer binnen 3 maanden doeltreffende en aan de opgedragen taken aangepaste voorlichting hoort te ontvangen. Uiterlijk 3 maanden hierna of, als de werknemer de Nederlandse taal dan onvoldoende beheerst, na het succesvol afronden van het taaltraject, krijgt de werknemer de basis(vak)opleiding aangeboden dat gevolgd wordt door een examen bij de RAS- Examenbureau (RAS, 2013). De werknemer dient de opleiding te volgen. Niet onbelangrijk is dat als de werknemer geen aanbod krijgt, kan de werknemer dat melden bij de RAS en/of bij cao-partijen. Dat kan vervelende gevolgen hebben voor Asito. Verder staat in de cao dat zelfs na de inwerkperiode (van
12 maanden) Asito verplicht is om de werknemer de mogelijkheid te bieden om aan een opleiding deel te nemen.