• No results found

1. Stand van de voorbereidingen

1.5. Voorlichtingscampagnes

1.5.1. Acties van de Europese Commissie en de lidstaten

Het voorlichtingsbeleid heeft twee doelstellingen: de steun van de bevolking voor de euro verkrijgen en de burger inlichten over de praktische gevolgen van de invoering van de

32Eurobarometer 55.2, "De Europeanen en de euro", Europese Commissie, juli 2001.

33 7de kwartaalnota over het gebruik van de euro, Europese Commissie, juli 2001. Beschikbaar op het volgende adres: www.europa.eu.int/comm/economy_finance/document/misc/eurouse_en.htm.

34Zo moesten in Frankrijk in juli 2001 nog ongeveer 625 000 betaalterminals worden aangepast. Bron: CB Mag, juli 2001.

35 Zo kan een Franse consument met een chequeboekje in euro geen cheques in frank uitschrijven. De Franse regering wil trouwens tegen het einde van het jaar een streefcijfer bereiken van 70% van de betalingen van de consument in euro.

36In Nederland heeft het nationaal forum besloten de aanbevelingen van de Commissie niet te volgen en de omschakeling te concentreren aan het einde van het jaar 2001.

chartale euro in zijn dagelijks leven. In de lidstaten worden talrijke enquêtes en studies verricht en de Commissie geeft alle zes tot acht weken een Eurobarometerflash uit waarmee de ontwikkeling van de openbare opinie kan worden gevolgd (de vragen zijn immers steeds dezelfde). De laatste flashpeiling (enquête van september 2001) toont aan dat 42 % van de bevolking zich nog steeds onvoldoende geïnformeerd acht over de euro.

De grens van 100 dagen is thans overschreden. Dit betekent niet noodzakelijk dat de burger zelf naar informatie gaat zoeken. Hier ligt de enorme uitdaging voor de komende drie maanden: de burger aanspreken.

In de volgende bondige stand van zaken wat de voorlichting betreft wordt onderscheid gemaakt tussen de voorlichtingscampagnes over de euro van de nationale autoriteiten, de campagne van het ECB en het Eurosysteem en het optreden van de Europese Commissie.

1.5.1.1. Voorlichtingscampagnes in de lidstaten van de eurozone De slogans van de eurocampagnes die begin 2001 in de landen van de eurozone zijn begonnen, geven aan waar de prioriteit van elk land ligt.

België Straks vervangt de euro de frank Bientôt l'euro remplace le franc Straks vervangt de euro de frank Duitsland Echte waarden worden erkend: de

euro

Echte Werte setzen sich durch.

Der Euro Griekenland Euro: veelbelovende toekomst

Ik ben ook voor de euro

Εύρωστο Μέλλον (Evrosto Mellon) Και εγώ Ευρώ (Ke ego Evro) Spanje De euro, begin ermee te rekenen Euro, empieza a contar con el Frankrijk De euro, samen is het

gemakkelijker

L'euro, c'est plus facile ensemble

Ierland Denk in euro-de verandering/het geld in uw zak

Think euro- the change is in your pocket

Smaoinigh euro - is I do phoca-sa a bheidh an t-athrú

Italië De euro in uw dagelijks leven L'euro entra nel quotidiano Luxemburg Klaar voor de euro Prett fir den euro!

Nederland De euro wordt van ons allemaal De euro wordt van ons allemaal Oostenrijk "Welkom aan de euro", geen

algemene slogan maar gerichte slogans

Wilkommen Euro

Portugal De euro: het goede antwoord Euro. A resposta certa

Finland De euro in het gebruik (is geen slogan maar een doel)

Euro tas I bruck Euro käyttöön

ECB/Eurosysteem De euro, onze munt L’euro notre monnaie Commissie De euro: de Europese Unie in uw

hand

L’euro : l’Union européenne dans votre main

De budgettaire inspanningen van de lidstaten zijn eveneens aanzienlijk en geven de omvang van de campagnes aan, die in de laatste vier maanden van 2001 en de eerste maanden van 2002 zullen worden uitgebreid. In de volgende tabel worden de bedragen van de partnerschapsovereenkomsten met de lidstaten gegeven.

OVEREENKOMSTEN MET DE LIDSTATEN (in euro)

Aandeel Commissie Aandeel ministerie

Land Begrotings-jaren

1996-2000

2001 Totaal Commissie Begrotings-jaren

1996-2000

2001 Totaal ministerie Totaal

1 2 3=1+2 4 5 6=4+5 7=3+6

België 3.399.000 1.150.000 4.549.000 3.541.000 3.450.000 6.991.000 11.540.000 Duitsland 20.929.000 4.500.000 25.429.000 21.742.000 4.500.000 26.242.000 51.671.000 Griekenland 1.921.000 1.450.000 3.371.000 1.921.000 1.550.000 3.471.000 6.842.000 Spanje 13.367.000 4.000.000 17.367.000 13.649.000 4.000.000 17.649.000 35.016.000 Frankrijk 16.501.000 3.900.000 20.401.000 21.047.000 3.900.000 24.947.000 45.348.000 Ierland37 2.006.000 625.000 2.631.000 3.892.000 2.875.000 6.767.000 9.398.000 Italië 13.942.000 3.849.000 17.791.000 21.231.000 21.000.880 42.231.880 60.022.880 Luxemburg 265.000 110.000 375.000 315.000 600.000 915.000 1.290.000 Nederland 4.521.000 1.275.000 5.796.000 40.588.000 21.414.000 62.002.000 67.798.000 Oostenrijk 3.292.000 660.000 3.952.000 7.471.000 2.271.000 9.742.000 13.694.000 Portugal 3.643.000 1.050.000 4.693.000 3.682.000 1.050.000 4.732.000 9.425.000 Finland 2.089.000 700.000 2.789.000 2.487.000 700.000 3.187.000 5.976.000 Zweden 988.000 550.000 1.538.000 988.000 551.000 1.539.000 3.077.000 86.863.000 23.819.000 110.682.000 142.554.000 67.426.880 209.980.880 321.097.880

37Het totale bedrag van de communicatiecampagnes in Ierland wordt geschat op 18 miljoen EUR.

Opmerking: Andere budgetten voor voorlichting over de euro van de nationale diensten en/of instellingen zijn in deze bedragen niet begrepen.

Alle campagnes voorzien in een intense aanwezigheid in de voornaamste media, vooral de televisie. Coördinatie tussen de ministeries, het Eurosysteem en de Commissie maakt het mogelijk een algemeen mediaplan op te stellen, waardoor overlappingen worden voorkomen en een coherente programmering wordt verzekerd. Elke actor zal in zijn boodschappen de specifieke doelstellingen verspreiden die hem zijn toegewezen.

In de volgende tabel worden de plannen voor de televisie van elk land en de ECB gegeven.

2001

2001- 2002

2002

Wk35 Wk36 Wk37 Wk38 Wk39 Wk40 Wk41 Wk42 Wk43 Wk44 Wk45 Wk46 Wk47 Wk48 Wk49 Wk50 Wk51 Wk52 Wk1 Wk3 Wk4 Wk5 Wk6 Wk7 Wk8 Wk9

België Duitsland Griekenland Spanje Frankrijk Ierland Italië Luxemburg Nederland

Oostenrijk Zie: Campagne Eurosysteem / ECB

Portugal Finland

ECB/

Eurosysteem

Bij de andere eurocampagnes in de lidstaten zijn verschillende acties te vermelden, zoals die waarbij mobiele middelen worden ingezet als vrachtwagens, trams, bussen ... die het land doorkruisen en naar de burger gaan. Elk land heeft een eurosite ontwikkeld en vrijwel alle landen hebben een “groen telefoonnummer” ter beschikking gesteld van allen die

vragen hebben over de euro. Verschillende lidstaten hebben ook schriftelijke en audiovisuele voorlichting ontwikkeld ten behoeve van migranten.

Het programma “De euro gemakkelijker gemaakt” dat de Commissie met de verenigingen en vertegenwoordigers van gehandicapten heeft ontwikkeld, is grotendeels overgenomen in de nationale programma’s en het betrokken materiaal is in tienduizenden exemplaren vermenigvuldigd. Aan het begin van het nieuwe schooljaar 2001-2002 zijn door de overheden tal van initiatieven genomen om de euro in de schoolprogramma’s op te nemen.

Ook zijn initiatieven genomen om de achterstand in te halen die veel kleine bedrijven bij hun voorbereiding op de invoering van de chartale euro hebben opgelopen.

1.5.1.2. Actieprogramma van de Europese Commissie

Het actieprogramma van de Commissie voor de komende weken en maanden berust op vier principes:

- complementariteit met de andere actoren,

- continuïteit van de acties terwille van de doelmatigheid,

- partnerschap met de nationale autoriteiten en de Europese civiele samenleving, en - maximale coördinatie van de communicatieacties ten behoeve van het publiek.

De acties die de Commissie heeft geprogrammeerd zouden niet zijn ondernomen als de Commissie niet het initiatief nam, want zij hebben betrekking op de Europese dimensie van de voorlichting over de euro. In die zin zijn zij complementair met de acties van de andere actoren, maar zij worden opgezet in partnerschap en coördinatie met hen. Acties zullen worden uitgevoerd via de grensoverschrijdende media (verspreid via satelliet en kabel) en de plaatselijke pers. De Commissie wil op die wijze personen bereiken die niet rechtstreeks door de nationale campagnes worden aangesproken en die moeilijk toegang tot informatie hebben.

De Commissie wil de conclusies van de Europese Raad van Nice met betrekking tot gemeenschappelijke datums voor de voorlichting over de chartale euro verder ten uitvoer leggen. Zo zijn acties gepland om de introductie van de biljetten en muntstukken te vieren op 31 december 2001. Ten slotte zal zij, in het verlengde van de ondernomen actie, de verspreiding van verschillende documenten uitbreiden die nuttig zijn gebleken en waarnaar grote vraag is, zoals affiches, boeken voor kinderen, cd-roms, tentoonstellingen, specimens van biljetten en munten, instrumenten en spelen38 ... enz., die voorlichting geven over de Europese dimensie van de euro. De Commissie zal ook haar voorlichtingsprogramma voor derde landen uitbreiden.

De campagnes van de lidstaten en de Commissie zullen in de komende maanden sterk worden opgevoerd. De tijd dringt om het doel te bereiken: allen de sleuteldatums en basisbeginselen van de overgang naar de euro te leren kennen.

38Beschikbaar op site: www.europa.eu.int/euro, hoofdstuk “Burgers en consumenten”.

1.5.2. Actie van het Eurosysteem

De voorlichtingscampagne Euro 2002 wordt geleid door de ECB en de twaalf centrale banken van de eurzone. Het doelpubliek is in de eerste plaats de bevolking van de eurozone, maar ook die daarbuiten. Deze campagne is midden 2000 gelanceerd en zal worden voortgezet tot voorjaar 2002. Zij heeft een budget van 80 miljoen EUR en wordt gevoerd in de elf officiële talen van de Europese Unie; zij vult de campagnes van elke lidstaat van de eurozone aan. Het is een specifieke campagne waarin de klemtoon ligt op de praktische aspecten van de invoering van de biljetten en muntstukken, en vooral op de volgende vier punten:

– de visuele kenmerken van de eurobiljetten en -muntstukken, – de voornaamste beveiligingskenmerken,

– de verschillende coupures en munten, en

– de verschillende modaliteiten van de overgang naar de chartale euro.

De voornaamste elementen van deze campagne zijn: een massacampagne in de media, internet (website in de elf officiële talen van de Gemeenschap: www.euro.ecb.int), public relations, een programma voor de pers en een partnerschapsprogramma. In het kader van deze voorlichtingscampagne is ook een zeer volledig opleidingsprogramma gelanceerd.

Bijzondere inspanningen worden gedaan voor de gehandicapten, vooral de slechtzienden.

Nauw is samengewerkt met de Europese unie van blinden, zowel bij het ontwerpen van de biljetten en muntstukken als bij de productie van aangepast opleidingsmateriaal in de vorm van een brochure in drie formaten (grootletterdruk, geluidsopname en braille) en specimens van biljetten (verdeeld door de Europese Commissie). Om het herkennen van de biljetten en munten nog meer te vergemakkelijken voor de visueel gehandicapten en om hen te helpen onderscheid te maken tussen de verschillende coupures, is ongeveer 1 miljoen EUR uitgetrokken voor de productie van speciaal detectiematerieel, dat ter beschikking zal worden gesteld via het netwerk van de Europese unie van blinden.

Buiten de eurozone zullen in december berichten worden verspreid in de internationale pers en via de televisie. In het kader van de internationale mediacampagne zullen ook berichten verschijnen in de tijdschriften en video’s aan boord van vliegtuigen en zal informatie worden verstrekt in de grote Europese luchthavens. Bovendien zal de internationale versie van de voor het publiek bestemde voorlichtingsbrochure in 23 talen worden vertaald. Deze inspanningen worden aangevuld met bilaterale acties van de centrale banken van de lidstaten in de regio’s waar hun eigen nationale valuta in omloop is.

De campagne van het Eurosysteem zal het grote publiek veel vertrouwder maken met de eurobiljetten en -muntstukken. Zij zou nog doeltreffender worden als zij werd overgenomen door de plaatselijke autoriteiten en de handels- en beroepsorganisaties (aanplakbiljetten ...).

2. WERKEN IN UITVOERING EN GOEDE PRAKTIJKEN

“Werken in uitvoering” belicht zes belangrijke thema’s, gaande van het risico van prijsstijgingen tot de fabricage van de biljetten en muntstukken.

2.1. Werken in uitvoering

2.1.1. Noodplannen en veiligheidsmaatregelen

De invoering van de biljetten en muntstukken kan gepaard gaan met onverwachte gebeurtenissen en tekortkomingen in de plannen voor de overgang naar de chartale munt.

De risico’s zijn van diverse aard en zijn niet in alle lidstaten dezelfde. Er is echter een aantal gemeenschappelijke problemen die de meeste en misschien wel alle lidstaten moeten verhelpen. Het gaat met name om de opslag en het vervoer, blokkering van de aanvoer van liquide middelen en communicatieproblemen, zonder het algemene veiligheidsrisico te vergeten dat aan al deze zaken verbonden is.

2.1.1.1. Opslag en vervoer

Grote hoeveelheden biljetten - in euro of in nationale munt - moeten worden opgeslagen.

Alle landen zijn van oordeel dat de bestaande installaties voldoende zijn voor de opslag van de biljetten, behalve Portugal dat luchtmachtbases heeft aangepast voor de opslag van bijkomende hoeveelheden.

Wat de muntstukken betreft overwegen alle landen, behalve Griekenland, nieuwe installaties in te richten. In België heeft de overheid een entrepot gehuurd om de uit omloop genomen muntstukken op te slaan. In Duitsland zullen de filialen van de centrale bank bijkomende opslagruimten installeren, vaak in kazernes. In Spanje worden de euromuntstukken opgeslagen in een centraal entrepot dat daarvoor is gebouwd en dat volstaat voor de stukken in euro en in peseta. Deze muntstukken zullen dan naar 80 regionale opslagplaatsen worden gebracht. Gedacht wordt aan nog verdere uitbreiding van het aantal entrepots. In Frankrijk zullen de euromuntstukken worden opgeslagen in daartoe aangepaste centra en, in de mate van het mogelijke, in plaatselijke opslagcentra waar de waardetransportbedrijven zich kunnen bevoorraden zonder een te grote afstand te moeten afleggen. In Ierland is een nieuwe opslaginstallatie ingericht bij de centrale bank (de Munt) en reeds in dienst genomen. In Italië zullen de euromuntstukken tijdelijk in centrale entrepots worden opgeslagen en in de loop van 2001 naar regionale of provinciale centra worden gebracht die belast zijn met de verdeling van de euromuntstukken en het innemen van de nationale muntstukken. In Luxemburg is de leverancier van de euromuntstukken, de Nederlandse Koninklijke Munt, belast met de veiligheid van het vervoer tot aan de Luxemburgse grens. Daar neemt de Luxemburgse staat deze verantwoordelijkheid over tot in een beveiligde militaire opslagplaats. In Nederland worden de euromuntstukken opgeslagen in een onlangs door de centrale bank gebouwd entrepot, waar ook de teruggenomen Nederlandse muntstukken zullen worden opgeslagen.

In Oostenrijk biedt de Munt tijdelijk een nieuwe installatie aan voor de bevoorrading vooraf met euromuntstukken en het innemen van de nationale muntstukken. In Portugal zijn bestaande installaties, namelijk luchtmachtbases, aangepast.

Er doen zich problemen voor wat betreft de capaciteit en de veiligheid van het vervoer.

De lidstaten zullen het vervoer aandachtig controleren, taak die vaak is opgedragen aan het Ministerie van Binnenlandse Zaken. Verschillende lidstaten hebben speciale urgentie- en vervoerplannen uitgewerkt met de banken en de waardetransporteurs (België, Duitsland, Spanje, Frankrijk, Italië, Nederland, Oostenrijk en Portugal). Sommige landen zijn voornemens een beroep te doen op het leger of de politie om het vervoer te begeleiden. Het gaat momenteel om Frankrijk, Spanje, Ierland, Italië, Nederland en Oostenrijk. In andere landen zal het vervoer worden begeleid als er een risico schijnt te bestaan.

In België zal de nationale bank de plannen kennen van de maatschappijen die het geld vervoeren. In Spanje worden overal in het land gedecentraliseerde opslagplaatsen ingericht. Als dat nodig is (namelijk als de waardetransporteurs problemen met de opslag hebben), zal de nationale bank in bijkomende vervoercapaciteit voorzien en de frequentie van de leveringen opvoeren en zal niet alleen van het wegvervoer maar ook van de spoorwegen gebruik worden gemaakt. In Griekenland kan de centrale bank in geval van stakingen of capaciteitstekort elk bankfiliaal verplichten een minimumvoorraad aan te houden. De verst verwijderde plaatsen zullen worden bevoorraad volgens bepaalde prioriteitsregels. De politie en het leger zullen extra vervoercapaciteit aanbieden, ook per vliegtuig. In Ierland zal de nationale bank het geld naar de banken brengen, hetzij rechtstreeks, hetzij via opslagplaatsen van distributeurs. Zij zal de grote handelszaken, hetzij rechtstreeks (muntstukken), hetzij op verzoek van de distributeurs, bevoorraden op basis van de bestellingen van de banken. Verder zullen de banken en de handelaren elkaar als regel raadplegen over de wijze van vervoer. In Nederland heeft de nationale bank aangeboden de biljetten gedurende een periode van zes weken te vervoeren tussen de banken en haar gebouwen. Het gros van de leveringen zal naar de zetels van de handelsbanken gaan, die het geld naar de kleine filialen zullen brengen. De handelaren die momenteel gebruik maken van de diensten van de waardetransporteurs zullen het geld via hun gebruikelijke kanaal blijven ontvangen. Andere handelaren zullen met muntstukken worden bevoorraad door een leveringsdienst die speciaal zal worden opgericht voor de overgang naar de chartale euro; de biljetten zullen zij via hun bank ontvangen.

2.1.1.2. Risico van tekort aan contant geld

Door een samenloop van omstandigheden kan de verdeling van de eurobiljetten en -muntstukken worden geblokkeerd. Te denken valt aan problemen bij vervoer en opslag van het geld, ongelukken, een stormloop op de banken om nationale munt om te wisselen in euro, of een combinatie van al deze factoren. De logistiek van de overgang naar de chartale euro kan worden verstoord door een tekort aan kleine coupures.

Maatregelen om deze situatie te voorkomen zijn onder meer een extra distributie van biljetten, uitbreiding van de openingsuren van de banken (Duitsland, Spanje, Italië, Luxemburg, Portugal en Finland), versterking van de capaciteit van de bankloketten en de aanbeveling aan het publiek zich in de eerste dagen van 2002 niet allen tegelijk bij de bank aan te bieden om nationale munt in euro te wisselen (Italië, Portugal en Finland).

De verdeling van kits onder de handelaren en het grote publiek zal eveneens de druk van de eerste dagen wegnemen.

In België overweegt de nationale bank meer startkits en bundels van 5 EUR-biljetten ter beschikking te stellen. In Griekenland zullen de overtollige nationale bankbiljetten van de filialen van de nationale bank als dat nodig is worden overgebracht naar naburige filialen

of de hoofdzetel. De filialen zijn reeds ingedeeld volgens hun capaciteit en er is een overbrengingssysteem uitgewerkt. In Italië zullen de kleine handelaren slechts muntstukken en biljetten van 5 EUR op voorhand ontvangen, terwijl de grote handelszaken biljetten zullen ontvangen tot 20 EUR. Grootwarenhuizen zullen vanaf 1 oktober muntstukken ontvangen en vanaf 1 november biljetten van 5, 10 en 20 EUR. De centrale bank zal de handelaren bijna anderhalf miljoen bundels (25 biljetten van 5 EUR) leveren.

In Ierland zullen sociale uitkeringen die contant worden uitbetaald vooral in kleine coupures worden betaald.

De capaciteit zal worden uitgebreid in Luxemburg, waar speciale wisselcentra zullen worden ingericht. In Portugal zullen maatregelen worden genomen om de capaciteit aan de loketten van de nationale bank en de handelsbanken te versterken.

In Frankrijk zullen de autoriteiten in geval van stormloop op de banken een crisis-mededeling doen uitgaan. Om deze situatie te voorkomen, plannen zij een massale levering vooraf van startkits en een preventieve communicatiecampagne. In Portugal zal met de waardetransporteurs en de handelsbanken een urgentieplan worden ontworpen en zal de nationale bank toezien op de vraag van alle handelsbanken.

2.1.1.3. Risico van concentratie van de bevoorrading vooraf aan het einde van 2001

Concentratie van de bevoorrading vooraf aan het einde van 2001 kan leiden tot vertraging bij het in omloop brengen van contant geld en tot wachtrijen in de banken. De meeste lidstaten zullen nauwgezet toezien op de bevoorrading en onderbevoorrading vooraf.

Griekenland en Italië overwegen de openingsuren van de banken uit te breiden en ze in de weekends te openen. In Italië zal de bevoorrading vooraf twee weken vroeger plaatsvinden dan oorspronkelijk was gepland (voor de banken en postkantoren: 1 in plaats van 15 november). Duitsland heeft een systeem van financiële bonussen ingevoerd om de banken te stimuleren om zich snel te bevoorraden. Een deel van dit voordeel kan worden doorgegeven aan klanten die de banken vooraf bevoorraden.

2.1.1.4. Communicatieproblemen

Alle moeilijkheden die zich bij de overgang naar de chartale euro voordoen kunnen repercussies hebben voor het communicatieproces tussen de openbare en de particuliere sector en tussen de verschillende autoriteiten van de lidstaten. België, Duitsland en Nederland zullen erop toezien dat bij storingen een uniforme boodschap naar het publiek uitgaat opdat zich geen tegenspraak zou voordoen in het communicatieproces. In Oostenrijk zullen tussen de voornaamste partners versleutelde lijnen worden gelegd en zal de nationale bank permanent contact houden met de politie.

De ECB en de centrale banken van de lidstaten hebben in onderling overleg een procedure voor crisiscommunicatie ingesteld, opdat het Eurosysteem snel kan reageren en met één stem spreken in geval van crisis. Een nationale crisis zal door het land zelf worden behandeld. Het coördinatiecomité van het ECB voor de overgang naar de chartale euro

De ECB en de centrale banken van de lidstaten hebben in onderling overleg een procedure voor crisiscommunicatie ingesteld, opdat het Eurosysteem snel kan reageren en met één stem spreken in geval van crisis. Een nationale crisis zal door het land zelf worden behandeld. Het coördinatiecomité van het ECB voor de overgang naar de chartale euro