• No results found

Veertig goede praktijken om de overgang naar de euro te vergemakkelijken

2. Werken in uitvoering en goede praktijken

2.2. Veertig goede praktijken om de overgang naar de euro te vergemakkelijken

Deze goede praktijken zijn niet in alle lidstaten of sectoren toe te passen, maar zijn toch nuttig voor de meeste deelnemende landen.

2.2.1. Twintig goede praktijken die de Commissie van groot belang acht

1. Onmiddellijke vaststelling van de prijzen in euro met tegenwaarde in nationale valuta.

Deze door de Commissie in oktober 2000 aanbevolen maatregel maakt het mogelijk de consument zeer vroeg vertrouwd te maken met de nieuwe prijzen. De Europese vertegenwoordigers van de handelssector hebben er zich in april toe verbonden in een akkoord met de vertegenwoordigers van de consumenten57. De prijs in euro in de eerste plaats vermelden is verplicht in Portugal en vindt uitbreiding in de grote winkelbedrijven, vooral in Frankrijk en België. De consument staat er over het algemeen positief tegenover58.

2. Vervroegde omzetting van de bankrekeningen en de girale betaalmiddelen. Deze door de Commissie in oktober 2000 aanbevolen maatregel maakt het mogelijk de omschakeling van de banken beter in de tijd te spreiden en draagt bij tot het actief vertrouwd maken van de consument met de euro. Hij wordt door de meeste Europese banken toegepast, maar door een minderheid in Oostenrijk en Nederland en nog niet in Ierland.

55Communiqué IP/01/1293 en MEMO/01/294. De volledige resultaten zijn te raadplegen op het volgende adres:

http://europa.eu.int/comm/internal_market/en/finances/payment/news.htm.

56Power point presentaties en toespraken beschikbaar op:

http://europa.eu.int/comm/internal_market/en/finances/payment/conference/presentations.htm

57 Beschikbaar op www.europa.eu.int op de site van het Directoraat-generaal Gezondheid en consumentenbescherming.

58Zo is uit een studie die Audencia Nantes in juni 2001 in een proefwinkel heeft uitgevoerd waar de prijzen in euro waren aangeduid (de hyper-U van Bourgueil), gebleken dat 82% van de klanten van oordeel is dat dit aanmoedigt tot rekenen in euro en 82% tot betalen in euro. Ongeveer 82% van de klanten wenst dat dit snel wordt veralgemeend. Bron: “in Situ”, Blandine Labbé-Pinlon, Audencia Nantes.

3. Vervroegde omschakeling van de nutsbedrijven. Deze door de Commissie in oktober 2000 aanbevolen maatregel helpt de consument referentiewaarden in euro vast te stellen. De Franse nutsbedrijven zijn al in januari met de aanpassing van hun facturen begonnen, de Belgische en Italiaanse in juli, de Spaanse en Luxemburgse in september en de Portugese in oktober.

Veralgemening is wenselijk.

4. Kosteloze en onbeperkte omwisseling van nationale munt in euro aan de bankloketten begin 2002, met voorafgaande kennisgeving wanneer het gaat om grote bedragen. Deze door de Commissie in oktober 2000 aanbevolen maatregel zal normaal in alle landen, behalve Oostenrijk, door de meeste banken worden toegepast. Hij is van essentieel belang voor de eenvoud en dus voor het welslagen van de omwisseling.

5. Kosteloze omwisseling voor niet-klanten, tot een door elke bank te bepalen bedrag, van nationale munt in euro aan de bankloketten begin 2002. Deze door de Commissie in oktober 2000 aanbevolen maatregel zal normaal in alle landen, behalve Nederland (waar vaak zal moeten worden betaald), door de meeste banken worden toegepast.

6. Vrijwel onmiddellijke aanpassing van de geldautomaten. Aanpassing van de geldautomaten is van essentieel belang voor een snelle overgang naar de euro. Zij maakt het mogelijk de wachtrijen kort te houden en de wisselgeldproblemen in de handel te beperken, waardoor de betalingen in euro snel zullen toenemen59. Vrijwel alle automaten (80 tot 100%) zullen op 1 januari aangepast zijn in de deelnemende landen, behalve in Finland (25%) en Portugal (48%) waar dus nog een bijzondere inspanning wenselijk is.

7. Niet-aanrekening door de banken van kosten bij het inleveren van nationale munt door de handelaren begin 2002. De meeste grote Europese banken hebben reeds toezeggingen in die zin gedaan. Het zou immers abnormaal zijn dat de handelaren worden gestraft voor hun actieve medewerking aan het innemen van de nationale valuta.

8. Uitgestelde debitering (valutadatum) van de vervroegd aan de handelaren verstrekte biljetten en muntstukken. Om de handelaren ertoe te brengen aan de bevoorrading vooraf deel te nemen, is het wenselijk het ontvangen geld op een zo laat mogelijke valutadatum te debiteren en in ieder geval niet vóór 1 januari 2002.

9. Levering aan kleine handelszaken van instrumenten voor de berekening van het wisselgeld.

Grote handelszaken hebben kassa’s waarop het wisselgeld kan worden berekend, zelfs bij betaling in twee valuta’s. Dit is zelden het geval bij kleine bedrijven, waar het kasbeheer ernstig kan worden bemoeilijkt door het ontbreken van de gepaste apparatuur. Er is goedkope apparatuur in de handel, maar de verspreiding ervan is nog beperkt. Ierland is tot dusver de enige lidstaat die dergelijke apparatuur op grote schaal bij deze handelszaken heeft verspreid60. Om wachtrijen in de winkels te voorkomen en de kans op fouten bij het teruggeven van wisselgeld te verkleinen, is dergelijke apparatuur nochtans noodzakelijk. Er zijn tal van kanalen voor de verspreiding ervan: kamers van koophandel, banken, verenigingen van handelaren, overheidsdiensten ...

10. Ter plaatse zenden van specialisten om de handelaren uitleg te geven over de overgang naar de euro. Deze maatregel is bijvoorbeeld ten uitvoer gelegd door de Franse vergadering

59Betaling in nationale valuta (met teruggaaf van wisselgeld in euro) verlengt de tijd die de betaling vergt en dus de wachtrijen.

60In de opleidingskit voor de handelaren bevindt zich een omrekeningsmachine.

van kamers van koophandel61, die deskundigen de opdracht heeft gegeven op minder drukke uren huis aan huis te gaan om de handelaren uitleg te verstrekken over de overgang naar de euro. In Portugal zullen 12.000 handelaars tussen september en november een bezoek krijgen62. Het zou nuttig zijn dergelijke maatregelen, op initiatief van de kamers van koophandel of de plaatselijke overheden, te veralgemenen.

11. Dialoog over de euro tussen de sociale partners binnen de bedrijven. De overgang naar de euro kan belangrijke gevolgen hebben voor de organisatie van het werk (overuren, werk in het weekend of op feestdagen ...), de veiligheid en de stress van het personeel (caissières ...). Het is wenselijk deze problemen openlijk aan te snijden binnen het bedrijf en rechtstreks te bespreken tussen de sociale partners.

12. Praktische opleiding van het kassapersoneel in het hanteren van de eurobiljetten en -muntstukken. Uit de simulaties die tot dusver zijn uitgevoerd blijkt dat oppervlakkig opgeleid personeel grote vergissingen kan begaan bij het teruggeven van wisselgeld, zelfs als het de nodige rekenmachines heeft63. De nationale centrale banken organiseren opleidingen voor opleiders. Het is wenselijk dergelijke acties uit te breiden, op aansporing van de overheid of de beroepsorganisaties, om de praktische moeilijkheden tijdens de eerste dagen van 2002 te beperken.

13. Opening van alle of een deel van de loketten van de banken op 1 januari 2002. Deze maatregel is gepland in Duitsland, Luxemburg, Nederland, Finland en Oostenrijk. De omschakeling zal erdoor worden vergemakkelijkt, omdat al op de eerste dag een aanvang kan worden gemaakt met de vervanging van het geld. De maatregel is ook van aard om de actoren gerust te stellen. In geval van personeelstekort kan de toegang tot de banken eventueel worden beperkt tot handelaren.

14. Verlenging van de openingsuren van de bankloketten. De reeds door veel banken geplande verlenging van de openingsuren in de eerste twee weken van januari 2002 zal het goede verloop van de omwisselingsoperaties bevorderen en leiden tot een beperking van de aankopen met nationale valuta (waardoor het teruggeven van wisselgeld minder ingewikkeld wordt).

15. Opneming van gebruikelijke bedragen aan bankloketten in kleine coupures. Deze onder meer door België, Spanje en Duitsland geplande maatregel maakt ook deel uit van het akkoord dat op 19 februari 200164tussen de Europese Commissie en de drie verenigingen van Europese banken werd gesloten65. Hij is een nuttige aanvulling op de aflevering van kleine coupures via geldautomaten, waardoor zich ook minder moeilijkheden zullen voordoen bij het teruggeven van wisselgeld.

16. Teruggaaf van wisselgeld uitsluitend in euro. Deze maatregel uit de aanbeveling van de Commissie van oktober 2000 heeft aanleiding gegeven tot toezeggingen van de handelaren en officiële aanbevelingen in alle deelnemende landen, behalve in Finland. Hoewel de behoefte aan kasmiddelen van de handelaar er sterk door toeneemt (omdat hij de nationale munt niet

61Operatie “10.000 commerçants pilotes”, ACFCI, 15 juni 2001.

62Initiatief “wij verkopen in euro” van de euro-commissie, het MKB-instituut en het instituut voor het toerisme.

63De door Mc Donald te Utrecht uitgevoerde simulatie geeft als resultaat een foutencijfer dat overeenkomt met 5% van de dagelijkse omzet. Carrefour te Brussel kwam tot 3% (tegen 0,01% in normale tijden).

64 Beschikbaar opwww.europa.eu.int/rapid

65 Europese bankfederatie, Europese verenigingen van coöperatieve banken en Europese verenigingen van spaarbanken.

meer als wisselgeld mag gebruiken), is deze maatregel absoluut noodzakelijk voor het snel vervangen van de nationale munt door de euro.

17. Naleving door de handelaren van de algemene prijsstabiliteitsgarantie die hun Europese vertegenwoordigers hebben toegezegd. De toepassing van dit gedragscodebeginsel is van essentieel belang voor het behoud van het vertrouwen van de consument tijdens de eerste weken van 2002.

18. Dubbele prijsaanduiding ten minste tot het einde van de periode van dubbele omloop.

Een nieuwe waardeschaal leren vergt tijd en kan voor bepaalde delen van de bevolking een groot probleem zijn. Om hen te helpen is het wenselijk nog enkele maanden lang referenties in nationale munt aan te bieden.

19. Praktische opleidingsacties ten behoeve van zintuiglijk of mentaal gehandicapten. Een blinde bijvoorbeeld mag niet voor een voldongen feit worden geplaatst: hij heeft in 2001 behoefte aan herhaalde opleiding, waarbij gebruik wordt gemaakt van de door de Europese Instellingen verdeelde specimens van biljetten en muntstukken, om de nieuwe munt in de vingers te krijgen. Veel lidstaten zijn al aan dergelijke acties begonnen, meestal in partnerschap met het Europese programma “De euro gemakkelijk gemaakt”.

20. Uitvoering door plaatselijke overheden en verenigingen van voorlichtingsacties ten behoeve van kwetsbare groepen (daklozen, alleenstaande ouderen ...). Alleen zij hebben regelmatig contact met deze groepen, die vaak niet worden bereikt door de traditionele voorlichtingscampagnes. In alle lidstaten zijn aangepaste producten beschikbaar voor deze persoonlijke voorlichting66.

2.2.2. Twintig goede praktijken die de Commissie nuttig acht

1. Verspreiding van eenvoudige instrumenten voor de berekening van de liquiditeitsbehoeften.

Het is voor een handelaar vrij moeilijk de bevoorrading vooraf en de kasmiddelen die hij begin 2002 nodig zal hebben, te ramen. Oostenrijk, Ierland, Frankrijk en Nederland zijn tot dusver de enige landen die daarvoor ten behoeve van de handelaren een eenvoudige software hebben samengesteld.

2. Gebruik, met instemming van de consument, van kits van euromuntstukken voor het teruggeven van wisselgeld de laatste maanden van december. Dit idee, dat onder meer door de Nederlandse handelaren naar voren is gebracht, is vrij gemakkelijk ten uitvoer te leggen, omdat alle kits een waarde hebben die overeenkomt met een rond bedrag in nationale valuta (100 FRF, 500 BEF, ...). Het kan bijdragen tot uitbreiding van de gebruikelijke distributiekanalen en de bevoorrading vooraf van de consumenten en dus tot vermindering van de problemen bij het betalen met gepast geld en het teruggeven van wisselgeld de eerste dagen van 2002.

3. Verstrekking van kits van euromuntstukken door werkgevers aan hun personeel. De Belgische overheid bijvoorbeeld heeft de werkgevers toegestaan als sociaal voordeel een kit van euromuntstukken te geven aan al hun personeelsleden (voor het bedrijf aftrekbaar van de belastingen)67. Door deze maatregel zal ook de bevoorrading vooraf worden uitgebreid68.

66 Bijvoorbeeld de producten “De euro gemakkelijk gemaakt”.

67In België is dit een extra sociaal voordeel dat niet in de plaats mag komen van andere vergoedingen waarop het personeel recht heeft krachtens het arbeidscontract of de collectieve overeenkomsten.

4. Verlaging van de waarde van de coupures in nationale valuta in de geldautomaten de laatste dagen van december. Deze actie is door enkele banken in Duitsland en Nederland gepland. Begin januari 2002 zullen dus kleinere coupures voor betaling worden aangeboden, waardoor minder wisselgeld in euro zal moeten worden teruggegeven en de logistieke problemen voor de handel zullen worden verlicht.

5. Simulaties van betalingen in euro. Veel simulaties waarbij gedurende een zeer beperkte tijd specimens van muntstukken en biljetten in omloop worden gebracht zijn reeds uitgevoerd, vaak op initiatief van de lagere overheid of grote winkelbedrijven. Door dit experiment wordt de consument vertrouwd gemaakt met de euro en kunnen de betrokken bedrijven of overheden gemakkelijker potentiële oorzaken van moeilijkheden vaststellen.

6. Deelname van alle plaatselijke actoren aan de voorlichting over de euro. Deze actie is bijvoorbeeld gevoerd in de streek van Barcelona, waar de gemeentebesturen alle economische actoren hebben uitgenodigd plaatselijke groepen te vormen om de overgang naar de euro te volgen en de voorlichting aan de bevolking en het MKB te coördineren.

7. Uitstel van de koopjesdagen als die normaal beginnen in de eerste week van januari. Deze actie is onder meer gepland in België en Frankrijk. Het zou wenselijk zijn de koopjesdagen te laten beginnen aan het einde van december of aan het einde van de tweede week van januari.

Normaal zijn de eerste drie dagen de drukste. Door deze maatregel wordt voorkomen dat een piek in de activiteit van de handelaren samenvalt met de piek in moeilijkheden met geld.

8. Aanstelling van een of meer personen in grote handelszaken om vragen over de euro te beantwoorden. Uit alle simulaties blijkt dat het gebruik van twee valuta’s tegelijkertijd tot een aanzienlijke verlenging van de duur van de betalingen aan de kassa’s leidt en dus een negatieve invloed heeft op de omzet. Om wachtrijen te voorkomen moet er ten minste voor worden gezorgd - zoals verschillende grote winkelbedrijven hebben gepland - dat vragen van de klanten over de euro niet aan de kassa worden gesteld. Moeilijkheden bij het teruggeven van wisselgeld en problemen van slecht ingelichte klanten aan dezelfde kassa oplossen kan alleen tot langere wachtrijen leiden.

9. Verspreiding van standaardverpakkingen voor het inleveren van de nationale muntstukken.

Dit zal onder meer worden gedaan in Frankrijk en België. Dergelijke kits versnellen de inlevering van de muntstukken door de handelaren en de telling ervan in de banken.

10. Inhouding van aan de kassa’s aangeboden nationale biljetten en muntstukken. De meeste grote winkelbedrijven zijn voornemens de binnenkomende nationale munt in een doos onder de kassa te leggen, want als zij toegankelijk en zichtbaar blijft, zal een deel van de klanten wellicht wisselgeld in nationale munt vragen.

11. Levering van omrekeningsinstrumenten aan de klanten. De periode van dubbele omloop is moeilijk te beheren en kan tot fouten leiden. Om eventuele betwistingen van klanten snel te behandelen, is het wenselijk hen aan de kassa’s een eenvoudig omrekeningsinstrument te verschaffen. De Europese vertegenwoordigers van de handelaren hebben zich daar trouwens toe verbonden in een gemeenschappelijke verklaring van 2 april 2001.

68Ter herinnering: ook Nederland heeft besloten aan alle inwoners van meer dan zes jaar oud een exemplaar van elk euromuntstuk aan te bieden ter aanvulling van de verkoop van kits met een groter bedrag aan het grote publiek.

12. Aanstelling van eurobemiddelaars door de lagere overheden of de kamers van koophandel. Deze personen lopen rond in de winkelstraten om vragen over de euro te beantwoorden en te bemiddelen bij klachten.

13. Verspreiding door de lagere overheden en de kamers van koophandel van aanplakbiljetten waarop de eurobiljetten en -muntstukken zijn weergegeven (met alle verschillende nationale kanten). De voorlichtingscampagnes zijn te vaak alleen gericht geweest op de nationale kant van de muntstukken, waarbij werd vergeten dat munten uit andere lidstaten ook snel in omloop zullen komen, vooral in toeristische gebieden.

14. Toezicht op het prijsverloop door de overheid, eventueel in overleg met de consumentenverenigingen. Dit toezicht kan betrekking hebben op een mand van producten om zeer snel indicaties te hebben van het prijsverloop.

15. Voorlichtingsacties van de centrale of plaatselijke overheid ten behoeve van immigranten in hun voornaamste talen (Arabisch, Turks, Swahili, ...). Dergelijk materiaal bestaat reeds in verschillende lidstaten. Veralgemening ervan is wenselijk om de overgang naar de euro te vergemakkelijken.

16. Bevoorrading vooraf van de handel met vooral kleine coupures (5 en/of 10 EUR). Deze maatregel is onder meer gepland in Italië en zal het teruggeven van wisselgeld vergemakkelijken.

17. Plaatsing van papieren omrekeningstabellen op de winkelwagens in grootwarenhuizen.

Deze maatregel is gepland door verschillende bedrijven en vergemakkelijkt het aanleren van referentiewaarden in de eerste dagen van 2002; het is een nuttige aanvulling op de dubbele prijsaanduiding.

18. Verspreiding door overheidsdiensten of verenigingen van speciale omrekeningsinstrumenten voor kwetsbare groepen. België bijvoorbeeld heeft via de apotheken ten behoeve van weduwen, invaliden, gepensioneerden van meer dan 66 jaar en wezen vocale omrekeningsmiddelen verspreid.

19. Organisatie door de overheid of de kamers van koophandel van opleidingsacties ten behoeve van de handelaren voor het herkennen van vals geld. Aan de kleine handelaren kunnen eenvoudige controles worden geleerd, hetgeen een nuttige aanvulling zou zijn op de voorlichtingsacties van het Eurosysteem.

20. Maatregelen om betaling in euro in 2001 te stimuleren. Dergelijke maatregelen kunnen zowel door de bedrijven als door de overheid worden genomen. Zo hebben de grote distributiebedrijven in Frankrijk besloten vanaf 1 november 2001 alle betalingen per kaart uitsluitend in euro te verwerken.