• No results found

Hoofdstuk 4: De drie slagen van Metz

4.2 Von der Goltz en Auftragstaktik

De Slag bij Colombey was in feite door geen van beide partijen gewonnen. Aan Pruisische zijde waren ongeveer 5000 slachtoffers gevallen en aan Franse zijde slechts 3600.266 Op zichzelf staand had deze veldslag voor de Pruisen betrekkelijk weinig nut. De vestingwerken van Metz “rendered it impossible that the victory of Colombey-Nouilly should yield any

trophies”, aldus Moltke.267 Mede hierom was ook deze veldslag niet gepland. Noch door de Pruisische opperbevelhebbers, noch door Steinmetz, de commandant van het Eerste Leger.268 Dat blijkt onder meer uit de poging die hij tevergeefs ondernam om de veldslag rond vijf uur ’s middags af te breken.269

De militair-historische afdeling van de grote generale staf was dan ook niet echt positief over de veldslag en omschreef het als volgt: “The battle of Colombey-Nouilly may be

characterized in its origin and course as an improvised attack entered into from correct appreciation of the circumstances, but which at the same time, as regards the higher object, carried with it certain disadvantages.”270 ‘Certain disadvantages’ is echter een grove

understatement, want er zijn behoorlijke fouten gemaakt.

Om te beginnen was de brigade van Goltz bedoeld om een zogenaamde

‘reconnaisance by force’ uit te voeren en niet om een hele veldslag te beginnen.271 De brigade van Goltz bevatte dan ook enkel genoeg soldaten om een schermutseling te kunnen overleven. Zijn besluit om de Franse terugtocht te vertragen was dus weliswaar goed ingeschat, maar met

262 Ibid., 324.

263 Ibid., 325.

264 Moltke, The Franco-German War, 32.

265 Ibid.

266 Ibid.

267 Ibid., 33.

268 Ibid., 32.

269 Groβer Generalstab, The Franco-German War, 332, 333.

270 Ibid., 335.

zulke geringe troepen had hij nooit een dergelijke aanval uit mogen voeren. De Fransen hadden namelijk een gunstiger positie en hadden numerieke superioriteit.272 Met het Garde Corps als reserve had het Franse III Corps makkelijk een tegenaanval op kunnen zetten en dan had de Pruisische voorhoede het in zijn eentje op moeten nemen tegen het Rijnleger van Bazaine.273

Daar komt nog bij dat Goltz zijn aanval pas om half drie ’s middags inzette. De beschikbare eenheden in de buurt hadden er die dag dus al een mars op zitten en moesten plotseling verder oprukken om te kunnen helpen op het slagveld. Mede om deze reden kwamen de 1ste en 2e infanteriedivisie pas vanaf vijf uur aan op het slagveld en de 18e

infanteriedivisie zelfs nog later.274 De voorhoedes stonden er dus min of meer alleen voor en desondanks besloot Goltz om in de aanval te gaan.

Het is dus duidelijk dat het zelfstandige optreden van Goltz een grote invloed heeft gehad op deze veldslag. Het is ook duidelijk dat deze veldslag grote risico’s met zich

meebracht en slechts beperkte baten. De vraag is nu echter in hoeverre dit optreden in lijn is met Auftragstaktik.

Uit de aanval van Goltz blijkt in ieder geval dat de Offensivgeist bij hem ruimschoots aanwezig was. Hij viel namelijk aan “in an attempt to molest the withdrawal of the French as

much as possible, and to retard the retreat”.275 Zoals reeds bleek uit Moltke’s verordeningen

was het achtervolgen van de vijand, als die zich terugtrok, van groot belang.276 Dat is

natuurlijk precies wat Goltz wilde bereiken en daarmee is zijn handelen op dit gebied volledig in overeenstemming met de doctrine.

Ook qua discipline heeft Goltz volgens de principes van Auftagstaktik gehandeld. Hij was weliswaar afgeweken van zijn oorspronkelijke opdracht, namelijk het uitvoeren van een

‘reconnaisance by force’, maar aangezien de vijand al bezig was met de terugtocht, was de

situatie dermate ernstig dat hij niet op bevelen had kunnen wachten. Zoals bleek in het eerste hoofdstuk, werd het officieren in dergelijke situaties toegestaan om zelfstandig ‘im Sinne des

Vorgesetzten’ te handelen.277

Moltke’s plan was om met het Tweede Leger de Moezel over te steken om vervolgens het Rijnleger in de rug of in de flank aan te vallen.278 Dat kon natuurlijk alleen maar gebeuren

272 Ibid.

273 Ibid.

274 Ibid., 337.

275 Ibid., 306.

276 Moltke, Moltke's Militärische Werke II, 173.

277 Sigg, Der Unterführer als Feldherr im Taschenformat,117.

als het Tweede Leger Metz kon bereiken voordat de Fransen het hadden verlaten. Het vertragen van de Franse terugtocht door een aanval, leverde tijdwinst op en was daarmee in overeenstemming met de achterliggende gedachte van de oorspronkelijke opdracht. Ook als het gaat om de vereiste discipline handelde Goltz dus in lijn met de doctrine. Moltke was niet voor niets tevreden met deze veldslag.279

Op het gebied van Einheitlichkeit kon Goltz eigenlijk alleen maar volgens de doctrine handelen. Bij Einheitlichkeit ging het namelijk om het behoud van de slagorde om

informatievoorziening en communicatie van bevelen te verzekeren.280 Maar omdat zijn brigade een verkennende voorhoede was, was er van een slagorde eigenlijk geen sprake. Bovendien stelde hij de eenheden in de omgeving op de hoogte van zijn aanval en vroeg hij ze om ondersteuning. Dit betekent dat hij in ieder geval wel voornemens was om een zekere slagorde te vormen.281

Als laatste relevante kenmerk komt dan de Führungsvorgang aan bod. Het besluit om aan te vallen, kwam voort uit een beoordeling van de situatie door Goltz. Op basis van rapporten en eigen waarneming schatte hij namelijk in dat het Franse Rijnleger zich terugtrok in de richting van Metz.282 Daarom besloot hij deze terugtocht te vertragen met een aanval.283

Met dit besluit nam hij initiatief en gezien de aanwezigheid van een overmacht aan Fransen, valt dit ook een moedig besluit te noemen. Dat de Pruisen de plaatsjes Colombey en La Planchette al binnen één uur hadden ingenomen en vervolgens slechts met de grootste moeite stand wisten te houden, geeft ook aan dat dit besluit met volle inzet, volharding en vastberadenheid werd nagestreefd.284 Dat blijkt ook uit het feit dat Goltz de aanval direct inzette en niet wachtte op versterking van andere eenheden. Zijn aanval wordt immers door de militair-historische afdeling van de grote generale staf omschreven als “an independent

advance”.285 Dat wekt ook de indruk dat hij ervan uit ging dat snelheid en daadkracht vereist waren.

De precieze aard van de bevelen van Goltz zijn niet meer te achterhalen. Wel is het aannemelijk dat hij de aan hem ondergeschikte officieren relatief veel vrijheid gaf in de uitvoering ervan. In de geschiedenis van de grote generale staf staat immers enkel dat “by

order of General von der Goltz the 2nd and 3rd cos. took up a supporting position at the

279 Ibid., 147.

280 Sigg, Der Unterführer als Feldherr im Taschenformat, 99, 100.

281 Groβer Generalstab, The Franco-German War, 306, 307.

282 Ibid., 305, 306.

283 Ibid., 306, 307.

284 Ibid., 310.

chateau”.286 Bij de rest van de beschrijving van de aanval wordt slechts over de

commandanten van kleinere eenheden gesproken.287 Dit maakt het aannemelijk dat zij in de uitvoering van het bevel vrij spel kregen van Goltz en zodoende zelf hun tactische

manoeuvres bepaalden. Anders zou Goltz’s naam wel zijn genoemd. Ook qua

Führungsvorgang handelde Goltz dus in overeenstemming met Auftragstaktik.

De Slag bij Colombey is dus zeer sterk beïnvloed door Auftragstaktik. De veldslag ontstond immers doordat Goltz zijn brigade ten aanval stuurde. Hierdoor werden de overige eenheden min of meer gedwongen om zich ook richting het slagveld te begeven.

Verder werd duidelijk dat de veldslag bijzonder risicovol was voor de Pruisen, omdat zij het opnamen tegen een grote meerderheid aan Fransen. Ook kon de veldslag op zichzelf weinig opleveren, omdat de aanwezigheid van de vestingwerken in Metz een achtervolging onmogelijk maakte. Wel kreeg het Tweede Leger weer meer tijd om de Moezel over te steken en naar Metz op te rukken. Dat dit voldoende tijd bleek te zijn, kwam echter met name door de immer treuzelende Bazaine, waarover meer in de volgende paragraaf. Achteraf bezien, is het nut van de veldslag dus zeer discutabel. Desondanks was Moltke tevreden met het resultaat.