• No results found

Hoofdstuk 2: Wissembourg en Wörth

3.3 Kameke en Auftragstaktik

Het ontstaan en het verloop van de Slag bij Spicheren werd ook nog door de zelfstandige acties van een tweede persoon beïnvloed, namelijk de commandant van de 14e divisie: generaal Kameke. De 14e divisie was als voorpost in de richting van Saarbrücken gestuurd,

220 Groβer Generalstab, Militärische Korrespondenz, 195.

221 Ibid., 199.

222 Ibid.

vanwaar hij dacht te zien dat de heuvelrug ten zuiden van Saarbrücken nagenoeg leegwas.224

"He reported to that effect to the general commanding the VIIth Army Corps [...] and asked if he might cross the Saar under those circumstances, so as to seize the heights south of

Saarbrücken [...] General v. Kameke received a reply that he might act on his own judgement."225 Kameke besloot daarop naar de heuvelrug op te rukken, maar werd toen

beschoten door Franse artillerie. In een poging om de heuvelrug in te nemen en de Fransen te verdrijven, liet hij deze bestormen, waarna de schermutseling geleidelijk aan zou verworden tot de Slag bij Spicheren.226

Kameke heeft tijdens deze veldslag eigenlijk twee fouten begaan. De eerste is zijn beoordeling van de situatie, die dus niet bleek te kloppen. Het was namelijk geen kleine achterhoede, maar een heel legerkorps dat de heuvelrug bezette. De vraag is of deze fout hem te verwijten valt. Zijn analyse was namelijk deels gebaseerd op rapporten van verkenners die beweerden slechts een aantal kleine Franse eenheden te zien.227

Wat hem wel te verwijten valt, is de manier waarop hij deze aanval heeft aangepakt. Hij heeft immers een bestorming van een zeer sterke defensieve positie, namelijk een steile, beboste heuvelrug, bevolen.228 Zoals in de eerdere beschrijving van de veldslag al bleek, zou deze al in een vroeg stadium vastlopen en is de Pruisische overwinning slechts te danken aan de komst van versterkingen.

In het geval van Kameke is in ieder geval erg duidelijk dat hij handelde volgens de principes van Auftragstaktik. Om te beginnen is de Offensivgeist duidelijk te zien. In de overtuiging dat de Fransen bezig waren met terugtrekken, wilde hij de goed verdedigbare heuvels innemen en eventueel de achtervolging inzetten.229 Zeker de neiging om de vijand op de hielen te zitten tijdens een terugtocht past goed in dat plaatje. Op die manier kon men immers voorkomen dat de vijand zich kon hergroeperen.230

Ook de voor Auftragstaktik benodigde discipline is bij Kameke aanwezig. Dat blijkt onder andere uit het feit dat hij zijn meerdere vroeg of hij naar de heuvels op mocht rukken.231 Hij was in eerste instantie ook als voorpost naar Saarbrücken gestuurd, dus het doortrekken van zijn opmars naar de heuvels ligt in die zin ook volledig in lijn met de gedachte van zijn

224 Groβer Generalstab, The Franco-German War, 203.

225 Ibid.

226 Ibid., 209.

227 Ibid., 203.

228 Ibid., 209.

229 Ibid., 203-205.

230 Moltke, Moltke's Militärische Werke II, 173.

meerdere. Omdat het een voorpost betreft, kwam daarmee ook de Einheitlichkeit niet in gevaar, waardoor Kameke dus ook in dit opzicht volgens de doctrine handelde.

Qua Führungsvorgang is Kameke's actie haast een schoolvoorbeeld van

Auftragstaktik. Kameke kwam namelijk in de onvoorziene situatie terecht dat de heuvelrug

nagenoeg leeg leek te zijn en dat gaf de Pruisen de kans om deze te bezetten. Op basis van binnenkomende rapporten van verkenners, die de schijn wekten dat de heuvels slechts door weinig Franse troepen verdedigd werden, en oude rapporten waaruit bleek dat de Fransen zich terugtrokken, besloot Kameke vervolgens om zijn kans te grijpen.232 Dat zijn analyse achteraf niet bleek te kloppen, is slechts te wijten aan frictie.

Het besluit om door te marcheren naar de heuvels om daar zijn voorposten te vestigen, is erg daadkrachtig en het toonde initiatief. Het besluit is bovendien in minder dan een half uur tijd genomen, dus dat wekt de indruk dat hij weinig twijfels had.233 Het bevel dat hij vervolgens gaf, is weliswaar niet terug te vinden, maar in de beschrijving van de Grote Generale Staf staat dat Kameke "ordered, shortly before 12 o'clock, General v. François to

drive the enemy's artillery off the Rotherberg. Instructions were given to the main body of the Division that the 28th brigade was to cross the railway bridge west of Saarbrücken, and that the batteries should pass through the town."234 Deze concrete bevelen worden opgevolgd door

de zin "General v. François made the following arrangements in execution of his purpose" en vervolgens een opsomming van instructies.235 Hieruit valt af te leiden dat Kameke slechts beval wat hij noodzakelijk achtte, namelijk het innemen van de Rote Berg en het toewijzen van een specifieke taak aan één brigade en de artillerie. De rest mocht François zelf invullen. Ook dat is dus geheel in overeenstemming met de doctrine.

Het ontstaan en het verloop van de Slag bij Spicheren is daarmee in hoge mate beïnvloed door

Auftragstaktik. Hoewel de zelfstandigheid van Steinmetz volgens de doctrine niet valt te

rechtvaardigen, is het wel de vrijheid binnen deze doctrine die hem in staat stelde om

zelfstandig te handelen. Het bleek uiteindelijk Kameke te zijn die op eigen initiatief, maar wel volgens de doctrine, de veldslag ontketende.

Ook werd duidelijk dat deze veldslag niet in Moltke's plan paste. Sterker nog: het verstoorde zijn plan. Het was namelijk nooit de bedoeling geweest om het Eerste Leger op

232 Ibid., 203.

233 Ibid., 204, 209.

234 Ibid., 209.

zichzelf een frontale aanval uit te laten voeren.236 Het Tweede Leger had deze aanval op een later tijdstip uit moeten voeren en het Eerste Leger had tegelijkertijd vanuit een westelijker startpositie in zuidwestelijke richting op moeten rukken. Op die manier zou het Franse leger worden vastgepind door het Tweede Leger en zou het Eerste Leger in de flank aan kunnen vallen.237 De gewenste Kesselschlacht zou daarmee werkelijkheid zijn geworden. Door het handelen van Steinmetz en Kameke kwam het Eerste Leger in zijn eentje in een veldslag terecht en werd de omsingeling juist niet gerealiseerd. Dat valt grotendeels te wijten aan

Auftragstaktik.

236 Groβer Generalstab, Militärische Korrespondenz, 195, 196.