• No results found

Hoofdstuk 2: Wissembourg en Wörth

2.4 Kirchbach en Auftragstaktik

Het was echter de bestorming van Kirchbach die het ontstaan van de veldslag definitief bewerkstelligde. Het IIe Beierse Korps had zich immers al terug weten te trekken. Als

174 Moltke, Moltke's Militärische Werke II, 208.

175 Groβer Generalstab, The Franco-German War, 151.

Kirchbach de aanval niet geïnitieerd had, was het voor 6 augustus mogelijk bij een uit de hand gelopen schermutseling gebleven. Maar "the Vth Corps was so seriously engaged that the fight

could not be broken off without obvious disadvantage. General von Kirchbach therefore determined to continue the contest on his own responsibility."177

Daarnaast was de aanval van het Ve legerkorps ook nog eens roekeloos. Om de sterke Franse stellingen op de heuvelrug van voren te bestormen, was onverantwoord. De rivier was lastig doorwaadbaar en achter Wörth volgde een lange vlakte die uiteindelijk uitliep tot de steile hellingen. Dit terrein was ideaal voor de Franse verdediging vanwege het grote bereik van het Chassepot-geweer en vanwege de mitrailleuse. "The frontal attack was an undertaking

of great difficulty, and could scarcely succeed unless with the co-operation of another on the flank."178 Doordat de aanval van Kirchbach zo roekeloos was en terugtrekken eigenlijk geen

optie meer was, moesten de andere legerkorpsen wel ingrijpen. En dat terwijl Friedrich Karl en Blumenthal nog zo uitdrukkelijk terughoudendheid hadden bevolen.179

Dat Kirchbach's aanval aan het kenmerk van de Offensivgeist voldeed, spreekt voor zich. "As the other portions of the XIth Army Corps were approaching, and the superiority of

our artillery was manifest, gave orders soon after 10 o'clock for the advanced guard to occupy Wörth and the heights beyond."180 Tevens hervatte Kirchbach telkens zijn aanval,

ondanks dat die iedere keer werd afgeslagen.181

Qua discipline was het handelen van Kirchbach natuurlijk niet in overeenstemming met Auftragstaktik. Friedrich Karl en Blumenthal hadden Kirchbach bevolen om geen

schermutselingen aan te gaan, als ze op een veldslag uit konden lopen. Dat bevel werd echter per ongeluk aan het IIe Beierse korps geleverd.182 Desondanks had Kirchbach ook uit de bevelen van 5 augustus moeten herleiden dat terughoudendheid geboden was.183

De aanval van het Ve legerkorps was dan wel weer in overeenstemming met de

Einheitlichkeit. De legerkorpsen liepen niet door elkaar en er vielen ook geen gaten in de

linie. Wel werd het een chaos onder de kleinere eenheden, maar dat had vooral te maken met de enorme verliezen die zij te verduren kregen.184

De Führungsvorgang is in het geval van Kirchbach lastig te beoordelen. Enerzijds omdat niet duidelijk is waarom hij tot zijn besluit is gekomen. Anderzijds omdat zijn bevel

177 Moltke, The Franco-German War, 16.

178 Ibid.

179 Wawro, The Franco-Prussian War, 123.

180 Groβer Generalstab, The Franco-German War, 157.

181 Ibid., 168-172.

182 Ibid., 163.

183 Ibid., 147.

niet terug te vinden is. Het enige wat wel duidelijk is, is zijn besluit om aan te vallen. Uit het feit dat hij zijn frontale aanval steeds weer probeert te hervatten, blijkt in ieder geval dat hij erg vastberaden was.

Dit wordt bevestigd door de historici van de generale staf, die stellen dat "to persist

under such circumstances demanded the unshaken confidence of the general commanding." 185 Gezien de grote verliezen en de tamelijk wanhopige situatie moet dit inderdaad het wel geval zijn geweest. In dat geval neigt toch ook de Führungsvorgang overeen te komen met de doctrine.

De Slag bij Wörth is dus in sterke mate beïnvloed door Auftragstaktik, in de vorm van het zelfstandig handelen van Walther en Kirchbach. Beiden hebben op hun eigen manier bijgedragen aan het ontstaan van de veldslag en Kirchbach heeft ook het verloop ervan op dramatische wijze veranderd.

Het was immers Kirchbach die de veldslag definitief opende met de roekeloze bestorming van de Franse stellingen met het Ve legerkorps. Niet alleen resulteerde dit in onnodig hoge verliezen, maar ook in een misgelopen kans. Het Derde Leger was immers nog niet compleet toen Kirchbach zijn aanval inzette. Als Kirchbach had gewacht, had Friedrich Wilhelm de volgende dag de veldslag kunnen voorbereiden met als gevolg dat de aanval in de Franse flank beter gecoördineerd tot stand was gekomen. Dit zou betekenen dat de Fransen met minder moeite uit hun stellingen werden gedreven. In operationeel opzicht was dit echter weinig betekenisvol. MacMahon had zich hoe dan ook teruggetrokken in zuidelijke richting en dat gaf Friedrich Wilhelm de vrijheid om zich bij de andere legers te voegen.

Hoofdstuk 3: Spicheren

Terwijl het Derde Leger de grens zou oversteken, zouden het Eerste en het Tweede Leger in respectievelijk zuidwestelijke en zuidelijke richting, dus in de richting van het Spicheren en Forbach, optrekken. Het Rijnleger van Napoleon zou dan worden ingesloten door een frontale aanval van Tweede Leger vanuit Saarbrücken en door het Eerste Leger dat vanuit het noorden in de flank had moeten komen.186

Die omvatting zou echter niet gerealiseerd worden. Dat is vooral te wijten aan het zelfstandig optreden van twee officieren: generaal Steinmetz en generaal von Kameke. Beide officieren speelden een cruciale rol in het ontstaan van de Slag bij Spicheren. In deze veldslag zou niet het Tweede Leger, maar juist het Eerste Leger de frontale aanval op het Rijnleger leiden.

Daarom zal deze veldslag in dit hoofdstuk worden beschreven en zal het zelfstandig handelen van beide officieren worden geanalyseerd aan de hand van Auftragstaktik.

Vervolgens zal worden beargumenteerd dat deze veldslag niet alleen niet door Moltke was voorbereid, maar zelfs zijn plannen verstoorde.