• No results found

Voldoende Water en/of Infiltratie

In document Ruimtelijke Onderbouwing (pagina 85-88)

6. Omgevingsaspecten en Effecten

6.5 Water(paragraaf)

6.5.2 Watertoets

6.5.2.2 Voldoende Water en/of Infiltratie

Bij (de invulling van) het Masterplan Bergwijkpark wordt het principe ‘waterneutraal bouwen’

aangehouden. Hierbij geldt de trits vasthouden, bergen en afvoeren (waterkwantiteit), als uitgangspunt, evenals de drietrapsstrategie schoonhouden, scheiden en zuiveren (waterkwaliteit).

Volgens het principe ‘waterneutraal bouwen’ betekent dat bij een toename van het verhard oppervlak compensatiemaatregelen vereist zijn om piekafvoeren op te kunnen vangen. Deze maatregelen kunnen worden gerealiseerd door het vasthouden of bergen van water door de aanleg van een waterberging of infiltratievoorziening.

De compensatie-eis voor de toename van het verhard oppervlak van het Waterschap AGV is 10%, bij compensatie door realisatie van meer wateroppervlak, indien er meer dan 1.000 m2 extra verhard oppervlak wordt gerealiseerd.

Voor het onderhavige plan/project zijn voor het oostelijke deel van het projectgebied, bij de uitbreiding van de Campus Diemen Zuid, berekeningen gemaakt van de oppervlakken van verhard gebied, onverhard gebied en water in de huidige situatie en de toekomstige situatie. In de tabellen 6.5A en 6.5B zijn de oppervlaktes aangegeven, en de rekengebieden zijn weergegeven op afbeelding 6.5A. Voor het westelijke deel van het projectgebied, de aanvullende parkeerlocatie, zijn geen berekeningen van de oppervlakken gemaakt omdat er niet of nauwelijks veranderingen plaatsvinden en omdat dit gebiedsdeel elders ligt, namelijk in Bergwijkpark Zuid.

Tabel 6.5A Oppervlakken oostelijk deel onderhavig projectgebied (locatie CDZ-uitbreiding)

Tabel 6.5B Oppervlakken rekengebieden oostelijk deel onderhavig projectgebied (locatie CDZ-uitbreiding)

Afbeelding 6.5A Rekengebieden oppervlaktes verhard en onverhard oostelijk deel onderhavig projectgebied (locatie CDZ-uitbreiding), en huidige situatie (groen = onverhard)

Uit de berekeningen blijkt dat er (in de eindsituatie) bij de uitbreiding van de Campus Diemen Zuid een toename aan verhard oppervlak is. Aangezien het om meer dan 1.000 m2 extra verhard oppervlak gaat, dient de toename aan verhard oppervlak op grond van de Keur van het Waterschap AGV te worden gecompenseerd. Er is vervangende waterberging nodig of er zijn waterbergingsoplossingen nodig.

Gedurende de ontwikkeling/realisatie van Holland Park zal er in principe voldoende onverhard oppervlak beschikbaar zijn om realisatie van verhard oppervlak mogelijk te maken. De realisatie van onverhard oppervlak en oppervlaktewater in Holland Park is tevens van belang voor de realisatie van verhard oppervlak bij de uitbreiding van de Campus Diemen Zuid.

Voor het gebied Holland Park is door Waternet een watervergunning16 verleend, waarbij een waterbalans is opgenomen. Uit de berekeningen in de waterbalans/-bank Holland Park fases 1, 2 en 3A plus nieuw park blijkt dat er in de periode van mei 2016 tot december 2017 een afname van het wateroppervlak zal zijn. In diezelfde periode zal er sprake zijn van een forse afname van het verhard oppervlak. Enkel in de periode van juli 2017 tot december 2017 plus uitloop tot april 2018 is er mogelijk sprake van een klein tekort in de waterbalans. In de periode december 2017 tot februari 2018 wordt er bij de weg Nienoord oppervlaktewater gerealiseerd. Daarna zal er niet meer sprake kunnen zijn van een water(balans)tekort in Holland Park. Vanaf april 2018 zal er sprake zijn van een water(balans)overschot ten opzichte van de situatie op 1 januari 2014, ofwel er is dan sprake van een toename van de waterbergingscapaciteit, en dit betreft een overschot van circa 1.000 m2 oppervlaktewater oplopend tot circa 6.000 m2 oppervlaktewater eind 2018. Vanaf dat moment kan het onderhavige project, de uitbreiding van de Campus Diemen Zuid, profiteren van de extra waterbergingscapaciteit vanwege het project Holland Park. Tot die tijd zal het projectgebied van de CDZ-uitbreiding waterneutraal moeten worden ingericht of zijn andere oplossingen ten behoeve van de waterberging benodigd. De periode waarin er sprake is van een klein extra tekort in de waterbalans vanwege de CDZ-uitbreiding loopt van oktober 2017 tot april 2018.

De “Waterbalans/-bank Holland Park fases 1, 2 en 3A plus nieuw park” (d.d. 28 oktober 2016, Attis) is als bijlage 16 bij deze ruimtelijke onderbouwing opgenomen.

De tijdelijke afname van waterbergingscapaciteit in het oostelijke deel van het projectgebied, bij de CDZ-uitbreiding, vormt een beperkt risico ten aanzien van wateroverlast zo lang het gebied waar eventueel wateroverlast zou kunnen plaatsvinden niet bewoond wordt. Het risico, en hoe lang dit risico aanwezig mag zijn, moet worden afgestemd met Waternet. Daarmee wordt voorkomen dat er belangrijke nadelige gevolgen kunnen ontstaan. Daarnaast wordt met de watervergunning een goede waterhuishouding gewaarborgd.

Compensatie

De compensatie-eis voor de toename van het verhard oppervlak van het Waterschap AGV is 10%, bij compensatie door realisatie van meer wateroppervlak. Tevens zijn, op basis van de beleidsregels van het Waterschap AGV, alternatieve regenwaterbergingsvoorzieningen mogelijk indien:

 hemelwater gecontroleerd kan afstromen naar het open water of de bergingsvoorziening, en het verlies aan berging als gevolg van de aanleg verhard oppervlak moet overeenkomstig met de hieronder gesommeerde regels worden gecompenseerd:

o de compensatie moet voorafgaand aan de aanleg van het verhard oppervlak worden gerealiseerd.

o de compensatie moet plaatsvinden in hetzelfde peilgebied.

 de bergingscapaciteit minimaal 70 m3 bedraagt;

 wordt aangetoond dat de voorziening effectief en duurzaam is;

 wordt aangetoond dat met een beheer- en onderhoudsrapport dat de voorziening in de toekomst gegarandeerd is;

 wordt aangetoond dat bij toepassing van de alternatieve regenwaterbergingsvoorziening het effect op het watersysteem gelijkwaardig is aan het effect van compensatie door aanleg van water.

In het beleid van Waternet is opgenomen dat de compensatie gerealiseerd dient te worden voordat de toename van verharding plaats heeft gevonden. Het is dus van belang dat de bestaande verharding op tijd is verwijderd en er ter plaatse van de toekomstige nieuwe watergangen geen verharding wordt aangelegd.

Mogelijke oplossingen, met betrekking tot de locatie van de CDZ-uitbreiding, zijn:

 het alvast realiseren van oppervlaktewater in het nieuwe park (Bergwijkpark);

 het moment van aanleg van verhard oppervlak afstemmen met de waterbalans van Holland Park;

 het plaatsen van infiltratiekratten;

 het zoeken van locaties bij de bestaande Campus en de CDZ-uitbreiding om een onverharde bodem te realiseren;

 het tijdelijk gebruiken van sterk doorlatende puingranulaat rondom de bouwkuip, met een doorlatendheid van meer dan 90 l/s/ha, als semi-verharding, in plaats van bestrating;

Laatstgenoemde oplossing is echter niet afdoende en moet worden gecombineerd met de andere oplossingen.

16 Watervergunning woningbouwproject “Holland Park” Diemen, d.d. 4 november 2016, nummer 16.029678 -

W-Waterinfiltratie en -berging gedurende de bouw van de uitbreiding van de Campus Diemen Zuid Vanaf oktober 2017 zal worden begonnen met het realiseren van extra verhard oppervlak, namelijk met de aanleg van de (parkeer)kelderbak. Het gebied van de kelderbak betreft gebied 6 in tabel 6.5B.

Aangezien er met de kelderbak circa 1.178 m2 extra verhard oppervlak wordt gerealiseerd is

waterberging een aandachtspunt. Op dat moment is er nog geen extra oppervlaktewater gerealiseerd in het gebied Bergwijkpark (in Holland Park).

In de keldervloer worden putten geplaatst, waarmee het regenwater dat in de kelderbak loopt kan

worden opgevangen in een grondlaag. Verder onder de kelderbak wordt drainage aangelegd, waarmee het water zich horizontaal kan verspreiden. Met een pomp wordt het water naar de putten gevoerd en de grond ingepompt. Zodra het water de horizontale drainage bereikt, wordt het (indien nodig) via een pomp afgevoerd naar het oppervlaktewater; hiermee kan de afvoer (indien nodig) worden versneld. Bij het bouwen van de bouwlagen komt het regenwater vanaf de bouwlagen terecht op de keldervloer, en dus in de putten, de grond, de drainage en eventueel het oppervlaktewater (na hevige regenval).

Op de voorgaande beschreven wijze vindt tijdens de bouw de waterinfiltratie en waterberging plaats.

Aangezien infiltratie nog steeds mogelijk is en het een tijdelijke situatie betreft, wordt het realiseren van circa 118 m2 oppervlaktewater met betrekking tot de kelderbak niet nodig geacht. Vanaf april 2018 zal ruim meer dan 118 m2 en 416 m2 extra oppervlaktewater zijn gerealiseerd in Bergwijkpark. De aanleg van het overige verharde oppervlak in het projectgebied van de CDZ-uitbreiding zal niet eerder plaatsvinden dan vanaf april 2018. Het regenwater dat ten noorden/noordwesten van de kelderbak terechtkomt zal ook naar putten (in de keldervloer) stromen en dus kunnen infiltreren.

De periode waarin er sprake is van een klein extra tekort in de waterbalans vanwege de CDZ-uitbreiding loopt van oktober 2017 tot april 2018.

Waterinfiltratie en -berging na de bouw van de uitbreiding van de Campus Diemen Zuid

Na de bouw van de kelderbak en de gebouwen zal water dat in de kelderbak terechtkomt nog steeds via putten in de keldervloer kunnen infiltreren in de grond. Als er zich teveel water ophoopt onder de kelderbak dan zal een pomp worden geactiveerd om het water via de drainage versneld af te voeren naar het oppervlaktewater in het park ten zuiden van het projectgebied. Na de realisatie van de uitbreiding van de Campus Diemen Zuid zal er veel meer oppervlaktewater en dus waterbergingscapaciteit in het gebied Bergwijkpark zijn gerealiseerd dan voorheen. Door infiltratie en afvoer via kolken, putten en leidingen in het projectgebied van de CDZ-uitbreiding wordt het regenwater vanuit het projectgebied geborgen in het oppervlaktewater ten zuiden van het projectgebied.

In document Ruimtelijke Onderbouwing (pagina 85-88)