• No results found

Bodem(kwaliteit)

In document Ruimtelijke Onderbouwing (pagina 78-82)

6. Omgevingsaspecten en Effecten

6.4 Bodem(kwaliteit)

6.4.1 Algemeen, en wet- en regelgeving

Ten aanzien van een omgevingsvergunning ex artikel 2.12, lid 1, sub a, onder 3° Wabo juncto artikel 5.20 van het Besluit omgevingsrecht (Bor) moet onderzoek worden verricht naar de bodemkwaliteit binnen het plan-/projectgebied. De reden hiervoor is dat het project op een vanuit milieuoogpunt zorgvuldige manier dient te worden uitgevoerd. Ook is hierbij van belang om aan te tonen dat het project uitvoerbaar is voor wat betreft eventuele kosten in verband met de bodemkwaliteit, zoals voorgeschreven in het Besluit ruimtelijke ordening (Bro). De Wet bodembescherming biedt het kader voor de benodigde kwaliteit en het gebruik van grond en bodem.

Bodemonderzoeken kunnen in verschillende gradaties plaatsvinden. Naast de uitvoering van een historisch onderzoek, kan het noodzakelijk zijn een verkennend, of – indien de onderzoeksresultaten daartoe aanleiding geven – aanvullend bodemonderzoek te laten verrichten in het kader van de voorbereiding van een project. Zo nodig moet er een saneringsplan worden opgesteld.

Informatie over de bodemkwaliteit kan tevens worden gehaald uit bodemkwaliteitskaarten. Een bodemkwaliteitskaart wordt vastgesteld op grond van het Besluit bodemkwaliteit (Bbk). Bij de bodemkwaliteitskaart staan verplichtingen inzake het gebruiken en verplaatsen van grond.

In het kader van de ontwikkeling van Bergwijkpark is er een verkennend bodemonderzoek verricht, door het bureau RSM. Het onderzoeksrapport “Verkennend Bodemonderzoek Bergwijkpark te Diemen”

(september 2014) van RSM is opgenomen als bijlage 6 van deze ruimtelijke onderbouwing.

12 DGMR (2014), Onderzoek luchtkwaliteit – Bestemmingsplan Bergwijkpark. Rapport d.d. 5 december 2014.

Zie bijlage 5 bij deze ruimtelijke onderbouwing.

Bij het oostelijke deel van het onderhavige projectgebied in het gebied Bergwijkpark Noord is

bodemonderzoek verricht. De resultaten van dit verkennend bodemonderzoek van RSM staan beschreven in paragraaf 6.4.3.

Voor het westelijke deel van het onderhavige projectgebied in het gebied Bergwijkpark Zuid is gekeken naar de Bodemkwaliteitskaart van de regio Amstelland-Meerlanden, waar Diemen en dus Bergwijkpark deel van uitmaken. Aangezien het westelijke deel van het onderhavige projectgebied geen woongebied wordt maar een parkeergebied, zijn de eisen ten aanzien van de bodemkwaliteit lager.

6.4.3 Bodeminformatie Bergwijkpark (Zuid)

Het voormalig weidegebied was in gebruik als agrarisch gebied (veenpolder met een circa 10 meter dik slap en sterk gelaagd veen/kleipakket). In deze omgeving bevonden zich ook enkele boerderijen. Op basis van onderzoek in de veenpolders elders in de gemeente, kan niet worden uitgesloten dat de weilanden een circa 20 cm dikke toemaakdeklaag bevatten (met verhoogde concentraties zware metalen en PAK's).

Uit oogpunt van verdere stadsuitbreiding is in 1968/1969 het gehele gebied in enkele spuitvakken opgespoten. Hiervoor is zand uit het IJmeer gebruikt. Dit zand is gewonnen middels dieptezuiging tot maximaal 60 meter beneden NAP uit de bodem van het IJmeer ter hoogte van het eiland Pampus. Het opgebrachte zandpakket is circa 3 meter dik.

Op het spuitzand van geheel Diemen-Zuid wordt niet verwacht dat het zand ten tijde van het opspuiten noemenswaardige verontreinigingen bevatte (niet verdacht van bodemverontreiniging). De op het spuitzand aangebrachte teelaarde is destijds niet onderzocht evenals het voormalige weiland waarop het spuitzand is aangebracht. De toplaag van een weiland kan bestaan uit een zogenaamd toemaakdek (door de eeuwen heen aangebracht stadsvuil). Onderzoek op weilanden elders wijst uit dat de mate van verontreiniging wisselt van weilandvak tot weilandvak van niet (omstreeks de streefwaarde) tot sterk (boven de interventiewaarde). De eventuele verontreiniging loogt over het algemeen niet uit en wordt dus niet met grondwater verspreid en vormt geen enkele risico of belemmering voor de woonbestemming.

Het gebied Bergwijkpark (Zuid) wordt voornamelijk gebruikt als kantorenwijk en als parkgebied. Het gemeentelijk archief bevat voor het gebied een grootschalig bodemonderzoeksrapport. Het betreft het oriënterend bodemonderzoek Bergwijkpark (Diemen-Zuid, wijk IV) dat in opdracht van de gemeente Diemen door bureau BKH is uitgevoerd met datum 25-7-1985 (nr. 2112C). Uit dit onderzoek volgt geen verontreiniging van de boven- en ondergrond. Op enkele plaatsen zijn er geringe verhogingen van het lood- en zinkgehalte in het grondwater. Op een enkele plaats is arseen aangetroffen. Er is geen aanleiding om aan het gebruik van het terrein wegens verontreiniging van bodem en/of grondwater functionele beperkingen op te leggen. Gezien de grootschaligheid van het onderzoek is geen detailinformatie van het gebied aanwezig.

De hiervoor gegeven informatie is afkomstig uit de toelichting van het bestemmingsplan Bergwijkpark Zuid.

Aangezien de functie van het onderhavige project in Bergwijkpark niet fundamenteel veranderd is er geen aanleiding om bodemonderzoek te verrichten. Er is bij het onderhavige project nog steeds geen aanleiding om aan het gebruik van het terrein wegens verontreiniging van bodem en/of grondwater functionele beperkingen op te leggen.

Tevens blijkt uit de Bodemkwaliteitskaart van de gemeente Diemen (als deel van de regio Amstelland-Meerlanden) dat te ontgraven grond tot een diepte van 0,5 meter onder maaiveld kan worden verzet en/of verplaatst. De voorwaarde hierbij is dat een historisch bodemonderzoek wordt verricht. Uit de hiervoor gegeven informatie blijkt dat er geen verontreiniging is van de bovengrond. Ten tijde van het grondverzet kan het historisch bodemonderzoek worden aangeleverd bij de gemeente. Op basis van de hiervoor gegeven informatie kan reeds worden geconcludeerd dat het onderhavige project (ten aanzien van het westelijk deel gelegen in Bergwijkpark Zuid) uitvoerbaar is wat betreft de bodemkwaliteit.

Afbeelding 6.4A Uitsnede Bodemkwaliteitskaart regio Amstelland-Meerlanden, met het onderhavige projectgebied in het gebied Bergwijkpark

6.4.3 Verricht bodemonderzoek Bergwijkpark Noord

De onderzoekslocaties van het verkennende bodemonderzoek dat is uitgevoerd in Bergwijkpark (Noord) zijn weergegeven op afbeelding 6.4B.

Afbeelding 6.4B Onderzoek(deel)locaties bodemonderzoek RSM (september 2014, bijlage 2

“deellocaties” van het rapport)

Bij het bodemonderzoek13, zoals dat op de locatie Bergwijkpark te Diemen is uitgevoerd, zijn in zowel de grond als het grondwater enkele lichte verontreinigingen zijn aangetroffen. Ten aanzien van de grond zijn lichte verontreinigingen met zware metalen, PAK, olie en PCB’s aangetoond, en in het grondwater bleek sprake te zijn van lichte verontreinigingen met barium en xylenen.

Naast de lichte verontreinigingen zijn in de grond plaatselijk ook matige en sterke verontreinigingen aangetroffen. Het gaat daarbij om de volgende deellocaties:

 Eekholt 28-34 (deellocatie 7). Hier is op circa een halve meter diepte een dunne slakkenlaag

(waarschijnlijk AVI-slak) aangetroffen met een oppervlak van ongeveer 500 m2. De dikte van de laag bedraagt circa 10 cm, dus het gaat hier om ongeveer 50 m3 slakkenmateriaal. Het materiaal is matig tot sterk verontreinigd met koper, lood en/of zink. Daarnaast komen diverse andere metalen in licht verhoogde gehaltes voor. De aanwezigheid van een formeel geval van ernstige bodemverontreiniging is aannemelijk.

 Bergwijkdreef 88 (deellocatie 15). Een bovengrondmengmonster uit de westhoek van het terrein bleek matig verontreinigd met PAK. Bij separate analyse van de deelmonsters echter zijn geen verhogingen gemeten.

De genoemde verontreinigingen op deellocaties 7 en 15 hebben geen gevolgen voor het project voor de uitbreiding van de Campus Diemen Zuid.

De aangetoonde lichte verontreinigingen in grond en grondwater staan het huidige gebruik (bedrijvigheid) en het voorgenomen gebruik (bewoning) niet in de weg. Het bureau RSM acht het onderzochte gebied dan ook geschikt voor herontwikkeling tot woongebied. De bodemkwaliteit is voldoende beschreven en het bureau ziet geen aanleiding voor vervolgonderzoek. Hoewel de risico’s ten gevolge van de verontreiniging met slakken op deellocatie 7 waarschijnlijk zeer gering zijn, adviseert het adviesbureau om het materiaal in geval van een herontwikkeling te verwijderen. Daarvoor zal tegen die tijd een BUS-melding bij de bevoegde instantie moeten worden ingediend.

Mocht tijdens de herontwikkeling grond vrijkomen, voor zover deze niet of licht verontreinigd is, dan is deze naar het zich nu laat aanzien herbruikbaar. Voor een formele beoordeling op herbruikbaarheid is voorliggend onderzoek echter niet geschikt. Tegen de tijd dat duidelijk is welke partijen grond vrijkomen en elders hergebruikt zouden moeten worden, zullen deze partijen grond middels een AP04 partijkeuring onderzocht moeten worden.

Voor deellocatie 1, liggend in en bij het onderhavige projectgebied, zijn ten aanzien van de bodemkwaliteit geen belemmeringen voor de realisatie van de uitbreiding van de Campus Diemen Zuid.

6.4.4 Conclusie

Uit het voorgaande kan worden geconcludeerd dat de bodemkwaliteit geen belemmeringen geeft voor de voorgenomen ontwikkeling van de uitbreiding van de Campus Diemen Zuid met de aanvullende

parkeerlocatie.

13 RSM (2014), Verkennend Bodemonderzoek Bergwijkpark te Diemen. Rapport september 2014.

In document Ruimtelijke Onderbouwing (pagina 78-82)