• No results found

Het Vlaamse beleid voor personen met een handicap behoort tot het beleidsdomein:

Welzijn, Volksgezondheid en Gezin. Als Agentschap behoort het VAPH, Het Vlaams Agentschap voor Personen met een Handicap, hiertoe. Het VAPH staat mee in voor de uitvoering van dit beleid. Wouter Beke is de huidige minister bevoegd voor Welzijn, Volksgezondheid en Gezin. Het Vlaams Agentschap voor Personen met een Handicap (VAPH) organiseert hulpverlening voor mensen met een erkende handicap alsook organisaties die zorgen voor ondersteuning op een klantgerichte en efficiënte manier door dienstverlening, ondersteuning, bijstand en financiering. Een bepaald deel van het door het VAPH gesubsidieerde aanbod is ook toegankelijk voor personen met een vermoeden van een handicap (Hermans, Dubois, & Vanroose, 2019).

Er wordt bij het VAPH ondersteuning georganiseerd voor personen die voor de leeftijd van 65 de aanvraagprocedure doorlopen hebben. Naast deze leeftijdsvoorwaarde, is er ook een verblijfsvoorwaarde. De persoon in kwestie moet in Vlaanderen of Brussels Hoofdstedelijk Gewest wonen om in aanmerking te komen met uitzondering voor niet- begeleide minderjarigen. Bij het VAPH wordt er gewerkt met een onderscheid tussen rechtstreeks toegankelijke hulp en niet-rechtstreeks toegankelijke hulp (Hermans, Dubois, & Vanroose, 2019).

Rechtstreeks toegankelijk hulp (RTH)

Dit bestaat uit beperkte ondersteuning bestaande uit begeleiding, dagopvang en verblijf.

Indien iemand er gebruik van wil maken, kan deze persoon zich rechtstreeks richten tot de aanbieders. RTH verloopt zonder aanvraag. Zowel meer- als minderjarigen kunnen genieten van RTH. (VAPH, z.d.).

Niet rechtstreeks toegankelijke hulp voor minderjarigen met een handicap (NRTH)

NRTH bestaat uit zorg en ondersteuning via een erkend en gesubsidieerd aanbod bestaande uit Multifunctionele Centra, MFC’s en het Persoonlijk Assisentiebudget, PAB.

Het PAB is een budget waarmee bijvoorbeeld assistentie in de omgeving van de minderjarige georganiseerd kan worden. Een aanvraag hiertoe verloopt via de Intersectorale Toegangspoort dat zich situeert binnen het Agentschap Jongerenwelzijn.

Het bedrag wordt bepaald door de ernst van de beperking, de leefsituatie en de vraag.

Met het PAB kunnen assistenten vergoed worden die bijdragen bij het huishouden en verplaatsingen maar evenzeer voor het vergoeden van begeleiding of ondersteuning (Hermans, Dubois, & Vanroose, 2019).

Een MFC richt zich tot kinderen en jongeren met een handicap tot 21 jaar, uitzonderlijk verlengbaar tot 25 jaar die nood hebben aan specifieke ondersteuning. MFC’s voorzien begeleiding, dagopvang en verblijf en bepaalde centra bieden evenwel diagnostiek en intensieve behandeling. Zoals gemeld bij het PAB dient hier ook een aanvraag ingediend worden bij de Intersectorale Toegangspoort (Hermans, Dubois, & Vanroose, 2019).

Niet rechtstreeks toegankelijke hulp voor meerderjarigen met een handicap Ook voor meerderjarigen biedt het VAPH ondersteuning aan. Meerderjarigen, die nood hebben aan intensieve en frequente zorg kunnen een persoonsvolgend budget (PVB) aanvragen. Dit is een budget op maat waar de persoon zorg en ondersteuning kan

‘inkopen’ binnen het eigen netwerk, vrijwilligers, begeleiders of professionele zorgverleners en bij het VAPH vergunde zorgaanbieders. In tegenstelling tot de hierboven beschreven Intersectorale toegangspoort, dient het PVB aangevraagd te worden bij het VAPH. Je doorloopt een procedure en dient een ondersteuningsplan in. In dit plan staan jouw wensen: wat kan jouw leven vormgeven? De overheid berekent een budget dat cash, via een rekening of via vouchers gegeven kan worden (Hermans, Dubois, & Vanroose, 2019).

6.3.1 Persoonsvolgende financiering

In september 2016 ontstond er een nieuwe manier van financiering: de persoonsvolgende financiering. Je kan in deze manier zelf kiezen welke ondersteuning je wilt. Dit bestaat uit twee trappen.

Trap één is het basisondersteuning budget (BOB), ook bedoeld voor minderjarigen en is een vast bedrag van 300 euro per maand. Je hebt recht op deze bijdrage als je een erkende handicap en vastgestelde ondersteuningsnood hebt. Het BOB is combineerbaar met rechtstreeks toegankelijke hulp. Dit omvat een bepaalde hoeveelheid dagopvang, begeleiding of verblijf. Er komt weinig papierwerk bij kijken en er moet geen verantwoording gegeven worden rond uitgaven.

Trap twee is het PersoonsVolgendBudget, afgekort PVB dat hierboven beschreven staat.

6.3.2 Groeipakket

Voor 1 januari 2019 was er sprake van kinderbijslag en dit alles bevond zich op federaal niveau. Na 1 januari 2019 spreken we van het groeipakket. Het groeipakket kunnen we de nieuwe Vlaamse kinderbijslag noemen. Het groeipakket speelt zich af op Vlaams niveau dus geldt voor ieder kind dat gedomicilieerd is in Vlaanderen.

Het groeipakket bevat een eenmalig startbedrag, vast maandelijks basisbedrag, een schoolbonus en enkele toeslag. Het startbedrag en het basisbedrag zijn gelijk voor elk kind. In augustus is er ook een schoolbonus.

Het pakket verschilt van de kinderbijslag doordat het op maat is van het kind, meer dan bij de kinderbijslag. Het groeipakket bevat een geheel aan gezinsbijslagen en financiële tegemoetkomingen vanuit de Vlaamse overheid. Het bedrag is sterk afhankelijk van de gezinssituatie en werkt dus erg op maat van het kind (Groeipakket, z.d.). De schooltoeslag, die eerder bij het ministerie van Onderwijs zat, zit ook in het groeipakket.

“Nieuw zijn de kinderopvang- en kleutertoeslag. Daarnaast is er voor kinderen met een speciale zorgbehoefte een zorgtoeslag en gezinnen met een laag inkomen kunnen een sociale toeslag krijgen (Maganck, 2020)”. De manier waarop de sociale toeslag berekend wordt is ook veranderd. Het jaarlijks inkomen en de gezinssamenstellingen bepalen dit nu (Lachaert, 2020).

De Vlaamse regering moet in 2020 74 miljoen euro extra voorzien voor het groeipakket.

Dat is het gevolg van de automatisering van de studietoelage. Er is een toename van 35% in de gezinnen die recht heeft op deze toeslag. Dat toont aan dat er veel kinderen in een kansarm gezin wonen, aldus Wouter Beke (Casagrande, 2020, p. 12).

Kinderen geboren vanaf 1 januari 2019 krijgen direct het groeipakket. Kinderen die ervoor geboren zijn, behouden hun basisbedrag en leeftijdsbijslag. Zij krijgen wel mogelijke toeslagen en eventueel een sociale- of zorgtoeslag uit het zorgpakket.

Het groeipakket kan aangevraagd worden bij vijf Vlaamse uitbetalers: FONS, Infino, Kidslife Vlaanderen, MyFamily en Parentia. (Groeipakket, z.d.).

Zorgtoeslag

Binnen het groeipakket zit dus ook een zorgtoeslag. Dit is speciaal voor kinderen met specifieke noden. De toeslag dient om extra kosten in hun situatie te dekken. De zorgtoeslag is voor kinderen met een beperking, wezen en kinderen in een pleeggezin en wordt maandelijks uitbetaald (Groeipakket, z.d.).

Voor kinderen met een beperking spreken we nu van de ‘zorgtoeslag voor kinderen met een specifieke ondersteuningsbehoefte’, de vroegere ‘verhoogde kinderbijslag’. Het bedrag is een vergelijking van de specifieke ondersteuning met die van de leeftijdsgenoten (Groeipakket, z.d.).

7 Kansarmoede

In dit onderdeel wordt dieper ingegaan op het begrip ‘kansarmoede’. Eerst wordt er een definitie besproken. Nadien wordt er verder gegaan op de manier waarop kansarmoede berekend wordt. Verder wordt ingegaan op verschillende drempels. Tot slot worden verschillende tips om kansarmen te bereiken en te ondersteunen besproken.