• No results found

het overleven. Energie gaat naar daar. Daarom moeilijk bereikbaar.

Huis van het Kind:

Absoluut. Is een heel moeilijke, is een gesloten groep. Ze hebben bepaalde angsten wat ik ook echt begrijp, absoluut he maar ja en we hebben in het verleden, dat kan ik nu ook wel eventjes zeggen. In 2013 hebben we het ’t Kanske opgestart ,we hebben jaren terug toen Ingrid Liete nog minister was heeft zij geld voor projecten, voor kinderen in de kansarmoede om die uit de kansarmoede te krijgen en dan hebben we daarop ingeschreven en hebben we het ‘t Kanske gecreëerd en het ‘t Kanske is eigenlijk op basis van, is een beetje DOMO, als basis benomen, dus laagdrempelige opvoedingsondersteuning bij mensen in huis dus eigenlijk, het ‘t Kanske bestaat ook nog altijd en dat is binnen het OCMW en het sociaal huis van Bree. Dus dat zijn vrijwilligers die laagdrempelige opvoedingsondersteuning bieden aan huis.

Het is heel belangrijk, ale toen we dat hebben opgestart hebben ook iemand vanuit een ervaringsdeskundige die ons ondersteunt heeft daarin omdat we ook een bepaalde gedachtegang hebben van he, we moeten maar gaan werken en waarom hebben ze dan wel ne gsm en gene boterham dus dat waarom dat mensen in kansarmoede reageren op een bepaalde manier en dat heeft toch ook wel een licht geworpen op hoe dat ze terugtrekken en bang zijn voor, bang zijn voor hun kinderen te verliezen, ja tis op zich, ja tis ne hele moeilijke en ik zie dat ook terug in het wiekernestje, het kinderdagverblijf waar dat ze nu toch regelmatig kinderen krijgen vanuit de kansarmoede om hun toch ook te laten socialiseren ook om, vooral aan dat pedagogisch aspect maar mensen, die ouders zijn toch bang. Voor hen is dat een stuk iets afgeven en ze zijn bang dat ze het kind gaan verliezen, dus dat stuk. Dus dat merk ik heel erg, dat is moeilijk.

Kind en gezin:

Anne Goethals: Eigenlijk spreken wij van kwetsbare gezinnen Dat kan van alles zijn.

Een alleenstaande werkende mama, kan ook een kwetsbaar gezin zijn daarom gebruiken wij liever die term.

Er kunnen verschillende redenen zijn waarom ze moeilijk bereikbare zijn en je kan daar een hele lijst van maken.

Rachida Zarioh: op bepaalde vlakken. Als de ouder een duidelijke nood en daarvoor hulp vraagt heeft dan merk ik van niet maar als ze zelf geen

hulpvraag hebben of inzicht in de tekortkomingen dan is dat heel moeilijk.

Het Raster:

Merken dat het voor kansarmen vaak moeilijk is om zelf aan te melden We merken ook (van collega’s).

Als die begeleiding opgestart worden is het moeilijk voor een afspraak te maken. Soms vergeten ze afspraken, houden de boot af, ge merkt wel wantrouwen van: er komt iemand naar mij. En ook een gevoel van falen:

‘oei, er komt iemand bij mij maar eens dat je het vertrouwen hebt zijn dat gezinnen die heel dankbaar zijn. Maar de bereikbaarheid is soms moeilijk.

Domo:

Ja, kinderen in kansarmoede in het algemeen is een moeilijk bereikbare groep. Omdat door die kansarmoede, ale een van de belangrijkste, hangt heel vaak samen met weinig netwerk waardoor er weinig kansen zijn en waardoor gezinnen weinig netwerk hebben en daardoor moeilijk terecht komen bij hulpverlening of mensen die hun kunnen helpen. Ik denk dat dat in het algemeen is. Ik denk voor kinderen en jongeren met een beperking dat die nog sneller ergens terecht zouden komen omdat die andere noden en hulp hebben of sneller in contact komen met dokters dat die rapper worden doorverwezen denk ik naar ondersteuning. Maar dat is, dat lijkt me zo maar mensen in kansarmoede in het algemeen, is een doelgroep die vaak onder de radar blijft waaraan hard aan gewerkt wordt om die op te sporen. Nu in deze tijd, we hebben nu gemerkt met corona, Leuven organiseert, ale Leuven helpt opgericht en zij zijn echt heelder lijsten van doelgroepen beginnen opbellen op er zeker van te zijn dat die zwarte gaten opgevuld blijven omdat die mensen echt onder de radar blijven en dat te voorkomen, dat die zelf de stap niet zetten of durven zetten naar hulp of niet weten hoe er aan te geraken dus dat geldt zeker ook voor mensen in kansarmoede met een kind of jongeren met een beperking.

Ruimtevaart:

Er is een onderzoekslijn die schrijft die stelt: er bestaan geen moeilijke doelgroepen. Maar ik geloof dat wel, er zijn alleen organisaties die er nog niet in slagen om bepaalde groepen te bereiken. En dat is geen verwijt.

Elke organisatie heeft groepen die die moeilijker bereikt dan anderen. De vraag is of dat je dat, hoe dat je dat kan veranderen? Magenta heeft duidelijk zicht gesteld dat te willen doen en eigenlijk denk ik dan dat je moet stellen: waarom komen mensen niet naar ons aanbod? Maar, wat moet ons aanbod naar die mensen? En als je dan niet bereid zijn en het blijft alleen bij uitnodigen en folders steken bij, dat stuk. Dan blijft het vaak bij, dan gaat dat nooit niet lukken. Dus wat je het beste doet is gaan kijken van: kunnen we niet eens gaan babbelen met een

Ruimtevaart en zeggen van: we zouden graag bij jullie eens iets doen voor mensen die een kind hebben en als je dan slim bent, van een kind die naar het bijzonder onderwijs gaat.

Christelijke Mutualiteit:

Liesbeth Vanderwearen: ik denk zoals Ann toenstraks al zei, kansarmoede is iets dat je over generaties heen ziet en ik denk als ale, dat is misschien het gedacht dat ik errond heb van ja, als er u ooit niet gezegd is geweest van: het is belangrijk om uw administratie bij te houden en ge moet toch zien waar ge recht op hebt en ale ge kunt naar die instanties. Als ge daar nooit op de een of andere manier die boodschap hebt gekregen, dan ja je hoe, ik ben dan gewoon aant denken van. Als je niet weet dat het bestaat en ge ziet niet de meerwaarde ervan in eigenlijk, ja dan ale, dan gade dat ook niet doen.

Ann Florentie: dat heb je dus bij die generatie armoede maar je hebt natuurlijk ook mensen die door omstandigheden zoals scheiding en werkverlies in armoede komen enzo en daar ziede dat de mensen te veel te veel zorgen rond hun hoofd hebben en daar gewoon niet toekomen.

En ik denk ook he Elien, ik heb al een aantal mensen gehad die ouders zijn van een kind met een beperking en in het ziekenhuis zijn die vaak heel medisch opgavangen he. Er moeten daar ingrepen gebeuren en onderzoeken gevoerd worden en dan is de diagnose gesteld en de ingreep gebeurd en dan mogen die mensen naar huis. En dan stopt het niet maar valt er wel iets stil want dan zijn die mensen uit het ziekenhuis. Maar dan, dat vervolg is ook iets dat mist denk ik. En uiteraard is dat medische iets belangrijks. Dat kind met een hartafwijking moet eerst behandeld worden maar als dat dan een blijvende problematiek is ja dan vallen er ook nog andere voorzieningen open of moeten er andere dingen aangevraagd worden. En dan kunnen we wel tegen de mensen zeggen van kijk je hebt nog verhoogde kinderbijslag, ale zorgtoeslag nu, kunnen we aanvragen en dat kan met terugwerkende krachten dat er misschien een aangeboren aandoening is en dan kan dat zelfs zover teruggaan. En dan vallen er, dan geraakt er een bal aan het rollen want eenmalig je die erkenning hebt kunnen we andere sociale voorzieningen in orde maken. Maar dan hebben we het alleen over het financiële. Dan is ook no de vraag van psychosociale begeleiding.

RISO:

Ja dat denk ik wel. Deze gezinnen zijn vaak af scherpt naar 1 instelling or 1 organisatie maar ze zouden veel meer de kans moeten krijgen om in hun eigen buurt deel uit te maken van hun eigen buurt. Dat is weer kinderen in een klas zetten van 25 en een leerkracht, dat werkt ook niet.

De klassen moeten dan kleiner gemaakt worden of er moet begeleiding op maat komen in die klas. Weer hetzelfde verhaal: kleinere groepen, multidisciplinair werken en samenwerken maar daar slaagt men niet in.

Of kan men de keuze niet in maken want het gaat natuurlijk ook om geld en personeel.

Bijlage 6: Geïnformeerde toestemming

Geïnformeerde toestemming Titel van het onderzoek:

Welke Strategieën kan Magenta gebruiken om kansarme families, die een kind of jongere met een beperkingen hebben, te bereiken en te ondersteunen?

Naam + contactgegevens:

Elien Thijs – elien.thijs1@student.ucll.be

Ik ondergetekende, ………, verklaar hierbij dat ik, als deelnemer aan het interview:

(1) Ik begrijp wat het doel van dit onderzoek is.

(2) Ik neem uit vrije wil deel aan dit onderzoek.

(3) De resultaten van dit onderzoek kunnen gebruikt worden voor wetenschappelijke doeleinden en mogen gepubliceerd worden.

(4) De toestemming geef aan de onderzoeker om mijn resultaten te bewaren, te verwerken en te rapporteren.

(5) Ik behoud het recht om op elk moment mijn deelname aan het onderzoek stop te zetten.

(6) Voor eventuele vragen, klachten, verdere opvolging, weet ik dat ik na mijn deelname terecht kan bij:

Mevrouw Sylvia Van Walleghem, begeleidster BAP Sylvia.vanwallegem@ucll.be

Datum:

Naam en handtekening van de geïnterviewde:

Naam en handtekening van de onderzoeker:

Elien Thijs