• No results found

4.5.1 Cultuurhistoriek

Maximaal behoud van erfgoedelementen staat centraal. Deze zijn op hun beurt verbonden met doelstellingen onder andere thema’s. De specifieke doelstellingen worden hieronder aangegeven al dan niet met verwijzing naar het overeenkomstig thema.

Herstel van de historische structuur

 ‘Symbolisch’ herstel van de grachtenstructuur (zie ook 4.5.2.2) door wijzigingen in het reliëf en integratie van water.

 Verwijdering van (naoorlogse) loodsen

 Renovatie van gebouwen met het oog op behoud en beleving. Dit wordt mede mogelijk gemaakt door het toewijzen van functies aan bepaalde delen.

o Herstel van de watergangen o Herstel van de dakstructuur Reduit

o Selectie van ruimten met het oog op beleving van het erfgoed

o Verwijdering historisch niet correcte materialen in delen van gebouwen die afbreuk doen aan de beleving van het erfgoed

Belevingswaarde

 Behoud en verdere uitwerking van de museale functies van de verschillende fortgebouwen en structuren door:

Opportunities

 Participatie in beheer en inrichting

 Aanwezigheid van natuurlijke en cultuur-lijke materialen voor inrichting

 Ruimte voor vernieuwing

Threats

 Toenemende gebruiksdruk

 Afvalwaterbehandeling

goed beleving met het oog op het tegengaan van verval door leegstand maar met behoud van de erfgoedelementen.

4.5.2 Abiotiek

4.5.2.1 Reliëf en bodem

Herstel van de historische structuur (zie ook 4.5.2.2)

 Verwijdering van bosvegetatie op locatie ter herstel en bescherming van erfgoedwaarden

Ecologische waarde

Maximaal behoud van de aanwezige ecologische waarde die (vaak inherent) verbonden is met de reliëf en bodem opbouw. Hieronder vallen de volgende doelstellingen af te leiden:

 Behoud van bestaande oriëntatie en inrichting en lokaal de staat van voorkomen van struc-turen voor de ontwikkeling van specifieke vegetaties (graslandvegetatie op glacis, bosve-getatie op hellingen, muurvebosve-getaties)

 Aanpassing van oeverstructuur en ontwikkeling oevervegetatie

 Behoud van bouwfysische structuur op locatie voor optimaal klimaat verblijf vleermuizen-populaties (overzomering en overwintering)

Recreatieve waarde

Gebruik van reliëf op locatie voor recreatieve doeleinden:

 Creëren van uitkijkpunt

 Beleving van reliëf door inrichting ‘ravotparcour’

 Beleving grachten structuur door aanpassing oevers op locatie

Milieukwalitatieve waarde

 Mogelijk maken van doorgedreven slibreductie/verwijdering in de waterlichamen via een plan op lange termijn

4.5.2.2 Waterhuishouding

Het stelsel van antropogene waterlichamen, de natte gracht, heeft een zeer belangrijke landschap-pelijk structurerende, esthetische, recreatieve en ecologische functie in het parkgebied. Het plan wil de komende beheertermijn de volgende doelstellingen nastreven:

Herstel van de historische structuur

Door de demping van enkele delen van de natte gracht is de leesbaarheid van de vesting danig verzwakt, deze zal de komende beheertermijn worden hersteld.

 Via ingrepen in reliëfstructuur wordt de visuele beleefbaarheid van een aaneengesloten grachtenstructuur hersteld. De ingrepen in reliëf moeten een barrière effect creëren. Deze verandering in reliëf heeft niet tot doel een fysieke barrière te zijn.

 Op de volgende locaties dient de historische rechte oeverstructuur van de bestaande gracht langs weerszijden behouden en hersteld te worden:

o Hoofdingang aan de Krijgsbaan

o Tussen de linker en de rechtercaponnière (langs de hoofdcaponnière)

Globale watercyclus

 Via een pompsysteem wordt de ontwatering van het gebied door de HST bedding tegen-gegaan. Het water niveau wordt op deze manier op peil gehouden.

 De regenwaterafvoer van bestaande en eventueel toekomstige verharde oppervlakken of de bijkomende afvoer (herstel van de afvoer) van regenwater dat gegenereerd word door herstelwerkzaamheden aan de historische gebouwen moet, na buffering via regenwater-putten, worden afgevoerd naar de natte gracht.

 Water dat gebruikt zal worden voor toiletten zal maximaal via regenwatercaptatie van de daken voorzien worden;

 Het ‘zwart’ en ‘grijs’ water (DWA) wordt op het rioleringsnetwerk van de omliggende straten aangesloten.

Ecologische waarde

 De ecologische waarde van de natte gracht(en) kan verhoogd worden door een min of meer glooiende oeverstructuur aan te leggen. Op andere plaatsen kan een oeververstevi-ging met houten profielen of geotextiel en stortstenen voorzien worden.

 Door het aanbrengen van oeververstevigingen op bepaalde van de oever en de ruimte tus-sen de oeverwand en de houten oeverversteviging aan te vullen met ruimingslib (conform de voorwaarden) en aarde ontstaan er plas dras situaties waar oeverbegroeiing zich kan vestigen. Dit moet mee helpen het pad op talud te vrijwaren van ondergraving door de peilschommelingen. Deze oevervegetaties zullen nestgelegenheid voor diersoorten met zich mee brengen

Recreatieve waarde

 Inrichten van hengelzones op de locaties waar oeververstevigingen werden aangebracht.

Er kan met houten platforms gewerkt worden.

 Op een locaties (oost of west) kan een veerpond met touw gemaakt worden om een avon-tuurlijke oversteek van de gracht te creëren.

4.5.3 Biotiek Ecologische waarde

 Behoud van de diversiteit aan biotopen. De verschillende types graslandvegetatie, open water, bos, struweel, bosranden, ruigte.

 Optimalisatie van de habitatkwaliteit via aangepaste inrichting. Zo worden locaties voorbe-houden en geoptimaliseerd als vleermuishabitat, habitat voor muurvegetaties, bloemrijk

op nieuwe gebouwen wordt gebruikt voor de ontwikkeling van groendaktypen en ertegen voor verticale groenstructuren. Een verscheiden invulling wordt hierbij nagestreefd. Ook op de ruimte die dient gebruikt te worden voor de symbolische weergave van de gesloten grachtenstructuur worden moerasvegetaties gebruikt in het ontwerp.

Recreatieve waarde

 De uitbouw van specifieke beheerpraktijken per vegetatietype die als voorbeeld dienen voor bezoekers. We denken hierbij aan de ontwikkeling van houtwallen, hakhoutbeheer, structuurrijk bosbeheer.

 De ontwikkeling van een aangepast opleidingsprogramma en excursieprogramma binnen park- en natuurbeheer en –beleving voor doelgroepen zoals schoolgaande kinderen en sociale werkplaatsen.

 De mogelijkheid bieden om culturele activiteiten in de groene sfeer te ontpooien. Hiervoor wordt op locaties aangaste infrastructuur voorzien.

Relatie met gebouwen en erfgoed

 Gebruik van ruimtes in gebouwen met erfgoedwaarde voor de natuureducatieve doelein-den, onder meer om een meerwaarde te creëren in leegstaande ruimtes met risico op ver-val.

 De abiotische eigenschappen die gecreëerd worden door de structuur van de gebouwen op locatie maximaal bewaren opdat een voorkomen van de Europees beschermde soorten mogelijk blijft.

4.5.4 Beleving en gebruik Optimalisatie van infrastructuur

 Herinrichting van de padenstructuur met het oog op creëren van duidelijk onderscheid per type gebruik. Dit zal invulling kennen door het hiërarchisch gebruik van verschillende types verhardingen.

 Duidelijke geleiding voorzien door te voorzien in

o de aanleg van natuurlijke structuren die wildrecreatie ontmoedigen.

o eenvormige informatieborden en bewegwijzering op strategische locaties

 Verbreding van de gebruiksmogelijkheden door inrichting van groene ruimte en ruimten in gebouwen.

 Verbetering van de sanitaire infrastructuur centraal en in de rand van het park.

 Vergroten van de mogelijkheden voor dagjesbezoeken door het inrichten van picknick-plaatsen gecombineerd met horeca-voorzieningen.

 Creëren van bijkomende spelmogelijkheden met gebruik van de beschikbare biotopen

 Creëren van aantrekkelijke toegangspoorten en verwijderen of herstellen van hekken- en draadafsluitingen

Communicatie: Zichtbaarheid vergroten

 Opmaken van promotiemateriaal ter verspreiding op het internet, in regionale pers en openbare vervoersbedrijven

 Aanbieden van excursiepakketten voor doelgroepen

Draagkracht van het gebied respecteren

 Zonering in gebruiksmogelijkheden met het oog op het vrijwaren van de rust in bepaalde delen op het binnenglacis en de fortgebouwen.

 Uitwerken van een frequentieregeling en een reglement voor de organisatie van grotere evenementen gedifferentieerd per locatie

4.5.5 Integrale milieuzorg Duurzaam beheer afvalstromen

 Maximaal hergebruik van vrijgekomen materialen van de afbraak van loodsen o Voor het aanleggen van bakstenen wandelpaden

o Voor het aanleggen van stapelmuurtjes als omboording of geleiding

 Aanwending van beheerresten in het parkgebied o Lokale compostering klein groenafval o Productie van haksel van takhout

o Aanwending van stammen en takken in takkenril als afsluiting of geleiding o Aanwending van stammen en takken in recreatieve route (‘ravotparcours’)

Duurzaam beheer van de waterkringloop

o Aanwending opgevangen hemelwater voor sanitair gebruik

Rationeel energieverbruik

o Gebruik maken van BBT voor ontwerp nieuwe infrastructuur en herstel bestaande

Participatie draagvlak en bewustmaking bevorderen door

 Ontwikkelen van leerpaden o Groenafval en beheer

o Voedselweb, de bewoners van het fort o …

 Organisatie van doedagen o Bouwen van takkenril

o Maaien van hooiland en oevervegetatie o …

5 Inrichtingsmaatregelen en beheer