• No results found

Verwijzingen naar slachtoffers van seksueel geweld

In document Het eerste jaar van #MeToo (pagina 48-51)

Evaluatieve benamingen aanklagers: slachtoffers/voorstanders

4.2.4.1. Verwijzingen naar slachtoffers van seksueel geweld

Een meerderheid van de gevonden evaluatieve verwijzingen naar de aanklagers van seksueel geweld in de populaire kranten Telegraaf en Metro verwijst naar de slachtoffers hiervan. In alle gevallen gaat het om specifieke slachtoffers. Er zit hierin wel een verschil tussen de Telegraaf en Metro. In de Telegraaf gaat het om slachtoffers die evaluatief naar zichzelf verwijzen. Een voorbeeld

0 1 2 3 4 5 6

De Telegraaf Metro AD NRC Trouw De Volkskrant

Populaire kranten Kwaliteitskranten

Aa

nt

al

Evaluatieve benamingen aanklagers:

slachtoffers/voorstanders

hiervan is Saskia Noort: “Ik zweeg omdat ik het verhaal haatte en mezelf, omdat ik me losgekoppeld voelde van iedereen, besmeurd, vies, lelijk en door het uit te spreken zou iedereen zien wie ik werkelijk was. Een aanstellerig dom wezen dat zich had laten verkrachten.” Bij Metro wordt er uitsluitend naar een slachtoffer van seksueel geweld verwezen, maar niet door dit slachtoffer zelf. Met de evaluatieve termen ‘carrièreterrorist’ en ‘anonieme tegenpartij’ wordt er door de journalist verwezen naar de vrouw die iemand heeft beschuldigd van grensoverschrijdend gedrag. Een vergelijkbaar fragment is gevonden in NRC Handelsblad, waarin de journalist het #MeToo-schandaal rondom de voetballer Cristiano Ronaldo bespreekt: “Ik twijfel er geen seconde aan dat Ronaldo dat promomeisje in Las Vegas heeft gepromoveerd tot sletje voor de nacht.” Net als bij Metro gaat het hierbij om woorden van de journalist zelf, waarmee hij naar een specifiek slachtoffer van seksueel geweld verwijst. De twee andere gevonden evaluatieve verwijzingen naar slachtoffers van seksueel geweld in NRC Handelsblad zijn echter afkomstig uit generieke citaten. Hierbij gebruikt de journalist dus niet zijn eigen woorden, maar haalt hij woorden van anderen aan: “Toch werd Ito door veel Japanners gezien als slet die de vuile was buiten hing.” In Trouw wordt er enkel gebruik gemaakt van citaten om evaluatief naar slachtoffers van seksueel geweld te verwijzen. Het kan hierbij gaan om een generiek citaat, zoals ook in NRC Handelsblad het geval was. Maar ook zijn er evaluatieve termen gevonden in een citaat, waarvan de aangehaalde bron wel bekend is. Een voorbeeld hiervan is het volgende fragment: “Rosanna Arquette schiet haar goede vriendin Asia [Argento, red.] te hulp. […] Volgens haar is Jimmy Bennett een afperser.” In dit geval wordt er naar het slachtoffer van seksueel geweld verwezen met de term ‘afperser’. Hierbij parafraseert de journalist de woorden van Rosanna Arquette over het slachtoffer. Ook de evaluatieve verwijzingen in de Volkskrant werden in citaatvormen gevonden. De Volkskrant wijkt echter af van zowel de populaire als de twee andere kwaliteitskranten, doordat de evaluatieve termen uitsluitend verwijzen naar generieke slachtoffers van seksueel geweld. Het betreft hier drie gevonden verwijzingen in een enkel artikel over seksueel geweld in de voetbalwereld. Hierin werden de slachtoffers door een aangehaalde bron neergezet als ‘golddiggers’ en ‘gelukszoekers’. Er is dus te zien dat er tussen de verschillende kranten verschillende manieren worden gebruikt om evaluatief naar de slachtoffers van seksueel geweld te verwijzen. Hoewel er in de populaire kranten bijna uitsluitend door de journalist zelf evaluatief naar specifieke slachtoffers wordt verwezen, doen de twee kranten dit op andere manieren. In de Metro verwijst de journalist evaluatief naar een specifiek slachtoffer van seksueel geweld, terwijl dit in de Telegraaf wordt gedaan door het slachtoffer zelf. Deze praat dus over zichzelf. Hierin is de Telegraaf uniek in, ook ten opzichte van de drie kwaliteitskranten. In Trouw en de Volkskrant wordt er uitsluitend in citaatvorm evaluatief naar de slachtoffers van seksueel geweld verwezen, zowel naar specifieke personen als naar slachtoffers in het algemeen. Hierbij gaat het om gevallen in de directe rede, parafrasen en generieke citaten. Ook in NRC Handelsblad gebeurt dit op deze manieren, al zijn er ook gevallen gevonden waarin de journalist zelf evaluatief naar de slachtoffers van seksueel geweld verwijst. 4.2.4.2. Verwijzingen naar #MeToo-voorstanders

In de populaire kranten is slechts één evaluatieve verwijzing gevonden naar de voorstanders van #MeToo. Deze is gevonden in de Telegraaf. Het artikel gaat over de Franse actrice Catherine Deneuve en 99 andere vrouwen, die zich uitspreken tegen #MeToo en de gevolgen ervan. In het artikel maakt de journalist gebruik van een parafrase om de woorden van de Franse vrouwen te verslaan. Met de evaluatieve term ‘radicale feministen’ verwijzen zij naar de voorstanders van #MeToo in het algemeen. In de kwaliteitskranten NRC Handelsblad en Trouw werden meerdere evaluatieve verwijzingen gevonden naar mensen die zich uitspreken tegen seksueel geweld en ongelijke seksuele verhoudingen tussen man en vrouw. Al deze evaluatieve verwijzingen werden gevonden in een citaatvorm. Een meerderheid verwijst in het algemeen naar de voorstanders van #MeToo. Een voorbeeld hiervan is het volgende fragment uit Trouw. Hierin wordt een Amerikaanse vrouw geciteerd: ““Dit is mijn zoon”, schreef ze op Twitter bij een foto van Hanson in zijn marine-uniform. “Hij gaat niet op dates met vrouwen door het huidige klimaat van valse seksuele beschuldigingen door radicale feministen met een agenda.”” In dit voorbeeld is de directe rede te herkennen. De woorden van de Amerikaanse vrouw zijn letterlijk (weliswaar vertaald) overgenomen door de journalist. In de andere gevonden evaluatieve generieke verwijzingen naar de voorstanders van #MeToo in de kwaliteitskranten wordt er gebruik gemaakt van andere citaatvormen, zoals deelcitaten of generieke citaten. Tot slot wordt er in NRC Handelsblad nog tweemaal evaluatief verwezen naar een specifiek iemand die zich uitspreekt tegen seksueel geweld en seksisme, namelijk PvdA’er Kirsten van den Hul: ““Dat de premier en leider van de tweede partij

zich zo seksistisch uitlaten. En daar wordt dan nog om gelachen ook. Als ik er dan over tweet, dan krijg ik een week lang op Twitter om m’n oren dat ik een Feminazi ben, en ‘hoer ga terug naar het aanrecht’.” Er wordt dus evaluatief naar Van den Hul verwezen, iemand die zich uitspreekt tegen seksisme, met woorden als ‘Feminazi’ en ‘hoer’. In dit voorbeeld is te zien dat dit op twee manieren wordt gedaan. De term ‘Feminazi’ is geplaatst in een generiek citaat, terwijl ‘hoer’ afkomstig is uit de directe rede. Er zijn geen evaluatieve verwijzingen naar de voorstanders van #MeToo gevonden die afkomstig zijn uit de woorden van de journalist zelf.

In document Het eerste jaar van #MeToo (pagina 48-51)