• No results found

Bijlage IVa. Evaluatieve benamingen daders

In document Het eerste jaar van #MeToo (pagina 167-176)

In onderstaand overzicht worden de belangrijkste en meest voorkomende soorten evaluatieve verwijzingen naar de daders van seksueel geweld besproken. Boven elk fragment is geclassificeerd of het gaat om een citaat of geen citaat, en of het gaat om een specifieke of een generieke verwijzing.

Populaire kranten De Telegraaf

In de Telegraaf werd één evaluatieve verwijzing naar de daders van seksueel geweld gevonden. Dit was het woord ‘viespeuk’. Deze term is afkomstig uit een column over de ontwikkeling binnen de #MeToo-beweging, waarin vraagtekens werden gezet bij bepaalde kunststukken. Rob Hoogland laat zich hier over uit. Hij neemt als voorbeeld de Nachtwacht van Rembrandt van Rijn.

[Geen citaat; specifiek]

Wie de Nachtwacht nog wil zien, moet zich haasten. Het schilderij der schilderijen zal niet lang meer in het Rijks hangen. De MeToo-beweging heeft zich vast al in het misdadige leven van Rembrandt verdiept en zal dientengevolge niet rusten voordat hij en zijn werk uit de vaderlandse geschiedenis zijn verbannen.

Pardon?

Rembrandt leefde 3 ½ eeuw terug? […]

Viespeuk hoor, die Van Rijn. Echt zo'n alfamannetje, zich likkebaardend schuldig makend aan seksueel machtsmisbruik. Saskia Uylenburgh had haar laatste adem nog niet uitgeblazen of meneer sleurde het kindermeisje van zoonlief Titus tussen de lakens. Reken maar dat het er hardhandig aan toe ging destijds.

Hoogland citeert niemand en heeft dus zelf de evaluatieve verwijzing naar Rembrandt van Rijn gekozen. Het gaat hier echter niet om een specifieke ‘echte’ dader. Van Rijn is natuurlijk wel echt, maar het gaat hier om een fictief verhaal. Hoogland gebruikt Van Rijn om op een sarcastische manier zijn vraagtekens te zetten bij deze ontwikkeling binnen de #MeToo-beweging.

Metro

In de Metro werden twee evaluatieve verwijzingen naar de daders van seksueel geweld gevonden. In het eerste artikel, een column, wordt de evaluatieve verwijzing ‘machtsbeluste baas’ gevonden. Hiermee verwijst de auteur in het algemeen naar daders van seksueel geweld en dus niet naar Sikkema, waar het artikel over gaat. Casper Sikkema, toenmalig hoofdredacteur van VICE, werd ontslagen wegens seksueel grensoverschrijdend gedrag. Wat er precies is gebeurd, is niet bekend. Uit de column is op te maken dat het gaat om een incident van jaren geleden, waarin Sikkema onder invloed was van alcohol en in deze staat seksuele contacten heeft gehad met een anonieme vrouw. Deze vrouw heeft hier jaren later melding van gedaan – waarbij ze heeft gezegd dat het niet om een verkrachting ging, maar dat er wel grenzen zijn overschreden. In deze column stelt de journalist juist zulke #MeToo-beschuldigingen en -geruchten aan de kaak. Hierin zet hij deze ‘dronken’ actie van Sikkema tegenover machtsmisbruik, waar #MeToo volgens de columnist echt over gaat. Hierin spreekt de columnist over een ‘machtsbeluste baas’, die zich wél schuldig maakt aan seksueel geweld. Door deze evaluatieve term niet als een citaat te presenteren, maar voor eigen rekening te nemen, maakt de journalist duidelijk dat hij de zijn inziens echte #MeToo-verhalen wél serieus neemt.

[Geen citaat; generiek]

Ding-ding-ding! Ja lieve mensen, daar klinkt de bel voor een volgende ronde in het grote #MeToo-boksgala en u weet wat dat betekent: keer terug naar uw stoeltjes en kijk door een rode waas toe hoe de volgende Jan Klaassen met geringe macht knock-out zal worden geslagen door speculaties en geruchten.

[…]

We lezen hoe Sikkema jaren geleden, als nietszeggend journalistje, eens dronken was. Dronken! Hoe durft hij! Als twintiger nog wel, hou me vast, bewaar me, waar moet het naar toe met deze wereld? En wat schrijft de tegenpartij? 'Ik zou het absoluut geen verkrachting noemen, maar het was ook zeker niet oké.'

[…]

#MeToo gaat over machtsmisbruik. Over onveilige werksituaties waarin ondergeschikte werknemers een machtsbeluste baas ook op seksuele gebiedenmoeten plezieren.

Dat is bij Sikkema niet het geval. Geen collega of werknemer deed aangifte. Waarschijnlijk speelt de Vice-redactie hier paniekvoetbal; in Amerika was er namelijk wél sprake van een metootje. Zo niet, dan mag ieder werknemer op de Vice-burelen vrezen voor hun baan en hopen dat ze bij ieder gesprek een contract voor wederzijdse instemming paraat hebben voordat ze het in hun kop halen iemand gedag te zeggen.

In het tweede artikel van Metro wordt er naar daders van seksueel geweld verwezen met het woord ‘varken’. Dit woord komt voor in de Franse versie van #MeToo, namelijk #balancetonporc. De vertaling hiervan is ‘verlink jouw varken’. Her gaat hierbij dus niet om evaluatief taalgebruik van de journalist zelf, maar om een vertaling van de Franse #MeToo-beweging. Daarom is ervoor gekozen deze evaluatieve verwijzing te coderen als afkomstig uit een citaat. Tevens gaat het om een generieke verwijzing. Er wordt niet verwezen naar een specifiek persoon, maar naar alle daders van seksueel geweld.

[Citaat; generiek]

Onder de hashtag #balancetonporc (verlink jouw varken')

blijven er aantijgingen opduiken in Frankrijk. Op 13 oktober startte de Franse journaliste Sandra Muller haar eigen twitteractie. Ze riep vrouwen op de naam van de dader te onthullen, nadat ze zelf een boekje opendeed over haar vroegere chef Eric Brion. In het eerste weekend werd #Balancetonporc al vijftigduizend keer gebruikt.

Algemeen Dagblad

In het Algemeen Dagblad werden 2 evaluatieve verwijzingen gevonden. Net als in bovenstaand fragment van Metro, werd het woord ‘varken’ gebruikt om generiek naar daders van seksueel geweld te verwijzen. Ook in dit artikel gaat het om de vertaling van de Franse versie van #MeToo: #balancetonporc. De vertaling hiervan is ‘verlink jouw varken’.

[Citaat; generiek]

In meer dan 85 landen werd #MeToo spraakmakend met Nederland, Groot-Brittannië, Zweden en Zuid-Afrika in de kopgroep.

In Frankrijk werd #balancetonporc (lees: verlink het varken dat je heeft misbruikt) bekend. In Groot-Brittannië #breakthesilence (verbreek de stilte) en in Spanje #yotambien (ik ook).

De tweede evaluatieve verwijzing ‘seksueel roofdier’, werd gevonden in een column van Tommy Wieringa. Hierin haalt hij onder andere een artikel van Sarah Sluimer aan, die haar verhaal deed over seksueel geweld op werk. In onderstaand fragment van deze column is te zien dat Wieringa de woorden ‘seksueel roofdier’ zelf heeft gekozen om in het algemeen naar een dader van seksueel geweld te verwijzen. Ze zijn niet afkomstig uit een citaat.

[Geen citaat; generiek]

De Volkskrant publiceerde vorige week een artikel van schrijfster Sarah Sluimer, die een man uit haar werkomgeving van grensoverschrijdend gedrag betichtte. Wat hij precies had gedaan, bleef onduidelijk, we lazen alleen over hijgerige berichtjes en onwillige vrouwen op dansvloeren en in nachttreinen - eerder een trits blauwtjes dan de vergrijpen van een seksueel roofdier. Ze schreef hoe ze hem confronteerde met zijn gedrag, waarop hij het op drank en drugs gooide, en dat hij ermee aan het werk was.

Wat opvallend is, is dat Wieringa de gekleurde woorden niet gebruikt om de vermeende dader van het grensoverschrijdende gedrag jegens Sluimer te beschrijven. Integendeel. Hij plaatst deze vermeende dader juist in een andere categorie, namelijk dat van de normale man die een ‘trits blauwtjes’ oploopt. Hierbij lijkt Wieringa zelf een idee te hebben van wat seksueel geweld ‘echt’ is, namelijk dat wat wettelijk bestraft kan worden. Dat zijn pas de ‘vergrijpen van een seksueel roofdier’.

Kwaliteitskranten NRC Handelsblad

In het NRC Handelsblad werden dertien evaluatieve verwijzingen naar daders van seksueel gevonden in elf artikelen. Wat opvallend is, is dat alle verwijzingen gebruikt worden in een citaatvorm. Net zoals in de artikelen van de populaire kranten, werd ook in het NRC Handelsblad het woord ‘varken’ of ‘zwijn’ meermaals gebruikt om generiek naar daders van seksueel geweld te verwijzen. Hierin is er sprake van een citaat, omdat het niet gaat om de woorden van de journalist zelf. Het is de vertaling van #balancetonporc, de Franse versie van #MeToo.

[Citaat; generiek]

De actie begon afgelopen zondag met een tweet van actrice Alyssa Milano, die reageerde op de beschuldigingen aan het adres van filmproducent Harvey Weinstein. Hij zou vrouwen seksueel hebben geïntimideerd en verkracht. Nog dezelfde dag werden soortgelijke acties gestart in Frankrijk (#balancetonporc oftewel 'verklik je varken') en Italië (#quellavoltache oftewel 'die keer dat').

[Citaat; generiek]

Op de dag dat wereldwijd de hashtag #MeToo werd gelanceerd, discussieerde Frankrijk op sociale media over ongewenste intimiteiten met het 'mot dièse' #BalanceTonPorc: verlink je zwijn.

In bovenstaande fragmenten werd de evaluatieve term gebruikt als vertaling van de Franse versie van de #MeToo-beweging. Dit is gecodeerd als een citaat, omdat het niet om de eigen woorden van de journalist gaat. Bij het coderen werden er verschillende soorten citaten onderscheiden, te beginnen met de directe rede.

Directe rede

De directe rede is de letterlijke weergave van iemands woorden. In onderstaand fragment noemt actrice Jessica Chastain Harvey Weinstein een ‘onbeschofte engerd’. De desbetreffende journalist neemt deze woorden over. Het zijn dus niet de woorden van de journalist zelf, maar er kan wel wat voor gezegd worden dat de journalist juist dit fragment uit het interview selecteert en meeneemt in het artikel.

[Citaat; specifiek]

Chastain: „Als je onrechtvaardigheid ziet en je doet niets, ben je medeplichtig. Ik had nooit eerder gehoord over verkrachtingen in de filmindustrie. Ik wist wel dat Weinstein een onbeschofte engerd was en dat je uit zijn buurt moest blijven. Als nu vrouwen naar voren komen en hun verhalen delen en ik dat negeer, sta ik toe dat het opnieuw gebeurt."

Hetzelfde is het geval in onderstaand fragment. Het artikel betreft een interview over #MeToo met Lars Boering, directeur van World Press Photo. Boering verwijst naar de daders van seksueel geweld als ‘sexual predators’. Het betreft hier dus een algemene verwijzing naar de daders. [Citaat; generiek]

Is er een probleem bij individuen of binnen de fotojournalistiek als geheel?

,,Beide. Er is een sterke machocultuur. Je ziet machtsspelletjes, intimidatie. Journalistiek is ook competitiever dan ooit, het is moeilijk om ervan te leven. Een verdringingsmarkt. Dat maakt sexual predators kansrijker.

Deelcitaat

In de artikelen van het NRC Handelsblad komt het ook voor dat enkel de evaluatieve verwijzingen – zonder de uiting waarin zij voorkwamen – worden geciteerd. Door deze term tussen aanhalingstekens te zetten, wil de journalist waarschijnlijk duidelijk maken dat dit niet zijn eigen woorden zijn, maar dat ze afkomstig zijn van iemand anders. Hierbij staat het er los van of de journalist het persoonlijk met deze woorden eens is of niet.

[Citaat; specifiek]

Niet dat anderen dat niet al eerder probeerden. Zo publiceerde de rechtenstudente Raya Sarkar vorig jaar een lijst met de namen van 50 Indiase docenten die zij ervan beschuldigde ,,seksuele roofdieren" te zijn. Die lijst leverde Sarkar vooral veel kritiek op, ook door prominente feministen, omdat de beschuldigingen afkomstig waren van anonieme bronnen.

In bovenstaand artikel is te zien hoe dat gedaan wordt met de evaluatieve verwijzing ‘seksuele roofdieren’. Door deze woorden tussen aanhalingstekens te plaatsen, geeft de journalist aan dat hij deze woorden niet zelf heeft gezegd. Deze woorden zijn afkomstig van Raya Sarkar, een rechtenstudente die vijftig Indiase docenten van seksueel geweld beschuldigde.

Parafrase

Ook maakt het NRC Handelsblad nog gebruik van parafrasen. Bij parafraseren druk je een idee van iemand anders in je eigen woorden uit. In onderstaand fragment doet de journalist dat met de woorden van Pieter Derks. Hij citeert zijn vraag wel (‘moeten we het niet hebben over de dader?’), maar parafraseert Derks’ conclusie vervolgens. Hierdoor is het wel duidelijk dat de evaluatieve verwijzingen ‘enge mannen’ en ‘viezeriken’ afkomstig zijn uit de mond van Derks, en niet uit die van de journalist. Ze zijn overigens wel afkomstig uit de pen van de journalist.

[1. Citaat; generiek] [2. Citaat; generiek]

De makers van Zondag met Lubach voerden een minimusical op met masturbatielied: ,,Ben je gefrustreerd wanneer je iets probeert? En is ze niet geïnteresseerd? Doe het dan lekker met jezelf!" En Pieter Derks vroeg zich in een column op Radio 1 af waarom

het zoveel over

vrouwen ging bij #MeToo: ,,Moeten we het niet hebben over de dader?" Zijn conclusie was dat hij ooit zijn dochter wel zou waarschuwen voor enge mannen en viezeriken, maar dat hij daarna toch vooral even met haar broertje zou gaan praten. Generiek citaat

Verder werd er nog 1 verwijzing gevonden die afkomstig is uit een citaat. Het gaat hierbij om de evaluatieve term ‘engerd’, zoals te zien in onderstaand fragment uit een commentaar dat gepubliceerd werd aan het eind van 2017. In dit commentaar gaat de schrijver in op het belang van #MeToo. Hij tracht de grenzen van seksueel geweld te verbreden. Het gaat niet alleen om de conventionele wettelijk-bestrafbare vergrijpen als verkrachting, het gaat ook om seksuele intimidatie. Het gaat om machtsverschil. Over agressie. De schrijver legt in onderstaand fragment uit waar flirten en versieren omslaat in seksueel geweld. Hierin gebruikt de schrijver het woord ‘engerd’ om een man te beschrijven die niet weet wanneer hij zijn avances moet staken. Wat opvallend is, is dat de schrijver deze term opschrijft alsof het niet zijn eigen oordeel uitdrukt. Het gaat om het oordeel van vrouwen: ‘Want dan vinden vrouwen hem een engerd.’ Dat de schrijver van het artikel zich toch bij dit oordeel lijkt aan te sluiten, is af te leiden uit het verhaal eromheen en de afsluitende zin: ‘Kan hem dat niet schelen, dan ís hij er een.’

[Citaat; generiek]

#MeToo gaat niet over erotiek, maar over agressie. Het propageert dan ook geen preutsheid, het gaat over niet seksueel geïntimideerd willen worden. Waarbij weer aangetekend kan worden dat iedereen zo preuts mag zijn als zij of hij wenst. Het recht

op de niet-preutsheid van een ander bestaat niet. Netzomin is #MeToo gekant tegen

flirten en versieren. Flirten is iets anders dan

graaien of verkrachten en de grenzen liggen helder. Flirten is iets voor twee personen. Haakt een van beiden af, dan houdt het op. Weet een man het verschil niet tussen flirten en aanranden, dan maakt hij allicht slachtoffers. Maar zelfs als dat meevalt, heeft hij een probleem. Want dan vinden vrouwen hem een engerd. Kan hem dat niet schelen, dan ís hij er een.

Trouw

Net als in het NRC Handelsblad, werden er in Trouw dertien evaluatieve verwijzingen gevonden. De verwijzingen werden gevonden in zeven artikelen. De meeste evaluatieve verwijzingen werden niet in een citaat gevonden, namelijk acht – ten opzichte van vijf verwijzingen in citaten.

In een column van Sylvain Ephimenco was het raak met het gekleurde taalgebruik, wat ook past in de aard van een column. Hierin werden vijf evaluatieve verwijzingen naar daders van seksueel geweld gevonden. Zo noemt hij ze twee keer ‘viezeriken’ en drie keer ‘varkens’. In het eerste geval van onderstaand fragment, gaat het om een verwijzing naar een specifiek persoon, namelijk filmproducent Job Gosschalk. Hetzelfde woord gebruikt de columnist daarna om meer algemeen naar vermeende daders van seksueel geweld te verwijzen. Het lijkt in eerste instantie op een specifieke verwijzing, maar de journalist doelt niet per se op de eerdergenoemde persoon. Hij wil een punt maken over het gebruik van de volledige naam en de foto van een vermeende dader van seksueel geweld in de media.

[1. Geen citaat; specifiek] [2. Geen citaat; generiek] [3. Geen citaat; specifiek] [4. Geen citaat; generiek]

'Iedereen wist het', schreeuwde de kop. Het betrof een

aanklacht tegen een prominent. Alweer. Wat iedereen wist, was dat filmproducent Job Gosschalk een viezerik is die jonge acteurs zich liet ontkleden tijdens audities. Ik las in

het artikel van twee pagina's, dat stoelde op 11 bronnen,

waarvan 9 anoniem (!), dat hier geen sodomie, plas- en wurgseks hadden plaatsgevonden tijdens echte (gewelddadige) verkrachtingen zoals bij Tariq Ramadan. En dat er ook geen aangifte was gedaan, die de anonieme klachten ondersteunen. Dan vraag ik me af of je zomaar de volledige naam en de foto van een beweerde viezerik op je voorpagina kunt plaatsen. Ik bedoel maar: de naam van Volkert, de infame veroordeelde moordenaar van Fortuyn, mag je 15 jaar na dato niet voluit gespeld in de Volkskrant tegenkomen. En ook niet in Trouw, wat absurd, ridicuul en krankzinnig is. Maar bij het huidige volksgericht over seksuele intimidatie zijn alle slagen, vooral die onder de gordel, geoorloofd.

[…]

Gisteren was het alweer raak in ons Varkenskoninkrijk aan Zee: journalist Francisco van Jole verscheen stotterend en continu aan zijn Pinocchio-neus pulkend in een studio van Radio 1. Hij was de dag ervoor door een anonieme vrouw, surfend op de #MeToo-golven, bij aartsvijand GeenStijl als varken verlinkt. Iets van tien jaar geleden in een hotelkamer met alleen een witte onderbroek aan en een tong gestoken in een mond die 'nee' probeerde te zeggen. Nu snap ik ook wel dat het verhaal vermakelijk is: Van Jole, baas van de Vara-site Joop.nl, linkse moraalridder die andersdenkenden graag onder de guillotine van zijn correctheid legt, nu als moreel residu op het schavot.

Maar dan wil ik nu ook weten hoeveel varkens er bij GeenStijl zitten. En hoeveel honderdduizenden Nederlandse mannen nog iets op te biechten hebben.

In het tweede deel van bovenstaand fragment gebruikt de columnist het woord ‘varken’ allereerst als een evaluatieve verwijzing naar journalist Francisco van Jole. Daarna gebruikt hij het als een algemenere verwijzing naar daders van seksueel geweld. Wat opvallend is in bovenstaand fragment, is dat de zin ‘maar dan wil ik nu ook weten hoeveel varkens er bij GeenStijl zitten’ nogmaals gebruikt is als tussenkop. Hiermee wil de columnist waarschijnlijk extra nadruk leggen op deze zin, om de aandacht van de lezer te trekken. Evaluatief taalgebruik kan daarin een goed middel zijn.

Directe rede

Er is in de Trouw één evaluatieve verwijzing in de directe rede gevonden. In onderstaand fragment reflecteert ombudsman Adri Vermaat zich over de berichtgeving van Trouw over #MeToo. Hierin citeert hij een lezer, die kritiek uitte op het gebruik van een bepaalde foto van Pieter Jan Leusink door de krant. Door de uitsnede van de foto zou de dirigent – die werd beschuldigd van grensoverschrijdend gedrag – als een ‘viezerik’ zijn neergezet. Hierin lijkt de lezer Leusink zelf niet als een viezerik te zien, anders zou hij of zij wellicht vinden dat de uitsnede van de foto past bij de dirigent.

[Citaat; specifiek]

De Trouw-redactie buigt zich geregeld over #MeToo-onthullingen uit andere media. Hoe betrouwbaar zijn beschuldigingen uit vrijwel altijd anonieme bron? Geniet de beschuldigde bekendheid? Welke lengte en plek is het nieuws waard? Is een portretfotootje bij de tekst wel ethisch? De ene zaak is nu eenmaal niet de andere. Soms leveren de uitkomsten in de krant lezerskritiek op. Het fotootje van Pieter Jan Leusink bij het nieuws-artikel in Trouw van 21 september noemde een lezer 'onterecht'. 'Ik vind dat de krant Leusink met deze uitsnede als een 'viezerik' neerzet. Dit terwijl ik op mijn iPad de gehele foto zag waarop hij geconcentreerd en wat vermoeid bezig is met dirigeren.' Daar had de lezer een punt.

Generiek citaat

Tot slot zijn er in de Trouw nog twee evaluatieve verwijzingen gevonden in generieke citaten. Hierin

In document Het eerste jaar van #MeToo (pagina 167-176)