• No results found

PRODUCTIESPROCES ZIEKTEFASE CLAIMFASE Privé-situatie

3. LEERZAME SCHADECLAIMS: LEREN VAN DOSSIERS

3.1.3 Verhoudingen op het werk

De verhoudingen op het werk kunnen van invloed zijn op het ontstaan en beloop van de beroepsziekte door de ruimte die zij werknemers al dan niet bieden om de arbeidsomstandigheden en gezondheidsklachten aan de orde te stellen. Ook de wijze waarop op klachten wordt gereageerd, kan gezien worden als een weerspiegeling van de verhoudingen op het werk. Daar waar werknemers de ruimte ervaren hun klachten te uiten en in situaties waarin hierop adequaat wordt gereageerd, zullen waarschijnlijk eerder preventieve maatregelen worden genomen en bestaat een grotere kans dat de escalatie van klachten tot een beroepsziekte wordt voorkomen. Verhoudingen op het werk kunnen ook meer direct van invloed zijn op het ontstaan van de beroepsziekte RSI daar waar zij gezien kunnen worden als een stresserende factor.29

29 Volgens Sluiter et al (2000) vormt, naast de fysieke factoren, een aantal ‘werkkarakteristieken in de periode voordat de klachten begonnen’ een risicofactor. Deze karakteristieken zijn: hoge psychologische belasting en lage sociale ondersteuning.

35

Informatie over verhoudingen

Wat in de gevallen van OPS (mobiel en stationair) allereerst opvalt, is dat er in de onderzochte dossiers weinig informatie beschikbaar is over de verhoudingen op het werk, hetgeen mogelijk iets zegt over de benadering van de bedrijfsartsen: zijn zij misschien vooral medisch en op de persoon gericht, en minder op de verhoudingen op de werkvloer en de veiligheidscultuur? Deze veronderstelling wordt mede gevoed door de benadering van de casuïstiek door de bedrijfsartsen in de diverse workshops. Zowel de voorgelegde OPS-casus als de RSI-casus werden overwegend op een geïndividualiseerde wijze benaderd, hetgeen leidde tot een medicalisering van de casus. Veel minder vaak werd overgegaan tot een degelijke analyse van de risico’s in het werk en de aard en mate van blootstelling.

Communicatie over arbeid en gezondheid

De werknemers met OPS spreken veelal over goede verhoudingen binnen het bedrijf. Dit blijkt echter niet voldoende voor een proactieve houding ten aanzien van de preventie van beroepsziekten. Dit is in de eerste plaats af te leiden uit de reacties op pogingen van werknemers bij hun leidinggevende een verbetering gedaan te krijgen van hun arbeidsomstandigheden. Dergelijke pogingen worden het meest ondernomen in de mobiele werksituaties. Mogelijk dat dit mede voortkomt uit de beperkte omvang van de bedrijven waardoor de communicatielijnen meestal korter zijn. Daar waar werknemers hun arbeidsomstandigheden ter discussie stellen, volgt echter zowel in grote als in kleine bedrijven slechts een zeer beperkte, trage en veelal weinig professionele reactie.

Ook de beeldschermwerkers en de werknemers in de industrie stellen in een aantal gevallen hun arbeidsomstandigheden aan de orde, veelal naar aanleiding van hun klachten. Ook hier zijn de reacties traag of inadequaat, en in een aantal gevallen geheel afwezig. Klachten worden vaak genegeerd of terzijde geschoven.

Omgang met manifestaties van de beroepsziekte

De manier waarop omgegaan wordt met manifestaties van de beroepsziekte, zowel door leidinggevenden als door collega’s, wijst evenmin op een proactieve houding ten aanzien van ziektepreventie. Ziekteverschijnselen (bijvoorbeeld acute intoxicaties, die in alle OPS-dossiers voorkwamen) of tijdelijk slechter functioneren worden niet aangegrepen om de werknemer naar de dokter te sturen of het werk aan te passen, maar worden als ‘normaal’ respectievelijk als ‘lastig’ gezien. Een andere verklaring waarom werknemers niet naar de bedrijfsarts worden gestuurd, is volgens een aantal bedrijfsartsen in de workshops de positie van de bedrijfsarts: de drempel om de bedrijfsarts te bezoeken is relatief hoog, en bedrijfsartsen zijn ook buiten beeld omdat zij slechts in beperkte mate zelf voorlichting geven op de werkvloer.

Opvallend is voorts dat indien zich meerdere gevallen van OPS binnen één bedrijf voordoen (wat in enkele dossiers wordt vermeld), dit niet tot actie aanzet. Ook dit werd in de workshops herkend, waarbij de betrokken bedrijfsartsen zelf aangaven dat er nadrukkelijker aandacht moet komen voor ‘het rondmaken van de cirkel naar preventie’ door een koppeling te maken tussen

36

de RI&E, het PAGO en het individuele verzuimspreekuur, en deze informatie te vertalen naar preventie op de werkvloer.

In de RSI-gevallen is vaak, meer dan bij de OPS-gevallen, al in de stadia vóór definitieve uitval sprake van ziekteverzuim. Reacties hierop van de werkgever blijven ofwel uit, of bestaan eruit druk uit te oefenen op een zo snel mogelijke hervatting (vaak te vroeg met het oog op de klachten), waarbij de werklast niet wordt aangepast aan de belastbaarheid. In enkele gevallen wordt duidelijk dat de werkgever bij al te veelvuldig en/of langdurig ziekteverzuim zijn werknemer liever kwijt dan rijk is. In geen enkel geval blijkt uit de dossiers dat er is gecommuniceerd over mogelijkheden tot preventie. Dit gebeurt in sommige gevallen wél wanneer de werknemer definitief is uitgevallen.

Positieve invloed op de arbeidsomstandigheden gaat in een enkel geval uit van een actieve arbocoördinator die, in weerwil van een onwillige leidinggevende, toch aanpassingen realiseert. Soortgelijke invloed zou ook kunnen uitgaan van personeelsfunctionarissen. Dit is echter niet gesignaleerd in de dossiers.

Ook collega’s kunnen een positieve invloed hebben. In één geval wordt een werknemer door haar collega’s gewaarschuwd dat ze niet langer moet doorwerken met haar klachten, die door hen als RSI worden beschouwd. In de overige dossiers waarin informatie over de rol van de collega’s is te vinden, lijkt echter dat deze zich maar zelden bewust zijn van de ernst van de situatie en ook niet werkelijk adequaat optreden. Zo wordt een schilder die flauwvalt (waarschijnlijk als gevolg van acute intoxicatie), blijkens het dossier, door zijn collega’s even in de schaftkeet gezet, waarna ieder weer gewoon aan het werk gaat.

3.1.4 Arbeidsvoorwaarden

Hoewel er in het onderzoek niet expliciet is gelet op de arbeidsvoorwaarden als mogelijke beïnvloedende factor, komt er uit enkele gevallen naar voren dat met name de rechtspositie een rol kan spelen. Een onzekere rechtspositie (tijdelijk contract) kan leiden tot een inadequate presentatie (verdoezeling) van de klachten en een te grote bereidheid om snel het werk weer te hervatten, teneinde de verlenging van het arbeidscontract veilig te stellen. Hoewel dit punt in het onderzoek slechts in enkele gevallen naar voren kwam, werd het door de bedrijfsartsen in de workshops als herkenbaar en zeer plausibel aangemerkt.