• No results found

INDIVIDUELE WERKNEMER

3.3.1 Het ontstaan van de beroepsziekte in de tijd

Het ontstaan van de OPS-klachten: jarenlange blootstelling

In alle onderzochte gevallen ontstaat OPS geleidelijk na een jarenlange blootstelling aan VOS, waarbij opvalt dat de klachten in de onderzochte dossiers in stationaire situaties gemiddeld iets sneller ontstaan (gemiddeld na 14 jaar) dan in mobiele situaties (gemiddeld na 17 jaar). Overigens is er in beide categorieën gevallen wel een grote variatie in het moment waarop de eerste klachten ontstaan. In de categorie OPS stationair is er één geval (dossier 16) waarin al na twee jaar klachten optreden en in de categorie OPS mobiel doet zich één geval voor (dossier 2) waarin de eerste klachten zich al na 6 jaar blootstelling manifesteren. Ook naar de andere kant zijn er uitschieters: in één geval van OPS stationair (dossier 13) ontstaan de klachten pas

na 33 jaar, in één geval van OPS mobiel (dossier 1) na 30 jaar.32 Dit beeld is conform de

ervaringen van andere gevallen die zijn beoordeeld door het Solvent Team.

Het ontstaan van de RSI-klachten: korte blootstelling en verandering van werkzaamheden

RSI-achtige klachten ontstaan, in tegenstelling tot OPS, vaak al betrekkelijk kort na het begin van de blootstelling. Dit betekent overigens niet dat de desbetreffende werknemers dan ook meteen uitvallen met die klachten. Vooral bij RSI industrie is er vaak sprake van een jarenlange verergering van de klachten, voordat mensen hun werk noodgedwongen staken. Overigens is ook vaak sprake van verandering in het werk als uiteindelijke aanleiding tot de definitieve uitval.

32 Het ontstaan van OPS-achtige klachten is achteraf niet altijd even exact te reconstrueren. Naast de meer specifieke klachten als stoornissen in de cognitie en veranderingen in de persoonlijkheid en het gedrag is bij deze reconstructie achteraf uitgegaan van het moment waarop een meer definitief effect lijkt te ontstaan. Daarbij zijn ook duizeligheidsklachten en klachten van acute intoxicatie als aanwijzingen opgenomen, voor zover deze achteraf gezien kunnen worden als begin van meer definitieve effecten. Dit is beoordeeld door het team van onderzoekers.

46

Verandering in het werk als veroorzaker van RSI-klachten industrie

De fietsassemblagemonteur (casus 21) heeft voordat zij in de fietsfabriek komt werken al zes jaar gewerkt als productiemedewerker (van haar 47e tot haar 53e) en daarbij geen klachten van het bewegingsapparaat ondervonden. Zij deed dit werk halftime. Op haar 53e gaat zij fulltime in de fietsfabriek werken. Zij doet aanvankelijk inpakwerk en monteert sturen. Vier maanden na indiensttreding ontstaan haar eerste klachten. Weer vier maanden later gaat zij ‘snelbinders trekken’. Al na enkele dagen geeft dit een flinke verergering van haar klachten en enkele maanden later valt ze voor het eerst vijf weken uit.

De pantalonperster (casus 26) heeft, voordat zij klachten ontwikkelt, al zes jaar gewerkt in een combinatiefunctie in hetzelfde bedrijf: zij streek kleding (behalve pantalons ook andere kledingstukken) en werkte gedeeltelijk op de afdeling administratie. Omdat zij zo goed en snel pantalons kan strijken (en daarin de enige is in het bedrijf), wordt zij echter voor haar volledige werktijd (32 uur per week) aangesteld als pantalonperster. Zij strijkt vanaf dat moment elke dag 175 pantalons. De werkdruk is hoog, er worden contstant broeken aangevoerd. De strijkplank staat te hoog ingesteld voor haar lengte. Om de pantalons goed te kunnen persen, moet zij de pijpen telkens naar boven trekken. Direct na de start in deze eenzijdige functie beginnen haar schouderklachten.

Bij RSI beeldscherm is de definitieve uitval na het ontstaan van de eerste klachten vaak sneller een feit dan in de industriële beroepen. In deze categorie is slechts in twee van de negen gevallen sprake van jarenlange blootstelling aan risicofactoren in het werk. Hierbij moet overigens worden opgemerkt dat het begrip ‘blootstelling’ enige precisering behoeft. Deze kan beginnen met de indiensttreding, en dan is er veelal kort nadien sprake van het ontwikkelen van klachten. De meeste werknemers werken echter al langere tijd bij hun werkgever (dan wel hebben bij andere werkgevers al beeldschermwerk verricht) voordat ze klachten ontwikkelen. In die gevallen is echter altijd een verandering in het werk aanwijsbaar waarop de klachten herleidbaar zijn, zoals een verandering van de inhoud van de functie of de werkplek, toename van het aandeel beeldschermwerk in de werkzaamheden, een periode van piekbelasting, of een geleidelijke verhoging van de werkdruk. In die gevallen moet de verandering in het werk dus feitelijk worden aangemerkt als het begin van de relevante blootstelling en begint de blootstelling niet al met de indiensttreding.

Verandering in het werk als veroorzaker van RSI-klachten beeldschermwerk

In de optiek waar de administratief medewerkster / verkoopster (casus 29) werkt is in 1995 sprake van een omzetverhoging. Deze wordt echter niet goed begeleid door de werkgever/leidinggevende, die eigenlijk nauwelijks contact heeft met zijn medewerkers. De buitendienstmedewerkers laten steken vallen, waardoor de binnendienst zwaarder wordt belast: klanten die ten onrechte niet zijn bezocht, bellen naar de winkel en dit levert naast extra telefoontjes tevens extra administratie op. De binnendienstmedewerkers kunnen hun klachten hierover niet kwijt (de leidinggevende is er immers bijna nooit) en zij kunnen zelf hun werkproces niet beïnvloeden. Evenmin worden er functioneringsgesprekken gehouden in dit bedrijf. Dit is de periode dat de administratief medewerkster/verkoopster voor het eerst klachten krijgt.

In 1998 doet zich een soortgelijke situatie voor. De werkgever heeft in dat jaar een conflict met de softwareleverancier van het bedrijf en haalt zonder overleg met zijn medewerksters van de ene op de andere dag alle software van de computer. Hierdoor moet het personeel maandenlang op typemachines werken en naderhand de gehele administratie (die net op orde was voor de ingreep van de directeur) opnieuw invoeren. In

47

de loop van 1998 verergeren de klachten van de administratief medewerkster. Zij valt in april 1999 definitief uit. Haar directe collega heeft soortgelijke klachten.

De schaderegelaar (34) regelt de schade van de pleziervaart. Daardoor kent zijn werk een jaarlijks terugkerende piekbelasting in het najaar. In 1996 valt precies in die periode zijn collega uit, waardoor hij als enige voor deze taak komt te staan. Hij werkt wekenlang keihard door en ontwikkelt schouderklachten rechts.

De politietolk (30), werkt al vele jaren aan een roman. Daarnaast heeft zij ook al vele jaren ‘baantjes’ waarbij ook veel beeldschermwerk komt kijken. Haar klachten ontstaan echter pas nadat zij in dienst is getreden als tolk bij de politie waar de ergonomie slecht is en een zeer grote tijdsdruk op haar werk ligt.

Verloop tussen de eerste klachten, de eerste klachtenmelding en het moment van uitval

Zowel werknemers die OPS ontwikkelen als werknemers met RSI, vallen niet direct definitief uit bij de eerste klachten. Vooral de werknemers met OPS en de werknemers met RSI in de industrie werken vaak jarenlang door terwijl ze werkgerelateerde klachten hebben. Bij RSI bij beeldschermwerkers is de definitieve uitval na het ontstaan van de eerste klachten vaak sneller een feit. Onderstaande tabel illustreert dit. Weergegeven is de blootstellingsduur, het moment van de eerste klachten na blootstelling, het moment van de eerste klachtenmelding, en het verloop tussen eerste klachten(melding) en moment van uitval. Voor elke categorie zijn zowel de gemiddelden als de grootste uitschieters naar boven en beneden weergegeven. Bij de gevallen van RSI is zowel de duur van de blootstelling aan werkzaamheden die belastend zijn voor het bewegingsapparaat aangegeven, als de duur van de blootstelling, gemeten vanaf het moment van de relevant geachte verandering in de werkzaamheden.

Tabel 3.3.1: ontstaan van de beroepsziekte in de tijd

OPS