• No results found

Vaker ongewenst gedrag van collega’s, minder van klanten

Werknemers van multinationals hadden over het algemeen vaker te maken met ongewenst gedrag door collega’s dan werknemers bij niet-multinationals.

Ongewenst gedrag door klanten kwam dan weer vaker voor bij niet-multinationals. Werknemers van Amerikaanse multinationals rapporteren minder vaak ongewenst

gedrag op het werk door klanten dan werknemers van overige multinationals of niet-multinationals.

Meer dan helft van de werknemers bij een Amerikaanse multinational gaf aan in de twee jaar daarvoor een cursus of opleiding te hebben gevolgd. Van de werknemers bij overige multinationals was dat minder dan 50 procent, van de werknemers bij niet-multinationals minder dan 40 procent. Als er rekening word gehouden met onderwijsniveau verdwijnt het verschil tussen Amerikaanse en overige

multinationals.

6.5

Samenvatting en conclusie

Amerikaanse multinationals namen in 2016 vijf procent van de werkgelegenheid in voltijdequivalenten in het Nederlandse bedrijfsleven voor hun rekening. Meer dan de helft van deze vte’s was te vinden in de industrie en de handel.

Bij Amerikaanse bedrijven werkten in verhouding wat oudere mensen, meer mannen en meer hoger opgeleiden dan bij andere bedrijven. Werknemers hadden er vaker een dienstverband voor onbepaalde tijd, met meer uren, waren langer in dienst en kregen een hoger jaar- en uurloon betaald dan bij andere bedrijven. Ook volgden de werknemers meer scholing en leken ze intern vaker van functie te zijn gewisseld.

Werknemers bij Amerikaanse bedrijven werkten meer uren per jaar dan werknemers bij andere bedrijven, zo’n twee tot twee-en-een-half keer zoveel. Zowel de

contracturen als gerapporteerde overuren waren bij Amerikaanse bedrijven het hoogst. Ook rapporteerden werknemers bij Amerikaanse bedrijven het vaakst een hoge werkdruk en ervaarden ze samen met werknemers van overige multinationals het vaakst psychische vermoeidheid (burn-out klachten) door het werk. Vooral vrouwelijke werknemers bij multinationals rapporteerden bovengemiddeld vaak burn-outklachten door het werk. Ongewenst gedrag door collega’s kwam bij multinationals, Amerikaanse en andere, vaker voor dan bij Nederlandse niet- multinationals. Ongewenst gedrag door klanten kwam vooral bij Amerikaanse multinationals weer minder voor. Werknemers bij niet-multinationals waren het vaakst tevreden met hun werk. Al met al zijn de verschillen tussen Amerikaanse multinationals en overige multinationals relatief klein.

Conclusie

Werken bij een multinational, en een Amerikaanse multinational in het bijzonder, heeft voor de werknemer een aantal potentiële voordelen: in salaris, aanstelling voor onbepaalde tijd en scholings- en ontwikkelmogelijkheden. Daar staat

tegenover dat werknemers bij Amerikaanse multinationals meer (over-)uren werken en ze een relatief hoge werkdruk en meer psychische vermoeidheid door het werk rapporteren.

6.6

Bijlage

Data en methoden

Nederlands bedrijfsleven

De gebruikte dataset voor dit hoofdstuk is samengesteld voor het Nederlandse bedrijfsleven: standaardbedrijfsindeling (SBI) sectoren B t/m N, zonder K, met S95. Multinationals en zeggenschap

Multinationals zijn ondernemingen die zeggenschap hebben over bedrijven in twee of meer landen. Multinationals kunnen onder Nederlandse of buitenlandse

zeggenschap vallen. De indeling Amerikaanse multinational/overige multinational is gebaseerd op het land van vestiging van de Ultimate Controlling Institutional Unit (UCI). Nederlandse multinationals vallen onder de categorie ‘overige multinationals’. Nederlandse bedrijven zonder dochterbedrijven in het buitenland zijn

geclassificeerd als niet-multinational.

Arbeidsmarkt-, baanvolume-, en vte-data

De arbeidsmarktcijfers over baanvolume en voltijdequivalenten zijn gestoeld op de banenbestanden afkomstig uit het Stelsel van Sociaal Statistische Bestanden (SSB), ook wel bekend als de Polisadministratie. Deze bron is afkomstig van het UWV en op haar beurt gebaseerd op het totaal van alle Loonaangiften bij de Belastingdienst. Op basis van deze gegevens wordt onder meer bepaald hoeveel werknemersbanen er zijn in Nederland, plus de daarbij behorende karakteristieken zoals loon.

De totale populatie voor deze studie omvat alle banen van werknemers in Nederland van 15 jaar en ouder, inclusief directeur-grootaandeelhouders (dga), voor alle sectoren in het Nederlandse bedrijfsleven.

Peildatum voor leeftijd is 1 januari van het verslagjaar, en het onderwijsniveau is gepeild op 1 oktober.

Arbeidsomstandigheden

De Nationale Enquête Arbeidsomstandigheden (NEA) is een grootschalige, jaarlijkse enquête onder werknemers (van 15 tot 75 jaar) die in Nederland werken. Het doel van de NEA is het in kaart brengen van informatie op het gebied van

arbeidsomstandigheden, arbeidsongevallen, arbeidsinhoud, arbeidsverhoudingen en arbeidsvoorwaarden van werknemers. De NEA wordt uitgevoerd door het CBS en TNO, in samenwerking met het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid. Voor het onderzoek worden uitsluitend werknemers benaderd die zijn geregistreerd als ingezetene in de Basisregistratie Personen (BRP). Personen die wonen in

inrichtingen, instellingen en tehuizen (de institutionele bevolking), blijven buiten beschouwing. In 2016 respondeerden (op internet of papier) ruim 46 duizend van de 144 duizend personen die een uitnodiging tot deelname aan de enquête hebben ontvangen. De (gewogen) respons bedroeg 34,0 procent. Waarneming vindt plaats in de periode 1 oktober tot en met 31 december van het jaar.

In 2014 is de onderzoeksopzet van de NEA ingrijpend veranderd. Hierdoor zijn niet alle uitkomsten van de NEA vanaf 2014 volgtijdelijk vergelijkbaar met 2013 en eerder.

6.7

Literatuur

Anderson, E. (2017). Private Government. How Employers Rule Our Lives (and Why We

Don’t Talk about It). Princeton University Press: Princeton, New Jersey.

Brandsma, J. (2012). Kijk verder dan de dag van morgen. Trouw, geraadpleegd van https://www.trouw.nl/home/kijk-verder-dan-de-dag-van-morgen~a11ffb45/, op 14 februari 2019.

CBS (2018a). Meer dan de helft van de managers werkt regelmatig over. Centraal Bureau voor de Statistiek: Heerlen/Den Haag/Bonaire.

CBS (2018b). Jonge vrouwen relatief vaak vermoeid door werk. Centraal Bureau voor de Statistiek: Heerlen/Den Haag/Bonaire.

Fortanier, F. (2008). Productiviteitsverschillen tussen Nederlandse en buitenlandse ondernemingen in Nederland. CBS Internationaliseringsmonitor 2008. Centraal Bureau voor de Statistiek: Heerlen/Den Haag/Bonaire.

Gillet, R. (2015). Waarom google de beste werkgever ter wereld is. NRC,

geraadpleegd van https://www.nrc.nl/nieuws/2015/09/08/waarom-google-de- beste-werkgever-ter-wereld-is-a1495086, op 14 februari 2019.

Jaarsma, M. (2013). Werknemers bij internationaal opererende bedrijven beter betaald. Sociaaleconomische trends 2013. Centraal Bureau voor de Statistiek: Heerlen/Den Haag/Bonaire.

Korvorst, M., Fortanier, F., & Mol, Martine. (2010). Globalisering en werkgelegenheid. Centraal Bureau voor de Statistiek: Heerlen/Den Haag/Bonaire.

Loog, B., & Smits, W. (2014). Wat verklaart de hogere lonen bij buitenlandse bedrijven? CBS Internationaliseringsmonitor 2014, 4e kwartaal. Centraal Bureau voor

de Statistiek: Heerlen/Den Haag/Bonaire.

Sillen, K., Jaarsma, M., & Rozendaal, L. (2015). Multinationals in het kort.

CBS Internationaliseringsmonitor 2015, 3e kwartaal. Centraal Bureau voor de Statistiek:

Heerlen/Den Haag/Bonaire.

Versnel, H., & Brouwer, J. J. (2014). Stop de Amerikanen! Ten minste tien goede

7.

Migratie

tussen de

Verenigde Staten

en Nederland

Auteur Dennis Cremers

6 774 mensen emigreerden er in 2017 uit Nederland