• No results found

Zoals paragraaf 7.3 liet zien, hebben migranten tussen de VS en Nederland een hoger inkomen dan zowel andere migranten als de totale Nederlandse bevolking. Daarnaast zijn zij ook jonger dan gemiddeld. De vraag resteert dan of emigranten naar de VS hoger of lager opgeleid zijn dan gemiddeld, zowel vergeleken met de totale groep emigranten als de Nederlandse bevolking.

Figuur 7.4.1 laat zien dat emigranten naar de VS relatief hoog opgeleid zijn in vergelijking met emigranten naar andere landen of de gehele bevolking. Zo heeft 35,9 procent van de emigranten naar de VS van 18 tot 75 jaar, waarvan de opleiding bekend is, een WO-master afgerond. Van de emigranten naar andere landen heeft 17,4 procent een WO-master diploma en van de totale Nederlandse bevolking 10,5 procent. Ook hebben emigranten naar de VS relatief vaak een

wetenschappelijke promotie afgerond. Binnen de groep emigranten naar de VS komt dit drie keer vaker voor dan binnen de groep overige migranten of de totale

bevolking. Het algemene beeld is dus dat emigranten (naar de VS, maar ook naar elders) vaak hoog opgeleid zijn. Zo is in totaal 46 procent van de emigranten

hoogopgeleid tegenover 66 procent van de emigranten naar de VS en 33 procent van de totale bevolking. Daarentegen is 19 procent van de emigranten laagopgeleid vergeleken met 7 procent van de emigranten naar de VS en 24 procent van de totale bevolking.

%

7.4.1 Opleidingsniveau naar emigratiegroep, 2017

Totale bevolking Emigranten VS Emigranten totaal

Laag Midden Hoog WO Master Doctor 0 20 40 60 80 100

Voor immigratie is het voor de jaren 2016/2017 niet mogelijk om een duidelijk beeld te schetsen, aangezien er over te veel immigranten geen gedetailleerde data zijn wat betreft hun opleidingsniveau.

7.5

Conclusie en discussie

In dit hoofdstuk is uitgelicht hoeveel mensen er tussen de VS en Nederland migreren en wat het inkomen, de leeftijd en het opleidingsniveau van deze migranten is, vergeleken met andere migranten en de totale bevolking. Er emigreerden in 2017 in totaal 6 774 mensen vanuit Nederland naar de VS en er immigreerden er 8 481 uit de VS naar Nederland. Emigranten naar de VS hadden in 2016 een hoger inkomen dan zowel de gemiddelde emigrant als het gemiddelde van de bevolking in Nederland. Ook het mediaan inkomen van emigranten naar de VS was hoger dan voor de totale bevolking en de gemiddelde emigrant. Migranten tussen de VS en Nederland zijn ook jonger dan andere migranten. Zo was de gemiddelde emigrant in 2017 30,2 jaar oud, vergeleken met het gemiddelde van 32,1 jaar voor de gemiddelde emigrant.

De gemiddelde immigrant uit de VS was 28,2 jaar, vergeleken met 29,6 voor een gemiddelde emigrant uit een ander land.

In een toekomstig onderzoek kan op een gedetailleerder niveau uitgezocht worden wat voor studierichtingen emigranten gevolgd hebben. Er zou kunnen gekeken worden of emigranten vaak studie-achtergronden in vakgebieden hebben die krapte kennen op de Nederlandse arbeidsmarkt. Daarnaast zijn vergelijkbare analyses zoals in dit hoofdstuk, en extra gedetailleerde analyses, mogelijk voor andere landen of groepen landen.

7.6

Bijlage

Data en methoden

Om de onderzoeksvragen van dit hoofdstuk te kunnen beantwoorden is een microdataset samengesteld voor de verslagjaren 2016 en 2017. Deze microdataset bevat gegevens over migratie, inkomen en opleiding van personen uit het Stelsel van Sociaal-Statistische Bestanden (SSB) die onder de Basisregistratie Personen (BRP) vallen. De microdataset bevat echter geen complete data over de

achtergrondkenmerken van alle emigranten en immigranten in 2017. Met name inkomen en opleidingsniveau is niet altijd bekend voor de gehele populatie. Vanwege deze reden is dan ook gekozen om deze gegevens alleen over emigranten te publiceren, omdat voor deze groep wel relatief veel bekend is. Van de

6 774 emigranten naar de VS, is voor 3 278 personen het inkomen bekend. Dat dit niet voor iedereen bekend is, is voor het grootste gedeelte te wijten aan het feit dat een grote groep emigranten op een eerder moment ook naar Nederland

geïmmigreerd is en er weinig complete informatie over deze groep beschikbaar is. Het opleidingsniveau is van 2 070 emigranten bekend. Dit komt doordat het

opleidingsniveau alleen grotendeels geregistreerd is voor jongeren (< 40 jaar), voor ouderen is alleen op basis van een steekproef het opleidingsniveau bekend. Er worden in dit hoofdstuk drie groepen vergeleken, namelijk migranten tussen Nederland en de VS, migranten naar en van Nederland in het algemeen en de ‘totale Nederlandse bevolking’. Deze laatste groep is echter geen exacte weerspiegeling van de Nederlandse bevolking, maar een weerspiegeling van alle personen die binnen het BRP vallen. Hier vallen bijvoorbeeld ook mensen onder die in het buitenland wonen, maar in Nederland werken.

Ten slotte is het van belang om er rekening mee te houden dat de cijfers in dit hoofdstuk bedoeld zijn om een vergelijking te maken tussen verschillende groepen migranten en de Nederlandse bevolking, ze zijn dan ook niet bedoeld noch geschikt om als randtotalen of op zichzelf staande feiten over de Nederlandse bevolking te gebruiken. Ze zijn uitsluitend bedoeld om de onderliggende verschillen tussen de uitgelichte groepen te beschrijven.

7.7

Literatuur

IMF (2018). World Economic Outlook (Oktober 2018). Geraadpleegd van https:// www.imf.org/external/datamapper/NGDPDPC@WEO/OEMDC/ADVEC/WEOWORLD, op 15 februari 2019.

SVCIP (2017). Silicon Valley Competitiveness and Innovation Project – 2017 Report. Geraadpleegd van http://svcip.com/files/SVCIP_2017.pdf#page=4, op 15 februari 2019.

World Bank (2017). GDP (constant 2010 US$) [Dataset]. Geraadpleegd van https:// data.worldbank.org/indicator/NY.GDP.MKTP.KD?view=map&year_high_desc=true, op 15 februari 2019.

World Economic Forum (2018). The Global Competitiveness Report 2018. Geraadpleegd van http://www3.weforum.org/docs/GCR2018/05FullReport/ TheGlobalCompetitivenessReport2018.pdf, op 15 februari 2019.

Begrippenlijst

Arbeidsjaar

Een maatstaf voor het arbeidsvolume, die wordt berekend door alle banen (voltijd en deeltijd) om te rekenen naar voltijdbanen, ook wel voltijdequivalenten (vte) genoemd. Zo leveren twee halve banen (elk 0,5 vte) samen een arbeidsvolume van één arbeidsjaar op.

Baan

Een expliciete of impliciete arbeidsovereenkomst tussen een persoon en een economische eenheid waarin is vastgelegd dat arbeid zal worden verricht

waartegen een (financiële) beloning staat. Als een persoon meer dan één werkkring heeft, telt elke werkkring als een afzonderlijke baan. Bij de bepaling van het gemiddeld aantal banen over een periode wordt rekening gehouden met de begin- en einddatum van de baan, echter niet met de wekelijkse arbeidsduur. Twee opeenvolgende banen met elk een duur van zes maanden tellen voor een baan in het jaargemiddelde, los van de vraag of het om voltijd- of deeltijdbanen gaat. Beroepsbevolking

Personen: – die betaald werk hebben (werkzame beroepsbevolking), of – die geen betaald werk hebben, recent naar betaald werk hebben gezocht en daarvoor direct beschikbaar zijn (werkloze beroepsbevolking).

Bruto binnenlands product (bbp)

Een maat voor de omvang van de economie. Deze wordt berekend uit de som van de waarde die door ondernemingen, huishoudens en overheden wordt toegevoegd aan de goederen en diensten die zij hebben moeten verbruiken om hun producten te kunnen maken. Deze som staat bekend als de toegevoegde waarde ‘in

basisprijzen’. Om tot het bbp ‘in marktprijzen’ te komen, wordt hierbij het saldo van productgebonden belastingen en subsidies én het verschil tussen toegerekende en afgedragen btw opgeteld.

Buitenlandse multinational Zie multinational.

Directe buitenlandse investeringen

Een onderneming met directe investeringen uit het buitenland is een onderneming waarin een investeerder uit een ander land tenminste 10% bezit van het gewone aandelenkapitaal of van de stemrechten of het equivalent daarvan. Het gaat hierbij om een blijvend belang en om verkrijging van substantiële invloed in het

management van de onderneming. Directe investeringen zijn opgebouwd uit aandelenkapitaal, deelnemingen in groepsmaatschappijen in het buitenland en kredietverlening.

Directe uitvoer

De rechtstreeks export van goederen of diensten van het ene land naar het andere land.

Emigratie

Vertrek van personen naar het buitenland. Handelsbalans

Het saldo van de uitvoer en de invoer van goederen en diensten. Aan de

ontvangstenkant staat de exportwaarde van een land over een bepaalde periode. Aan de uitgavenkant staat de importwaarde. Het handelsbalanssaldo is het verschil tussen de twee.

Hightech goederen

Technologische goederen waarbij bij de productie van de goederen in hoge mate gebruik maakt van R&D.

Immigratie

Vestiging van personen vanuit het buitenland in Nederland. Indirecte uitvoer

De export van goederen of diensten die via een andere bedrijfstak (zoals de groothandel) óf een ander land uitgevoerd wordt.

Inflatie

Inflatie is de gemiddelde prijsstijging van de goederen en diensten die consumenten kopen. De inflatie in Nederland wordt gemeten als de stijging van de

consumentenprijsindex (CPI) ten opzichte van de overeenkomstige periode in het voorgaande jaar. De consumentenprijsindex geeft het prijsverloop weer van een pakket goederen en diensten zoals dit gemiddeld wordt aangeschaft door de Nederlandse huishoudens. Inflatie leidt tot geldontwaarding, wat wil zeggen dat er voor eenzelfde bedrag minder kan worden aangeschaft.