• No results found

V ERSCHILLEN , PARALLELLEN EN LACUNES

Er is door meerdere intellectuelen beweerd dat Europeanen eigenlijk nooit echt iets hebben geweten over de inheemse samenleving in hun koloniën. Deze bewering is, als het gaat om

Arnold en Snouck, ontkracht: beide geleerden hebben een groot deel van hun leven doorgebracht in een kolonie en hebben – gezien hun publicaties – bijgedragen aan een genuanceerder beeld van de islam in de islamwetenschap. Snouck en Arnold waren

vergeleken met hun voorlopers zeer vooruitstrevend in hun ideeën over de islam. Ze passen beiden bij de generatie islamwetenschappers die meer waarde ging hechten aan kennis van de islam. De geschiedenis van de islam is hierbij van belang: om vooruitgang te boeken in de omgang met de inheemse bevolking, is het nodig achterom te kijken.

Het is naïef om te beweren dat politiek hier helemaal buiten staat en deze scriptie heeft ook aangetoond dat beide denkers de geschiedenis gebruikten als argumentatie voor hun standpunten. Bij Arnold was dit het idee van een tolerant geloof gebaseerd op ethiek en rationaliteit, dat voor iedereen was bedoeld, en bovendien zeer vergelijkbaar was met het christendom. Arnolds standpunten komen sterk overeen met islamitische denkers die defensieve betogen schreven en islamitische apologetiek. Bij Snouck zijn er zichtbaar meer politieke tendensen te ontdekken. Zijn beschrijving van de geschiedenis, de nadruk op het belang van seculiere ontwikkelingen in het algemeen en zijn standpunten over het onderwijs hebben allemaal een achterliggende politieke gedachte. Deze was gebaseerd op het idee dat de islam niet kon moderniseren vanuit zichzelf en dat scheiding tussen religie en staat noodzakelijk was. Door dit pragmatisme wisselde Snouck nog wel eens wisselde van standpunt, om zo het beste resultaat te kunnen behalen.

Het ambivalente – en misschien ook tragische – karakter van het gedachtengoed van Arnold en Snouck zit in het Westerse superioriteitsgevoel. Beiden wilden met kennis een brug bouwen tussen de islam en het Westen, maar deze brug werd gebouwd door het Westen. Ondanks dit vonden beiden islamologen volkomen autonomie van de koloniën geen goed idee. Het is duidelijk dat Snouck en Arnold zeer vooruitstrevende ideeën hadden, maar toch niet konden wijken voor de tijdgeest en een ingebakken superioriteitsgevoel hadden. Juist in deze periode, waarin kennis sneller kon worden verspreid, was een brug tussen de

verschillende volken mogelijk. Bovendien waren de hierboven besproken onderwerpen, seculier onderwijs, moderniteit, religie en evolutie, niet alleen in de islamwetenschap of in de kolonie een punt van discussies, maar ook in de Europese samenlevingen zelf. Er kan dus worden gezegd dat vrijwel alle kernelementen van Jung betrekking hebben op de vraag hoe de islam en de moderniteit met elkaar kunnen worden verzoend, een vraag die aan het einde van de negentiende eeuw zeer relevant was voor niet alleen geloofskwesties, maar voor allerlei kwesties binnen de Europese samenleving. De samenleving als geheel onderging een metamorfose. Toch heeft een dergelijke vergelijking tussen Snouck en Arnold laten zien dat

er geen grote verschillen zaten in hun beoefening van de islamwetenschap en dat het hoogstwaarschijnlijk de tijdgeest van de negentiende eeuw was, die de parallellen kunnen verklaren. Uiteraard zou meer interdisciplinair onderzoek naar de Europese bestudering van de islam in verband met sociale, culturele en maatschappelijke ontwikkelingen dit moeten bevestigen.

L

ITERATUURLIJST

Archieven

Koninklijk Instituut voor Land-, Taal en Volkenkunde (KITLV)

Or. 8952 A: 80, Brieven van Thomas Walker Arnold (1864-1930) aan Christiaan Snouck Hurgronje (1857-1936).

Or. 18.097 S 59. 7 Brieven van J.W. IJzerman aan Christiaan Snouck Hurgronje. Or.18.099, Archief van de eerste editie van Encyclopaedia of Islam

Gedrukte bronnen

Arnold, T.W., en R.A. Nicholson, A volume of oriental studies presented to E.G. Browne (Cambridge 1923).

Arnold, T.W., The Caliphate (Oxford 1924).

Arnold, T.W., The Preaching of Islam (Londen 1913). Arnold, T.W., The Islamic Faith (Londen 1928).

Arnold, T.W., ‘Islam and Europe’, in F.S. Marvin ed, Western Races and the World (Oxford1922)

Snouck Hurgronje, C., Mohammedanism (New York 1916). Snouck Hurgronje, C., De Atjehers I (Leiden 1895).

Snouck Hurgronje, C., ‘Voordracht gehouden te Haarlem op 21 December 1910’, Verspreide Geschriften I (Bonn en leipzig 1923) 363-380.

Snouck Hurgronje, C., ‘Boekaankondiging CXXIV’, Verspreide Geschriften VI (1927 Leiden) 100-120.

Snouck Hurgronje, C., ‘Ingezonden in de Nieuwe Rotterdamsche Courant van 20 mei 1915’ , Verspreide Geschriften IV-II (Bonn en Leipzig 1924).

Snouck Hurgronje, C., ‘Onderwijs ander dan Mohammedaans’, in E. Gobee en C.Adriaanse Ambtelijke adviezen van C. Snouck Hurgronje 1889-1936 II (Den Haag 1959).

Snouck Hurgronje, C., ‘Onderwijs voor zonen van hoofden’, in E. Gobee en C.Adriaanse Ambtelijke adviezen van C. Snouck Hurgronje 1889-1936 II (Den Haag 1959).

Snouck Hurgronje, C., ‘Mohammedaans godsdienstonderwijs’, in E. Gobee en C.Adriaanse Ambtelijke adviezen van C. Snouck Hurgronje 1889-1936 II (Den Haag 1959).

Literatuur

Ballantyne, T., ‘Colonial knowledge’, in Sarah Stockwell, ed., The British empire: themes and perspectives (Oxford 2008) 177-198.

Bayly, C.A., ‘Chapter Four: The Orient: British Historical Writing about Asia since 1890’ in: P. Burke ed, History and Historians in the Twentieth Century (Oxford 2002).

Benda, H.J., ‘Christiaan Snouck Hurgronje and the foundations of Dutch Islamic policy in Indonesia’, The Journal of Modern History 30.4 (1958).

Bennett, C., Victorian Images of Islam (Londen 1992). Burgers, H., De garoeda en de ooievaar (Leiden 2011).

Cohn, B., Colonialisms and its forms of knowledge (Princeton 1996). Daniel, N., Islam, Europe and Empire (Edinburgh 1966).

Drewes, G.W.J., Snouck Hurgronje en de Islamwetenschap (Leiden 1957).

Gobbee, E. en C. Adriaanse, ‘Inleiding’, Ambtelijke adviezen van Christiaan Snouck Hurgronje I (Den Haag 1957).

Govaars-Tjia, Ming Tien Nio., Hollands onderwijs in een koloniale samenleving: de Chinese ervaring in Indonesië 1900-1942 (1999).

Holt, P., Ann K. S. Lambton en Bernard Lewis ed., The Cambridge History of Islam Volume IA (Cambridge 1970).

Hourani, A., A History of the Arab peoples (Londen 1991). Hourani, A., Islam in European thought (Cambridge 1992). Irwin, R., For Lust of Knowing (Londen 2006).

Israël, J., De Republiek 1407-1806 (Oxford 1995).

James, L., The Rise and fall of the British Empire (Londen 1994). Jong, J.J.P., de, De waaier van het fortuin (Den Haag 1998).

Jung, D., ‘Islam as a problem: Dutch religious politics in the East Indies’, Review of Religious Research 51.3 (2010).

Jung, D., Orientalist, Islamist and the global public sphere (Hamilton 2011).

Kaplan, R., Moesson. De Indische Oceaan en de opkomst van Wereldmachten (Houten 2011).

Koningsveld, P.S., van, Snouck Hurgronje alias Abdoel Ghaffar: enige historisch-kritische kanttekeningen (Leiden 1982).

Koningsveld, P.S., van, Snouck Hurgronje en de Islam. Acht artikelen over leven en werk van een oriëntalist uit het koloniale tijdperk. (Leiden 1988).

Koningsveld, P.S., van, Snouck Hurgronje's "Izhaar oel-Islam": een veronachtzaamd aspect van de koloniale geschiedenis (Leiden 1985).

Kuitenbrouwer, M., Tussen oriëntalisme en wetenschap (Leiden 2001). Laffan, M., The Makings of Indonesian Islam (Princeton 2011).

Lelyveld, D., Aligarh’s first generation. Muslim solidarity in British India (Princeton 1978). Locher-Scholten, E., Ethiek in fragmenten. Vijf studies over koloniaal denken en doen van Nederlanders in de Indonesische Archipel 1877-1942 (Zeist 1981).

Loomba, L., Colonialism and post-colonialism (Londen 1998).

Metcalf, Barbara D., en Thomas R. Metcalf, A concise history of Modern India (Cambridge 2001).

Motadel, D., ‘Islam and the European empires’, The historical journal 55.3 (2012). Multatuli, Max Havelaar (Salamander Klassiekers 2001).

Nafi, Basheer M., en Suha Taij-Farouki, Islamic thought in the twentieth century (Londen 2008).

Nicholson R.A, ed., A Volume of Oriental Studies Presented to Edward G. Browne on his 60th Birthday (Cambridge 1922).

Robb, P., A History of India (New York 2002).

Robinson, F., The new Cambridge history of Islam V: The Islamic world in the age of Western dominance (Cambridge 2010).

Said, E., Orientalism (Penguin 3e druk 1995; New York 1978).

Steenbrink, K.A., De islam bekeken door koloniale Nederlanders (Leiden 1991). Stein, M.A., ‘Thomas Walker Arnold’, Proceedings of British Academy XVI (1930).

Trumbull, G., An empire of facts: colonial power, cultural knowledge and Islam in Algeria, 1870-1914 (Cambridge 2009).

Varisco, D.M., ‘Orientalism and Islam’, Oxford Bibliography Online Research Guide (2010) Varisco,D.M, Reading Orientalism. Said and the unsaid (Washington 2007).

Vrolijk, A. en R. van Leeuwen, Voortreffelijk en waardig: 400 jaar Arabische studies in Nederland (Leiden 2013).

Vrolijk, A. en H. van de Velde, Christiaan Snouck Hurgronje (1857-1936). Oriëntalist (Leiden 2007).

Waardenburg, J., "Mustas̲h̲riḳūn." Encyclopaedia of Islam, Second Edition (2014). Watt, K.,‘Thomas Walker Arnold and the Re-evaluation of Islam (1863-1930)’, Modern Asian Studies 36.1 (2002).

Wal. Van der, S.L, Het Onderwijsbeleid in Nederlands-Indië 1900-1914 (Groningen 1968). Witkam, J., ‘Inleiding’ in: C. Snouck Hurgronje, Mekka en de tweede helft van de