• No results found

Uitwisselen van ervaringen tijdens groepsreview

In document Lerende evaluatie van het Natuurpact (pagina 40-42)

Beter benutten van elkaars ervaringen met vernieuwingen

Tekstkader 1.4 Uitwisselen van ervaringen tijdens groepsreview

Lerend evalueren | mei juni 2016

In de zomer van 2016 zijn de voorlopige uit­ komsten beschikbaar van een analyse van de belangrijkste provinciale beleidsstrategieën. Dat is een ex­anteanalyse: de feitelijke resul­ taten moeten nog worden geboekt. Centraal stonden de voorziene uitkomsten voor het eerste van de drie hoofddoelen van het beleid, grotere biodiversiteit. Naast data, documenten en interviews was daarvoor de ‘metanatuurplanner’ van het planbureau gebruikt, een rekeninstrument waarmee de verbetering op het gebied van biodiversiteit kan worden geschat.

In juni 2016 worden die resultaten gepresen­ teerd – zowel landelijk als per provincie – op een bijeenkomst met vertegenwoordigers van de provincies en het Rijk. In groepen met steeds drie provincies tegelijk wordt er geza­ menlijk kritisch gekeken: zijn de uitkomsten aannemelijk, zijn de gebruikte gegevens vol­ doende actueel en is aan alles gedacht? De conclusies van deze review kunnen helpen om de analyse later bij te stellen en te verbeteren. Uit de reacties van deelnemers blijkt dat voor­ al de uitwisseling tussen de provincies als vruchtbaar wordt ervaren. ‘Het was aardig om ervaringen te kunnen uitwisselen met colle­ ga’s van andere provincies,’ zegt bijvoorbeeld Ronald Louwman die bij de provincie Noord­ Holland projectleider is voor de sector Natuur, Recreatie en Landschap. ‘Hoe pakken zij de dingen aan, en hoe kijken zij naar de opgave waar jij mee bezig bent?’ Een verge­ lijkbare ervaring heeft beleidsmedewerker

Alco van Klinken van de provincie Groningen, die met collega’s van Friesland en Drenthe een sessie deelde: ‘De waarde van de werkses­ sie lag voor mij in de intervisie tussen de noordelijke provincies. De uitkomsten van de landelijke analyse hadden voor mij minder nieuwswaarde, behalve waar je ze kon projec­ teren op je eigen werkgebied. Het planbureau zoomt vanuit een landelijke benadering in op de gebieden. Als lokaal betrokkene weet je al snel de specifieke regionale omstandigheden die de uitkomsten verklaren, maar die zijn natuurlijk in elke provincie anders.’ Ook het tot stand brengen en koesteren van gezamenlijkheid tussen Rijk en provincies en provincies onderling, is een aspect van de bijeenkomst dat wordt gewaardeerd. Van Klinken bijvoorbeeld: ‘Het is vooral met elkaar zoeken hoe je het natuurbelang zo goed mogelijk weergeeft. Dat moet vanuit een soort gezamenlijk uitgangspunt gebeu­ ren, dus zonder competitie of competen­ tiestrijd tussen Rijk en provincies. Dat ging voor mijn gevoel goed.’ Hans Rutten, beleidsmedewerker natuur bij het ministerie van Econo mische Zaken, heeft nog wel een kanttekening: ‘Er zou wat meer duidelijkheid moeten komen over de onzekerheden rond de uitkomsten van de metanatuurplanner. De percentages die daar uit komen zijn bijvoor­ beeld betrouwbaarder voor het hele land dan voor afzonderlijke provincies. Doordat we lang niet alles weten van natuurlijke proces­ sen kleeft er altijd een onzekerheid aan de uitkomsten.’

39 Inleiding |

Leerproces voor verrijken onderzoek en faciliteren leren in beleidspraktijk Het evaluatieproces heeft vier fasen doorlopen. In de eerste fase van de lerende evaluatie zijn de interacties gericht op het gezamenlijk ontwikkelen van het evaluatie- kader voor het onderzoek, bestaande uit de doelen om het beleid op te toetsen, een afbakening van de te onderzoeken beleidsstrategieën en de onderzoeks vragen. Hiertoe hebben we beleidsdocumenten bestudeerd, interviews gehouden met provincies en maatschappelijke partijen en een werksessie georganiseerd over hun beleidsambities, beleidsstrategieën en vragen voor de evaluatie (zie tekstkader 1.1). Resultaat van deze fase is een breedgedragen evaluatiekader met daarin de hoofdambities in het natuurbeleid (zie figuur 1.1; PBL & WUR 2015), gezamenlijke keuzes over beleidsvernieuwingen waarover provincies willen leren en een selectie van gemeenschappelijke kaders die in het onderzoek centraal moeten staan.

In de tweede fase gaat het om het vergaren van en gezamenlijk interpreteren van de informatie over de provinciale beleidspraktijk en de gemeenschappelijke kaders hier- voor. Denk hierbij aan interviews over de ervaringen met het gevoerde beleid, vergaren van gegevens over formele beleidsplannen, de toestand van de huidige natuur en casestudy’s naar beleidsvernieuwingen en praktijkvoorbeelden. In een bilaterale consultatie hebben we per provincie de gegevens over hun formele beleidsplannen en de toestand van de huidige natuur besproken. Deze gegevens zijn invoergegevens voor het berekenen van de potentiële bijdrage van het provinciaal beleid aan de VHR-doelen. Dit leidt tot betere en meer breedgedragen invoergegevens. Verder zijn in groeps- gesprekken per praktijkvoorbeeld verwachtingen van de vernieuwingen onderling gedeeld en de eerste resultaten van het casestudyonderzoek besproken met direct betrokkenen. Dit resulteert in een verrijking van het casestudy-onderzoek en leer- ervaringen bij diverse betrokkenen (zie tekstkader 1.2).

In de derde fase zijn de interacties gericht op gezamenlijke betekenisgeving aan de onderzoeksbevindingen. In deze fase vindt een overkoepelende werksessie plaats over de onderzochte beleidsvernieuwingen met veel aandacht voor de praktijkervaringen van direct betrokkenen. Daarnaast hebben we een groepsreview met provincies en Rijk gehouden. De review gaat over de resultaten van de modelberekeningen van het effect van de provinciale beleidsstrategieën op de VHR-doelen en de analyse van de uitvoer- baarheid van dit beleid. In deze groepsreview hebben we, in groepen van drie provincies en het Rijk, de uitkomsten getoetst en verrijkt met kennis van de provincies. Provincies en het Rijk hebben daarbij ook onderling ervaringen gewisseld over elkaars aanpak. Ze hebben ook commentaar gegeven op onze presentatie van de resultaten en hebben aanvullende onderzoeksvragen gesteld die we hebben meegenomen voor de vervolg- analyse. Daarnaast hebben we de resultaten besproken met de gedeputeerden van natuur van alle provincies, waarbij deze bestuurders hun betekenis gaven aan de resul- taten. Dit resulteert in aanscherping van de besproken analyses en uitwisseling van ervaringen onder de aanwezigen bij de diverse sessies (zie tekstkaders 1.3 tot en met 1.5).

Lerend evalueren | zomer 2016

In document Lerende evaluatie van het Natuurpact (pagina 40-42)