• No results found

10. Gehanteerde Frames

10.2 Uitspraken politiek

De eerste maal dat in de landelijke krantenaandacht gegeven wordt aan de politieke opvatting over Uber en UberPOP, afgezien van de opstelling van de ILT, is naar aanleiding van de 3e voortgangsrapportage illegaal taxivervoer. In een debat met de Tweede Kamer hierover geeft staatssecretaris Mansveld (PvdA) aan dat “’Recente innovaties' die de taxibranche aanzetten tot betere dienstverlening een kans moeten krijgen” verder belooft ze “zorgvuldig te kijken naar initiatieven als Uber.” Bij de lopende evaluatie van de taxiwet past immers een “Nieuwe blik op het geheel” (in de Volkskrant G). UberPOP blijft in de ogen van de bewindsvrouw echter een “illegale activiteit waartegen de ILT intensiever gaat optreden”. Mansveld vindt het niet haar taak om tegen Uber als bedrijf op te treden: “Dat is aan het Openbaar Ministerie” (in de Volkskrant G).

Nog dezelfde dag geeft minister Kamp (VVD) van economische zaken, tijdens het debat in de Tweede Kamer over de begroting van het ministerie, aan te zullen speuren naar

De staatssecretaris geeft hier aan welwillend tegenover nieuwe innovaties te staan. De bewindsvrouw erkent hiermee de veranderingen in de markt. De identiteit die de staatssecretaris uitdraagt is er een van een actor welke zorgvuldig zal kijken naar veranderingen in de markt en die bereid is op een nieuwe manier naar de markt te benaderen. UberPOP wordt door de bewindsvrouw gekarakteriseerd als illegale activiteit waartegen de ILT optreedt. Het conflictmanagement frame van de staatssecretaris is geënt

op vertrouwen in handhaving door de ILT en de rechtelijke macht. Minister Kamp daarentegen stelt het wettelijk kader ter discussie en maakt de bescherming van conventionele partijen expliciet onderdeel van het probleem. Het conflictmanagementframe van de minister is dan ook gericht op de politiek, deze dient de belemmerende wetgeving op

“Belemmerende wetgeving” die er voor zorgt dat nieuwe aanbieders “die gebruik maken van internet zoals Uber en Airbnb” niet of nauwelijks de markt kunnen betreden, omdat de wet is geënt op bestaande, conventionele partijen. “Daardoor is er geen gelijk speelveld” (in de Volkskrant H).

De uitspraak van de voorzieningenrechter met betrekking tot de opgelegde LOD aan Uber geeft een impressie van de houding van de minister, en de verantwoordelijke staatssecretaris: “Volgens de Minister [van Infrastructuur en Milieu] moet herhaling van deze overtreding worden voorkomen in het belang van de met taxi’s te vervoeren passagiers, de vervoerders die wel in het bezit zijn van een taxivergunning, de door middel van de vergunningverlening nagestreefde ordening van de vervoermarkt en in het belang van de verkeersveiligheid in het algemeen.“ (Uitspraak College van Beroep voor het bedrijfsleven, 2014: 4).

In reactie op de gewelddadigheden tegen UberPOP-chauffeurs geeft staatssecretaris Mansveld aan de bedreigingen en het fysieke geweld tegen UberPOP-chauffeurs onacceptabel te noemen. Maar, de ILT heeft “voldoende capaciteit om te handhaven” (in de Volkskrant J).

Enkele dagen later reageert minister Kamp in het TV programma Buitenhof: “Uber is een dienst zoals deze er tegenwoordig bij hoort, Airbnb is ook zo’n vergelijkbare dienst”. Deze diensten stellen “consumenten in staat om keuzes te maken waardoor ze kunnen profiteren van UberPOP wordt hier door de verantwoordelijke bewindspersonen gekarakteriseerd als een probleem dat niet past binnen het huidige wettelijke kader. Gebruik wordt gemaakt van een

risico frame waarin het continueren van UberPOP diensten negatieve consequenties heeft voor de markt als geheel en voor de consument.

Mansveld geeft aan het geweld te veroordelen, maar ook dat de ILT voldoende capaciteit heeft op te treden tegen UberPOP. Bezien vanuit een sociale controle frame kan men stellen

dat de staatssecretaris hier spreekt vanuit een hiërarchisch frame. De bewindsvrouw gelooft in controle door de ILT en men dient zich te houden aan de wet- en regelgeving. Dit kan tevens worden opgevat als een conflictmanagement frame waarbij vertrouwd wordt op de

controlerende functie van de ILT. Minister Kamp herhaalt hier zijn eerdere uitspraken en stelt de wet- en regelgeving ter discussie. De minister gaat zelfs nog een stap verder en hanteert een winstframe, waarbij de opkomst van nieuwe partijen zoals Uber leidt tot een

hogere aanbod en kwaliteit voor consumenten. Het conflict dient volgens de minister te worden beslecht door de politiek, en wel door te kijken naar wat wenselijke is aan nieuwe

een groter aanbod en een hogere kwaliteit”. Met betrekking tot het wettelijk kader zegt de minister: “we hebben op dit moment voornamelijk conserverende regelgeving, we zijn voornamelijk bezig de bestaande situatie in goede banen te leiden en beschermen. Maar wat wij moeten doen [..] is zorgen dat we onze wetgeving vernieuwen. Niet zo zeer kijken naar wat er aan bestaande activiteiten gehandhaafd moet blijven, maar wat er aan nieuwe activiteiten wenselijk is en hoe je dat in goede banen kunt leiden. […] Iedereen die diensten levert aan een ander, moet zorgen dat hij een goede prijs heeft en een goede kwaliteit. En als dat op een betere manier georganiseerd kan worden moet je zelf zorgen dat je onderdeel bent van die betere manier.” (in Buitenhof, 23-05-2015). Trouw, NRC.NEXT Cn Het Financieel dagblad berichtte over de uitspraken van de minister. In al deze berichtgeving wordt vermeld dat minister Kamp het opneemt voor Uber.

Staatssecretaris Mansveld reageert op de inval van de ILT bij Uber dat: “Innovatieve bedrijven de ruimte en kansen krijgen in Nederland, maar wie de grenzen van de wet overschrijdt kan verwachten dat de inspectie hier tegen optreedt” (in NRC Handelsblad D).

Bij de presentatie evaluatie taxibeleid schrijft de staatssecretaris in de begeleidende brief aan de tweede kamer dat de “huidige regelgeving voldoende ruimte laat voor innovatie. […] Het Nederlands taxibeleid is toegankelijk voor nieuwe en innovatieve dienstverleners […] zoals Uber, met diensten UberLux en UberBlack”. Deze diensten “voldoen nu al voor een groot deel aan de regelgeving, en na de doorvoering van de in deze brief voorgestelde aanpassingen naar verwachting helemaal.” (Ministerie van Infrastructuur en Milieu, 2015a: 3, 12).

Met betrekking tot UberPOP geeft de staatssecretaris aan dat het voorschrijven van een chauffeurskaart een “positieve stap” is, echter, “dit taxivervoer voldoet daarmee […] nog steeds niet aan de taxiregelgeving en blijft daarom verboden” (Ministerie van Infrastructuur en Milieu, 2015a: 3). “De dienst UberPOP moet aan de wettelijke eisen voldoen omdat het kwalificeert als taxivervoer. Dit vervoer wordt namelijk in het kader van beroep of bedrijf uitgevoerd en er worden commerciële tarieven gevraagd aan de reiziger. In Nederland heeft de rechter dit standpunt in een voorlopige voorziening bevestigd. […] De dienst UberPOP moet

Mansveld handhaaft een identiteit waarin welwillend tegenover innovatie centraal staat, maar binnen de grenzen van de wet. Het handelen van UberPOP wordt gekarakteriseerd als

vallend buiten de grenzen van de wet en daarom als illegaal. Het sociale controle en conflictmanagement frame blijven ongewijzigd.

zich aanpassen aan de taxiregelgeving om zich te kunnen handhaven op de Nederlandse taximarkt. Of de dienst moet stoppen.” De consequentie hiervan is: “De ILT blijft UberPOP met prioriteit aanpakken zolang dat nodig is” (Ministerie van Infrastructuur en Milieu, 2015: 12).

Tegelijkertijd met het aanbieden van de evaluatie verscheen in De Telegraaf Den interview met de staatssecretaris. In dit interview geeft zij aan: “Ik vind het belangrijk dat die reuring er is en tot beweging leidt. Dan moet je als overheid schakelen, maar dat gaan we netjes doen. Want er zijn wetten en regels en die gelden voor de hele markt” Op de vraag of ze tegemoet komt aan UberPOP antwoord ze: “Nee, ik kom zeker niet tegemoet aan Uber. Ik kijk naar de behoeften die leven in de taxiwereld om innovatie mogelijk te maken. Iedereen ziet dat de deeleconomie in opmars is en daar zijn allerlei bedrijven mee bezig”. Daarnaast geeft de bewindsvrouw aan nieuwsgierig te zijn naar de wijze waarop Uber, binnen de bestaande wet- en regelgeving, vernieuwing kan brengen, “maar dat mag geen vernieuwing zijn met een beetje stout, want dan ben je illegaal bezig” (in De Telegraaf G).

10.2.1 Door de politiek gehanteerde frames

Samenvattend kan gesteld worden dat er een tweedeling bestaat in de betekenis die door politieke bewindspersonen gegeven wordt aan het conflict. De betekenis die staatssecretaris Mansveld en minister Kamp geven verschillen significant.

De staatssecretaris geeft betekenis aan het conflict door te stellen dat ze welwillend staat tegenover innovatie in de sector. Ze geeft aan met een nieuwe blik naar de taximarkt te willen kijken. Echter, UberPOP karakteriseert zij als illegaal, dit voldoet immers niet aan de wet- en regelgeving. De staatssecretaris vertrouwt op de handhavende functie van de ILT om het conflict te beslechten.

Mansveld blijft hier bij haar standpunt dat de huidige wet- en regelgeving voldoende ruimte biedt voor innovatie. Echter, de bewindsvrouw stelt ook aanpassingen voor in de wetgeving

om meer ruimte te bieden aan nieuwe initiatieven. De staatssecretaris blijft UberPOP karakteriseren als illegaal en niet passend bij de huidige wetgeving. Wel geeft zij aan dat de

In de onderbouwing van het standpunt voor de voorzieningenrechter stelt het verantwoordelijk ministerie dat het continueren van UberPOP negatieve consequenties zal hebben voor de markt als geheel en de consument.

In reactie op de gewelddadigheden onderstreept Mansveld haar vertrouwen in de ILT als handhaver binnen het conflict. De ILT heeft voldoende capaciteit hiervoor beschikbaar. Het schikken naar de huidige wet- en regelgeving wordt door de staatssecretaris gezien als oplossing voor het conflict. Deze opstelling komt tot uiting in de inval van de ILT bij het kantoor van Uber.

Hoewel de staatssecretaris zegt te blijven bij haar oorspronkelijke standpunt, dat het wettelijk kader voldoende ruimte laat voor innovatie, stelt ze bij de evaluatie van de taxiwet voor een aantal vereisten af te schaffen om zo meer ruimte te bieden aan nieuwe initiatieven.

In tegenstelling tot staatssecretaris Mansveld geeft Minister Kamp aan te willen zoeken naar belemmerende regelgeving voor nieuwe bedrijven die gebruik maken van het internet. Het doel hiervan is het creëren van een gelijk speelveld voor zowel gevestigde als nieuwe partijen. Het is aan de politiek deze wetgeving op te speuren en eventueel te veranderen. Minister Kamp geeft aan deze taak op zich te zullen nemen.

In reactie op de gewelddadigheden tegen UberPOP-chauffeurs herhaalt Kamp zijn eerdere uitspraken over reflectie met betrekking tot de huidige wet- en regelgeving. Daarnaast stelt de minister dat een groter aanbod, en differentiatie, in de markt een winst zal betekenen voor de consument. Kamp herhaalt zijn uitspraken dat het aan de politiek is de wetgeving te veranderen.

De vraagt rijst hoe de discrepantie tussen de wijze waarop beide bewindspersonen betekenis geven aan het conflict verklaard kan worden. Hoewel aanvullende onderzoek hier gewenst is, zou men aannemelijk kunnen maken dat het verschil in betekenisgeving in deze casus voortkomt uit een discrepantie tussen de ideologische grondslagen van de politieke partijen waar de bewindspersonen lid van zijn. De sociaaldemocratische grondslag van de Partij van de Arbeid en het economisch liberalisme van de Volkspartij voor Vrijheid en Democratie zouden factoren kunnen zijn van waaruit het verschil in betekenisgeving verklaard zou kunnen worden.