• No results found

Nu zowel de taximarkt, het wetgevend kader als de werkwijze van Uber duidelijk zijn geworden rijst de vraag waar het conflict rondom Uber nou eigenlijk over gaat. Alvorens de kern van het conflict bloot te leggen zal hier eerst een descriptief overzicht worden gegeven van het conflict.

8.1 Handhaving tegen de traditionele vervoersdiensten

Zoals gesteld vallen de traditionele vervoersdiensten van Uber niet geheel binnen het huidige wettelijke kader voor personenvervoer in Nederland. De eerste tekenen van conflict tussen Uber en de ILT hebben dan ook betrekking op deze diensten. Hoewel dit de landelijke dagbladen niet heeft bereikt maakt het vakblad voor taxiprofessionals in januari 2014 voor het eerst melding van door de ILT aan Uber uitgedeelde boetes. De boetes hadden betrekking op het niet hebben of gebruiken van de Taxameter, of het niet voeren van een tarievenkaart. Volgens de ILT valt het door Uber aangeboden vervoer onder de belmarkt en dienen zij zich dus te houden aan de wettelijke verplichtingen voor straattaxivervoer met betrekking tot de maximum tarieven en het hanteren van een taxameter (Website TaxiPro).

Een nieuwe wending wordt aan het conflict gegeven als Uber in maart 2014 aankondigt de tarieven van de UberBLACK dienst met 12% te verlagen zodat ritten met deze dienst 10% goedkoper uit zouden vallen dan met een reguliere taxi15 (Uber Blog Amsterdam, post 3-03- 2014). In de landelijke media wordt deze stap opgemerkt en wordt geschreven over “Uber, dat vorige maand 10% onder de marktprijzen dook” (Het Financieel Dagblad A).

In april 2014 stelt het Koninklijk Vervoer Nederland Taxi (KNV Taxi)16, bij monde van haar secretaris, dat Uber een taxibedrijf is en zich daarom aan de wettelijke bepalingen dient te houden: “Uber doet niets anders dan TCA in Amsterdam. Maar ze komen er steeds mee weg” (in Het Parool B). Uber daarentegen stelt, bij monde van Uber Nederland directeur Niek van Leeuwen: “Voor Uber zijn maximumtarieven niet van toepassing omdat wij contractvervoer aanbieden” (in Het Parool B). De ILT laat in april 2014 weten dat Uber een verzoek heeft

15 Gebaseerd op de maximum tarieven voor taxivervoer in 2014.

16 De KNV is de federatieve werkgeversorganisatie voor het beroepspersonenvervoer en het spoorgoederenvervoer. Tot de federatie behoren de sectorverenigingen KNV Taxi, KNV Touringcar en KNV Spoorgoederenvervoer (Website KNV).

ingediend bij het Ministerie van Infrastructuur en Milieu om als contractvervoerder te worden aangemerkt. Echter, in de tussen tijd dat deze aanvraag ter beoordeling ligt, zullen de Uber- chauffeurs zich volgens de ILT aan de bestaande regels moeten houden (Het Parool B). 8.2 Handhaving tegen Uberpop

In juli 2014 wordt UberPOP in Amsterdam gelanceerd (Uber Blog Amsterdam, 29-07-2014). Direct hierop volgend laat de ILT weten streng op te zullen treden tegen UberPOP chauffeurs en dreigt met het uitdelen van boetes. Uber is als bedrijf verantwoordelijk is voor overtreding van de wet indien als zij particulieren in staat stellen het platform te gebruiken, aldus de ILT (NOS A).

Als snel na de lancering wordt UberPOP opgemerkt door de politiek. Eind augustus stuurt staatssecretaris Mansveld (Infrastructuur en Milieu) haar antwoord op de Kamervragen van lid Visser over de dienst UberPOP. “Particuliere chauffeurs die zonder een vergunning en chauffeurskaart opereren, ook via UberPOP, verrichten als gevolg daarvan illegaal taxivervoer. De inspectie treedt hier terecht tegen op.” (Ministerie van Infrastructuur en Milieu, 2014a: 2). De staatssecretaris blijft bij haar standpunt dat de maximum tarieven gelden voor al het straattaxivervoer, met uitzondering van tevoren afgesproken prijsafspraken. De minister kondigt aan eind 2015 het systeem van maximum tarieven te evalueren en belooft in de evaluatie van het taxibeleid, gepland rond de jaarwisseling, belemmeringen voor interessante innovaties te onderzoeken. Innovaties juicht de staatssecretaris toe, maar wel behoudens het huidig regelgevend kader dat het uitgangspunt blijft. (Ministerie van Infrastructuur en Milieu, 2014a: 2-3).

In de 3e voortgangsrapportage illegaal taxivervoer van oktober 2014 omschrijft de staatssecretaris de stappen welke door de ILT genomen zijn tegen snorders en in het bijzonder tegen UberPOP. Uit de rapportage blijkt dat de ILT proces verbaal heeft opgemaakt tegen 4 UberPOP chauffeurs. Het Openbaar Ministerie heeft deze chauffeurs een boete van € 1500 opgelegd. De staatssecretaris stelt dat de ILT doorgaat met gerichte controles op basis van risico-analyse (Ministerie van Infrastructuur en Milieu, 2014b: 3). In reacties op de opgelegde boetes geeft Uber aan in beroep te gaan tegen de beslissing van de ILT en in het uiterste geval de beboetes te betalen voor de chauffeurs (NOS B). In de tussentijd gaat het bedrijf gewoon door met het faciliteren van zowel de UberPOP als de traditionele vervoersdiensten.

Op 11 november geeft de ILT Uber een last onder dwangsom (LOD) wegens overtreding van de WP 2000 door het faciliteren van de UberPOP. Uber gaat hier tegen in bezwaar en verzoekt de voorzieningen rechter van het College van Beroep voor het bedrijfsleven een voorlopige voorziening voor de dienst te treffen. Op 8 december doet de voorzieningenrechter uitspraak en stelt de ILT in het gelijk. De ILT heeft terecht en op goede gronden geoordeeld dat Uber de WP 2000 heeft overtreden, er is dan ook geen reden de LOD te schorsen. Dit betekent dat bij elke nieuwe overtreding Uber een dwangsom verbeurt van € 10.000 met een maximum van €100.000 (Uitspraak College van Beroep voor het bedrijfsleven, 2014).

Op 10 februari kondigt Uber aan de tarieven voor UberPOP verder te verlagen, met 15% (Uber Blog Amsterdam, post 10-02-2015).

Dat de controverse rondom UberPOP zich niet alleen beperkt tot de politiek bewijzen berichten uit de lokaal georiënteerde media. Zowel stadszender AT5 als Het Parool Laakten melding van het door de politie afsluiten van de Herengracht in Amsterdam op 14 februari. Dit omdat de politie ter oren was gekomen dat Amsterdamse taxichauffeurs een protest voorbereidden voor de ambtswoning van de burgemeester (Het Parool D; AT5).

In februari maken verschillende landelijke media (Het Parool D; Trouw C; Het Financieel Dagblad C) melding van door de ILT geconstateerde overtredingen door Uber. De dwangsom voor Uber is inmiddels opgelopen tot € 50.000. Ook de kritiek vanuit de branche neemt toe aan en op 18 februari protesteren ruim 200 chauffeurs uit Amsterdam, Den Haag en Rotterdam op het Malieveld tegen UberPOP. Tijdens deze demonstratie bieden de chauffeurs Tweede Kamerlid een petitie aan tegen de dienst (Algemeen Dagblad B; Het Parool E).

Begin maart 2015 brengt de ILT een persbericht naar buiten waarin zij aangeeft dat in de voorgaande twee weken vijf UberPOP-chauffeurs een proces-verbaal te hebben opgelegd.. Hiernaast kregen de chauffeurs ook een LOD opgelegd om herhaling van de overtreding te voorkomen. Vier van de chauffeurs werden beboet in Amsterdam en één in Utrecht. Het ILT meld in haar persbericht dat het totaal aantal chauffeurs dat voor UberPOP reed en aangehouden is nu op vijftien komt (ILT, 2015).

8.3 Verharding van het conflict

Ondertussen verhardt het conflict tussen de UberPOP-chaufferus en Amsterdamse taxichauffeurs. Er wordt melding gemaakt van bedreigingen, het klem rijden van UberPOP- chauffeurs en het vernielen van voertuigen. Het conflict wordt fysiek van aard waarbij gemaskerde Amsterdamse taxichauffeurs de nieuwkomers bedreigen met hamers, boksbeugels en fysieke schade aan de door UberPOP-chauffeurs gebruikre auto’s toebrengen (Het Parool L, De Telegraaf E).

Eind maart gaat de ILT nog een stap verder dan alleen het uitdelen van boetes en valt ze het hoofdkantoor van Uber in Amsterdam binnen. De ILT geeft aan inzage te willen in de totale administratie van Uber, maar in het bijzonder op zoek te zijn naar informatie over de UberPOP dienst (Website NRC; NOS C). In aanvulling op deze eerste inval visiteert de ILT begin april wederom het kantoor van Uber, voor aanvullend onderzoek, en arresteert zij een medewerker van Uber voor het niet willen meewerken en blokkeren van het onderzoek (NRC Handelsblad A).

In reactie op visitaties van de ILT maakt Uber een opmerkelijke stap en begint op 14 april een petitie om UberPOP te behouden. Alle consumenten die ooit van een van de aangeboden diensten van Uber gebruik hebben gemaakt krijgen via e-mail een oproep de petitie te ondertekenen. In de toelichting op de petitie wordt gesteld dat de ILT “er alles aan doet UberPOP te stoppen op basis van verouderde wetgeving”. Men wordt opgeroepen om “zich actief in te zetten voor meerijden, zodat innovatie niet jaren stil blijft staan” (Website UberPOP-petitie). Volgens Uber is de petitie eind mei 2015 ruim zestienduizend keer ondertekend. Om ook op sociale media zichtbaar te worden introduceerde Uber tegelijkertijd met de petitie de hashtag #SAVEuberPOP.

Op 17 april worden drie UberPOP-chauffeurs veroordeeld voor de rechter tot een boete van € 1500. De chauffeurs kregen de boete al eerder opgelegd door het OM maar weigerde deze te betalen waardoor de zaak voor de rechter werd gebracht (Trouw B). Omdat zowel de voorzieningenrechter als de strafrechter nu een uitspraak hebben gedaan over de activiteiten van Uber kondigt het Openbaar Ministerie aan een opsporingsonderzoek te starten waarbij Uber aangemerkt wordt als verdachte (NRC Handelsblad B). In reactie op de veroordeling kondigt Uber wederom aan de boetes voor de chauffeurs te betalen (Het Financieel Dagblad B).

Eind april ’15 maakt Uber bekend chauffeurs van UberPOP te verplichten een chauffeurskaart te halen. Dit betekent in de praktijk dat UberPOP-chauffeurs een taxi-examen moeten afleggen bij het Centraal Bureau Rijvaardigheidsbewijzen, Uber komt hiermee de overheid “tegemoet” en hoopt dat de “overheid zo de UberPOP-chauffeurs wel toelaat” (Het Financieel Dagblad C). Uber geeft aan de kosten voor het halen van een chauffeurskaart voor de bestaande UberPOP-chauffeurs te zullen betalen (de Volkskrant A). Hiernaast presenteert Uber eind april op haar blog een visie op de toekomst van mobiliteit. In dit document wordt gesproken over UberPOP als een “meerijden-pilot” die bij kan dragen aan het optimaliseren van het autogebruik in Nederland (Uber, 2015: 17). Naast UberPOP wordt in het document ook een nieuw concept aangekondigd, het UberPOOL. UberPOOL gaat uit van het bekende carpoolen maar dan via het Uber platform, met als doel: een hogere bezetting per auto creëren en de kosten voor het vervoer delen (Uber, 2015: 20). UberPOOL is in Nederland nog niet als dienst geïntroduceerd, maar is inmiddels wel al actief in San Francisco, Los Angeles, New York en Parijs (Uber Blog Amsterdam, post 23-04-2015).

Op 5 mei 2015 presenteerde staatssecretaris Mansveld de langverwachte evaluatie van het taxibeleid. In de begeleidende brief aan de Tweede Kamer stelt de bewindsvrouw dat “het taxibeleid volop ruimte laat voor toekomstige ontwikkelingen en innovaties en dat de regelgeving niet onnodig belemmerend werkt” (Ministerie van Infrastructuur en Milieu, 2015a: 3). Met betrekking tot UberPOP geeft de staatssecretaris aan dat het voorschrijven van een chauffeurskaart een “positieve stap” is, echter, “dit taxivervoer voldoet daarmee […] nog steeds niet aan de taxiregelgeving en blijft daarom verboden” (Ministerie van Infrastructuur en Milieu, 2015: 3),

Eind mei bevestigde de ILT dat het de LOD op Uber aanzienlijk heeft verhoogd. De LOD werd verhoogd tot € 50.000 per overtreding met een maximum van één miljoen euro. De eerder opgelegde LOD van € 100.000 was inmiddels volledig verbeurd en betaald (Ministerie van Infrastructuur en Milieu, 2015b; Het Financieel Dagblad D).

Vooralsnog lijken de genomen straf- en bestuursrechtelijke maatregelen Uber niet te stoppen: zowel de traditionele dienstverlening als UberPOP zijn begin juni 2015 voor consumenten nog gewoon beschikbaar.