• No results found

11.Evaluatie van de Taxiwet

12.1 Conclusie deelvragen

De eerste deelvraag in dit werk luidde als volgt:

Hoe geeft wet- en regelgeving vorm aan de Nederlandse taxi markt?

In hoofdstuk zes is een historische uiteenzetting gegeven van de wet- en regelgeving die de Nederlandse taximarkt vorm heeft gegeven vanaf 1988.

De constatering dat vraag en aanbod niet optimaal op elkaar waren afgestemd leidde er toe dat deregulering van de taximarkt werd nagestreefd. De in 2000 ingezette deregulering ging gepaard met vormen van regulering met betrekking tot de maximum tarieven. Het gevoerde beleid had onverwachte consequenties voor de markt: gewelddadigheden, prijsstijgingen en het uitblijven van keuze in kwaliteit en prijs voor consumenten.

Om de nieuw ontstane problemen op te lossen werden in 2004 nieuwe vormen van regulering geïntroduceerd waaronder het chauffeursexamen en de verplichte tarievenkaart. Ook deze golf van regulering kon de problemen niet oplossen. De Taskforce Toekomstvisie Taxi presenteerde in 2008 haar visie op een gezondere taximarkt. Dit leidde in 2011 tot de toevoeging van de taxiwet aan de WP 2000: de basis voor het TTO-model werd gelegd.

Het TTO-model biedt gemeente de mogelijkheid aanvullende eisen te stellen aan de lokale taximarkt, waaronder verplichte groepsvorming. De gemeenten die dit model hebben geïntroduceerd stellen langzaam verbetering te zien in de markt. Maar het model blijkt kostbaar, voor zowel gemeente als taxiondernemer, en het verhoogt de regeldruk op taxichauffeurs.

In de evaluatie van de taxiwet presenteert staatssecretaris Mansveld veranderingen in de taxiwet voor om de regeldruk te verlichten. Deze veranderingen zijn minimaal en hebben

betrekking op specifieke onderdelen van de regelgeving. Het TTO-model blijft door de staatssecretaris gehandhaafd.

Hoe verhoudt de werkwijze van Uber zich tot de wet- en regelgeving in de Nederlandse taximarkt?

Zoals duidelijk is geworden in hoofdstuk zeven moet bij de beantwoording van deze vraag een tweedeling gemaakt worden tussen de traditionele vervoersdiensten van Uber en de UberPOP dienst.

De traditionele vervoersdiensten van Uber waren met betrekking tot de wijze waarop de prijs wordt bepaald, via GPS, illegaal. Afhankelijk van de interpretatie die gegeven wordt aan de voorgestelde veranderingen van de taxiwet kan dit veranderen. Met betrekking tot de tariefstructuur blijkt, ook na de veranderingen in de taxiwet, Uber niet te passen binnen de regelgeving. UberLUX overtreedt alle aspecten van de maximum tariefstructuur en UberBLACK doet dit met het starttarief, en kan dit doen met andere onderdelen van de tariefstructuur als deze stijgen naar aanleiding van een tekort in aanbod19.

Volledige legaliteit van de traditionele vervoersdiensten van Uber kan alleen volgen uit de evaluatie van de tariefstructuur in medio 2016 als Mansveld besluit de maximumtarieven los te laten of te verhogen en prijsbepaling via andere mogelijkheden dan de Taxameter toe te staan.

UberPOP blijft een illegale activiteit, ook na het verplicht stellen van de chauffeurskaart voldoet UberPOP niet aan de huidige wet- en regelgeving.

Welke betekenisvolle momenten zijn er in het conflict te onderscheiden?

In hoofdstuk negen is naar aanleiding van een kwantitatieve analyse van berichtgeving in de landelijke kranten een overzicht gepresenteerd van betekenisvolle momenten in het conflict tussen Uber en de overheid. Deze momenten zijn:

 De lancering van UberPOP voor alle Amsterdammers (week 31, 2014);

De presentatie van de 3e voortgangsrapportage illegaal taxivervoer en de aankondiging van Uber in beroep te gaan tegen de boetes (week 42, 2014);  De uitspraak van de voorzieningenrechter van het College van Beroep voor het

bedrijfsleven (week 50, 2014);

 Het protest van taxichauffeurs tegen UberPOP en de uitbreiding van UberPOP naar Utrecht (week 8, 2015);

 Verharding van het conflict door fysieke actie tegen UberPOP-chauffeurs en het binnenvallen van het Uber kantoor door de ILT (week 12 en 13, 2015);

 Het aanbieden van de evaluatie van het taxibeleid aan de Tweede Kamer door de staatssecretaris (week 19, 2015)

Welke betekenis geven de betrokken partijen aan het conflict? En als bijbehorende subvraag: Welke soorten frames hanteren de actoren?

Deze vraag is beantwoord in hoofdstuk tien. Op basis van een analyse van media materiaal rondom de betekenisvolle is een reconstructie gemaakt van de betekenis die de partijen geven aan het conflict en de frames die hierbij gebruikt worden.

Op basis van de soorten frames en de betekenis die actoren geven aan het conflict zijn een viertal twistpunten in het conflict geïdentificeerd:

 De wijze waarop het conflict beslecht dient te worden, via politieke of juridische procedures;

 De vraag of de diensten van Uber zouden moeten vallen onder de taxiwet;

 Wet- en regelgeving met betrekking tot het taxivervoer en de vraag of dit voldoende ruimte laat voor innovatie;

 De problemen in de taximarkt, is de wet- en regelgeving het probleem of is de verstoring van een gereguleerde markt dit?

Bezien in termen van interacties kan gesteld worden dat de twistpunten het resultaat zijn van het procesmatige aspect van interactie (Kooiman, 2000: 143). De door de actoren gehanteerde frames bepalen de aard van het conflict. De twistpunten worden zo het resultaat van een

divergentie in het streven van de betrokken actoren. Wat is de politieke reactie op het conflict?

In zowel hoofdstuk tien als hoofdstuk elf is een antwoord geformuleerd op deze vraag. Zoals de analyse van het media materiaal laat zien is de politieke reactie op het conflict tweeledig.

Hoewel minister Kamp niet direct verantwoordelijk is voor dit beleidsterrein hebben de uitspraken van de bewindspersoon, in de berichtgeving rondom de betekenisvolle momenten, vaak de landelijke media gehaald. De reactie van minister Kamp op het conflict kan worden samengevat als het willen aanpassen van de wet- en regelgeving om innovatie te stimuleren.

De reactie van de verantwoordelijk staatssecretaris is anders. Hoewel Mansveld bij aanvang van het conflict aangeeft welwillend te staan tegenover innovatie en met een frisse blik naar de taxibranche te willen kijken blijft zij in de loop van het conflict de nadruk leggen op de illegaliteit van UberPOP en het wetgevend kader. De aanpassingen die zij uiteindelijk voorstelt zijn beperkt en het is niet zonder meer aan te geven wat de consequenties van sommige aanpassingen zijn voor de legaliteit van Uber’s werkwijze.