• No results found

genotoxische componenten bevatten (categorie 4) 6.1 Inleiding

6.2 Informatie individuele kruiden 1 Croton tiglium (geen Nederlandse naam)

6.2.3 Rubia tinctorum (meekrap)

Rubia Tinctorum is ook al eerder beoordeeld door het RIVM in 2004(6). Deze beoordeling is grotendeels overgenomen in de huidige rapportage. Er is niet gezocht naar meer recente informatie, afgezien van recente meldingen van intoxicaties in de Toxicologische Informatie en Kennisbank van het NVIC.

Bij het NVIC werden in de periode van 2000-2007 geen informatieverzoeken ontvangen betreffende mogelijke blootstelling aan Rubia tinctorum. Er is geen WHO- of ESCOP- monografie gewijd aan Rubia tinctorum. In diverse van de geraadpleegde handboeken is informatie te vinden over Rubia tinctorum. Het betreft met name informatie over de actieve stoffen in Rubia tinctorum en waar het voor gebruikt wordt.

Rubia tinctorum bevat diverse anthrachinonen, waar onder alizarine (1,2-dihydroxy-

anthrachinon), rubiadine (1,3-dihydroxy-2-methylanthrachinon), 1-hydroxy-anthrachinon (1-HAQ), lucidin (1,3-dihydroxy-2-hydroxymethyl-anthrachinon) en lucidinethylether, en de glycosiden of primerosiden van deze anthrachinonen (zoals ruberythrinezuur).

Van preparaten met Rubia tinctorum wordt onder meer geclaimd dat ze zijn te gebruiken bij de behandeling van gal- en nierstenen (met name bij stenen die bestaan uit calciumoxalaat of calciumfosfaat), bij menstruele en urinaire aandoeningen, geelzucht, ischias, verlamming, darmtuberculose, bij wonden en zweren (lokale applicatie) en ter verbetering van de peristaltiek en tonus van gladde spieren in de darmtractus en urinewegen. Verder wordt de oertinctuur uit de wortelstok in de homeopathie gebruikt bij bloedarmoede, ondervoeding, amenorroe en miltaandoeningen.

Bij de literatuursearch kwamen aanwijzingen voor genotoxische en carcinogene eigenschappen van Rubia tinctorum naar voren. 1-HAQ veroorzaakt darmtumoren in knaagdieren, waarbij de gevormde tumoren gelijkenis vertonen met tumoren waargenomen bij mensen met ulceratieve colitis. Lucidin is mutageen in bacteria (Salmonella typhimurium; met name na metabole activatie) en in V79-cellen (HPRT-gen locus) en het induceert DNA-enkelstrengsbreuken en DNA-eiwit cross-links. In hepatocyten van de rat induceert lucidin DNA repair synthese en het kan fibroblasten van de muis in vitro transformeren. Lucidinethylether is mutageen in Salmonella typhimurium (na metabole activatie), zwak mutageen in V79-cellen en het induceert DNA repair synthese in geïnduceerde hepatocyten van de rat. Opname van de anthrachinon glycosides AlP (alizarin-primeveroside) en LuP (lucedinprimeveroside) leidt tot vorming van het knaagdiercarcinogeen 1-HAQ en de genotoxische componenten lucidin en rubiadin.

Gezien de genotoxische en carcinogene eigenschappen is niet verder gezocht naar andere toxische effecten van (actieve stoffen van) Rubia tinctorum omdat deze informatie geen invloed zal hebben op de beoordeling.

6.3

Beoordeling

6.3.1

6.3.2

Beoordeling vermeende carcinogene en/of genotoxische componenten

In het algemeen kan gesteld worden dat de aanwezigheid van carcinogene en/of genotoxische componenten in kruidenpreparaten niet wenselijk is, omdat er voor zulke componenten, afhankelijk van het werkingsmechanisme, vaak geen blootstellingsgrens af te leiden is die als veilig kan worden bestempeld. Ook lage blootstellingen kunnen leiden tot een (klein) additioneel risico op kanker.

Beoordeling kruiden die vermeende carcinogene en/of genotoxische componenten bevatten

6.3.2.1 Croton tiglium (geen Nederlandse naam)

De zaden van Croton tiglium bevatten ongeveer 50 % olie. De olie bevat minimaal 18 di- esters van het tetracyclische diterpeen forbol. Ook het melksap van Croton tiglium bevat verschillende vetzuuresters van forbol. De forbolesters zijn sterk irriterend en zijn tevens (co)carcinogeen. Croton tiglium is zowel na orale inname als na dermale blootstelling zeer giftig. Bij de mens kunnen na ingestie van Croton tiglium binnen enkel minuten blaren in de mond, braken, gastro-enteritis en diarree optreden. Systemische effecten die kunnen optreden zijn benauwdheid, duizeligheid, sufheid en collaps, met in ernstige gevallen convulsies, coma, neuromusculaire zwakte, nierfalen en ademhalingsproblemen.

De acuut toxische eigenschappen die aan Croton tiglium kunnen worden toegeschreven, in combinatie met de (co)carcinogene eigenschappen van forbolesters maken dat het niet wenselijk is dat kruidenpreparaten Croton tiglium bevatten. Dit pleit voor handhaving van

Croton tiglium in onderdeel II van de bijlage van het Warenwetbesluit Kruidenpreparaten.

6.3.2.2 Juglans regia(walnotenboom of okkernotenboom), behalve de noten

Juglans regia bevat juglon (5-hydroxy-1,4-naftochinon) in alle delen van de plant, met de

hoogste concentratie in de wortel. Gegevens over de toxiciteit van Juglans regia en juglon zijn beperkt. Aan juglon bevattende middelen worden huid- en oogirriterende eigenschappen toegekend. Daarnaast wordt melding gemaakt van hyperpigmentatie en contactdermatitis, wat heeft geleid tot het terugtrekken van juglon als zonnebrandmiddel. Er zijn aanwijzingen dat juglon mutagene en carcinogene eigenschappen heeft.

De acuut toxische, huid- en oogirriterende en huidsensibiliserende eigenschappen die aan

Juglans regia kunnen worden toegeschreven, in combinatie met de aanwijzingen dat

juglon mutagene en carcinogene eigenschappen heeft, maken dat het niet wenselijk is dat kruidenpreparaten Juglans regia bevatten. Dit pleit voor handhaving van Juglans regia in onderdeel II van de bijlage van het Warenwetbesluit Kruidenpreparaten.

6.3.2.3 Rubia tinctorum(meekrap)

Rubia tinctorum bevat diverse anthrachinonen, waaronder alizarine (1,2-dihydroxy-

anthrachinon), rubiadine (1,3-dihydroxy-2-methylanthrachinon), 1-hydroxy-anthrachinon (1-HAQ), lucidin (1,3-dihydroxy-2-hydroxymethyl-anthrachinon) en lucidinethylether, en

de glycosiden of primerosiden van deze anthrachinonen. Voor een aantal van deze anthrachinonen zijn mutagene en/of genotoxische eigenschappen aangetoond in in vitro studies. 1-HAQ veroorzaakt darmtumoren in knaagdieren. Gezien deze genotoxische en carcinogene eigenschappen is niet verder gezocht naar andere toxische effecten van (actieve stoffen van) Rubia tinctorum omdat deze informatie geen invloed zal hebben op de beoordeling.

De genotoxische en carcinogene eigenschappen die aan Rubia tinctorum kunnen worden toegeschreven door de aanwezigheid van diverse anthrachinonen maken dat het niet wenselijk is dat kruidenpreparaten Rubia tinctorum bevatten. Dit pleit voor handhaving

van Rubia tinctorum in onderdeel II van de bijlage van het Warenwetbesluit

7

Kruiden die thujon bevatten (categorie 5)