genotoxische componenten bevatten (categorie 4) 6.1 Inleiding
7 Kruiden die thujon bevatten (categorie 5) 1 Inleiding
7.2 Algemene informatie thujon
7.3.3 Juniperus sabina (zevenboom)
Bij het NVIC werd in de periode van 2000-2007 één informatieverzoek ontvangen betreffende mogelijke blootstelling aan Juniperus sabina, namelijk in 2005. Gegevens over eventuele effecten zijn niet bekend. Er is geen WHO- of ESCOP-monografie gewijd aan Juniperus sabina. In een aantal handboeken en monografieën is informatie over
Juniperus sabina beschikbaar.
Juniperus sabina bevat 1-5% vluchtige olie, waarvan de samenstelling varieert afhankelijk
van het deel van de plant. De olie bestaat voornamelijk uit het terpeen sabineen (in de hele plant ongeveer 23 %, in bessensap 83 %, in twijguiteinden 31 %) en sabinylacetaat (in de hele plant ongeveer 46 %, in twijguiteinden 37 %). Daarnaast bevat de olie onder andere terpineen, terpinol, sabinol en thujon. Verder bevat Juniperus sabina 0,1-0,2 % podophyllotoxine(18). Podophyllotoxine wordt zowel na orale als dermale toediening goed opgenomen(112). Er zijn geen gegevens gevonden over de biobeschikbaarheid van (stoffen uit) Juniperus sabina.
De vluchtige olie wordt gezien als belangrijkste werkzame stof in Juniperus sabina. Het stimuleert in proefdieren de gladde spieren in de darm en veroorzaakt gastro-intestinale irritatie. Er zijn aanwijzingen dat de olie ook de gladde spieren in de baarmoeder stimuleert, maar resultaten in verschillende studies zijn tegenstrijdig(18). De olie is sterk irriterend voor de huid, ogen en slijmvliezen(29). De werking en toxiciteit van de olie wordt waarschijnlijk bepaald door oxidatieproducten (peroxides) van de terpenen. Vermeld wordt dat sabineen makkelijker oxideert dan andere terpenen(30). Podophyllotoxine is een potente cytotoxische stof die de celdeling en DNA-synthese remt(112). Hoewel de olie ook thujon kan bevatten, wordt uit de geraadpleegde bronnen niet duidelijk of thujon een wezenlijke bijdrage levert aan de toxiciteit van Juniperus sabina.
De vluchtige olie en de gedroogde bebladerde twijguiteinden (jonge uitlopers) van
Juniperus sabina worden in de volksgeneeskunde gebruikt bij menstruatiestoornissen en
om abortus op te wekken. Ook wordt het als smeersel, pleister of zalf gebruikt bij zenuwpijn, (genitale) wratten en haaruitval(18). In Nederland zijn geen homeopathische preparaten of reguliere geneesmiddelen geregistreerd die Juniperus sabina (olie) bevatten. Er zijn in Nederland drie geneesmiddelen geregistreerd die podophyllotoxine bevatten en worden gebruikt voor de behandeling van anogenitale wratten. Mogelijke bijwerkingen van het gebruik van podophyllotoxine zijn roodheid, pijn en oppervlakkige zweervorming. Het gebruik van podophyllotoxine is gezien de cytostatische eigenschappen en systemische absorptie bij lokaal gebruik gecontra-indiceerd bij zwangerschap en tijdens het geven van borstvoeding. Hierbij wordt aangegeven dat er enkele meldingen (van beperkte kwaliteit) zijn van schadelijke effecten bij het gebruik van podophyllotoxine tijdens de zwangerschap in de mens(24).
De toxiciteit van Juniperus sabina wordt voornamelijk toegeschreven aan (bestanddelen van) de vluchtige olie. Er zijn geen LD50-waarden gevonden voor (de olie uit) Juniperus
sabina. Er wordt vermeld dat de letale dosis van de olie zes druppels is en dat inname van
5-20 gram twijguiteinden dodelijk is. Vergiftigingen kunnen optreden na inname van 1 gram twijguiteinden(29). Voor podophyllotoxine worden de volgende LD50-waarden vermeld: 8,7 mg/kg lg i.v., 15 mg/kg lg i.p., 8 mg/kg lg s.c. en 3 mg/kg lg i.m. voor de rat; 30 mg/kg lg i.p. en 24,6 mg/kg lg s.c. voor de muis(112). De olie van Juniperus sabina induceert resorpties in muizen na dagelijks s.c. toedienen van 15-135 mg/kg lg van dag zes
tot vijftien van de zwangerschap(18). Podophyllotoxine kan foetale sterfte en
misvormingen, vervroegde bevalling en abortus veroorzaken(112). Embryotoxiciteit (niet nader gespecificeerd) door podophyllotoxine in ratten werd gezien na dagelijkse i.p. doses van 5 mg/kg lg, maar niet na dagelijkse topicale dosis van 0,21 mg/kg lg(113). Er zijn geen aanwijzingen gevonden in de geraadpleegde bronnen dat Juniperus sabina mutagene of carcinogene eigenschappen heeft.
De olie uit Juniperus sabina is zeer irriterend voor de huid en kan necrose en beschadiging van de diepere huidlagen veroorzaken. Inname kan misselijkheid, braken, ernstige ontstekingen aan de maag en bloederige diarree tot gevolg hebben. Daarnaast kunnen nierbeschadigingen, een versterkte diurese, pijn bij het urineren en hematurie optreden(29). Vergiftiging kan tot bewustzijnstoornissen, bewusteloosheid en dood door verlamming
van de ademhaling leiden(29). Twee gevallen waarin een zwangere vrouw olie uit
Juniperus sabina innam om abortus op te wekken zijn beschreven. In beide gevallen
leidde dit tot sterfte. Abortus trad slechts in één van de twee gevallen op(18). Over vergiftiging met podophyllotoxine worden effecten gerapporteerd zoals hierboven beschreven en daarnaast centrale neurotoxische effecten waaronder psychoses, hallucinaties, verwarring, duizeligheid, stupor, ataxia, attaque en coma. Perifeer kunnen verlammingen, afname van reflexen, spierzwakte, vertraagd hartritme en een verlaagde bloeddruk optreden. Vermeld wordt dat de neurotoxische effecten van podophyllotoxine maanden kunnen aanhouden(17).
7.4
Beoordeling
7.4.17.4.2
Beoordeling thujon
Thujon is een terpenoid keton waarvan twee stereoisomeren bestaan, alfa- en beta-thujon. Thujon is neurotoxisch, waarbij beta-thujon toxischer is dan alfa-thujon. De neurotoxiciteit van thujon wordt toegeschreven aan binding met de GABA-receptor, resulterend in remming van het onderdrukkende effect van GABA op het centrale zenuwstelsel. Dit resulteert in epilepsieachtige convulsies waarbij vasodilatatie, bloeddrukdaling, vertraging van de hartslag en vergroting van de ademhalingsamplitude optreden. Er zijn verschillende, soms letale, vergiftigingen met thujon bevattende oliën uit kruiden beschreven. Dit in aanmerking nemend, maakt dat het niet wenselijk is dat kruidenpreparaten thujon bevatten.
Beoordeling kruiden die thujon bevatten
7.4.2.1 Artemisia cina (echt wormkruid) en Artemisia maritima (zeealsem)
Artemisiasoorten bevatten als werkzame bestanddelen sesquiterpeenlactonen, flavonoïden en vluchtige olie. Van zowel Artemisia cina als Artemisia maritima is de informatie over de precieze inhoudsstoffen beperkt. De gedroogde bloemknoppen van Artemisia cina en
Artemisia maritima bevatten als belangrijkste werkzame stof santonine, waaraan zowel de
toxiciteit als de farmacologische werking deels kunnen worden toegeschreven. De olie uit
Artemisia cina en Artemisia maritima bevat het neurotoxische thujon, mogelijk als
voornaamste bestanddeel. Gegevens over de toxiciteit van Artemisia cina en Artemisia
maritima zijn zeer beperkt. Wel worden gevallen van vergiftiging met Cinae flos
(bloemknoppen) en santonine beschreven. In een beschrijving van een dodelijke vergiftiging met Cinae flos werden braken, maagpijn, convulsies, koude huid, wijde nauwelijks reagerende pupillen, sufheid, slaperigheid en asfyxie als symptomen vermeld. Daarnaast zouden acuut neurotoxische effecten op kunnen treden door de mogelijke aanwezigheid van thujon in de vluchtige olie van Artemisia cina en Artemisia maritima. De schadelijke effecten die kunnen worden toegeschreven aan Artemisia cina en Artemisia
maritima en mogelijk gerelateerd zijn aan de aanwezigheid van santonine in combinatie
met mogelijke neurotoxische effecten door de aanwezigheid van thujon in de vluchtige olie, maken dat het gebruik van Artemisia cina en Artemisia maritima in kruidenpreparaten risico’s met zich mee kan brengen. Dit pleit voor handhaving van
Artemisia cina en Artemisia maritima in onderdeel II van de bijlage van het Warenwetbesluit Kruidenpreparaten.
7.4.2.2 Crysanthemum vulgare (boerenwormkruid) of Tanacetum vulgare (reinvaren)
Crysanthemum vulgare bevat als belangrijkste werkzame bestanddeel een vluchtige olie
die gemiddeld ongeveer 50 % thujon bevat. Gegevens over de acute toxiciteit van
Crysanthemum vulgare en de vluchtige olie zijn beperkt en gegevens over genotoxiciteit,
chronische toxiciteit/carcinogeniteit en reproductietoxiciteit van (stoffen uit)
Crysanthemum vulgare zijn niet beschikbaar. Wel worden in de literatuur verschillende,
soms letale, vergiftigingen met de olie uit Crysanthemum vulgare beschreven. Hierbij traden onder andere effecten op het maagdarmkanaal, bewustzijnsverlies, epileptische aanvallen, onregelmatige hartslag en orgaanschade op. Sterfte kan optreden door het stoppen van de bloedcirculatie of de ademhaling of door orgaanschade.
De acuut neurotoxische eigenschappen die kunnen worden toegeschreven aan
Crysanthemum vulgare en gerelateerd zijn aan (thujon uit) de vluchtige olie maken dat het
niet wenselijk dat kruidenpreparaten Crysanthemum vulgare bevatten. Dit pleit voor handhaving van Crysanthemum vulgare in onderdeel II van de bijlage van het Warenwetbesluit Kruidenpreparaten.
7.4.2.3 Juniperus sabina (zevenboom)
Juniperus sabina bevat een vluchtige olie die voornamelijk bestaat uit het terpeen
sabineen en sabinylacetaat. Daarnaast bevat de olie onder andere terpineen, terpinol, sabinol en thujon. Verder bevat Juniperus sabina podophyllotoxine. Gegevens over de toxiciteit van Juniperus sabina zijn beperkt tot acute toxiciteit, embryotoxiciteit en beschrijvingen van schadelijke effecten van podophyllotoxine en de olie uit Juniperus
sabina. De vluchtige olie wordt gezien als het belangrijkste werkzame bestanddeel uit Juniperus sabina en stimuleert in proefdieren de gladde spieren in de darm en veroorzaakt
gastro-intestinale irritatie. Ook is het sterk irriterend voor de huid, ogen en slijmvliezen. Podophyllotoxine is een potente cytotoxische stof die de celdeling en DNA-synthese remt. Hoewel de olie ook thujon kan bevatten, is uit de geraadpleegde bronnen niet duidelijk geworden of thujon een wezenlijke bijdrage levert aan de toxiciteit van Juniperus sabina. Inname van de olie uit Juniperus sabina kan ernstige ontstekingen aan de maag en nierbeschadiging veroorzaken. Vergiftiging met de olie of podophyllotoxine kan daarnaast tot bewustzijnstoornissen, bewusteloosheid en dood door verlamming van de ademhaling leiden. Podophyllotoxine en de olie uit Juniperus sabina hebben mogelijk embryotoxische effecten.
De sterk irriterende en acuut neurotoxische eigenschappen die kunnen worden toegeschreven aan Juniperus sabina en gerelateerd zijn aan de vluchtige olie en podophyllotoxine maken dat het niet wenselijk is dat kruidenpreparaten Juniperus sabina bevatten. Daarnaast hebben podophyllotoxine en de olie uit Juniperus sabina mogelijk embryotoxische effecten en is podophyllotoxine sterk cytotoxisch. Dit pleit voor handhaving van Juniperus sabina in onderdeel II van de bijlage van het Warenwetbesluit Kruidenpreparaten.