• No results found

Hoofdstuk 5 Analyse van Sabina Guzzanti’s: Draquila: L‘Italia che trema

5.1 Technieken en stijlmiddelen

Vandaag de dag is nieuws een vluchtig iets, dankzij de komst van het internet is nieuws elk moment van de dag toegankelijk. Juist door deze ‘overkill’ aan nieuwsberichten is het niet vreemd dat het nieuws van vandaag binnen luttele uren ‘vergeten’ is. Ook Guzzanti is zich hiervan bewust. Daarom rees bij haar de vraag hoe het de inwoners van het stadje L’Aquila was vergaan een jaar na de verwoestende aardbeving. Vooral na het vertrek van de media krijgt het land niets meer te horen over de overlevenden van de ramp. De aardbeving lijkt in de vergetelheid te zijn geraakt bij de Italiaanse bevolking, maar niet bij Guzzanti.

Net zoals in Viva Zapatero maakt Guzzanti gebruik van ‘talking heads’ met een zekere mate van autoriteit, zoals burgemeesters, ondernemers en de nationale veiligheidsorganisatie. Daarnaast laat ze ook inwoners van de stad, mensen in de tenten en hotels en de enige man die in de stad is

blijven wonen aan het woord. Guzzanti gaat zelfs zover dat ze interviews heeft met oud- maffiosi die, in haar optiek, hun licht kunnen schijnen op de vergaarde rijkdom van Berlusconi.

Daarnaast is Guzzanti ook ditmaal onderdeel van de film. Minder aanwezig voor de camera dan in Viva Zapatero, maar haar dominante en vaak ironische en strenge voice-over vormt de rode draad van de documentaire. Hoewel Guzzanti ditmaal minder vaak zelf voor de camera verschijnt, begint ze haar film wel met een satirische noot. Na het tonen van alle grote wereldleiders en filmsterren die het stadje zijn komen bezoeken om hun steun en medeleven te tonen aan de

inwoners zegt haar stem: ‘Ik zag dat het voor mij tijd was om ook mijn gezicht te laten zien.’ Het shot verandert en ineens stapt Guzzanti, verkleed als Berlusconi, uit de auto en introduceert zij wederom haar favoriete personage. De toon is daarmee gezet. Guzzanti krijgt het publiek zelfs zo gek dat zij het lijflied van Silvio Berlusconi zingen: Meno male che Silvio c’`e 161. Guzzanti is zo brutaal dat ze in de gedaante van Berlusconi beweert dat dit de meest succesvolle aardbeving in tijden is geweest.

162

In Draquila wordt al gauw duidelijk dat Guzzanti in deze documentaire nog meer op zoek is naar de nuance en de balans. In Viva Zapatero had zij meer dan eens de neiging vooral haar visie te tonen. In deze documentaire komen ook aanhangers van Berlusconi aan het woord en wordt hen de ruimte geboden hun zegje te doen. Guzzanti kan het echter zo nu en dan niet weerstaan met deze mensen in discussie te gaan en hen meer dan eens te wijzen op de fouten en de schandalen rond de premier. Ook in deze film komt een scène voor waarin Guzzanti op het randje balanceert met haar agressieve manier van discussiëren en het ingaan tegen de mensen die wel in Berlusconi geloven. Het wordt weer duidelijk dat Guzzanti een grote mate van antipathie voelt ten opzichte van de

161

Dit is het campagne lied voor Berlusconi tijdens de laatste parlementsverkiezingen in Italië. Het lied is niet gemaakt

door Berlusconi zelf, maar was een geschenk van de aanhangers van de premier. Zie als voorbeeld:

http://www.youtube.com/watch?v=WXf-YbsSh0Y Meerdere malen geraadpleegd, laatste keer op20 februari 2012. Er

zijn meerder versies te zien op YouTube.com.

162

premier. Deze uitschieters komen echter niet vaak voor in de film. De daarop volgende keren dat naar haar mening wordt gevraagd wordt haar respons handig uit de film geknipt. Dit doet Guzzanti naar mijn mening bewust om zo een zekere objectieve afstand te creëren.

Draquila ziet er vanuit esthetisch oogpunt veel gestileerder uit dan Viva Zapatero. De muziek fungeert als rode draad in het verhaal, waarbij de zwaarte van de muziek duidelijk de sfeer bepaalt van een scène. Daarnaast maakt Guzzanti in deze film herhaaldelijk gebruik van animaties. Deze techniek wordt vandaag de dag veelvuldig gebruikt in de documentaire film. Guzzanti zet de

animaties op cruciale momenten in, namelijk op de momenten waarin zij dieper op de feiten in gaat. Ze toont wetswijzigingen, Silvio Berlusconi die op de nacht van de aardbeving een pact met God lijkt te hebben gesloten, maar gebruikt ook animaties om optelsommen te maken van de vele, in haar ogen, verkwanselde miljarden euro’s. Tegelijkertijd gebruikt zij ook verschillende animaties om de vele schandalen rondom de premier en zijn rechterhand, Guido Bertolazo, aan het licht brengen. Deze animaties zijn duidelijk ironisch van toon en zijn bedoeld om op de lachspieren te werken. Ook Moore maakt in Bowling for Columbine gebruik van humoristische animaties om de geschiedenis van de Amerikaanse wapenhandel en andere ‘feiten’ weer te geven.

163

Het lijkt erop dat Guzzanti dezelfde filosofie als Moore erop na houdt; vermaak en laat het publiek lachen, daarmee zorg je ervoor dat het niet een grote saaie optelsom van feiten wordt. Terwijl het publiek lacht kunnen ze later de ernst van de situatie inzien en daartegen vechten. Verderop in dit hoofdstuk zal ik één van deze geanimeerde scènes nauwkeurig analyseren.

Een ander belangrijk stijlmiddel dat veelvuldig door Guzzanti wordt gebruikt is het

tegenover elkaar zetten van schrille contrasten. Zo wordt er in een scène een optelsom gemaakt van de vele kosten die een G8 top met zich meebrengen. Dit lijkt niet heel bijzonder totdat Guzzanti

onthult dat deze top al in een andere stad in Italië tot in de puntjes was verzorgd. Door de

aardbeving heeft Berlusconi besloten de top te verplaatsen naar L’Aquila om zo meer aandacht te genereren voor de bevolking en voornamelijk het ‘goede’ werk van de premier. Alles wordt in rekening gebracht tot aan de pennen en de handdoeken toe. Deze animatie wordt gevolgd door een interview met een vrouw die nog steeds in een tent woont. Zij is de premier zeer dankbaar, ze vertelt dat ze alles hebben gekregen wat ze nodig hadden, een kachel, een tent, een koelkast en zelfs een televisie. Ze houdt van Berlusconi en het maakt niet uit dat er zoveel belastinggelden in een nieuwe G8 worden gestopt in plaats van in de inwoners van L’Aquila.

Vlak voor de aardbeving in L’Aquila lag de premier hevig onder vuur bij de media. Hij was verwikkeld in allerlei seksschandalen en zijn populariteit nam zienderogen af. Guzzanti maakt gebruik van verschillende geheime opnames van Berlusconi die gemaakt zijn door escortdames die beweren door de premier te zijn ingehuurd. Deze gesprekken zijn naar de pers gelekt en worden door Guzzanti als ammunitie gebruikt om te bewijzen dat Berlusconi niet het belang van het land in zijn gedachten heeft, maar enkel en alleen zijn eigen belangen. Dit is een krachtig middel omdat Guzzanti niet allerlei fragmenten achter elkaar hoeft te plakken om haar gelijk te halen, maar Berlusconi zichzelf met zijn eigen woorden in diskrediet brengt. Ze toont echter ook mensen die deze opnames niet geloven, ze zouden in scène gezet zijn om de premier zwart te maken. Er is zelfs een dame die zegt: “Het maakt toch niet uit wat de premier doet in zijn slaapkamer. Hij is een rokkenjager, we mogen blij zijn dat hij geen homo is.”

Zoals gezegd lag de premier voor de aardbeving flink onder vuur in de nationale media. Een pikant detail is dat Guzzanti aan het begin van de film suggereert dat deze aardbeving voor Silvio Berlusconi als een geschenk uit de hemel kwam. Deze suggestie wordt begeleid met de satirische animatie van God in de Sixtijnse kapel, die Berlusconi’s vinger aanraakt in plaats van die van Adam.164 De aandacht is niet meer gericht op de seksschandalen, maar op de vele bezoeken van Berlusconi aan de stad om daar zijn medeleven te tonen met de inwoners. Hij doet de inwoners van L’Aquila onmiddellijk de belofte binnen afzienbare tijd permanente behuizing voor hen te regelen. Dit zal een enorme onderneming zijn. De verjaardag van de premier een half jaar later moet de deadline worden. Dit heeft als reden dat de premier beweert dat hij niets liever doet dan cadeautjes geven en welke dag is daarvoor meer geschikt dan zijn eigen verjaardag? De premier lijkt zich op te willen werpen als de vader des vaderlands die zorgt voor zijn onderdanen.

Interviews met de inwoners van L’Aquila maken een groot deel uit van de documentaire. In een scène vertellen de inwoners van de tentenkampen schokkende details aan Guzzanti, details die

zo ongelooflijk zijn dat ze verzonnen lijken. Maar voor de inwoners van de tentenkampen is het de wrede werkelijkheid. Ze vertellen over het feit dat ze geen koffie, alcohol of cola mogen nuttigen omdat dit de inwoners van de tentenkampen zou ophitsen. ‘Paternalismo oppressivo’165wordt dit door een inwoner genoemd. Daarnaast moeten zij zich telkens verantwoorden over hun gang van zaken. Als zij het kamp verlaten willen de militairen weten waar ze naartoe gaan, met wie zij weggaan en hoe lang zij weg denken te zijn. Ze mogen ook niet met groepen mensen overleggen, geen vergaderingen organiseren en geen contact onderhouden met mensen uit een ander ‘kamp’. Zodra zij spandoeken ophangen om te demonstreren worden dezen gelijk weggehaald.

166

Guzzanti toont hiermee de beperking van vrijheid van meningsuiting en vrijheid in het algemeen. De mensen mogen de stad niet in, mogen de kampen niet uit en moeten zich houden aan regels die de bazen van de kampen verzinnen. Journalisten en inwoners mogen tijdens persconferenties geen kritische vragen stellen aan Guido Bertolazo, de baas van de Nationale Veiligheidsraad. Alleen journalisten en tv-stations die pro Berlusconi zijn mogen bij de persconferenties van de premier aanwezig zijn omdat zij geen kritische vragen stellen. De rest mag de persconferentie vanuit een andere zaal vanaf een tv-scherm filmen.

Volgens Guzzanti wordt de inwoners van L ‘Aquila angst ingeboezemd. Bij elke Italiaan staan de containerwoningen van de jaren 70 van de vorige eeuw in het geheugen gegrift. Bij verschillende rampen werden de overlevenden ‘tijdelijk’ ondergebracht in containers. De containers zouden een noodoplossing zijn en in de tussentijd zouden de getroffen dorpen en steden weer worden

opgebouwd. Dit is echter niet gebeurd en de overlevenden van deze verschillende rampen hebben jarenlang in erbarmelijke omstandigheden in deze containers gewoond. Het idee dat de

overlevenden van de aardbeving in L’Aquila opgevangen zouden moeten worden in containers in plaats van tenten en hotels doet de gemiddelde Italiaan vrezen dat de inwoners van L’Aquila

165 Beklemmend paternalisme.

hetzelfde lot zal wachten als de mensen in de jaren zeventig. Guzzanti probeert dat beeld te

veranderen door daar de moderne studenten containerwoningen in Amsterdam tegenover te zetten. Deze zijn van alle gemakken voorzien en hebben niets weg van de ‘horror containers’ waar de Italianen aan denken. Maar dit wordt in de Italiaanse media niet getoond. Door de bevolking van L’Aquila angst in te boezemen dat zij in een jaren zeventig container zouden komen te wonen zijn zij de premier ontzettend dankbaar als zij van hem een ‘echt’ huis krijgen. Al gauw wordt echter

duidelijk dat de zaken niet zo rooskleurig zijn. Guzzanti toont een vergadering van de bewoners, waarin pijnlijk duidelijk wordt dat lang niet alle gezinnen een huis zullen krijgen. Toch houdt een deel van de inwoners hoop. Maar hun lot blijft onzeker. De winter komt er weer aan en de

Protezione Civile (PC)167 heeft besloten dat de tenten opgedoekt moeten worden omdat het niet verantwoordt zou zijn om de mensen in tenten te laten overwinteren. Waar deze inwoners dan naartoe moeten blijft een vraag.

Net als in Viva Zapatero is niet alleen Berlusconi mikpunt van kritiek, ook de oppositie krijgt het weer flink te verduren. Zij staan de bevolking van L’Aquila helemaal niet bij, in een scène toont Guzzanti de tent van de oppositie die elke dag, in weer en wind gesloten en verlaten is. De bevolking is door de oppositie aan hun lot overgelaten en net zoals in Viva Zapatero moeten de protesten en demonstraties het initiatief zijn van de burgers zelf. Naast Berlusconi en de oppositie is het hoofd van de PC, Guido Bertolazo, ook het mikpunt van Guzzanti’s kritiek. Bertolazo is de rechterhand van Berlusconi en de premier wil hem op hoge posities hebben om samen meer macht te verkrijgen over het land. Net als de wet op het punt staat aangepast te worden, zodat de macht van de premier weer vergroot wordt, ontploft er wederom een enorm schandaal. Ook over dit schandaal maakt Guzzanti een uitgebreide geanimeerde scene om de verschillende gebeurtenissen rondom dit schandaal op een rijtje te zetten. Deze scène zal in paragraaf 5.2 nauwkeurig worden geanalyseerd.

Berlusconi komt positief in het nieuws, het is hem gelukt. De zogenaamde ‘mission impossible’ bleek haalbaar: de premier kan op zijn verjaardag de eerste sleutels van de nieuwe huizen overhandigen. De media heeft alleen hier aandacht voor, het lot van diegenen die geen huis krijgen blijft

onderbelicht. De regering zegt dat iedereen een huis zal krijgen maar de realiteit is anders. De camera’s zijn slechts gericht op de gelukkigen, de mensen die nog altijd wachten op een huis worden bewust buiten beeld gehouden. En terwijl de gelukkigen de sleutels krijgen, moeten de mensen die in de tenten wonen de tenten verlaten en wordt hen niets anders geboden. Maar de media lijkt alleen maar positief nieuws te willen brengen en geen aandacht te hebben voor deze verhalen.

Er zijn allerlei beelden opgedoken van de gebeurtenissen tijdens de noodlottige nacht van de aardbeving. Deze beelden zijn door Guzzanti gebundeld en worden getoond aan de kijker. Mensen die schreeuwen dat de bestuurders leugenaars en boeven zijn. ‘Steeds maar zeggen dat er niets was, en zie ons nu!’ Er was die nacht geen alarm afgegaan en uit de geluidstapes die de beelden

begeleiden blijkt dat er maar vijftien brandweermannen beschikbaar waren om hulp te verlenen. In een volgende scène komen overlevenden aan het woord die zich afvragen of ze niet beter naar hun gevoel hadden moeten luisteren. ‘Onze opa’s en oma’s die analfabeet waren verzamelden de hele familie als er schokken te voelen waren. Altijd uit voorzorg vertrekken.’ De overlevenden zijn boos omdat niemand ze heeft gewaarschuwd, maar er werd telkens gezegd dat er niets aan de hand was alleen om maar geen paniek te veroorzaken. Later is gebleken dat verschillende instanties het sterke vermoeden hadden dat er gauw een aardbeving plaats zou kunnen vinden.

Aan het einde van de documentaire gaat Guzzanti kijken bij de inwoners van de nieuwe appartementen. De één is de premier intens dankbaar, de ander laat een negatiever geluid horen. Alles is in de huizen aanwezig, tot aan de lakens en de toiletborstel aan toe. Maar het voelt niet goed, het voelt niet als thuis. Alles moet altijd smetteloos zijn, dingen die kapot zijn moeten gelijk worden vervangen. Want als je vertrekt moet alles wat op de lijst stond die de inwoners kregen bij hun intrek weer worden aangevuld. Het wordt de bewoners zelfs ontraden foto’s of schilderijen op te hangen, want ook de muren moeten weer in oude staat worden opgeleverd. De mensen voelen zich niet thuis, maar hebben het gevoel altijd op bezoek te zijn. Ze kunnen niet zichzelf zijn. De mensen die wel positief over de huizen zijn, zijn duidelijk Berlusconi aanhangers en zullen de premier door dik en dun steunen.

Guzzanti sluit de documentaire af met een man die vertelt dat men hoe dan ook de hoop moet houden en dat men moet blijven vechten voor rechtvaardigheid. Misschien komt er een einde aan het regime. Ze lijkt net als in Viva Zapatero met een positieve noot te willen eindigen. Als de mensen maar hoop blijven houden en vechten voor vrijheid en gerechtvaardigdheid dan komt het wel goed.