• No results found

Moore en de essayistische documentaire

Hoofdstuk 3 Michael Moore: voorbeeld essayist?

3.2 Moore en de essayistische documentaire

In paragraaf 3.1 heb ik een analyse gemaakt aan de hand van het schema van de rhetorical form van Bordwell en Thompson. Voordat ik over kan gaan tot mijn conclusies, zal ik onderzoeken in

hoeverre Moore in het model van de essayfilm past zoals deze door Laura Rascaroli is geformuleerd. Hierbij let ik met name op drie elementen: de enunciator, de rol van de kijker en het thema van de documentaire. Na het bespreken van deze elementen tracht ik te bepalen of Moore zich heeft gehouden aan de regels van de rhetorical form en in hoeverre Fahrenheit 9/11 past in het kader van de essayistische documentaire.

Enunciator

Moore is een zeer aanwezige 'enunciator' in al zijn films. Dit betekent echter niet dat hij constant in beeld verschijnt. Ik vind het zelfs opvallend hoe weinig Moore in deze documentaire op camera te zien is. Slechts in enkele interviews zien we hem voor de camera verschijnen. Ook zien we hem wanneer hij senatoren vragen stelt over het uitzenden van hun kinderen naar oorlogsgebieden. Typisch is daarbij de provocerende ‘Moore manier’ waarop hij de senatoren onverwachts aanspreekt. Toch is het in deze documentaire duidelijk dat Moore in zijn ‘voice’, de letterlijk hoorbare stem zoals in een voice-over, maar ook in zijn montage en de algemene toon van de documentaire, een zeer sterke ‘enunciator’ is.

De documentaire is daarnaast een zeer persoonlijke weergave van de politieke ideeën van Moore. Het is voor de kijker niet te missen dat Moore zeer weinig vertrouwen heeft in de president en diens regering en dat hij Bush ziet als de oorzaak van veel onnodig leed bij zowel de

Amerikaanse, als Irakese en Afghaanse bevolking. Zijn missie is de kijker ervan te overtuigen dat de Verenigde Staten met Bush een verkeerde kant is opgegaan en dat de kijker en Moore er nu alles aan

moeten doen om het tij te keren door te kiezen voor een nieuwe regering met een nieuwe president. Tot nu toe voldoet Moore aan de criteria van de essayfilm zoals door Rascaroli geformuleerd. Er zijn echter punten die door Rascaroli worden genoemd, waaraan Moore zich overduidelijk niet houdt en dat is onder andere dat hij gedurende de documentaire geen moment lijkt te twijfelen aan de

getoonde beelden, zichzelf of zijn gelijk. Daarnaast zet Moore alle middelen in om de kijker van zijn gelijk te overtuigen. Moore maakt een zeer scherpe analyse van de gebeurtenissen zoals hij deze waarneemt of heeft waargenomen en laat de kijker geen moment vrij om zelf een mening te vormen over de getoonde beelden en feiten. De mening van Moore wordt de kijker duidelijk opgedrongen en als deze het niet met hem eens is lijkt hij te willen zeggen dat de kijker zijn hoofd in het zand steekt en daarmee een slachtoffer is van de mediavoering van de regering Bush. Deze kijker zou niet kritisch zijn, zoals hij, maar meegaan met de massa. Moore lijkt in dat opzicht verre van een essayist die aan zichzelf twijfelt, hij is er sterk van overtuigd dat zijn visie de enige juiste is en een kijker die twijfelt aan deze visie moet volgens hem aan zichzelf twijfelen.

De kijker

Hoewel Moore de kijker meer dan eens direct aanspreekt, bijvoorbeeld met de zin “Ik weet niet hoe u erover denkt”, is de rol van de kijker in de documentaire van Moore niet die van de kijker zoals Rascaroli deze beschrijft voor de essayfilm. Er is geen ware dialoog gaande tussen de filmmaker en de kijker. Het is meer een monoloog van de filmmaker. De kijker wordt weliswaar meer dan eens aangesproken door Moore, maar wordt tegelijkertijd door de filmmaker bij de hand genomen en begeleid. Al zijn bevindingen worden nadrukkelijk beargumenteerd en in een razendsnelle montage besproken. Daarbij laat Moore weinig ruimte voor andere meningen dan zijn eigen.

Zowel Rascaroli als Lopate stellen dat een essayist een duidelijke mening naar voren moet laten komen in zijn essays. De filmmaker zou daarbij wel gebruik mogen maken van verschillende opinies en de percepties van anderen, maar de stem van de filmmaker moet volgens beide auteurs overheersen. Dit is bij Moore zeker het geval. Toch slaat het in het geval van Moore zo ver door dat het lijkt alsof de kijker geen kans meer krijgt een andere mening te vormen dan de mening van Moore. Het risico is echter dat Moore zover doorslaat in zijn eigen gelijk dat hij daarmee weerzin opwekt bij zijn eigen kijker. Daardoor zou Moore juist de steun van zijn kijker kunnen verliezen omdat deze zich tegen de filmmaker keert. Door de kijker echter amper de ruimte te geven voor discussie ontneemt Moore zijn kijker de actieve rol in het filmische proces.

Moore wil zijn kijker maar op één manier activeren en dat is weerzin opwekken en hem of haar ervan overtuigen dat actie geboden is. Dit is niet typisch voor het essay volgens Rascaroli,

waarbij de kijker vrij wordt gelaten met de filmmaker in discussie te gaan, als het ware mee te denken en het eens of oneens te zijn met de visie van de filmmaker. We kunnen dus concluderen dat vanuit het perspectief en de rol van de kijker zoals bepaald door Rascaroli Moore niet de

traditionele rol van de essayist vervult. Ik stel echter dat het binnen de kaders van de essayistische documentaire geen bezwaar is als de auteur zijn kijkers, zoals Moore, aan de hand neemt en begeleidt in zijn poging om deze van zijn gelijk te overtuigen, zonder ruimte voor allerlei tegenargumenten te bieden. Zijn dwingende, persuasieve, retoriek maakt juist dat zijn publiek geneigd zal zijn òf met hem in te stemmen òf radicaal met hem van mening te verschillen. In die zin is hij dus zeker een essayist te noemen.

Thema

De thema’s van de Moore documentaires zijn in mijn optiek de thema’s van een essayfilm. En wel om het volgende: allereerst bespreekt Moore altijd maatschappelijke problemen in zijn

documentaires. In het geval van Fahrenheit 9/11 zijn dit meerdere problemen, zoals de

‘twijfelachtige’ relatie tussen de familie Bush en de familie Bin Laden en de invloedrijke rol van de Amerikaanse media die hun werk volgens Moore niet goed doen. Maar Moore laat ook het leed van zowel de Irakese bevolking als de Amerikaanse militairen zien en de gevolgen van de oorlog.

In de documentaire is een duidelijke 'voice' hoorbaar, Moore verzamelt de meningen van anderen en deze opinies dragen bij aan het bewijzen van zijn these. Moore heeft de documentaire zo opgezet dat het een zoektocht lijkt naar antwoorden. Dit is één van de 'keypoints' van de essayfilm volgens zowel Rascaroli als Lopate. Moore werpt niet alleen vragen op die hij gaandeweg

beantwoordt, maar hij laat ook geen enkele vraag onbeantwoord. Dit zou volgens Rascaroli

bewijzen dat Moore er een gesloten retoriek op na houdt. Rascaroli beweert dat een essay een open retoriek moet hebben, de kijker moet zijn eigen mening kunnen vormen.

Er is echter ook een belangrijk criterium van Rascaroli waaraan Moore wel voldoet en dat is dat de documentaires van Moore zeer subjectief zijn. Moore is niet huiverig zijn persoonlijke visie door te laten klinken in zijn films. Moore wil de kijker wakker schudden en bepleit dat zij zijn ideeën overnemen. Het doel van de documentaire Fahrenheit 9/11 is het voorkomen dat Bush herkozen zal worden als president van de Verenigde Staten. Daarmee toont Moore zijn politieke ideeën en kleur. Beide ‘keypoints ‘zouden even zwaar moeten wegen. Het idee dat Moore, omdat hij aan één van de twee in mindere mate voldoet aan de criteria die Rascaroli voor/aan de essayfilm heeft gesteld niet gezien zou mogen worden als essayist, bewijst naar mijn mening dat Rascaroli te gemakkelijk de documentaires van Moore buiten beschouwing laat.

3.3 Conclusie

In dit hoofdstuk heb ik mij deels baserend op auteurs zoals Bernstein en Arthur aangetoond dat er ruimte bestaat voor een nieuwe vorm binnen de documentaire. Zij noemen Moore een sleutelfiguur in het ontwikkelen van de ‘Michael Moore film’. Deze term vind ik niet bevredigend omdat deze alleen zou slaan op de documentaires van Michael Moore terwijl de auteurs stellen dat Moore het genre voor meer filmmakers heeft gepopulariseerd en genormaliseerd. De auteurs weten niet waar Moore te plaatsen en dus hebben ze een term bedacht die alleen toe te passen is op de

documentaires van Moore. Ik bepleit dat er echter een vorm moet worden gevonden waarbinnen documentaires die duidelijk lenen van de essayfilm geplaatst kunnen worden. Dit kunnen zowel documentaires van Moore zijn, als ook die van Sabina Guzzanti. Deze vorm is nodig omdat Rascaroli een taxonomie heeft gemaakt waarbinnen de essayfilm kan worden herkend, maar tegelijkertijd sluit zij documentaires zoals die van Moore uit, terwijl ik van mening ben dat ook deze

documentairefilms als essays gezien kunnen worden. Deze nieuwe vorm binnen de documentaire moet voortaan de essayistische documentaire genoemd worden.

In het kader van het vorenstaande heb ik een analyse gemaakt van de documentaire Fahrenheit 9/11. Ik heb getoetst of de documentaire voldoet aan de criteria die Bordwell en

Thompson geven voor de ‘rhetorical film form’. Mijn conclusie na de analyse is dat Fahrenheit 9/11 een schoolvoorbeeld is van een rhetorical film. Moore maakt gebruik van alle type criteria die door Bordwell en Thompson zijn geformuleerd en is daarmee zeker geen categorical film waarin de kijker op een zo objectief mogelijke manier uitleg wordt gegeven over een bepaald thema. Moore maakt meer dan eens gebruik van emotionele argumenten, laat argumenten die tegen zijn these ingaan grotendeels of compleet achterwege en tracht de kijker te overtuigen van zijn

standpunt dat als enige juiste standpunt naar voren komt. De kijker wordt niet de kans geboden een andere mening te vormen en wordt zo als het ware gedwongen om mee te gaan met de visie van Moore.

Kernpunt van dit hoofdstuk was het bepalen of Moore een essayist is of dat Rascaroli gelijk heeft en hij niet tot dit type filmmaker gerekend mag worden. Ik zou willen stellen dat hier meer nuancering nodig is en dat dit vraagstuk niet eenvoudig te beantwoorden is. Volgens Rascaroli is Moore absoluut geen essayist, dit heeft in haar ogen voornamelijk te maken met de gesloten

retoriek die Moore hanteert en de zogenaamde zoektocht in zijn films. Zij geeft aan dat dit helemaal geen zoektocht is, maar een al vooropgestelde these waar geen moment aan het toeval wordt overgelaten. Moore zou daarom niet transparant zijn zoals een essayist volgens Rascaroli zou moeten zijn.

Daarnaast is Moore in de ogen van Rascaroli geen essayist omdat hij geen moment aan zichzelf, zijn zoektocht of zijn gelijk lijkt te twijfelen. Moore is een sterke enunciater die overtuigd is van zijn standpunt en alles in zal zetten om de kijker te overtuigen van zijn visie en over te halen deze met hem te delen. Hier komt ook al duidelijk naar voren dat Moore volgens Rascaroli geen dialoog lijkt aan te gaan met zijn kijker. Moore zou zijn kijker niet direct aanspreken. Echter, Moore spreekt de kijker van Fahrenheit 9/11 meer dan eens direct aan. Dit laat Rascaroli in haar

opsomming achterwege en lijkt het erop dat ze star vast wil houden aan haar idee dat Moore hoe dan ook niet gezien mag worden als essayist. Maar wat Rascaroli bedoelt met het aanspreken van de kijker is dat deze geacht wordt mee te denken met de filmmaker, mee te gaan in de zoektocht en daaruit conclusies te trekken. De kijker mag na deze zoektocht zelf bepalen of hij of zij het eens is met de bevindingen van de filmmaker. Rascaroli stelt dus terecht at Moore de kijker niet toestaat een eigen opinie te vormen en deze daarentegen strak bij de hand neemt en begeleid in de richting die hij voor ogen heeft. De kijker heeft in de documentaire van Moore geen actieve rol, maar is een passieve kijker die alles over zich heen dient te laten komen.

Rascaroli houdt echter zo strikt vast aan de door haar geformuleerde keypoints dat ze voorbij gaat aan het feit dat er veel en belangrijke keypoints zijn waaraan Moore wél voldoet. Volgens Rascaroli moet er een sterke enunciator aanwezig zijn in de essayfilm. Deze kan voorkomen in de ‘voice’ maar ook als fysieke aanwezigheid in de film en is vaak de filmmaker zelf. Van Moore is bekend dat hij zowel fysiek als in een voice-over een zeer sterke aanwezigheid is. Ook laat Moore één duidelijke ‘voice’ naar voren komen. Hij verzamelt de meningen van verschillende mensen, maar weet er één stem van te maken.

Daarnaast spreekt Moore de kijker direct aan, letterlijk zelfs. Dit gebeurt in Fahrenheit 9/11 meerdere malen in een directe voice-over. Dit is een middel dat volgens Rascaroli essentieel is voor de essayfilm. Moore negeert de kijker dus absoluut niet, maar betrekt deze in zijn onderzoek. Moore is tevens zeer subjectief te noemen. Hij doet geen moeite zijn mening te verbergen en is zich er terdege van bewust dat hij zijn versie van de waarheid weergeeft en vindt dat de kijker deze ook moet zien. Ook voldoet Moore aan het criteria dat een essayist vaak maatschappelijke problemen aankaart. Problemen die niet alleen hem, maar de hele maatschappij aan het hart gaan. Hij is zeer betrokken bij zijn onderwerp, probeert misstanden aan te kaarten en tracht daarnaast een

oplossing te vinden voor deze misstanden. Dat dit niet op een genuanceerde manier gaat is typisch voor Moore, maar dit mag in mijn ogen niet een reden zijn om hem niet als essayist te kunnen bestempelen. Ik deel daarin de mening van Lopate die beweert dat de filmmaker het laatste woord moet hebben in de essayfilm, hoe raar of ongenuanceerd deze visie ook mag zijn.

De thema’s die Moore in zijn documentaires bespreekt zijn niet alleen maatschappelijk verantwoord maar worden door Moore ook verbreed. Dit laatste is voor Paul Arthur een reden om Moore tot de essayisten te rekenen. Een essayist gebruikt een bepaald thema als kapstok om verder over uit te wijden tot er een groot maatschappelijk probleem wordt aangekaart. Dit is precies wat Moore doet in Fahrenheit 9/11. Hij bespreekt niet alleen de aanslagen van 11 september 2001, maar gaat ook in op de relatie van de familie Bush met de familie Bin Laden, de rol van de Amerikaanse media in het heersende angstige klimaat en de gevolgen die oorlogen met zich meebrengen. Met als hoofddoel de kijker wakker te schudden en ervan te overtuigen dat Bush niets goeds heeft gebracht en dat nu het moment is aangebroken om te kiezen voor verandering.