• No results found

De stijlmiddelen en esthetiek van Guzzanti

Hoofdstuk 4 Analyse van Sabina Guzzanti’s: Viva Zapatero

4.2 De stijlmiddelen en esthetiek van Guzzanti

Guzzanti maakt in haar documentaire gebruik van verschillende stijlmiddelen en technieken om haar visie te beargumenteren en te versterken. Zo maakt zij veelal gebruik van ‘talking heads’, toont ze scènes uit haar programma RAIot en ander archiefmateriaal. Verder bespreekt zij met mede acteurs en satiremakers in zowel Italië als in het buitenland wat satire is en toont zij sketches van buitenlandse programma’s waarin ook veelvuldig gebruik wordt gemaakt van satire. Dit om aan te tonen dat datgene wat zij deed niet veel anders was dan wat in het buitenland wel wordt

geaccepteerd zonder dat deze programmamakers daarom worden ontslagen.

Ik zal hierna enkele stijlmiddelen en technieken die Guzzanti in Viva Zapatero toepast nader bespreken aan de hand van voorbeelden. Deze bespreking dient als de filmische analyse van de documentaire.

Zoals ik hiervoor stelde is de kapstok van de documentaire Viva Zapatero de zoektocht naar de definitie van satire. Om na te gaan of ze al dan niet terecht is ontslagen bij de RAI, legt Guzzanti de kijker uit wat satire is. Door het tonen van scènes uit haar eigen programma RAIot probeert Guzzanti te bewijzen dat wat zij heeft gemaakt pure satire was en dus gerechtvaardigd. In deze zoektocht naar de definitie van satire maakt Guzzanti veelvuldig gebruik van ‘talking heads’ die zelf ook te maken hebben gehad met de censuur van Berlusconi. Onder deze personen bevinden zich onder andere grote namen als Dario Fo, winnaar van de Nobelprijs voor de Literatuur in 1997146, en Enzo Biaggi, de meest gerespecteerde en populaire journalist van Italië. Hij is de journalist die op 12 april 1945 bekend maakte dat de Tweede Wereldoorlog voorbij was.147 Daarnaast had hij een (wekelijks) programma waarin hij verschillende maatschappelijke en politieke onderwerpen aansneed en aan het Italiaanse volk voorlegde.

In de documentaire komen echter ook minder bekende Italianen aan het woord, die evengoed zeer gerespecteerd worden en veel aanzien genieten. Zoals hoogleraar satire Luciano Canfora, die door zijn achtergrond met geloofwaardige kennis en feiten komt en nauwkeurig uitlegt wat het begrip satire inhoudt. Uit zijn vertelling blijkt dat Guzzanti de satire in haar programma correct heeft toegepast. Een groot deel van haar criticasters beweert, en dit toont Guzzanti veelvuldig in haar documentaire, dat Guzzanti geen satire heeft bedreven maar dat zij zich heeft opgesteld als een journalist en een politiek betoog heeft gehouden. Dat is haar taak als comédienne niet en ze zou zich niet mogen wagen aan politieke onderwerpen. Als zij dat wel zou willen doen, moet zij volgens deze critici de politiek in. De criticasters hebben een duidelijk andere definitie van satire dan Guzzanti en proberen met hun definitie aan te tonen dat zij niets heeft begrepen van satire. Door juist de hoogleraar tegenover deze criticasters te zetten maakt Guzzanti hen

ongeloofwaardig en toont zij de kijker dat haar criticasters niet genoeg weten van het onderwerp om haar terecht te wijzen. Volgens de hoogleraar is satire een eeuwenoud genre dat vaak werd en wordt ingezet om op humoristische en toch ook kritische wijze de dagelijkse gang van zaken te bespreken. In de Middeleeuwen werd dit gedaan door de hofnar, die zijn gal mocht spuwen over alles wat hem dwarszat. Vaak werd de koning of een regent op de hak genomen met als doel deze persoon, die hoger op de hiërarchische ladder stond, op het niveau van de gewone burger te plaatsen. Veelvoorkomende thema’s van satire zijn volgens Dario Fo politieke en maatschappelijke problemen. Volgens de hoogleraar mag satire bitter en vervelend zijn en moet het appelleren aan de intelligentie van de ontvanger. Daarnaast mag de degene die satire bedrijft, anders dan de media beweerden, de ontvanger wel degelijk informeren over politieke en maatschappelijke misstanden.

146http://www.nobelprize.org/nobel_prizes/literature/laureates/1997/fo-bio.html geraadpleegd op 1 maart 2012.

Rory Bremner, een acteur die Tony Blair veelvuldig persifleert, voegt eraan toe dat satire

commentaar levert op gebeurtenissen in de wereld en als doel heeft de ontvanger te doen lachen en denken: “Entertain and think.” Bremner verwijst hier direct naar Moore en zijn infotainment: de kijker moet volgens Moore vermaakt én onderwezen worden.

148

De zoektocht naar de definitie van satire is zoals gezegd de kapstok, het startpunt van de documentaire. Het wordt gaandeweg duidelijk dat Guzzanti een tweede thema wil bespreken; de censuur in Italië welke in haar ogen tegen de principes van de persvrijheid indruist. Om dit te bewijzen laat Guzzanti veel presentatoren en mede komieken aan het woord die hetzelfde is overkomen als haar, zij hebben kritiek geuit op de premier en zijn regering en zijn sindsdien niet meer op de televisie te zien. Door deze voorbeelden toont Guzzanti de kijker dat zij geen

uitzondering is en er een duidelijk verband bestaat tussen het uiten van kritiek op Berlusconi en diens regering en het beëindigen van programma’s en het weren van televisiepersoonlijkheden. Een bijkomende overeenkomst is dat deze mensen en hun programma’s zeer populair waren bij de Italiaanse kijker, maar dat zij ondanks dat vaak van de ene op de andere dag werden geannuleerd. Alle presentatoren en komieken werden beschuldigd van het zwartmaken van en propageren tegen de premier. Een voorbeeld hiervan is de populaire presentator en komiek Daniele Lutazzi. Hij vertelt Guzzanti met welke schadeclaims hij werd geconfronteerd. Deze claims waren zo exorbitant dat het niet verwonderlijk is dat hij heeft moeten inbinden, simpelweg omdat hij onmiddellijk failliet zou worden verklaard als hij door de rechter in zijn ongelijk zou worden gesteld. Ook Michele Santoro, die laat op de avond een kritische talkshow had, is om vergelijkbare redenen jarenlang van

148 Guzzanti toont zich strijdbaar in de eerste aflevering van RAIot.

de televisie geweerd. Hij vertelt Guzzanti hoe hij alles heeft geprobeerd om weer op de televisie te komen, onder andere door rechtelijke stappen te ondernemen.149

Guzzanti laat ook verschillende buitenlandse journalisten aan het woord komen. Dit zijn journalisten die in hun eigen land overal over mogen schrijven en die Guzzanti bezoekt om te achterhalen hoe in de Italië omringende landen wordt omgegaan met onder andere satire. Daarnaast spreekt Guzzanti ook journalisten die als correspondent in Italië werken. Deze

buitenlandse journalisten uiten hun grote verbazing over de nonchalante houding van de Italiaanse journalisten met betrekking tot het ontslag van Guzzanti. Hun grootste vraag is waarom de

binnenlandse journalisten niet reageerden en waarom er niet meer onderzoek is gedaan naar de werkelijke reden van haar ontslag en dat van vele andere kritische presentatoren en komieken. Ze vragen zich af waarom de Italiaanse journalisten geen blok hebben gevormd met deze

presentatoren en komieken en samen tegen het besluit van het annuleren van de programma’s in zijn gegaan. De Italiaanse journalisten lijken zonder uitzondering de standpunten van de

gezagsgetrouwe media te bevestigen. De buitenlandse journalisten concluderen dat de gehele Italiaanse journalistiek dermate door het regime geïntimideerd is dat men geen kritiek meer durft te uiten. In landen als Frankrijk en Nederland hebben ze daar geen last van en bestaat de angst voor de regering niet. De journalisten die Guzzanti aan het woord laat leggen de vinger op de zere plek. Het feit dat de gezagsgetrouwe media in Italië amper tegen de regering ingaat verklaart deels waarom Italië als land zeer laag scoort op de internationale lijst van de vrijheid van meningsuiting en pers gepubliceerd door de organisatie Freedomhouse.org. 150 Freedomhouse is een organisatie die bijhoudt hoe het met de vrijheid van meningsuiting en de mate van censuur gesteld is in de wereld. Zo worden er jaarlijks lijsten gepubliceerd die van elk land tonen hoe vrij de pers is om te

publiceren zonder censuur.

Guzzanti toont niet alleen buitenlandse journalisten die hun verbazing uiten over de Italiaanse journalistiek, maar geeft in de documentaire tevens concrete voorbeelden van satire in het buitenland. Eén van de voorbeelden die Guzzanti aandraagt is het satirisch televisie programma Kopspijkers op de Nederlandse televisie. Dit programma trok jarenlang grote aantallen kijkers en was daarmee één van de best bekeken programma’s op de zaterdagavond in Nederland. Vooral de sketches over bekende Nederlanders die in die week in het nieuws waren geweest vormden een

149 Santoro heeft weer enige tijd voor de RAI gewerkt en zijn programma was weer een tijdje te zien. Het kwam echter meer dan eens voor dat de premier zich liet doorverbinden met het programma om zo direct weerwoord te kunnen geven. Ondertussen is Santoro weer van de buis verdwenen.

150http://www.freedomhouse.org/country/italy geraadpleegd op 1 maart 2012. Tegenwoordig lijkt het land, met dank aan de nieuwe premier vrijer te zijn.

grote bron van vermaak. Daarbij werd geen uitzonderingen gemaakt voor politici en leden van het koninklijk huis. Zo werden de koningin, maar ook premier Balkenende vaak op de hak genomen. Dit was de oud-premier een doorn in het oog. Hij uitte kritiek op het programma; de programmamakers zouden de koningin in een kwaad daglicht zetten en daardoor haar reputatie beschadigen. Daar kwam nog eens bij dat de koningin zich niet kon verdedigen. Balkenende pleitte er daarom voor om de koningin niet langer te persifleren. Dit zorgde in die tijd voor veel verontwaardiging in

Nederland, vrijheid van meningsuiting was en is immers een groot goed. Het resulteerde voor Balkenende in veel kritiek en nog scherpere sketches met de koningin in de hoofdrol. Guzzanti heeft als voorbeeld in haar documentaire een scène geselecteerd waarin Balkenende zich beklaagd over het programma. Naast hem zit de koningin en ook zij uit kritiek. Haar klacht is echter dat de satire wel scherper kan en dat het in haar ogen altijd te braaf is.

‘Het mag wel een tikkeltje harder, het is allemaal zo braaf’.151

Om aan te tonen dat satire een alledaags middel is om maatschappelijke ontwikkelingen en problemen bespreekbaar te maken en voor het voetlicht te brengen, laat Guzzanti allerlei

buitenlandse satirici aan het woord die tonen hoe het er in andere landen aan toe gaat. In verschillende Europese landen is het heel gewoon dat satire regelmatig, soms zelfs dagelijks, op televisie te zien is. Sterker nog, volgens Bruno Gaccio, de maker van het in Frankrijk immens populaire satirische programma Les Guignols de l’info, getuigt het van een gezonde democratie die vertrouwen heeft in zichzelf en niet bang is op de hak genomen te worden als er een fout wordt gemaakt. De regeringsleiders en parlementariërs hebben begrip voor de reactie van het volk en de programmamakers. Volgens de in Italië werkzame Franse journaliste Marcelle Padovani, is satire een heel populair genre omdat het volk neerkijkt op de politici die in hun ivoren torens zitten en totaal geen besef lijken te hebben van wat er daadwerkelijk in de maatschappij speelt. De politiek ligt in heel Europa onder vuur en politici krijgen niet meer het vertrouwen dat ze vroeger genoten. Dit is een tendens in heel Europa en dat is terug te zien in de opleving van de satirische

programma’s.152

Tegelijkertijd toont Guzzanti hoe Berlusconi in het buitenland wordt gezien. Zij laat wederom Bruno Gaccio aan het woord. Hij legt haarfijn uit wat er mankeert aan de persoon

151

Citaat komt direct uit de documentaire.

152 Ook in deze tijden van crisis is satire het middel om een beetje lucht te krijgen bij de gewone burger. Als het slecht gaat moet de mens even kunnen lachen en zijn gedachtes verzetten. Een goed voorbeeld van een satirisch item op de Nederlandse televisie is op het moment Lucky TV aan het einde van de wereld draait door. Daarin worden niet alleen nationale politici op de hak genomen, maar ook grote internationale leiders. Vooral de voormalige premier van Griekenland kreeg in dit item veel kritiek voor de kiezen. http://www.luckymedia.nl/luckytv/

Berlusconi en hoe men in het buitenland niet kan begrijpen dat de Italianen niet in opstand komen. Hij schetst in een paar zinnen hoe een gezonde democratie zou moeten werken. Een gezonde democratie kan in zijn ogen goed omgaan met satire en zelfs meelachen. De Italiaanse politiek en democratie verhoudt zich daartoe heel anders dan andere Europese landen. Op papier is het een democratie, maar in de praktijk heeft Italië in zijn ogen meer weg van een dictatuur.

In eerste instantie lijkt Viva Zapatero een persoonlijke aanval van Guzzanti op haar grootste rivaal premier Berlusconi. Maar als men met meer aandacht de kritiek van Guzzanti bekijkt en beluistert blijkt dat de kritiek niet alleen gericht is op de premier, maar dat ook het falen van de oppositie een grote bron van woede is voor Guzzanti. Zij hebben in haar ogen en in de ogen van vele andere Italianen meerdere malen nagelaten de macht van Berlusconi in te dammen. Toen de oppositie aan de macht kwam heeft zij verzuimd de toen geldende wetten zo aan te passen dat het Berlusconi, terwijl hij op dat moment al veel verschillende media in handen had, onmogelijk zou worden gemaakt de premier en daarmee de machtigste man van het land te worden. Eén van de campagneleiders geeft in de documentaire toe dat dit een grove inschattingsfout is geweest.

Om haar verhaal kracht bij te zetten en de kijker van haar gelijk te overtuigen, toont

Guzzanti de rechterlijke uitspraak in de zaak die zij heeft aangespannen tegen Berlusconi en de RAI. De rechter heeft niet alleen Guzzanti volledig in het gelijk gesteld omdat zij volgens het

Hooggerechtshof inderdaad gebruik maakte van satire, maar voegt eraan toe dat alles wat zij in haar eerste en enige aflevering van RAIot heeft gezegd over de premier en de manier waarop hij aan de macht is gekomen de waarheid was.

Naast de uitspraak van het Hooggerechtshof in Italië wendt Guzzanti zich ook tot artikel 21 van de Italiaanse grondwet. Hierin staat vermeld dat een ieder het recht op vrijheid van

meningsuiting heeft en daar gebruik van mag maken. Daarmee toont Guzzanti wederom aan dat zij het recht aan haar zijde heeft. Zij is Italiaans staatsburger en daarom geldt deze grondwet ook voor haar. Guzzanti’s these wordt steeds verder onderbouwd, zij heeft het recht aan haar zijde en haar immens populaire programma RAIot is alleen van de televisie gehaald omdat de dingen die Guzzanti daarin heeft besproken niet in goede aarde zijn gevallen bij de regering Berlusconi.

Guzzanti vraagt in haar documentaire hoe het mogelijk is dat vooral de kleine media niet in opstand komt tegen de grote kranten van Berlusconi. Zowel de kranten in handen van Berlusconi als de kleinere en zogenaamd onafhankelijke kranten verklaren dat Guzzanti het aan zichzelf te danken heeft dat zij van de televisie is gehaald. De Engelse journalist en redacteur van ‘The Economist” Bill Emmot vertelt dat hij meerdere kritische artikelen heeft geschreven over de Italiaanse premier. Als

gevolg daarvan heeft ook hij verschillende klachten en rechtszaken tegen zich en zijn krant gehad. Maar hij voelt zich niet geïntimideerd, de krant heeft genoeg financiële middelen om deze zaken aan te gaan. Daar komt nog bij dat zij vanuit het buitenland verslag doen en geen last hebben van de constante intimidatie van Berlusconi. De redacteur heeft echter wel veel begrip voor freelance journalisten en kleinere kranten in Italië, zij kunnen de verschillende zaken die Berlusconi tegen hen aanspant niet bevechten. Deze journalisten zullen zich daarom meer moeten conformeren naar de standaarden van Berlusconi en diens regering. Dit is echter geen excuus voor de grote

‘onafhankelijke’153 kranten die wel de middelen hebben om verschillende zaken aan te vechten en juist zouden moeten strijden om een ander geluid te blijven verkondigen en kritisch te blijven kijken naar de regering. Dat is immers de kerntaak van de journalist. Het zou daarbij niet uit moeten maken of deze krant nu in handen is van Berlusconi of van de oppositie.

In de film komen veel cabaretiers aan het woord die beweren dat de Italiaanse media nooit tegen de regering Berlusconi zal ingaan en de journalisten onder deze regering nooit een kritisch geluid zullen laten horen. De cabaretiers voelen zich verplicht de rol van de journalisten over te nemen en de Italiaanse bevolking door middel van humor en satire op de hoogte te houden van de politieke en maatschappelijke ontwikkelingen in het land. 154 Impliciet versterkt Guzzanti daarmee haar positie; als de journalisten het niet doen, dan moeten zij het maar doen. En zij doet dat door middel van deze documentaire.

Gedurende de gehele film vertoont Guzzanti fragmenten uit de enige uitgezonden aflevering van RAIot. Zij lijkt hiermee de kijker te willen dwingen om met de kennis die zij ondertussen hebben van het begrip satire, dankzij de uitleg van hoogleraar Dario Fo en andere cabaretiers, zelf te bepalen of Guzzanti over de grenzen van satire is gegaan of dat zij zich heeft gehouden aan de regels van het genre. Daarnaast brengt ze ook de kijkcijfers onder de aandacht die aantonen dat Guzzanti een populair programma in de maak had.

Gaandeweg wordt steeds duidelijker dat een ander onderliggend thema van de

documentaire de geringe mate van persvrijheid en vrijheid van meningsuiting is. Guzzanti gaat in haar kritiek betreffende dit thema zelfs zover dat zij overeenkomsten ziet met het fascisme van de jaren dertig in Italië. In deze vergelijking komt naar voren dat de Italiaanse bevolking in de jaren twintig en dertig van de vorige eeuw niet in de gaten leek te hebben dat de pers onderhevig was aan

153 Ik bedoel hiermee de grotere kranten in Italië die niet in handen zijn van Berlusconi.

154Deze kritiek werd ook door Moore geuit. In het voorgaande hoofdstuk is aan bod geweest dat Moore door de, in zijn ogen, lakse houding van de Amerikaanse journalisten noodgedwongen journalistiek moest gaan bedrijven om zo de waarheid boven tafel te krijgen.

censuur. Dat zou onder Berlusconi volgens Guzzanti niet anders zijn. Ook Furio Colombo, de oude chief editor van de krant L’Unità155, maakt deze vergelijking en vertelt dat tijdens het fascisme men fysiek werd bedreigd als men niet meedeed met de fascisten. Tegenwoordig wordt de journalist of de anders gestemde volgens hem psychologisch bedreigd. De journalist is er van doordrongen dat als je tegen Berlusconi en zijn regering ingaat de kans bestaat dat jij je baan verliest. Colombo beweert daarnaast dat de journalist ziet dat degenen die wel meegaan met de regering er beter van