• No results found

4. Resultaten

4.3. Rolopvattingen van ambtenaren

4.3.4. Synthese

4.3.4.1. Individuele dienstverlening

Uit de enquête blijkt dat het merendeel van het team Sociaal Domein – dat behoort tot de individuele

dienstverlening – voor wat betreft het werk van ambtenaren een rolopvatting heeft die overeenkomt met de deskundige (62,5%). Het maken van waardevrije en rationele besluiten strookt in ieder geval met het

gedeelte van hulpverlening van de individuele dienstverlening waarbij ambtenaren die daarvoor verantwoordelijk zijn op basis van medische kennis een ‘diagnose stellen’ en een ‘behandelplan opstellen’. Dat bij de individuele dienstverlening soms te weinig wordt stilgestaan bij het feit dat de ervaringskennis van burgers ook belangrijk is, blijkt uit het interview met ambtenaar ID1:

Ik denk dat we soms te weinig stilstaan bij het feit dat burgers natuurlijk ook een belangrijke schakel zijn in het geheel. Juist als je dit zo wilt. De betrokkenheid van de burgers zul je dan anders moeten inrichten. . . . Dan zou je daar meer bij stil moeten staan en dat gebeurt naar mijn idee nog te weinig.

Het overgrote deel van de ambtenaren van de individuele dienstverlening die voor wat betreft het werk van ambtenaren een andere rolopvatting heeft dan de deskundige, heeft een rolopvatting die overeenkomt met de verbinder (25%). Het is waarschijnlijk dat deze keuze is gemaakt door ambtenaren die verantwoordelijk zijn voor het beleidsgedeelte van dit type product, omdat zij in hun werk de verbinding moeten zoeken met cliënten- en adviesraden ter bevordering van de kwaliteit van de individuele dienstverlening.

Voor wat betreft de verhouding met de burger kiest het merendeel van het team Sociaal Domein een rolopvatting die strookt met de verbinder (62,5%). Deze rolopvatting komt overeen met de kenmerken van de individuele dienstverlening. Voor de ambtenaren van dit team is het namelijk belangrijk om zichtbaar te zijn voor burgers die hulp behoeven en om zich door middel van het empathisch vermogen te verbinden met de (omgeving van) betrokkenen. Dat blijkt ook uit het interview met ambtenaar ID1:

En ik vind dat wij daar een belangrijke rol in hebben. Dat burgers min of meer soms afhankelijk van ons zijn hè, want het is een toekenning die wij doen. Ja, daar moet je ook wel eens van doordrongen zijn dat mensen je daardoor niet als ambtenaar zien, maar als iemand die op gelijke voet staat en die probeert mee te denken zeg maar.

De ambtenaren die verantwoordelijk zijn voor het beleidsgedeelte van de individuele dienstverlening zullen waarschijnlijk mede door hun rolopvatting de hogere trede – vanaf samen beslissen – van de participatieladder geschikt achten. Voor wat betreft de ambtenaren die verantwoordelijk zijn voor het gedeelte van hulpverlening zullen de in de enquête gekozen rolopvattingen echter geen gevolgen hebben voor de keuze voor bepaalde treden van de participatieladder. Zoals in paragraaf 4.1.1. is vermeld, is hierbij namelijk geen sprake van burgerparticipatie.

4.3.4.2. Gestandaardiseerde dienstverlening

Uit de enquête blijkt dat het team Burgerzaken – dat behoort tot de gestandaardiseerde dienstverlening – voor wat betreft het werk van ambtenaren vooral kiest voor de rolopvattingen kleurloze ambtenaar (37,5%) en verbinder (25%). Voor wat betreft de verhouding met burgers is de rolopvatting verbinder (75%) het meest gekozen. Zoals in paragraaf 4.1.2. toegelicht, is er geen sprake van burgerparticipatie bij de

gestandaardiseerde dienstverlening. Dat de kleurloze ambtenaar als rolopvatting wordt gekozen ten aanzien

van het werk, heeft waarschijnlijk te maken met het contextloos en systeemgedreven werken dat kenmerkend is voor ambtenaren die verantwoordelijk zijn voor dit product. De rolopvatting verbinder wordt waarschijnlijk gekozen vanuit een klantperspectief dat kenmerkend is voor dienstverlening in het algemeen. Dat blijkt ook uit het interview met beleidsmedewerker GD1:

Ja, dienstverlenend vind ik vooral. . . . Ik vind dat de vraag van de inwoners centraal moet staan. Die moet je zeer serieus nemen vind ik. Ook niet allerlei loketjes langs willen sturen. Je pakt de vraag op, zet het zelf intern uit en je bent zelf verantwoordelijk om weer je klant tevreden te stellen

Daarnaast is het ook vanuit de handhavingsstijl ‘flexibele overreding’ niet opmerkelijk dat wordt gekozen voor een rolopvatting die ervan uitgaat dat burgers en ambtenaren samen verantwoordelijk zijn om sterke en gezonde gemeenschappen te onderhouden en dat burgers als mede-eigenaren daarin een verplichting hebben een actieve rol hierin te nemen. De gemeente is namelijk verantwoordelijk voor het controleren of burgers zich houden aan bepaalde plichten en wijst hen aan de hand van ‘flexibele overreding’ – meebuigen in plaats van strikte handhaving – erop dat ze een actieve rol moeten innemen ten aanzien van die plichten. Dat blijkt ook uit het interview met beleidsmedewerker GD1: “Kijk je hebt wel met kaders te maken, maar je kan wel heel veel meebuigen vind ik. Dat vind ik vooral belangrijk dat je dat blijft opzoeken.”

De rolopvattingen die uit de enquête volgen voor de gestandaardiseerde dienstverlening zijn verklaarbaar, maar zullen zodoende geen gevolgen hebben op de keuze voor bepaalde treden van de participatieladder. Er is namelijk bij dit type product geen sprake van burgerparticipatie.

4.3.4.3. Infrastructurele voorzieningen

Uit de enquête blijkt dat alle ambtenaren (100%) van het team Beheer zowel ten aanzien van het werk van ambtenaren als de verhouding met de burger de rolopvatting van deskundige hebben gekozen. Ten aanzien van zowel het werk van ambtenaren als de verhouding met de burger kiest het team Realisatie met name voor de rollen onderhandelaar (50%) en verbinder (33%). Tot slot kiest team Ruimte ten aanzien van het werk van ambtenaren voor de deskundige (27,3%), onderhandelaar (27,3%) en verbinder (36,4%). Voor wat betreft de verhouding met de burger wordt er vooral gekozen voor onderhandelaar (45,5%) en

verbinder (45,5%).

Voor wat betreft de producten waar team Beheer verantwoordelijk voor is – zuiver materiële netwerken –, geldt dat het daarbij vooral gaat om keuzes op macroniveau en waarbij sprake is van grote afhankelijkheid van provinciaal en regionaal beleid. De rolopvatting deskundige past hier uitstekend bij omdat de eigen taak/expertise de legitimatie is van handelswijzen en waarbij sprake is van waardevrije en rationele besluiten. Burgers hebben niet de benodigde vakkennis om op het macroniveau mee te denken en beslissen – zoals uitgelegd in paragraaf 4.1.3. – en indien dat wel zou gebeuren, zou het lastig zijn om daadwerkelijk iets voor elkaar te krijgen. De zekere arrogantie ten opzichte van actoren die gezien worden als vertegenwoordigers van deelbelangen blijkt ook uit de open vraag – Tabel 8.12. – uit de enquête:

Bewoners en ondernemers zijn geen beleidsontwikkelaars, maar consultanten [of adviseurs]. Door middel van consultatie kunnen zij toelichten waarom hun mening of ambitie collectieve meerwaarde kent. Indien deze meerwaarde vakinhoudelijk of bestuurlijk wordt onderschreven, kan deze een plek krijgen in nieuw beleid.”

Uit het bovenstaande antwoord blijkt ook dat het meten – consultatie – het doel van burgerparticipatie is voor ambtenaren van team Beheer. De rolopvatting van deskundige en de kenmerken van deze producten zijn gezamenlijk ervoor verantwoordelijk dat ambtenaren van team Beheer geen hogere trede dan de tweede trede (raadplegen) geschikt achten en/of verwezenlijken en vooral het meten als doel van burgerparticipatie zien.

Ten aanzien van de producten waarvoor de teams Realisatie en Ruimte verantwoordelijk zijn – organisaties en regels die het opereren van materiële netwerken mogelijk maken – geldt dat de ambtenaren die hiervoor verantwoordelijk zijn de hogere treden – vanaf samen beslissen – geschikt achten. Bij deze producten is er de mogelijkheid voor meer maatwerk omdat de keuzes die zij maken zich minder bevinden op het allerhoogste macroniveau zoals dat wel het geval is bij de infrastructuur. Beleidskeuzes hebben wel betrekking of invloed op het macroniveau, maar een uitwisseling van of onderhandeling over belangen is een mogelijkheid en leidt er minder of niet toe dat zaken niet voor elkaar komen. Bij deze producten zit de gemeente vaak aan tafel met belanghebbenden om gezamenlijk tot compromissen te komen die door belanghebbenden worden gedragen en zonder dat het belang waar de gemeente voor staat in het gedrang komt. Dat rijmt dan ook met het doel legitimiteit van burgerparticipatie. Het vorenstaande blijkt uit het interview met beleidsambtenaar IV5/DvL:

Wij vinden het ook belangrijk dat er genoeg werkgelegenheid hier in de gemeente is. En je bent samen bezig om dat te realiseren. En een ondernemer heeft een belang, de gemeente heeft een ander belang. Je hebt daar natuurlijk wel een behoorlijk autoritaire rol in natuurlijk. Dus je kan wel zeggen van: “Je mag iets niet of je mag iets wel”, maar je zorgt er wel met z’n tweeën voor dat er iets komt wat voor beide partijen gedragen wordt.

Los van een – fictieve – onderhandeling over belangen is bij deze producten betrokkenheid en input vanuit burgers vaak zelfs een vereiste. Dat maakt dat er naast een onderhandeling ook sprake is van een gezamenlijke verantwoordelijkheid van burgers en ambtenaren, waarbij zij beiden verantwoordelijk zijn om sterke en gezonde gemeenschappen te onderhouden. De betrokkenheid van burgers hierbij is niet alleen een voorwaarde voor het ontwikkelen van goede voorstellen – met draagvlak en zijn zinvol –, maar burgers hebben hier ook een verplichting een actieve rol in te nemen. Een mooi voorbeeld van het vorenstaande is het product economische ontwikkeling dat in het interview met beleidsambtenaar IV2/ID naar voren komt:

waarmee je met die ondernemers, die beschouw ik dan nu even als burgers, de boer op kan. En is het niet alleen maar van: “O, de gemeente doet alleen maar dingen die hun eigenbelang zijn”. . . . Het gaat om wat ik net ook al zei: ‘een gezamenlijk belang’. Het gaat over het met elkaar moeten hebben om met elkaar een goede economische omgeving te hebben.

Anders dan bij de onderhandelaar gaat het dus niet om een compromis tussen belangen, maar ook echt om een gezamenlijk belang. De rolopvattingen die gelden voor de producten van de teams Realisatie en Ruimte (onderhandelaar en verbinder) zorgen er zodoende voor dat ambtenaren die hiervoor verantwoordelijk zijn de hogere trede – vanaf samen beslissen – van de participatieladder geschikt achten. De aard van het product speelt echter in eerste instantie een belangrijke rol in het mogelijk zijn van de hogere treden van de participatieladder.

4.3.4.4. Diensten voor leefbaarheid

Uit de enquête blijkt dat ambtenaren van de teams Samenleving en Buitendienst – teams die zijn getypeerd als zuivere teams van de diensten voor de leefbaarheid – zowel ten aanzien van het werk van ambtenaren (57,1% en 75%) als de verhouding met de burger (71,4% en 75%) de rolopvatting van verbinder hebben gekozen. Voor dit type product geldt dat het van belang is voor de ambtenaren om invloeden en effecten te taxeren en overzicht te hebben en dienen zij zich dan ook te verbinden met de omgeving. Voor de ontwikkeling van burgerschap is het ook van belang dat iedereen meedoet aan het inrichten van het publieke domein en de verbinder biedt hierin ondersteuning. De kenmerken van dit type product en van de rolopvatting van verbinder lijken erin te resulteren dat de ambtenaren die verantwoordelijk zijn voor dit type product – zoals in paragraaf 4.1.4. toegelicht – de vijfde trede (ondersteunen van initiatieven) van de participatieladder als hoogst geschikte trede achten. Bij deze ambtenaren is er sprake van een zeer open houding ten aanzien van onafhankelijke initiatieven van burgers en het ontdekken van waarden of het gebruik maken van ervaringskennis van burgers. Het vorenstaande blijkt ook uit een antwoord op de open vraag uit de enquête – zie Tabel 8.21. – van een ambtenaar van team Samenleving: “Omdat binnen al deze onderdelen het voor bewoners mogelijk is om iets te verzinnen en daar mee aan de slag te gaan en de gemeenten om geld/hulp te vragen.” Daarnaast blijkt dat ook uit een antwoord op de open vraag uit de enquête – zie Tabel 8.15. – van een ambtenaar van team Buitendienst: “Omdat burgers steeds meer kunnen en willen in de openbare ruimte. En omdat er heel veel kennis in de dorpen en wijken beschikbaar is.”

Zoals in paragraaf 2.1.1.4. is vermeld, is het ervaren van leefbaarheid door burgers ook een uitvloeisel van sociale verbanden en fysieke kenmerken van de leefomgeving (Out, 2011, p.18). De rolopvatting verbinder past daar uitstekend bij omdat burgers en ambtenaren hierbij samen verantwoordelijk zijn om sterke en gezonde gemeenschappen te onderhouden. Het samenbrengen van burgers kan ook

Welke rol dichten ambtenaren van de gemeente Zaltbommel zichzelf toe als het gaat om het aanbieden van het product waarvoor zij verantwoordelijk zijn en hoe beoordelen zij de verenigbaarheid van hun rolopvatting met de verschillende treden van de participatieladder? van onafhankelijke initiatieven – zoals bij het thema/product ‘duurzaamheid’. Het vorenstaande blijkt ook uit het interview met beleidsmedewerker DvL6/IV:

Juist vanuit dingen die hun wel bindt. . . . De hele energietransitie is ook een beetje mensen binden. Als je kijkt naar welke wijk je wanneer van het aardgas af wil hebben, kijk je niet alleen naar hoe oud de gasleiding is en hoe oud de riolering is of hoe geïsoleerd de huizen zijn. Je kijkt ook naar of er clubs zijn of dat er een beetje samenhang is tussen die mensen. Want als je je buren al niet kent, wordt het erg lastig als je een gezamenlijke warmtepomp moet hebben.

Al met al passen de diensten voor leefbaarheid en de rolopvatting verbinder uitstekend bij elkaar en lijkt het erop dat deze samenhang erin resulteert dat ambtenaren die verantwoordelijk zijn voor dit type product de hoogste trede (ondersteunen onafhankelijke initiatieven) van de participatieladder geschikt achten.

4.3.5. Tussenconclusie

In deze paragraaf wordt een antwoord gegeven op de tweede empirische deelvraag – deelvraag 6 – van dit onderzoek. Deze deelvraag luidt als volgt:

In het theoretisch kader is een verwacht patroon geschetst dat ambtenaren met een rolopvatting vergelijkbaar met de kleurloze ambtenaar en de deskundige minder geneigd zullen zijn burgers te betrekken bij hun producten. Naarmate de rolopvatting meer overeenkomt met de onderhandelaar en de verbinder was de verwachting dat het streven de burgers meer te betrekken, zou toenemen. Aan de hand van de inzichten uit de analyse van de resultaten kunnen geen exacte treden van de participatieladder worden aangewezen die (on)verenigbaar zijn met de verschillende rolopvattingen van ambtenaren. Ambtenaren beschouwen de verschillende treden van de participatieladder namelijk niet als op zichzelf staande concepten die (on)verenigbaar zijn met de rolopvatting die zij hebben, maar wel onverenigbaar kunnen zijn met bepaalde omstandigheden van het geval of met de representatieve democratie. Desondanks is het wel mogelijk om

doelen van burgerparticipatie aan te wijzen die in de interviews het vaakst naar voren zijn gekomen komen

bij de ambtenaren met bepaalde rolopvattingen. Deze koppeling die volgt uit hetgeen in paragraaf 4.3.2. is uiteengezet, is opgenomen in Tabel 4.16.

Kleurloze ambtenaar

Deskundige Onderhandelaar Verbinder

Doel(en) van burgerparticipatie Educatie Educatie Overhalen Meten Meten Overhalen Legitimiteit Ontdekking

Tabel 4.16. Doelen van burgerparticipatie die het vaakst voorkomen bij bepaalde rolopvattingen.

Naast de bevinding dat ambtenaren met een bepaalde rolopvatting vaker bepaalde doelen aangeven om burgers te betrekken bij hun producten, blijkt ook dat de rolopvattingen van ambtenaren samenhangen met het type product waarvoor zij verantwoordelijk zijn. Voor wat betreft de individuele dienstverlening en de gestandaardiseerde dienstverlening geldt dat de rol van verbinder niet per se samenhangt met meer burgerparticipatie, maar dat deze rolopvatting bij deze ambtenaren samenhangt met de specifieke kenmerken van het product waarvoor zij verantwoordelijk zijn. Bij de infrastructurele voorzieningen valt het bovendien op dat de tweedeling in producten die geldt voor dit type product – zie paragraaf 4.2.3.2. – resulteert in andere rolopvattingen, andere doelen van burgerparticipatie en daardoor ook in een verschil in hoogst mogelijk geachte trede. Tot slot lijkt er ook bij de diensten voor leefbaarheid een samenhang te bestaan tussen rolopvatting, kenmerken van het type product en doel van burgerparticipatie dat resulteert in een hoge geschikt geachte trede van de participatieladder. De samenhang tussen type product en substantieel aanwezige rolopvatting – zoals in paragraaf 4.2.3. is uiteengezet – resulteert in een patroon dat is opgenomen in Tabel 4.17. Individuele dienstverlening Gestandaardiseerde dienstverlening Infrastructurele voorzieningen (materiële netwerken) Infrastructurele voorzieningen (organisaties en regels) Diensten voor leefbaarheid

Ten aanzien van werk

Deskundige Kleurloze ambtenaar Verbinder

Deskundige Onderhandelaar Verbinder Deskundige

Verbinder

Ten aanzien van verhouding met burgers

Verbinder Verbinder Deskundige Onderhandelaar Verbinder

Verbinder

Tabel 4.17. Meest voorkomende rolopvattingen bij de vier type producten.

Op basis van de inzichten die in Tabel 4.18. zijn uiteengezet dient – ervan uitgaande dat aard van de producten betreffende de materiële netwerken van de infrastructurele voorzieningen gestructureerd is – de in Tabel 2.5. uitgedrukte verwachting, dat bepaalde rolopvattingen behoren bij een bepaalde aard van het

(beleids)onderwerp, te worden bijgesteld. Bij bepaalde producten – in dit geval de individuele dienstverlening – met een semigestructureerde aard van het (beleids)onderwerp is namelijk gebleken dat

Gestructureerd Semigestructureerd Ongestructureerd Rolopvattingen Deskundige Kleurloze ambtenaar Deskundige Onderhandelaar Verbinder Verbinder

Welke treden van de participatieladder zijn mogelijk voor welke typen van producten die de gemeente Zaltbommel aanbiedt?