• No results found

Succesfactoren genoemd door Centra voor de Kunsten en

101

Bijlage 2 Succesfactoren genoemd door Centra voor de Kunsten en branchevereniging

Zes Centra voor de Kunsten hebben gereageerd op de vraag wat zij denken dat de succesfactoren, voor lange termijn succes, zijn voor een Centrum voor de Kunsten. Dit zijn het Centrum voor de Kunsten Amadeus te Oudenbosch, het Centrum voor de Kunsten Sneek Wymbritseradiel, Centrum voor Kunst en Cultuur Globe te Hilversum, Centrum voor de Kunsten Artiance te Alkmaar, Centrum voor Kunsteducatie e.o. Triade te Den Helder, Centrum voor de Kunsten Bergen op Zoom.

De meest genoemde factoren voor succes genoemd door Centra voor de Kunsten kunnen worden samengevat in de volgende stellingen:

1)Voldoende middelen hebben (geld, personeel, huisvesting), genereren eigen inkomsten

2)Projecten hebben in en met het onderwijs

3)Aanbod aanpassen aan de maatschappelijke ontwikkelingen (marktgericht werken) 4)Veelzijdig aanbod rekening houdend met de wensen van de klant: verschillende disciplines, voor verschillende leeftijden, verschillende vormen

5)Het hebben van gekwalificeerde, inspirerende en enthousiaste kunstenaars-docenten 6)Een goede, dynamische organisatie/bedrijfsvoering

7)Een goede relatie met de diverse overheid/subsidiënten 8)Volgen ontwikkelingen op politiek gebied

9)Cultureel netwerk vormen in de omgeving: samenwerken met diverse culturele instellingen in de regio en landelijk

10)Aanjager culturele activiteiten in de gemeenschap: niet alleen cursussen verzorgen, maar ook andere activiteiten ontwikkelen

11)Goede kwaliteit (producten, promotie, communicatie, marketing) 12)Nieuwe doelgroepen bedienen

13)Voldoende vrijheid en bevoegdheden hebben om binnen de vastgestelde kaders (beleidsplan) flexibel op de vraag van de markt te kunnen reageren

Een tweetal belangrijke beperkingen wordt door hen ook aangegeven. Dit zijn allereerst de mogelijkheden van de instelling die te maken hebben met bijvoorbeeld de omvang van de instelling, het verzorgingsgebied en de bronnen van de instelling (zowel financieel als met betrekking tot personeel). Daarnaast kan de subsidiërende gemeente een aantal randvoorwaarden meegeven met betrekking tot tarieven voor bepaalde cursussen, het aanbod dat ze van het Centrum verwachten, het beleid dat ze willen voeren ten aanzien van kunst en cultuureducatie en de financiële middelen die ze ter beschikking stellen.

Om succescriteria te bepalen is ook gekeken naar publicaties van de landelijke instelling die de overheid adviseert op het gebied van kunst en cultuur, de Raad van Cultuur, en de branchevereniging De Kunstconnectie.

De Raad voor cultuur geeft ook een aantal succescriteria aan, welke worden geformuleerd in de doelstellingen, richtlijnen en verbeterpunten die door de landelijke politiek, en dan met name de staatssecretaris voor Cultuur, worden gehanteerd. Het succes van de Centra voor de Kunsten definiëren zij in termen van de mate waarin men voldoet aan de doelstellingen en richtlijnen die ze stellen.

Deze verbeterpunten die de Raad voor Cultuur aandraagt voor Centra voor de Kunsten zijn:

1)het beter scouten en verwijzen van jeugdig talent

2)het aanbod actualiseren wat betreft inhoud en vorm om belangstelling te wekken bij verschillende groepen amateur-kunstenaars

102

3)om amateur-kunstenaars desgewenst ook ontwikkelingsmogelijkheden te bieden buiten het reguliere cursusprogramma zouden Centra voor de Kunsten samenwerking kunnen zoeken met instellingen en uitingen op het terrein van de professionele kunst 4)Centra voor de Kunsten moeten zich actiever opstellen naar de media om ook via die weg potentieel geïnteresseerden aan te spreken

5)Voor buitenschoolse cultuureducatieve activiteiten in het kader van de verlengde schooldag kan samenwerking worden gezocht tussen de Centra voor de Kunsten en de basisscholen

6)Met het oog op de toegankelijkheid is het van belang dat cultuureducatieve cursussen betaalbaar blijven, ook voor mensen vanaf negentien jaar.

7)Centra voor de Kunsten kunnen zich nog sterker profileren als dé centrale educatieve centra in hun regio.

8)De centra kunnen makkelijker op de veranderende omgeving en vraag inspelen wanneer zij een flexibel personeelsbeleid en een gedegen scholingsbeleid voor de eigen medewerkers voeren.

9)Modernisering van de accommodaties en andere faciliteiten van de Centra voor de Kunsten is noodzakelijk om de competitie met andere vrijetijdsgelegenheden aan te kunnen.

Vanuit de branchevereniging De Kunstconnectie is er ontzettend veel materiaal beschikbaar waarin ze refereren aan de benodigde kennis, competenties en vaardigheden van Centra voor de Kunsten en hun medewerkers.

In het stuk Zorg voor Kwaliteit wordt de kwaliteit van een instelling afgemeten aan de volgende vier punten, welke indirect op te vatten zijn als succesfactoren:

a)De instelling laat zien dat het op een adequate wijze (ondersteund door medewerkers- markt- en klanttevredenheidsonderzoek) een meerjarenbeleid ontwikkelt en uitvoert dat rekening houdt met de wensen van de subsidiënt, en uitgewerkt is in werkplannen met van het meerjarenbeleid afgeleid beleid op het gebied van aanbod & werkwijze, kwaliteitszorg, marketing & communicatie, personeel, financiën en administratieve organisatie en externe samenwerking.

b)De instelling heeft haar beleidsmatige uitgangspunten vertaald in een heldere organisatiestructuur.

c)De instelling kan aantonen hoe zij continu de kwaliteit van producten en diensten bewaakt.

d)De instelling reflecteert op het verloop van primaire en ondersteunende processen en verwerkt de resultaten van deze evaluatie in haar beleid. Zij maakt hierbij gebruik van managementinformatie en gegevens uit onderzoek onder interne en externe doelgroepen als klanten, medewerkers, samenwerkingspartners en financiers.

Daarnaast heeft Ap de Vries, directeur van de branchevereniging, in januari 2005 een lezing gegeven aan de faculteit der Historische en Kunstwetenschappen van de Erasmusuniversiteit te Rotterdam waarin hij een aantal sectorontwikkelingen aangeeft en (nieuwe) competenties beschrijft die hij nodig acht voor managers in de kunsteducatie sector. In zijn lezing onderscheidt hij de volgende factoren die ervoor kunnen zorgen dat een Centrum voor de Kunsten ook op langere termijn succesvol is: 1)Pro-actieve houding ten opzichte van samenwerkingspartners en gemeentes

2)De organisatie ontwikkelen tot een ondernemende, maatschappelijke- en marktgeoriënteerde, vraaggestuurde instelling die aansluiten bij de behoeften van het publiek en de gemeente

103

3)Streven naar een groot bereik en tegelijk naar kwaliteit van de participatie van de deelnemers. Kwaliteit ten aanzien van vraagsturing, publieksbereik en totale prestaties zijn daarbij van het grootste belang.

4)Nieuwe producten voor nieuwe en bestaande doelgroepen ontwikkelen 5)Nieuwe product/marktcombinaties ontwikkelen

6)Goede marketing

7)Professionalisering van alle bedrijfsprocessen 8)Projectorganisatie worden

9)Flexibele, competente en gemotiveerde medewerkers die snel op vragen kunnen inspelen.

10)Minder afhankelijk worden van budgets door zelf inkomstenbronnen aan te boren en kostenbewust te worden

11)Het vormen van netwerken in de regio is belangrijk, zowel ten aanzien van kunst en cultuur als ten aanzien van de politiek.

12)Lerende organisaties worden die samen een lerende branche vormen, indien de eigen instelling te klein is dan moet dit worden bereikt door samenwerking en netwerkvorming.

Tot slot heeft Otto Berg van de branchevereniging in een telefonisch gesprek de volgende succesfactoren aangegeven:

1) Succes hangt af van de ambities en mogelijkheden van instellingen en hun subsidiërende gemeente

2) Bevorderen cultureel ondernemerschap 3) Genereren eigen inkomsten

4) Bevorderen aantonen maatschappelijke relevantie en positie 5) Bereik nieuwe doelgroepen

6) Samenwerken in en met het onderwijs 7) Bevorderen netwerkfunctie

104

Bijlage 3 Meetmethoden voor affectieve, normatieve en