• No results found

Sturen vergt moed

In document LEVEN IS LEREN OP GEVOEL (pagina 100-113)

Hoofdstuk 5: Illustratieve casuïstiek

5.3 Sturen vergt moed

Aanleiding

Een hoog gekwalificeerde staffunctionaris verandert twee maanden geleden van bedrijf. Haar contract met het oude bedrijf is beëindigd omdat het project waarop zij is aangeno-men afgelopen is. In het nieuwe bedrijf heeft ze een struc-turele baan in de ICT- sector. De proeftijd is gesteld op drie maanden. Na twee maanden meldt zij zich bij de psycholoog met de vraag om hulp want zij voelt aan dat haar aanstelling in gevaar is. De leidinggevende van de afdeling ICT is niet tevreden over haar prestaties en heeft dat laten merken in het functioneringsgesprek. Zij vraagt zich af hoe ze daarop moet reageren.

De start van de bemoeienis van de psycholoog

Hij maakt haar duidelijk dat zij zelf de vraag zal moeten be-antwoorden maar dat hij wel kan helpen een aantal elementen, die van belang zijn om te kunnen antwoorden, boven tafel te krijgen. Ook bij het wegen van die elementen en hun respec-tievelijke consequenties kan hij een bijdrage leveren.

Zij voeren een aantal gesprekken waarna een persoonsbe-schrijving opgesteld wordt met als focus wat haar prioriteiten zijn en hoe zij die kan realiseren. Wanneer dit haar helder wordt verandert de rol van de psycholoog in een

ondersteu-nende rol die helpt de door haarzelf uitgestippelde weg te realiseren.

De informatie uit de anamnese

Zij is een hoog gekwalificeerde professional die, op een lager niveau dan volgens haar opleiding verwacht kan worden, aan het werk is gegaan in haar vorige baan. Haar huidige baan heeft zij verworven doordat de vorige chef haar bij een bevriende collega van het nieuwe bedrijf heeft ondergebracht.

Zij heeft niet gesolliciteerd maar van deze aanbieding met genoegen gebruik gemaakt.

In het nieuwe bedrijf treft zij een afdelingschef die van haar initiatieven en oplossingsgerichte voorstellen verwacht. In de oude situatie is zij gewend op elke vraag te reageren met drie nieuwe vragen die eerst beantwoord moeten worden door de directeur voor zij verder kan. Beiden waren daar in die tijd gelukkig mee want haar chef kon alles zelf beslissen en zij hoefde geen standpunten in te nemen waar ze later op aange-sproken kon worden.

In haar zelfbeschrijving stelt zij dat zij een hekel heeft aan sol-liciteren omdat dat het risico inhoudt dat je afgewezen wordt.

Zij is blij dat de overgang naar nieuw werk zonder solliciteren is verlopen.

De angst om afgewezen te worden wordt vervolgens verder geëxploreerd. Uiteindelijk kan zij na meerdere sessies erken-nen dat angsten altijd al een promierken-nente rol spelen in haar keuzes. Ook de relatie met haar partner, met haar ouders en met haar sporadische vrienden worden gedomineerd door de angst afgewezen te kunnen worden. De intensiteit van de emotie die met deze ontdekking gepaard gaat brengt aan het licht dat er sprake is van een angstcomplex; een zich steeds

in meer levensterreinen ingrijpend gevoel van niet te kunnen slagen, van niet te kunnen opboksen tegen belemmerende omstandigheden. Ook al zijn die in de praktijk niet aanwe-zig, zij heeft niemand nodig om deze beren op de weg op te roepen.

Dat ze nu op het werk een leidinggevende treft die beroep doet op initiatief, zelfvertrouwen en lef om met oplossingen te komen wordt dan ook een stressfactor die verlammend werkt en haar meer en meer in de situatie van hulpeloosheid brengt.

De nieuwe afdelingschef heeft in het functioneringsgesprek duidelijk gesteld dat hij ander gedrag verlangt. Hij stelt dat zij pro-actief moet optreden, dat zij niet moet remmen en niet zo moet steunen op haar collega’s. Haar gebrek aan zelfstandig optreden wordt als hinderlijk ervaren op de afdeling. Tenslotte stelt hij dat hij prestaties verwacht waarin haar hoge kwalifica-ties gebruikt worden.

In haar privé leven is zij een eenling, ondanks het feit dat zij met een partner samenleeft. Zij is ondergedoken in de muziek, niet als actief beoefenaar maar als collectioneur en amateur-saxofonist die vooral thuis oefent maar niet optreedt, zelfs niet tussen de schuifdeuren. Haar passie is de jazzmuziek, en dan vooral free jazz. Verder leest ze veel biografieën van voorna-melijk tragische figuren. Zij trekt zich terug in een eigen intel-lectuele wereld. Zij schrijft gedichten die nooit afkomen en die ze niet wil publiceren.

Zij is opgegroeid in een arbeidersgezin en heeft nog een twee jaar oudere broer. Haar vader is steeds slachtoffer van reorga-nisaties bij bedrijven. Hij is altijd een van de eerste die naar ander werk kan uitzien. Hij stelt zich naar bazen steeds dociel op in de hoop daardoor zijn werk te behouden.

Haar moeder heeft veel oog voor wat er volgens de traditie moet en wringt zich in allerlei bochten om de goede naam van het gezin voor de familie te kunnen behouden. Dat brengt met zich mee dat zij bepaalt welk gedrag de kinderen, ook nu nog terwijl ze niet meer thuis wonen, dienen te vertonen om aan de familie, hun vrienden en kennissen te laten zien dat zij een goede opvoeding gekregen hebben. Haar prestige haalt zij uit hoe de kinderen zich gedragen. Haar broer wordt de lieveling van moeder en krijgt alle aandacht. Dat juist zij ging studeren en ook nog een universitaire graad behaalde wordt door het gezin niet als bijzonder gewaardeerd. Dat zij niet trouwt maar samenwoont krijgt niet de goedkeuring van de katholieke ouders en brengt grote verwijdering tussen hen en haar. Zij zit nu nog vol agressieve gevoelens tegen haar ouders maar durft die niet te uiten omdat ze verwacht dan helemaal afgewezen te worden en ook nog het contact met haar broer te verliezen.

Deze speelt nu nog dikwijls de rol van boodschapper en be-middelaar bij het zoeken naar antwoorden op concrete vragen als: ‘Komen jullie met kerst bij ons eten?’.

De partner speelt de rol van de afwezige, de niet in haar geïnteresseerde minnaar. Hij is internationaal vrachtwagen-chauffeur en dan ook niet veel en niet lang thuis. Hij wordt niet gepruimd door de ouders omdat hij stoer en rechtuit is en vooral niet is genegen aan de familie-eisen te voldoen. Hij weet wat hij wil en handelt daar ook naar. Hij heeft lef en accepteert zijn mislukkingen met een glimlach en stoot zich vervolgens niet twee keer aan dezelfde steen.

Voor haar vertegenwoordigt hij alles wat zij zou willen zijn.

Alleen, de partner heeft geen oog voor haar angsten en neemt meestal beslissingen zonder haar te consulteren want hij heeft de ervaring dat ze toch geen wezenlijke inbreng heeft.

De analyse die voorgelegd wordt

Welke keuzes maakt deze stafmedewer-ker? Hoe formuleert zij haar probleem?

Zij kiest voor de rol van de afhankelijke medewerker. Een rol die niet past bij haar functie.

Haar probleem is dat zij niet weet hoe te reageren op de dreigende situatie van ontslag.

Welke emoties sturen die keuzes?

De sturende emotie is het voorkomen van situaties die angst oproepen en dat worden er steeds meer in een steeds kleiner wordende wereld.

In welke beweeg-redenen worden de emoties vertaald?

De angst om afgewezen te worden. De wereld laat zich niet maken, de omge-ving bepaalt mijn lot. Je moet goed ana-lyseren. Vermijden van problemen is de eerste prioriteit, desnoods moet je maar niet tot actie komen.

Hoe neemt hij waar?

Wat zijn zijn informa-tiefilters?

De wereld is niet te vertrouwen, je bent overgeleverd aan anderen en het is nodig om alle bedreigingen goed te detecteren.

Aan welke criteria

De oplossing moet angst reduceren en moet haar moed en lef vergroten om te komen tot een professionele houding die past bij de functie die zij uitvoert of ambieert.

Wat is het advies?

• Inzicht verwerven in wat er gebeurt.

• De consequenties van de noodzakelijke gedragsverandering formuleren en geaccepteerd krijgen.

• Het zoeken van een therapeut die haar kan sturen en haar kan brengen tot zelfsturen. Zij moet leren haar verant-woordelijkheid te nemen en te kun-nen staan voor een zelf uitgestippeld standpunt.

• Nagaan hoe in de werksituatie coaching opgezet kan worden om na te gaan of zij onder andere gesternte tot een betere prestatie kan komen.

Hoe beoordeelt de psycholoog het probleem en de probleem-houder in psychologische termen?

Haar vermijdingsgedrag is gebaseerd op een angstcomplex dat meer en meer als alibi gaat functioneren door zich als hulpeloos te presenteren. Dit gedrag is aangeleerd en ver-klaarbaar uit haar ontwikkelingsgeschiedenis. Zij zoekt steeds naar bedreigingen en formuleert die zo sterk dat zij niet tot actie hoeft te komen omdat dat toch geen effect zou hebben.

Het geheel leidt tot het steeds meer ‘verschrompelen’ bij prestatiedruk.

Zij is vooral bezig met analyseren, met fantaseren hoe het beter kan gaan in nog complexere situaties waarvoor zij intel-lectuele oplossingen zoekt die zo moeilijk uitvoerbaar zijn dat zij haar belemmeren om in actie te komen. Zij vlucht in een eigen wereld die de kenmerken vertoont van een in zijn schulp kruipen en zich afsluiten van de boze buitenwereld.

Zij is haar achtergrond, haar familie ontgroeid. Ondanks haar intellectuele prestaties is zij evenwel als persoon niet in staat los te komen van het oude onderdrukkende afwachtende milieu. Zij slaagt er niet in zelf haar lot te bepalen maar stelt zich afhankelijk op.

De bronaanpak

Allereerst moet zij duidelijk krijgen dat haar eigen opstelling ten opzichte van hoe ze het werk uitvoert wel degelijk de sleutel is tot de oplossing van haar probleem.

Zij is zelf aan zet en het is niet een boze wereld die het haar moeilijk maakt goed te presteren maar haar gebrek aan een realistische kijk ten opzichte van wat de werkgever van haar verwacht, die de bron van het probleem vormt. De leidingge-vende is helder over welke prestatie hij verwacht en het is aan haar ervoor te zorgen dat ze aan die verwachting kan voldoen.

Ze dient eerst uit te gaan van de eigen kracht en indien ze het niet op eigen kracht zou kunnen dan dient ze te vragen om de benodigde hulpmiddelen. De psycholoog probeert haar tot het inzicht te brengen dat ze voldoende eigen inbreng kan leveren maar dat haar opstelling van terugtrekken en afwachten geen succes brengt. Nu niet en nooit niet.

Het volgende punt is dat zij, na dit inzicht verworven te hebben, moet nagaan welke hulp ze nodig heeft om tot de arbeidsattitude te komen die bij haar functie past. Zij moet

veranderen. Zij dient de hulpvraag naar de gewenste per-soonsverandering te formuleren en bij die vraag de geschikte therapeut te zoeken.

Tot slot dient zij met de werkgever te bespreken welke moge-lijkheden er zijn om haar de kans te geven toch te slagen in haar werk.

Welke redenering zit er achter?

Zij is zo zeer vastgelopen in haar angstcomplex, dat voor-komen moet worden dat het op nog meer gebieden dan nu greep zal krijgen, en loopt het risico dat ze uiteindelijk zal ver-schrompelen tot een persoon die niet meer kan omgaan met de wereld om haar heen, laat staan zou leren zich aan nieuwe situaties aan te passen.

Hiermee starten in de werksituatie is enerzijds het minst bedreigend en anderzijds een noodzakelijke voorwaarde om voldoende identiteit en statuur te behouden. Daarna kan eventueel de privé-situatie aan de orde komen om ze zo te verbeteren dat de dominantie van de angsten en het daarbij horende vermijdingsgedrag doorbroken wordt.

De afloop

Nadat zij het met veel angst gepaard gaande inzicht heeft aanvaard dat zij gedomineerd wordt door irreële en dus rem-mende angsten, en nadat zij inziet dat het behouden van werk de hoogste prioriteit heeft in de verbeterstrategie, is ze samen met de psycholoog in gesprek gekomen met haar werkgever.

Gezien ook deze ervan overtuigd is dat het niet goed functi-oneren niet afhangt van haar professionele kwaliteiten maar juist van haar arbeidshouding, komen ze tot de overeenkomst dat zij op contractbasis een half jaar wordt ingezet in een productieteam als productiemedewerker. Dit om haar in die

tijd de kans te geven zich met therapeutische ondersteuning als persoon zo te verbeteren dat zij daarna weer als staffuncti-onaris kan werken met de attitude die bij de functie hoort. Dit wordt naar buiten gebracht met de mededeling dat zij erva-ring wil opdoen met het werk door de productie echt mee te maken. De werkgever is bereid tot deze stap omdat enerzijds goede staffunctionarissen niet makkelijk te krijgen zijn en ze anderzijds hulpkrachten in het programmeren te kort komen.

Demotie biedt haar de kans om vanuit een ‘werkende’ situatie aan de therapie te beginnen. Zij heeft inderdaad geleerd met haar angsten te leven en deze niet meer te laten groeien of haar bestaan te laten regeren. Zij is evenwel niet meer uit het productiewerk weggekomen want daar trof zij werk dat paste bij haar ambitieniveau en een nieuwe partner met een zorg-zame attitude en een gezonde portie bescherming zonder haar afhankelijk te maken.

Analyse zoals die volgens het theoretische kader moet plaats vinden

Wat is haar probleem gerelateerd aan het werk en haar keuze voor dit werk?

Haar probleem is dat zij verkiest niet te kiezen voor een bepaalde functie, maar dat ze het eerste wat haar in de schoot geworpen wordt aanneemt. Het voordeel is dat zij niet uit haar schulp moet kruipen of kleur moet bekennen, maar het nadeel hiervan is dat zij geen inspiratie haalt uit de affiniteit met het werk om een arbeidsprestatie te leveren die haar chef en haarzelf tevreden maakt. Zij is in het werk steeds bezig het zichzelf naar de zin te maken en komt er daarom onvoldoende tegemoet aan de eisen die de chef stelt. Het niet kiezen heeft

de prijs dat het werk haar onvoldoende stimulans biedt om haar gedrag te veranderen en om het werk naar tevredenheid van haar chef kunnen uitvoeren.

Wat is het verband tussen haar beweegredenen om voor dit werk te kiezen en het bereiken van haar levensdoel?

Wat haar levensideaal is wordt niet duidelijk. Het gedomineerd worden door angst voor gezichtsverlies brengt haar ertoe om alles in het werk te stellen om maar niet afgewezen te worden en daardoor terugtrekbewegingen te maken die vooral moeten verbergen wat ze zelf wil of ambieert. Nergens wordt aange-geven wat haar beweegt, alles staat in het teken van defensief gedrag, terwijl slechts vaag wordt aangegeven wat er verde-digd moet worden. Wel komt daarbij steeds het beeld van de boze wereld boven waarin je geen vertrouwen kan stellen en die je vroeg of laat in de slachtofferrol terug duwt.

Het feit dat zij een baan in de schoot geworpen krijgt op het juiste moment, is dus geen keuze in relatie tot haar levensdoel maar een prettige vlucht uit een benarde situatie. De afwij-zing in de vorige baan, omdat er geen nieuw project wordt aangeboden, wordt hierdoor verzacht en naar de achtergrond gedrongen.

Wat is haar leerstrategie?

Zij is vooral bezig met het analyseren van haar situatie en met het zich terugtrekken uit de wereld in individuele activi-teiten die zo zijn opgezet dat integratie in maatschappelijke activiteiten vermeden wordt. Haar analyses komen steeds op hetzelfde uit, bevestigen steeds haar opvatting dat zij niet opgewassen is tegen de omstandigheden van vroeger en nu.

Zij wordt eigenlijk geleefd en slaagt er niet in haar denken zo

te verruimen dat ze, via metacognitie en het afstand nemen ten opzichte van zichzelf, kan komen tot inzicht in haar situ-atie. Zij leert dan ook niet. Zij komt alleen maar tot denken in de vorm van herhalen en herkauwen van de bekende vroegere en huidige situaties.

Zij weigert in andere denkramen dan de geleerde te denken en haar omstandigheden waren blijkbaar nog steeds niet zo bedreigend voor haar psychische gezondheid dat ze de noodzaak daartoe voelde. Zij gebruikt haar intelligentie niet om haar intellect te vergroten maar alleen om de bestaande kennis toe te passen aan nieuwe situaties.

Wat zijn het dominante gevoel en de dominante attitude?

Haar dominante gevoel is angst voor een wereld die je niet kan vertrouwen. De angst ontwikkelt zich tot een angstcom-plex voor alles wat tot gezichtsverlies kan leiden. De dominan-te attitude is zich dominan-terug trekken op een positie waarin je niet getoetst kan worden. Uiteindelijk kiest zij voor een slachtof-ferrol. Zij raakt verlamd in het zicht van elke eis tot actie of verantwoordelijkheid nemen en belandt in een attitude van aangeleerde hulpeloosheid. In die situatie wordt een depres-sieve stemming zichtbaar. Haar analyses gaan in die perioden van depressiviteit vooral over het zoeken naar obstakels die het onnodig maken zelf in actie te komen.

Het bestrijden van de problemen met een bronaanpak komt niet in haar op omdat dat onderstelt dat zij in haar denken of voelen boven zichzelf uit kan stijgen. Dat heeft zij nog niet vertoond. Wat er gebeurt is het steeds verder ontwikkelen van een angstcomplex dat alle domeinen van haar leven gaat beheersen.

Welke logica zit achter haar uitspraken en handelingen?

Haar logica stelt zich in dienst van het steeds maar herhalen van de bestaande drukkende levensomstandigheden. De normen en voorbeelden uit haar jeugd domineren nog steeds haar bestaan. Dit terwijl zij via het leveren van een intellec-tuele prestatie, haar universitaire opleiding, en via het kiezen voor samenleven in plaats van trouwen een stevige breuk met haar verleden heeft geforceerd. Deze prestaties die afwijken van het opgelegde normpatroon hebben onvoldoende impact gehad om tot leren en dus tot keuzes te komen die het gaan van een eigen weg mogelijk maken.

Handelt zij met moed en lef?

Nergens is in haar leven en keuzes een symptoom gevonden dat op moed, doorzettingsvermogen of lef wijst. Zij wordt gedomineerd door het herhalen van en/of het voorkomen van situaties om tot acties te moeten komen.

Met welke omgevingsinvloeden moet ik rekening houden bij het formuleren van een bronaanpak van het probleem?

Welke prestatie de werkgever verwacht is gegeven en niet te veranderen, zij moet tot het besef komen dat verande-ren begint bij haar eigen opvattingen. Tevens moet gezocht worden naar de oorzaak van de blokkade in haar denken.

Waarom komt ze niet steeds tot zelf voelen en denken terwijl zij dat in twee situaties wel in de praktijk heeft gebracht.

Wanneer veranderen als persoon de sleutel tot de oplossing is

Wanneer veranderen als persoon de sleutel tot de oplossing is

In document LEVEN IS LEREN OP GEVOEL (pagina 100-113)