• No results found

Het risico van een externe locus of control

In document LEVEN IS LEREN OP GEVOEL (pagina 126-141)

Hoofdstuk 5: Illustratieve casuïstiek

5.5 Het risico van een externe locus of control

Aanleiding

Frans is een vrolijke werknemer op de metaalafdeling. Hij is in staat om met zijn eigen humor een positieve sfeer op de afdeling te brengen. Dat hij soms terugvalt op leedvermaak wordt hem door zijn collega’s niet kwalijk genomen omdat hij het ook aandurft de leidinggevenden op de korrel te nemen.

Alles bij elkaar genomen wordt hij door iedereen geaccepteerd omdat hij altijd volgzaam doet wat hem gezegd wordt. Ik het verleden heeft hij contact gehad met de psycholoog toen een conflict met een collega uit de hand dreigde te lopen. Dat conflict heeft Frans opgelost door zijn excuses aan te bieden en vervolgens die collega te mijden.

Hij heeft zich zes weken geleden ziek gemeld en vertoont gedrag dat lijkt op iemand die overspannen is. Hij geeft aan het werken niet meer vol te kunnen houden en vraagt zich af

wat hij moet. Hij denkt dat ander werk beter voor hem is. Met deze vraag meldt hij zich bij de psycholoog.

De start van de bemoeienis van de psycholoog

In het eerste gesprek valt een onevenredigheid op tussen de inhoud van zijn genoemde probleem, de diepte van zijn ontmoediging en de somberheid van zijn stemming.

Dit signaal is aanleiding voor het doen van een uitgebreide anamnese, een heteroanamnese en een diagnostisch persoon-lijkheidsonderzoek. Daarna is zijn werksituatie van het laatste jaar geanalyseerd en is gesproken met de leidinggevenden die hem hebben meegemaakt en begeleid om te achterhalen waarom het hem niet goed gaat en hij niet meer in staat lijkt zelf verandering in zijn situatie te brengen.

Daarna volgen gesprekken met Frans en is gezocht naar een begeleider om hem te helpen uit zijn te voorschijn gekomen privé-ellende te komen. De afspraak is dat pas daarna zijn werksituatie aan de orde komt.

De informatie uit de gesprekken en het onderzoek

Het eerste wat duidelijk wordt is dat er zich het laatste jaar twee drama’s in zijn leven hebben voorgedaan. Zijn enig kind, een zoon van 16, is overleden aan een overdosis en zijn vrouw is als gevolg daarvan zeer depressief geworden en is daardoor geen steun meer voor hem. Zij kan hem dan ook niet meer helpen. Dat is een drama voor hem. Frans steunt al sinds zijn verlovingstijd op de kennis en standvastigheid van zijn vrouw.

Hij heeft in zijn jeugd op school een minderwaardigheidscom-plex ontwikkeld. Hij is zeer onzeker, hij denkt dat hij het altijd verkeerd doet en steunt tot in kleine details op de aansturing van zijn vrouw. Nu is hij ontredderd, blijft twijfelen en komt niet meer tot beslissen.

Frans heeft een eigen wijze van omgaan met mensen. Hij zegt nooit rechtstreeks wat hij wil zeggen maar praat altijd via omwegen, waarbij hij verwacht dat de ander begrijpt wat hij wil zeggen. Hij hoeft zo dus nooit kleur te bekennen. Nu zijn vrouw niet meer zijn leven organiseert loopt het in de communicatie hopeloos fout. Daarbij komt zijn onvermogen om zijn vrouw te helpen en zijn angst om haar te verliezen of niet meer te kunnen bereiken. Op het moment dat zij voor behandeling wordt opgenomen en hij te horen kriigt dat zijn vrouw heel lang opgenomen zal blijven meldt hij zich ziek en zit alleen verschrompeld thuis te wachten tot de problemen over gaan.

Het gesprek bij de psycholoog is zijn eerste fysieke contact met het werk sinds zijn ziekmelding. Contacten met de lei-dinggevende heeft hij steeds afgehouden en collega’s staat hij ook niet te woord.

Frans komt uit het onderzoek te voorschijn als een man die zijn intellect eenzijdig heeft opgebouwd. Wanneer hij met teksten geconfronteerd wordt slaat hij dicht. Zijn schoolse periode is traumatisch verlopen. Hij slaagt er wel in om technische schema’s te lezen maar het zweet breekt hem uit wanneer hij iets op papier moet zetten en dan maakt hij gebruik van technieken om dit te vermijden. Hij laat dat zijn vrouw doen of zoekt een smoes om eronder uit te komen. Hij wordt zeer bedreven in het bespelen van anderen om buiten schot te blijven. Het gevolg is wel dat hij soms consequenties moet dragen die hij eigenlijk wil voorkomen. Om zijn onver-mogen om zichzelf te uiten niet al te duidelijk te laten worden, maakt hij op het werk veelvuldig gebruik van humor of zelf-spot. Hij is een meester in het lachen om zijn eigen klunzig-heid en heeft zich aangeleerd via leedvermaak zijn

onvermo-gen om zich rechtstreeks te uiten, te verberonvermo-gen.

Frans kon goed werken wanneer hij bij de te nemen beslis-singen kon steunen op anderen. Zijn strategie is het leunen op anderen en gedisciplineerd uitvoeren wat de chef of de teke-ning aangeeft. Daarmee blijft hij op bekend terrein. Je kan Frans altijd vragen iets uit te voeren wanneer het duidelijk is wat en hoe het gebeuren moet. Wanneer hij initiatieven moet nemen dan breekt het zweet hem uit en komt het niet voor elkaar.

Zo functioneert hij ook in zijn privé-leven. Hij had dan wel een zoon maar had weinig invloed op hem en bood een vadermo-del van iemand die op cruciale momenten niet aanwezig was en beslist geen steun gaf. Zijn vrouw kon hier mee leven en nam de leiding van het gezin op zich. Zijn ontreddering nu zij die rol niet meer vervult is zo diep omdat hij niet weet op wie hij nu moest steunen. Hij zoekt een zoekt een nieuw anker.

Op dit moment heeft hij de ervaring dat iedereen hem advie-zen geeft, maar dat zij allemaal vanuit hun eigen perspectief en belang redeneren, en geen rekening houden met wat hij als capaciteiten in huis heeft. Iedereen overschat hem en hij durft niet duidelijk te maken wat hij denkt, want hij vreest gezichtsverlies.

Van groot belang is voor hem de vervulling van zijn sterke behoefte aan warmte, aan erkenning van zijn persoon met

‘zijn’ beperkingen. Zo heeft hij zichzelf op het werk evenwel nooit opgesteld. Hij heeft zich altijd naar anderen als diegene die slim aan zijn trekken komt gepresenteerd en als gevolg daarvan wordt hij door zijn collega’s niet als vriend maar als concurrent behandeld.

Frans is tot nu toe in staat geweest zijn afhankelijkheid te ver-bergen maar heeft het gevoel nu door de mand te vallen. Zijn

dominante houding naar anderen is wantrouwen. Dat wordt nu niet getoetst en gecorrigeerd door zijn vrouw dus loopt er veel fout en zo manoeuvreert hij zich buiten de aandacht van zijn collega’s. Hij ervaart geen steun en raakt letterlijk geïsoleerd en kan onvoldoende beredeneren wat er gebeurt en hoe dat komt. Zijn emotionele reactie hierop is zich afsluiten voor de omgeving en proberen zich letterlijk en figuurlijk onzichtbaar te maken. Hij zoekt niet eens een nieuw steunpunt maar wacht af wat er gaat gebeuren intussen treurend om zijn verlies.

Op basis van de verzamelde gegevens is het nodig om de vraagstelling te verruimen naar het onderzoeken wat nodig is om hem als persoon overeind te houden. Welk werk hij nu kan gaan doen is dan ook maar een klein onderdeel van de oplos-sing van zijn echte probleem. Zijn wereld en bestaanwijze zijn ingestort. Hij moet zich volledig heroriënteren op wat hij met zijn leven wil nu dat antwoord niet meer gegeven zal worden door zijn vrouw.

De analyse die voorgelegd wordt

Welke keuzes maakt Frans? Hoe formu-leert hij zijn probleem?

Hij kiest voor de rol van de afhankelijke medewerker met het masker van de gang-maker in de groep. Hij wil gezien worden door zijn houding, niet door zijn arbeids-prestatie. Hij verbergt zijn onvermogen door te kiezen voor populair gedrag.

Wanneer de aansturing door zijn vrouw verdwijnt moet hij afhaken en blijft hij hulpeloos achter.

Hij formuleert zijn probleem als een keuzeprobleem omtrent passend werk. In werkelijkheid maskeert hij voor zichzelf hiermee het onderliggende persoonlijke probleem namelijk zijn onvermogen zelf een antwoord te geven op de verande-rende levensomstandigheden. Hij kan niet meer steunen op zijn vrouw en dat brengt hem volledig uit zijn evenwicht en bedreigt zijn bestaan. Dat voelt hij, maar het dringt nog niet cognitief tot hem door.

Welke emoties sturen deze keuzes?

Frans laat zich leiden door minderwaardig-heidsgevoelens en door zijn behoefte terug te kunnen vallen op een vaste steunfiguur.

De sturende emotie is zijn angst voor onzekerheid, het niet weten wat er dan moet gebeuren.

In welke beweegre-denen worden deze emoties vertaald?

Voor hem is het belangrijk wat zijn anker-punt vindt. Hij vertaalt dat in waardering voor zijn vrouw en haar kunnen steunen in wat er moet gebeuren. Hij zet naar buiten toe het masker op van de getapte persoon van de afdeling.

Het zich niet met anderen bemoeien is zijn vertaling om geen diepgaande contacten te moeten onderhouden.

Hij wil altijd doen wat de chef zegt want hij wordt daarvoor betaald. Hij krijgt het geld dus dan moet hij ook de verantwoordelijk-heid dragen. Dat hij overvraagd wordt ten opzichte van zijn regelcapaciteiten accep-teert hij.

Hoe neemt hij waar?

Wat zijn zijn informatiefilters?

Hij is wantrouwend ten opzichte van zijn omgeving. Hij komt niet zelfstandig tot een mening en haakt af wanneer hij zijn vrouw niet kan consulteren over wat hij moet doen. Hij bekijkt zijn omgeving vanuit de gedachte of hij kan reageren, en of hij geen fouten maakt.

Frans bekijkt de wereld zo dat hij kan rap-porteren aan zijn vrouw om haar in staat te stellen tot een standpunt te komen.

Aan welke criteria

De oplossing moet hem in staat stellen een nieuw ankerpunt te vinden om op de oude voet verder te kunnen gaan.

Wat bevat het advies?

• Het moet hem in staat stellen niet af te glijden in onmacht en depressie.

• Het moet hem inzicht brengen in hoe hij functioneert en hoe hij zijn privé-leven op orde kan houden zonder zijn vrouw.

• Het moet inzicht brengen in de functie van arbeid in zijn leven.

• Het moet hem wijzen welke ondersteu-ning hij waar kan krijgen om uit zijn isolement te komen.

• Het moet hem een nieuwe warmtebron wijzen waar hij de emotionele steun kan vinden om verder te leven.

• Het moet ‘leren’ op gang brengen en hem overtuigen dat ook hij kan verande-ren door leverande-ren.

• Het moet een tegengif bieden aan zijn spontane terugkruipen in minderwaardig-heidsgevoelens.

Het probleem en de probleemhouder in psychologische termen.

Frans heeft zijn minderwaardigheidscomplex gecompenseerd door enerzijds zich volledig te laten leiden door zijn vrouw waardoor hij nooit beslissingen moest nemen en anderzijds door naar buiten het masker op te zetten van de getapte collega die altijd in is voor een geintje. Wanneer zijn steun en toeverlaat wegvalt kan hij niet anders dan zich letterlijk en figuurlijk terugtrekken en wachten tot een nieuwe redder

opstaat om hem uit de steeds dieper wordende depressie te halen. Frans weigert gebruik te maken van de regelcapacitei-ten die hij heeft omdat hij dan het alibi van de hulpeloosheid moet opgeven. Hij heeft daartoe de moed niet.

Zijn reactie op het overlijden van zijn zoon is maatgevend voor het gedrag dat je nu kan verwachten. Toen kwam hij tot niets meer dan huilen en het was zijn vrouw die hem na twee dagen dwong weer actief worden, in huis en daarna naar buiten.

Hij zakte dieper en dieper in zelfmedelijden, in het boos zijn op zijn ongeluk in het leven zonder dat hij uit die boosheid de motivatie haalde om een (nieuw) doel in zijn leven na te streven. Hij verkommerde en het was zijn vrouw die hem ver-plichtte langzaamaan zich in te zetten, aan de gang te gaan.

Zij waren toen veertig jaar en hadden nog een heel leven te gaan was haar stelling. Zij gingen antiek verzamelen, het verleden koesteren en daar kon hij zich volledig op storten.

Nu hij weer op de been is werd zij zo depressief dat een opname is gevolgd.

De bronaanpak

In de situatie van Frans is het van het grootste belang dat hij iemand vindt die hem kan leiden en wiens leiding hij ac-cepteert. Dit wordt de weg om hem op korte termijn uit de modder te halen en moet dé manier worden om hem een nieuw levensdoel te geven. Hij moet geactiveerd worden om hem niet in een situatie te laten komen waarin volgens hem zelfdoding de enige uitweg zou zijn. Deze coach moet dus dagelijks toezicht op hem houden om hem niet verder in zijn depressie te laten wegglijden.

Hij stemt toe met een korte opname om zijn acute nood te lenigen. Hij wordt opgenomen op een psychiatrische afdeling van een algemeen ziekenhuis. Hij krijgt daar contact met een maatschappelijk werker die zijn vertrouwenspersoon wordt.

Daarna is het de taak van dit nieuwe ankerpunt om met hem zijn leven opnieuw vorm te geven.

De eerste tijd is er geen sprake van terugkeer in werk. Hij heeft geen ruimte om zich daar mee bezig te houden, vol als hij is van zijn dubbel verlies, en niet wetend hoe hij het moet aanpakken om zijn eigen leven opnieuw te ordenen.

Welke redenering zit daar achter?

Gezien het feit dat Frans al bijna 25 jaar gekozen heeft om zich volgzaam op te stellen en geleerd heeft het prettig te vinden als de vertrouweling hem stuurt, ligt het voor de hand om een nieuwe leider voor hem te zoeken. Hem activeren door hem bewust te maken dat hij ook zelf zijn leven ter hand kan nemen en hem steunen in zijn poging om te geloven in zichzelf en gebruik te maken van zijn regelcapaciteiten lijkt een onmogelijk lange weg en is dus een brug te ver. De bronaanpak wordt een keuze voor het haalbare. Het wordt dus een herhaling van de keuze voor een sterke leider, een keuze die hij vroeger heeft gemaakt en waarbij hij zonder problemen heeft gefunctioneerd.

De afloop

De situatie 3 jaar later is als volgt:

• Frans heeft vertrouwen ontwikkeld in zijn maatschappelijk werker die voor hem de rol van coach op zich heeft genomen.

Niet door in alles voor hem te beslissen maar hem steeds telefonisch te adviseren en te dirigeren bij de concrete

uit-voering van de afgesproken doelen. Op een andere manier dan bij zijn vrouw heeft hij een nieuw anker in zijn leven gevonden.

• Frans heeft het echte contact met zijn vrouw verloren. Zij heeft zich terug getrokken in een zware depressie en heeft geen belangstelling meer in haar omgeving.

• Van werken is niets meer gekomen. Na twee jaar werd hij volledig arbeidsongeschikt verklaard.

• Frans heeft zich gestort op zijn biljartclub. Voor alle ellende begon was hij een verdienstelijk lid maar nu gaat hij er vol-ledig voor en mag hij wedstrijden spelen. De druk van het moeten presteren gaat hem redelijk goed af. Hij beheerst het spelletje en kan zich blijkbaar goed concentreren. De waar-dering die hij in de club krijgt doet hem goed. Hij blijft wel iemand die zonder coach geen initiatieven neemt.

Analyse zoals die volgens het theoretisch kader moet plaats vinden

Wat is zijn probleem gerelateerd aan het werk en zijn keuze voor dit werk?

Frans zijn probleem wordt benoemd als het niet in staat zijn zelf zijn leven in te richten en te organiseren. Dat probleem heeft weinig te maken met zijn werk of met de keuze voor zijn werk.

In het werk krijgt hij de leiding die nodig is om te kunnen functioneren en daar is hij tevreden mee. Soms zijn er inci-denten in de samenwerking maar die kan hij dan makkelijk naast zich neer leggen. Hij hoeft zich niet te verdiepen in wat hij moet veranderen, want dat wordt voor hem bepaald en daar is hij gelukkig mee.

Wat is het verband tussen zijn beweegredenen om voor dit werk te kiezen en het bereiken van zijn levensdoel?

Hij heeft gekozen voor werk waarin hij niet overvraagd wordt en dat hem niet stoort in het bereiken van zijn levensdoel: het nastreven wat zijn vrouw belangrijk vindt en haar met alles daarin helpen.

Wat is zijn leerstrategie?

Frans leert op bevel. Dat wil zeggen: hij kan uitvoeren wat een ander bedenkt en verlangt weinig of geen invloed in hoe dat moet gebeuren. Hij is al lang blij dat een ander zegt wat hij moet doen.

Leren van zichzelf door over zichzelf na te denken is er niet bij.

Hij heeft beslist dat hij dat niet kan en houdt zich daaraan. Hij gebruikt zijn minderwaardigheidsgevoel als schild tegen claims op verbeteren of leren.

Wat is het dominante gevoel en de dominante attitude?

Zijn dominante gevoel is zich minder te voelen dan de ander en daaruit het recht halen om niet te hoeven leren. Zijn dominante houding is het aanleunen tegen de bepaler van zijn lot en dat in een groep te verbergen achter het masker van de getapte, prikkelende humorist.

Wanneer hij klappen krijgt kan hij ze goed opvangen door de relativerende en opbeurende steun van zijn ankerpunt in het leven, zijn vrouw. Wanneer zij in deze rol wegvalt zoekt hij naar een herhaling van de situatie, hij zoekt een nieuw anker.

Welke logica zit achter zijn uitspraken en handelingen?

De logica van Frans is de logica die anderen hem opdringen.

Hij heeft geen behoefte aan een eigen standpunt want dan moet je daar ook verantwoordelijkheid voor nemen en daar

blijft hij ver van. Hij doet wat de persoon die de leiding heeft hem opdraagt.

Handelt hij met moed en lef?

Frans kan zich onvoldoende opladen om op eigen kracht tot een standpunt laat staan een prestatie te komen. Hij heeft het lef om te doen wat anderen hem voorschrijven zolang hij zich maar kan verschuilen achter die ander. Frans mist de moed om zelf verandering te brengen in zijn leven en accepteert dat.

In elke aanpak moet hiermee rekening gehouden worden.

Met welke omgevingsinvloeden moet rekening gehouden worden bij het formuleren van een bronaanpak van het pro-bleem?

De bron van zijn bestaan en zijn wijze van prettig leven zijn verdwenen.

Welke reactiepatronen en psychologische mechanismen zijn te herkennen in zijn gedrag?

In Frans zijn beleving heeft hij een externe locus of control.

Hij zou ook niet anders willen. Dat hij op anderen kan steunen

Hij zou ook niet anders willen. Dat hij op anderen kan steunen

In document LEVEN IS LEREN OP GEVOEL (pagina 126-141)