• No results found

3) Vastleggen van samenwerkingsafspraken

8.2.5 Stap 5 Uitvoeren plan

Als de behoefte is gepeild, de doelen zijn bepaald en het plan van aanpak is opgesteld, is het tijd voor de uitvoering van het plan. Hoe deze uitvoering precies vorm krijgt verschilt per plan. Kenmerkend voor Individuele Begeleiding is dat de jongere zelf de primaire uitvoerder is van het plan en daarbij ondersteund wordt door de jongerenwerker.

‘Hij moet de kar trekken, ik ben dus degene die het een beetje in kaart brengt.’242

De ondersteuning van de jongerenwerker tijdens het uitvoeren van het plan is gericht op de ontwikkeling van jongeren. Om steeds weer een stapje verder te komen. Concreet bestaat de ondersteuning van de jongerenwerker tijdens de uitvoering uit:

- Het onderhouden van contact.

- De voortgang monitoren en eventueel doelen bijstellen - Versterken zelfredzaamheid

Onderhouden van contact

De eerste ondersteuningstaak tijdens het uitvoeren van het plan bestaat uit het onderhouden van het contact met de jongere. Tijdens de uitvoering van het plan ontmoeten

jongerenwerker en jongere elkaar regelmatig. De intensiteit van de contactmomenten tijdens de uitvoering van de begeleiding is meestal 1 keer in week. Indien nodig is er vaker dan 1 keer per week contact. Ook komt het voor dat het voldoende is om 1 keer in de 2 weken contact te hebben.

‘Sommige jongeren zie ik een keer in de twee weken en sommige jongeren zie ik twee of drie keer in de week maar het gemiddelde is een keer in de week.’243

Het onderhouden van contact is ten eerste belangrijk om richting jongeren duidelijk te maken dat de begeleider er is voor de jongere. Ze laten door dit contact merken richting de jongere dat hij/zij zich om bekommert om hem/haar (zie ook principe 1 Betekenisrelatie, p 135).

240

Halewijn (2012) Diepte-interview methodisch handelen met begeleider 4 van IB-praktijk 5, 3 december 2012.

241

Wazir (2012) Diepte-interview methodisch handelen met begeleider 1 van IB-praktijk 3

242

Leesberg (2012) Diepte-interview methodisch handelen met begeleider 2 van IB-praktijk 4

243

129

‘Ik bel de jongeren regelmatig zelfs als we geen afspraken hebben. Ik toon interesse en vraag hoe het met ze gaat op school en andere zaken. Ik geef ze het stukje aandacht en peil de behoefte bij hen…..Ik laat gewoon zien dat ik er ben in tijden dat het goed en slecht gaat. Ik ben een aanspreekpunt als ze vragen hebben en geef ze het stukje aandacht dat ze vaak niet krijgen, er is bijna geen aandacht meer voor hen.’244

Daarnaast zijn deze contactmomenten er voor bedoeld om praktische zaken te kunnen regelen.

‘Van de structuur van zo’n mentoravond is dan wel dat we het eerste kwartier de week doornemen, dan de opdracht die we van tevoren hadden bedacht om die week te gaan doen. Vorige week was dat een begrijpend lezen opdracht van school. En even kijken of hij een agenda kon regelen, want dat soort kleine dingen zijn soms een big deal. En dan de opdracht evalueren en dan iets bedenken voor volgende week. Dus dat is dan wel in het klein..’245

Contact onderhouden tijdens de uitvoering gebeurt, naast elkaar face-to-face ontmoeten (op kantoor, thuis bij de jongere of elders) ook dikwijls via social media kanalen. Veel

respondenten vertellen dat het gebruik van Whatsapp een prettig middel is om met jongeren te communiceren.

Voortgang monitoren

Een tweede vorm van ondersteuning die tijdens de uitvoering door jongerenwerkers wordt geboden is het monitoren van de voortgang. In de meeste simpele vorm houdt dit in dat de jongerenwerker de planning bewaakt.

‘Ik doe dat eigenlijk altijd als ik ze zie dan kijk ik altijd weer terug op wat we al hebben gedaan en wat er moet gebeuren.’246

Naast het bewaken van de planning betekent de voortgang monitoren ook dat de

jongerenwerker volgt hoe een jongere zich ontwikkelt en welke bijkomende problemen of belemmeringen zich eventueel voordoen. Het begeleidingsplan of plan van aanpak is een leidraad om de planning en het ontwikkelproces tijdens de uitvoering te monitoren. De jongerenwerker bekijkt als een vogel in de lucht naar het proces dat een jongere doormaakt. Tegelijkertijd houdt hij/zij scherp voor ogen wat er in het vooraf opgestelde plan van aanpak is afgesproken. Op basis van deze observaties wordt het plan, indien wenselijk, in

samenspraak met de jongere bijgesteld. Doelen kunnen bijvoorbeeld bijgesteld worden omdat later in het proces blijkt dat een jongere bijkomende problemen heeft of dat er sprake is van onderliggende problemen die bij intakegesprek of kennismaking niet boven tafel zijn gekomen. Juist nu een jongere de jongerenwerker beter leert kennen en vertrouwen, wordt het gemakkelijker om deze problemen bespreekbaar te maken.

‘Eigenlijk is een begeleidingsplan een proces. Je hebt 1 keer een echte intake bij iemand en dan schets je vaag wat er allemaal om de persoon heen speelt en wat er allemaal is gebeurd. Je haalt de hulpvragen eruit maar als je langer met iemand bezig bent en de persoon gaat je meer vertrouwen dan komen er beetje bij beetje nieuwe problemen of er stapelt zich van alles op. Daar moet je jezelf weer aanpassen en automatisch mee gaan.’247

244

Alberg (2012) Diepte-interview methodisch handelen met begeleider 2 van IB-praktijk 6, 14 november 2012.

245 Halewijn (2012) Diepte-interview methodisch handelen met begeleider 4 van IB-praktijk 5, 3 december 2012.

246 Van Bon (2012) Diepte-interview methodisch handelen met begeleider 1 van IB-praktijk 6, 5 november 2012.

247

130 Of het blijkt tijdens de uitvoering dat een jongere nog onvoldoende in staat is om zaken zelfstandig aan te pakken. Deze constatering kan consequenties hebben voor de begeleiding die wordt gegeven. Zo kan het bijvoorbeeld nodig zijn dat een jongere een training volgt om bepaalde competenties te versterken (zie ook stap 5: versterken zelfredzaamheid, p. 131).

‘Je moet wel steeds blijven toetsen of de cliënt dat inderdaad kan.’248

Als er twijfel is over de haalbaarheid, er belangrijke informatie ontbreekt of er zorgen zijn over de motivatie van de jongere, kan het reden zijn om dit met direct betrokkenen te bespreken. Indien de zorgen blijven bestaan of groter worden, kan het reden zijn om het begeleidingstraject alsnog af te blazen (Bakker, 2011) (zie ook stap 6: afronden en nazorg, 131). Vanuit literatuur kan verder worden aangevuld dat het monitoren van de voorgang motiverend werkt voor jongeren, omdat op deze manier zichtbaar wordt wat er allemaal is gerealiseerd. Voor het jongerenwerk zelf biedt monitoring de mogelijkheid om op

organisatieniveau het succes van de begeleiding te monitoren (doelen, aanpak, resultaten) (Bakker, 2011).

Versterken zelfredzaamheid

Een derde ondersteuningsvorm van jongerenwerkers tijdens de uitvoering is gericht op het versterken van de zelfredzaamheid van jongeren. Om bepaalde doelen te kunnen realiseren is het nodig dat jongeren bepaalde kennis, vaardigheden en houdingsaspecten gedurende de uitvoering kunnen ontwikkelen.

‘We hebben een jongere die beginnend ondernemer is. Hij heeft niet heel veel tools, dus hem willen wij ook tools geven om door te kunnen groeien in zijn ambities en in zijn doelen zijn levensdoelen zegmaar.’249

Het versterken van de zelfredzaamheid van jongeren tijdens de uitvoering gebeurt vooral door jongeren ‘zelf’ actuele problemen te laten aanpakken (zoals het bellen van

schuldeisers)250, het aanbieden van trainingen en oefenen met situatie via rollenspellen.

‘Ja als de jongere wil leren solliciteren dan bieden wij die training aan, budgettrainingen en in krachttrainingen. Daar leren jongeren omgaan met conflicten. Verder rots en water training das een weerbaarheid training en dat is voor meiden en jongens apart.’251

‘Als ik denk dat een jongere niet precies weet hoe zoiets in z’n werk gaat dan gaan we het nabootsen en daar kan je heel veel uithalen, vooral voor zo’n jongere, die vinden dat spannend om opeens zo’n rollenspel te doen. Je kan het rollenspel ook toepassen voor bijvoorbeeld een afspraak met de dokter, DWI, schuldhulpverlening.’252

Ook voeren jongerenwerkers (coachings)gesprekken waarin zij jongeren uitnodigen om te reflecteren op hun handelen. Door een analyse te maken van acties die in het verleden mis gingen of juist heel succesvol waren. Hierdoor krijgen jongeren inzicht in hun eigen handelen en welke acties nodig zijn om verandering te realiseren.

248

Van Bon (2012) Diepte-interview methodisch handelen met begeleider 1 van IB-praktijk 6, 5 november 2012.

249

Wazi (2012) Diepte-interview methodisch handelen met begeleider 1 van IB-praktijk 3

250

Sonneveld & Koops (2014) Leesgroep concept rapport Individuele Begeleiding 7 en 9 april 2014.

251

Harkisoen, Visch & Yildirim (2012) Diepte-interview methodisch handelen met begeleider 3 van IB-praktijk 7

252

131

‘Ik probeer ze uit te dagen van wat kan er mis gaan. Nogmaals waarom ging het eerst niet en waarom zou het nu wel lukken.’253

Een andere manier waarop jongerenwerkers de zelfredzaamheid van jongeren proberen te versterken is door de systeemwijsheid van jongeren te vergroten. Dit houdt in dat zij informatie overdragen over procedures en wet- en regelgevingen die van kracht zijn.