• No results found

2.5 Monitoren individuele ontwikkeling

3.2.1 Karteren van de praktijk

Het maken van een praktijkbeschrijving bestaat uit 3 stappen: (1) Het karteren van de

praktijk; (2) Materiaalverzameling en analyse enkelvoudige beschrijvingen; (3) Stapelen tot een praktijkgefundeerde beschrijving. In de volgende subparagrafen worden deze verder uitgewerkt.

3.2.1 Karteren van de praktijk

De eerste stap in het maken van een praktijkbeschrijving betreft het karteren van de praktijk. Dit houdt in het in beeld brengen van de praktijk door uit te zoeken wat de relevante actoren en gebeurtenissen zijn en hoe die zich tot elkaar verhouden (Metz, 2006; 2009a). Normaliter gebeurt dit door het verzamelen van zoveel mogelijk informatie en op basis daarvan een model van de praktijk te construeren. Relevante bronnen zijn: het internet, het bezoeken van de praktijk, folders, spelmaterialen en handboeken, verkennende interviews en grijze en wetenschappelijke literatuur.

Omdat praktijken van Individuele Begeleiding in het jongerenwerk een lange geschiedenis kennen en eerder beschreven zijn in gedenkboeken, handboeken en artikelen, maar geen onderwerp zijn geweest van empirisch onderzoek, zijn wij voor het karteren van de praktijk gestart met het doen van literatuuronderzoek. Het resultaat is als publicatie verschenen onder de titel: Het mooie is dat je er niet alleen voor staat. Individuele Begeleiding aan

jongeren (Metz & Sonneveld, 2013). De publicatie biedt inzicht in welke actoren en

interacties onder andere een rol spelen in Individuele Begeleiding van jongeren. Voorbeelden daarvan zijn: doelen, doelgroep, de persoon en het handelen van jongerenwerker en randvoorwaarden.

Voor het verbinden van de actoren en interacties binnen praktijken van Individuele

Begeleiding is gebruik gemaakt van interventietheorie. Onder invloed van de beweging naar

Evidence Based Practice is het begrip interventie binnen de sociaalagogische beroepen

omstreden geraakt omdat het geassocieerd wordt met het probleemgerichtheid en geprotocolleerd handelen van de jeugdzorg. Hierdoor wordt vergeten dat er een grote diversiteit aan sociale interventies bestaat, waartoe ook een koffieochtend, een voetbaltoernooi of een theaterproject kunnen worden gerekend. Volgens algemene

interventietheorie is een interventie een ingreep in het sociale domein die als inzet heeft om

een bepaalde waarde te realiseren (Dronkers,2008).

Individuele Begeleiding van jongeren kan beschouwd worden als een interventie omdat zij ingrijpt in zowel het leven van individuele jongeren als in de omgeving van die jongeren en als doel heeft om een positieve bijdrage te leveren aan de ontwikkeling van jongeren. Binnen de sociale wetenschappen is veel onderzoek gedaan naar het functioneren van interventies in het algemeen (Dronkers, 2008; Yperen & Veerman 2008). Die inzichten zijn gebruikt om de interacties en actoren binnen Individuele Begeleiding met elkaar te verbinden tot het verklaringsmodel: Individuele Begeleiding als sociale interventie.

Figuur 2 toont de structuur van Individuele Begeleiding in het jongerenwerk als deel van de samenleving. Zichtbaar is dat Individuele Begeleiding grotendeels plaatsvindt binnen het jongerenwerk. In de uitvoering wordt Individuele Begeleiding beïnvloed wordt door

omgevingsfactoren enerzijds en de institutionele organisatie van de jongerenwerkaanbieder anderzijds. Omgevingsfactoren zijn onder andere: opvoedinstituties zoals ouders, school maar ook het accommodatie gebonden jongerenwerk, maatschappelijke ontwikkelingen, levensgebeurtenissen, de buurt en peers. Het overheidsbeleid stuurt via de institutionele organisatie op de uitvoering van Individuele Begeleiding.

37 Figuur 2: Structuur van Individuele Begeleiding binnen het jongerenwerk

Figuur 3 geeft schematisch weer welke actoren en interacties een rol spelen in de uitvoering van Individuele Begeleiding. Binnen Individuele Begeleiding zijn er drie typen actoren te onderscheiden: (1) jongerenwerker; (2) jongere en (3) omgevingsfactoren. Binnen Individuele Begeleiding vervult de jongerenwerker een sleutelfunctie. De jongerenwerker begeleidt de jongere in haar of zijn ontwikkeling, in samenspraak met de jongere enerzijds en de omgeving anderzijds.

38 Figuur 3 : Actoren en interacties van Individuele Begeleiding binnen het jongerenwerk

Figuur 4 toont tenslotte Individuele Begeleiding als sociale interventie. De interventie vindt grotendeels plaats binnen het jongerenwerk. Individuele Begeleiding wordt gestuurd vanuit het overheidsbeleid, bemiddeld door de institutionele organisatie en krijgt vorm in interactie met de jongeren en de omgeving van de jongeren. De toevoeging van de tijdsdimensie maakt zichtbaar dat Individuele Begeleiding als interventie een proces is, waarin de jongere onder invloed van Individuele Begeleiding verandert en meer met elkaar in verbinding treedt met de samenleving.

39

Figuur 4: Individuele Begeleiding binnen het jongerenwerk als sociale interventie.

Format praktijkbeschrijving

Omdat het de bedoeling is van meerdere praktijken van Individuele Begeleiding een beschrijving te maken, en deze te stapelen tot een praktijkgefundeerde beschrijving is op basis van het model een format ontwikkeld voor materiaalverzameling en analyse. Door voor de verschillende beschrijvingen eenzelfde structuur te hanteren, worden de uitkomsten van de praktijkbeschrijvingen onderling vergelijkbaar (Metz, 2006; Metz, 2009a). Het format voor het maken van de praktijkbeschrijvingen is zo opgebouwd dat het van buiten naar binnen, laag voor laag zoals de schillen van een ui de praktijk in beeld brengt. Uiteindelijk stuiten wij op de kern van Individuele Begeleiding van jongeren: de methodische uitgangspunten enerzijds en de resultaten voor de jongeren anderzijds. Ter validering van de uitkomsten, eindigt het format met het teruggeven van onze bevindingen aan de uitvoeringspraktijk en docenten van de minor Jongerenwerk in de grote stad. Onderstaande tabel vat het format praktijkbeschrijving samen.

Fase Thema Materiaalverzameling

1 Context • Omgevingsonderzoek

2 Institutionele organisatie • Documentanalyse 3 Uitvoeringspraktijk • Participerende observatie 4 Methodische uitgangspunten • Diepte-interviews

professionals

5 Resultaat • Vragenlijstonderzoek jongeren • Interview beleidsmedewerker • Analyse registratiegegevens 6 Terugkoppeling resultaten naar praktijk

en check bevindingen

• Focusgroep bijeenkomst

7 Conclusies en aanbevelingen Tabel 6: format praktijkbeschrijving

40 Het format voldoet aan de richtlijnen voor de databank Methodieken Pedagogische Kwaliteit (DMPK) van het Nederlands Jeugdinstituut en de databank Effectieve Sociale Interventies (DESI) van Movisie. Het volledige format, getiteld Projecthandleiding Portfolio Jongerenwerk:

aflevering Individuele Begeleiding is te vinden als bijlage I in dit rapport.