• No results found

Contact leggen op straat of in het jongerencentrum

Een tweede manier om in contact te komen met jongeren voor Individuele Begeleiding is door contact te leggen met jongeren in hun eigen leefwereld en te peilen of zij behoefte hebben aan Individuele Begeleiding. Deze manier van contact leggen wordt vooral ingezet door jongerenwerkers die naast Individuele Begeleiding ook actief zijn binnen andere vormen van jongerenwerk, zoals De Inloop of Ambulant Jongerenwerk. Door het contact dat de jongerenwerker legt met een jongere op straat of in een jongerencentrum, kan de drempel voor jongeren om Individuele Begeleiding aan te gaan verlaagd worden. Zodra uit een gesprek (door gerichte vragen te stellen) en signaleren blijkt dat een jongere problemen

186

Sahetapy (2012) Diepte-interview methodisch handelen met begeleider 3 van IB-praktijk 6, 14 november 2012.

187

Alberg (2012) Diepte-interview methodisch handelen met begeleider 2 van IB-praktijk 6, 14 november 2012.

188 De Wit (2012) Diepte-interview methodisch handelen met begeleider 2 van IB-praktijk 2

189 Hagemeijer (2012) Diepte-interview methodisch handelen met begeleider 1 van IB-praktijk 5, 23 november 2012.

190

117 heeft kan de jongerenwerker jongeren uitnodigen voor een verdere kennismaking in het kader van Individuele Begeleiding.

‘Dan kom ik ergens binnenlopen en dan hebben mijn collega’s een Inloop en dan loop ik binnen en begin met een jongere te praten. Ik vraag dan bijvoorbeeld ; “Waar ben je nu mee bezig of wat ben je aan het doen?”’191

De jongerenwerker laat eventueel zijn/haar contactgegevens achter bij de jongere. Indien jongere besluit om in te gaan op dit aanbod, volgt er een oriënterend gesprek, meestal op kantoor van de jongerenwerker.

‘Hij hangt niet voor niets bepaalde tijdstippen per dag op straat. Dan ga je dus al gericht naar die persoon toe, dan kan je dus gericht vragen stellen van bijvoorbeeld, hoe is het nou op je werk. Dan moet je echt al het vertrouwen hebben gewonnen anders laten zij niets los. Dan zeggen ze nee ben op zoek naar een baan of naar een opleiding. Daar kan ik hem bij helpen. Dan maak je een afspraak of adequaat meteen daar hem meenemen naar het kantoor of ergens anders er is overal plek, maar je kan ook een afspraak maken.’192

Uit de literatuur kan worden aangevuld dat jongeren ook in contact komen met Individuele Begeleiding doordat zij worden aangemeld via familieleden of vrienden (Honhoff & Brink, 2011; Kamerbeek, 2011).

Aandachtspunten

Gesprekken met jongerenwerkers maken duidelijk dat er twee aandachtpunten zijn voor het eerste contact met een jongere in het kader van Individuele Begeleiding. Dit is ten eerste dat het eerste contact laagdrempelig en ongedwongen van aard is. Laagdrempelig zijn houdt onder andere in dat er niet tijdens het eerste contact uitgebreid wordt gesproken over de problemen van jongeren, maar dat er ruimte wordt geboden om met elkaar kennis te maken. Ongedwongen houdt in dat de meeste jongerenwerkers het initiatief aan de jongeren laat om wel of niet mee te werken aan de begeleiding.

‘Ik ga niet te diep en houd het gewoon een beetje bij koetjes en kalfjes. Dan komen ze vaak de volgende keer zelf naar me toelopen. Vaak omdat ze dan geïnteresseerd zijn in “wie is zij dan?’193

‘ … en als ze niet willen zijn we even goede vrienden en dan meld ik ze weer aan bij bureau

Leerplicht. Ik probeer niet gedwongen iets neer te zetten.’ 194

Een tweede aandachtspunt is dat je duidelijkheid biedt over wat je voor jongeren kunt betekenen. Een aantal jongerenwerkers benadrukt dat zij tijdens het eerste contactmoment richting jongeren duidelijk maken wat de organisatie / de begeleiding inhoudt zodat de jongere zicht krijgt op het kader waarbinnen de begeleiding vorm krijgt. Is de begeleiding verplicht of op eigen initiatief? Onder welke voorwaarden vindt de begeleiding plaats? Soms werkt het beter om het gesprek over het kader waarbinnen de Individuele Begeleiding plaatsvindt op een later moment te voeren, omdat dit voor het eerste contact te veel informatie is.195

191

Baktawar (2012) Diepte-interview methodisch handelen met begeleider 3 van IB-praktijk 3

192

Leesberg (2012) Diepte-interview methodisch handelen met begeleider 2 van IB-praktijk 4

193 Baktawar (2012) Diepte-interview methodisch handelen met begeleider 3 van IB-praktijk 3

194 Alberg (2012) Diepte-interview methodisch handelen met begeleider 2 van IB-praktijk 6, 14 november 2012.

195

118

‘Ik leg kort en bondig uit wie we zijn en waarom we er zijn. …. Ik geef aan wat voor hulp wij de jongere kunnen aanbieden en als ze willen kunnen we dan een oriënterend gesprek voeren.’

196

‘En dan bij de intake wordt er heel duidelijk gezegd dit zijn de voorwaarden om hier te wonen. Je moet niet alleen studiefinanciering hebben maar ook een baantje want je moet een bepaald inkomen hebben om hier te wonen een bepaald basisinkomen om te kunnen leven en je huur te kunnen betalen.’ 197

Transparant zijn over de aard en de bedoeling van het contact is volgens de literatuur

belangrijk om drie redenen (Bakker, 2011). Ten eerste is de kern van Individuele Begeleiding om jongeren een steuntje in de rug te geven bij het zelf volwassen worden als deel van de samenleving, en actief de randvoorwaarden te creëren die jongeren nodig hebben om goed volwassen te kunnen worden. Het is praktisch niet mogelijk om jongeren te ondersteunen bij dat proces als zij niet weten dat zij geacht worden om te werken aan hun eigen ontwikkeling en zelf regie te voeren over de inrichting van dat volwassen worden. Daarnaast is het schadelijk voor het (vaak toch al wankele) vertrouwen van jongeren in hun omgeving (volwassenen en instituties) wanneer zij achteraf ontdekken object te zijn geweest van een interventie zonder dat zij daarvan in kennis zijn gesteld en zelf gekozen hebben voor deelname. Tot slot is het moreel problematisch (onethisch) om jongeren object van

interventie te laten zijn zonder dat zij zich hiervan bewust zijn en daarvoor gekozen hebben.

8.2.2. Stap 2 Behoefte peilen

Met stap 2, behoefte peilen, wordt samen met de jongere verkend wat knelpunten, vragen en ambities zijn. Jongerenwerkers gaan samen met jongeren op zoek gaan naar waar een jongere met de begeleiding aan wil gaan werken. Deze verkenning of inventarisatie maakt het mogelijk om met de begeleiding bij te dragen aan de ontwikkeling en participatie van jongeren. (Honhoff & Van den Brink, 2011; Korevaar et al., 2010). Het samen in kaart

brengen van de situatie heeft ook een pedagogische functie: het draagt bij aan het zelfinzicht van de jongere en het leren inzien van de noodzaak voor verdere ontwikkeling (Metz & Sonneveld, 2013). Daarnaast geeft het jongerenwerkers inzicht in of het type begeleiding dat gegeven kan worden aansluit bij de behoeftes van de jongere. Uitkomst van deze stap kan ook zijn dat in samenspraak wordt besloten om een jongere door te verwijzen naar een andere vorm van begeleiding of hulpverlening. Om dit in te kunnen schatten is het noodzakelijk om als jongerenwerker inzicht te krijgen in de achtergronden, situatie en persoonlijkheid van de jongere (Bijl et al., 2005).

‘Vervolgens laat je jongeren oriënteren; wat wil ik eigenlijk?’198

‘..dus de eerste periode staat voornamelijk voor kennismaking, omgaan met elkaar kijken waar we elkaar kunnen helpen, en soms komen jongeren met hun uitgesproken behoefte dat kan heel praktisch zijn; de stad bv leren kennen, leren omgaan met mensen. Het kan ook iets ingewikkelder zijn omgaan met schuld of achterstand op school.’199

Probleemgericht of ontwikkelingsgericht

De praktijk laat zien dat peilen van behoeften enerzijds gericht kan zijn op het in kaart brengen van problemen van jongeren en anderzijds op ontwikkelbehoeften van jongere. Ongeveer een derde van de respondenten benoemt expliciet dat zij tijdens het peilen van de behoefte in eerste instantie vooral focussen op problemen waar jongeren mee kampen en de

196

Alberg (2012) Diepte-interview methodisch handelen met begeleider 2 van IB-praktijk 6, 14 november 2012.

197 Harkisoen, Visch & Yildirim (2012) Diepte-interview methodisch handelen met begeleider 3 van IB-praktijk 7

198 Mayenburg (2012) Diepte-interview methodisch handelen met begeleider 2 van IB-praktijk 1

199

119 hulpvragen die daaraan ten grondslag liggen. Zij brengen in kaart op welke leefgebieden de jongeren problemen ervaren.

‘Je haalt de hulpvragen eruit maar als je langer met iemand bezig bent en de persoon gaat je meer vertrouwen dan komen er beetje bij beetje nieuwe problemen of er stapelt zich van alles op.’200

‘Individuele begeleiding bestaat bij praktijk X uit; dat je de hulpvraag eerst helemaal helder in kaart krijgt dan kijk je of er op meer leefgebieden hulpvragen zijn, als er meer dan 3 gebieden in kaart komen dan krijgt deze jongere langere begeleiding.’201

Een klein aantal benoemt dat zij de behoeften van jongeren positief benaderen (zie Hoofdstuk 6 positieve benadering, p. 98). Zij stellen de ontwikkelbehoefte van jongeren centraal stellen in plaats van problemen van jongeren.

‘ Nou ik denk wij vanuit het jongerenwerk vooral echt sturen op wat ze wel kunnen en achterhalen waar liggen je talenten?’ Daar leggen wij wel de focus op bij jongeren die we coachen om te achterhalen wat er allemaal speelt en wat zij je dromen, waar wil je naartoe, wat kan je bereiken, wat is realistisch en wat niet en daar richten de gesprekken zich het meest op.’ 202

Het werkelijk serieus nemen van de dromen en ambities is een belangrijke motivator om te werken aan de ontwikkeling. Het serieus nemen van dromen bestaat uit meegaan met de dromen van de jongeren, ook als direct duidelijk is wanneer zij irreëel zijn.

‘… ik denk dat het veel te maken heeft met aansluiting vinden en inleven in de leefwereld van

de jongeren. Wat ben je nou aan het doen wat vind je leuk, waar droom je van heel veel vragen die over hun gaan waar ik zelf terug op kan vallen.’ 203

Manieren van behoefte peilen

In de praktijk van Individuele Begeleiding worden er vier verschillende manieren toegepast om de behoefte van jongeren te peilen.

1) Formeel

Een veel gebruikte manier binnen begeleidingstrajecten is de behoeften te peilen door het voeren van een intakegesprek. Aan de hand van een intakeformulier stelt de jongerenwerker vragen zodat verschillende leefgebieden van jongeren aan bod komen.

‘We hebben formulieren, dus intake formulieren. Daar begin je mee van; wie ben je, heb je een kopie van je legitimatie bewijs, wat je allemaal hebt gedaan, wat je allemaal in het verleden hebt gedaan, of hij in de hulpverlening een geschiedenis heeft met een hulpvraag. Daar beginnen we mee..’ 204

De uitkomst van het intakegesprek (in de vorm van een ingevuld scoreformulier) is uitgangspunt voor de verdere invulling van de begeleiding.

200

Alberg (2012) Diepte-interview methodisch handelen met begeleider 2 van IB-praktijk 6, 14 november 2012.

201

Mayenburg (2012) Diepte-interview methodisch handelen met begeleider 2 van IB-praktijk 1

202 El Ghani (2012) Diepte-interview methodisch handelen met begeleider 4 van IB-praktijk 3

203 Harkisoen, Visch & Yildirim (2012) Diepte-interview methodisch handelen met begeleider 2 van IB-praktijk 7

204

120

‘Ja naar aanleiding van de leefgebieden kijken we wat ze scoren en waar ze laag scoren zijn punten waar we doelen aan vast kunnen stellen.’205

Een voordeel van het voeren van een intakegesprek is dat het voor beide partijen helder is in welk kader het contact plaatsvindt. Het nadeel is dat de formele status van het gesprek voor jongeren een drempel kan zijn om hun verhaal te doen (Metz & Sonneveld, 2013). Sommige jongerenwerkers kiezen om deze reden ervoor om dit gesprek te voeren op een plek waar de jongere zich comfortabel voelt, bijvoorbeeld de kroeg. Een andere jongerenwerker houdt zich niet zo strak aan de volgorde van het intakeformulier, maar gebruikt deze meer als

vertrekpunt om een goed gesprek te voeren, gericht op het elkaar leren kennen.

‘Wij spreken ook wel eens in hun eigen prettige omgeving af ja. Zo kan je ook wel eens een intake houden in een coffeeshop. ….Vaak voelen zij zich dan prettiger en zijn ze wat opener, nog opener omdat het hun eigen territorium is. En soms vinden ze het ook wel prettiger om hun eigen omgeving te laten zien.’206

‘Bij mij duurt een gemiddelde PAP denk ik 2,5 uur. En dat komt gewoon puur omdat je over elk onderwerp gaat praten, je gaat zoeken, je gaat doorvragen, je bent eigenlijk gewoon… het is meer een leidraad die PAP. Het is meer een gespreksstarter zeg maar.’207

2) Informeel

Een meer informele manier van het peilen van behoeftes binnen de begeleiding kan bijdragen dat jongeren zich meer uitgenodigd en comfortabeler voelen om hun verhaal te doen. Vooral jongerenwerkers die contact leggen met jongeren op straat of in jongerencentra zetten deze manier van behoefte peilen in. Zij ontmoeten jongeren op straat of tijdens

activiteiten en gebruiken deze contactmomenten om behoeftes van jongeren te peilen. Dat gebeurt enerzijds door te signaleren; jongerenwerkers letten op het gedrag van jongeren, hun bezigheden en uiterlijke kenmerken. Anderzijds peilen jongerenwerkers behoeften bij jongeren tijdens informele activiteiten, zoals tijdens een potje voetbal.

‘…. soms zie je het ook zelf, want je ziet natuurlijk op verschillende tijdstippen dat een jongen eigenlijk de hele dag op straat is of rondhangt ergens. Één en één is dan twee, hij heeft geen school dan en geen werk anders hang je niet op bepaalde tijdstippen op straat.’208

‘Uhm dat hebben we als eerste gedaan, we hebben samen wat gevoetbald, beetje gehad over waar hij precies slecht in was en dat heb ik toen ook opgeschreven.’209

Volgens de literatuur kent deze aanpak twee nadelen. 1) het is tijdsintensief en 2) voor zowel jongere als jongerenwerker is het niet altijd duidelijk wat het kader van het contact is. Ook na drie of vier maanden van behoeften peilen kan een jongere altijd nog besluiten om niet met deze begeleider verder te willen (Selen, 1989).

3) Behoeftearticulatie

Behoeftearticulatie houdt in dat de jongere in dialoog met de jongerenwerker gaat verkennen wat voor hem belangrijke waarden in zijn leven zijn of waar zijn acute problemen liggen, om van daaruit gezamenlijk vervolgstappen te formuleren. Het is een manier om jongeren te begeleiden bij het articuleren van hun behoeften, wensen en noden (Heymann, 2001). In de praktijk van individuele begeleiding krijgt dit vorm doordat de jongerenwerker jongere

205

Harkisoen, Visch & Yildirim (2012) Diepte-interview methodisch handelen met begeleider 2 van IB-praktijk 7

206

De Koster (2012) Diepte-interview methodisch handelen met begeleider 1 van IB-praktijk 1

207 De Wit (2012) Diepte-interview methodisch handelen met begeleider 2 van IB-praktijk 2

208 Leesberg (2012) Diepte-interview methodisch handelen met begeleider 2 van IB-praktijk 4

209

121 stimuleert om te durven dromen over de toekomst en na te laten denken wat nodig is om een stapje dichterbij deze toekomst te komen. De jongerenwerkers proberen in het gesprek te werken met bijvoorbeeld metaforen om het voor jongeren meer tot te verbeelding te laten spreken.

‘Uhm ik zit even te denken want wat ik ook gebruik daarbij is de toekomstlijn/ leeftijdslijn, van waar sta je nu en wat heb je allemaal bereikt en wat wil je nog bereiken over bijvoorbeeld 5 jaar en soms doe je kleinere stapjes hoe wil je het volgend jaar zien en als je de lijn maakt, want dan ga je natuurlijk ook even terug van je bent nu 20 en wat is er allemaal gebeurd en wat heb je bereikt en dan komen ze toch wel tot de conclusie van ik heb geen diploma ik heb geen werk ik heb schulden en uhm ja ik had eigenlijk toch wel op mijn 18e een diploma willen hebben. Dus dan maak je ze wel bewust van hé dat is jammer want ik wil over 5 jaar een huis, werk en een gezin. Maar als ik zo doorga als hoe ik de afgelopen 20 jaar heb geleerd dan red ik dat niet.’210

‘..Je hebt mij paar weken geleden verteld over je droom nou een profvoetballer komen ze niet

mee maar bijvoorbeeld een dikke vette Audi, dan vraag ik dan nou vertel is wat is er nou zo mooi want ik heb er geen verstand van. Daarna vraag ik door over school en bijbaantje. Welke eigenschappen heeft die auto en dat koppel ik naar hem welke eigenschappen heb jij dan kun je daar iets over vertellen. Hoe kun je dat bereiken, hoe zou jij de eigenschap in je zelf kunnen ontdekken. Dat geeft mij veel houvast en maakt jongeren tastbaar. Je kan zeggen je moet naar school klinkt saai, en als je zegt je droomt van een eigen leven, en zelfstandig, en je wilt die auto maar wat heb je nou nodig behalve geld. Vertel daar is wat over.’ 211