• No results found

Aard van het methodisch werken binnen Individuele Begeleiding

In deze paragraaf beschrijven wij kort de aard / het karakter van het methodisch werken binnen het Individuele Begeleiding. Achtereenvolgens komen aan de orde: beschikbaarheid van (uitgeschreven) methoden en de toepassing van bestaande (uitgeschreven) methoden in de praktijk.

Beschikbaarheid van methoden

Een documentenanalyse naar de methoden van werken laat zien dat deze in de meeste praktijken vrij uitgebreid beschreven staat. Dit in tegenstelling tot de twee werkwijzen De Inloop en Ambulant Jongerenwerk die in eerdere versies van dit meerjaren onderzoek zijn onderzocht ( Metz & Sonneveld, 2012; Koops, Metz & Sonneveld, 2013).

Voor praktijk 1, 4 en 6 staat in een overkoepelend begeleidsplan, een introductiereader en een methodiekboekje vrij uitgebreid beschreven wat organisatiebreed de methode van werken is en wat hierin belangrijke methodische stappen, principes en kernwaarden zijn. Deze basis is gebaseerd op de methode outreachend werken, waarin het actief opzoeken van en contactleggen met jongeren in hun eigen leefomgeving op voor hun geschikte tijden centraal staat. Vervolgstappen zijn hulpvragen boven tafel krijgen, praktische hulp bieden en verbindingen leggen tussen jongeren, reguliere instellingen en de samenleving.168

Individuele begeleiding wordt uitgevoerd onder de noemer cliëntgericht veldwerk en individuele trajecten.169 Voor IB-praktijk 6 bestaat er aanvullend een stappenplan waarin in chronologische volgorde de stappen staan uitgewerkt die begeleiders nemen in het contact met een jongere. Daarnaast beschikt deze praktijk over een beknopte beschrijving waarin aandacht is voor methodische aandachtspunten.170

168 Beleid 2012-2014 IB-praktijk 1, 4 en 6, Introductiereader IN-praktijk 1, 4 en 6

169 Sterk op straat, IB-praktijk 1.

170

112

‘Jongeren vinden het vaak moeilijk om zelf om hulp te vragen en daarom gaan xxx actief op zoek naar de cliënt. Niet door ongeoorloofd hun leefwereld te betreden maar door een open, geïnteresseerde houding die gebaseerd is op present zijn. …. XX ondersteunen hen bij dit proces; ze fungeren als de stabiele factor en vraagbaak, gaan mee naar afspraken en onderhouden contacten met het (formele) netwerk.’ 171

De basis die aan de begeleiding van praktijk 2 en 7 ten grondslag ligt is het sociaal competentie model, waarin de jongerenwerker zich richt op de opbouw en coördinatie van een sociaal ondersteunend netwerk en op competentievergroting daarin. Het Persoonlijk Actieplan is een methodisch instrument om hier invulling aan te geven. Dit plan, een

afgeleide van de zelfredzaamheidmatrix van de GGD, dient als basis voor de begeleiding en coaching die wordt gegeven.172 Het is een leidraad om leerdoelen te bepalen en afspraken te maken. Ook is hierin aandacht voor de mate van ondersteuning vanuit de jongerenwerker gedurende het begeleidingstraject. Van intensieve begeleiding in fase 1 tot coachen in fase 3. Dit persoonlijke plan wordt vier keer per jaar opnieuw opgesteld en/of bijgesteld.173 Daarnaast is er een uitgebreid competentieprofiel opgesteld waarin de kerncompetenties, procescompetenties, functiespecifieke competenties van de jongerenwerker die de

begeleiding geeft staan uitgeschreven. Dit profiel geeft inzicht in wat belangrijke methodische aandachtspunten zijn in het begeleiden van jongeren. Wat ontbreekt is een strategie hoe een jongerenwerker invulling kan geven aan deze methodische aandachtspunten.174

IB-praktijk 5 heeft in een werkwijze aandacht voor een aantal procedurele aspecten en verder is er aandacht voor een aantal methodische principes gericht op veiligheid, motivatie en betekenisrelatie.175

Voor IB-praktijk 3 geldt tot slot dat voor de Individuele Begeleiding nog geen werkwijze staat beschreven. Reden hiervoor is dat op het moment van onderzoek de werkwijze zich bevond in een experimentele fase. Voor deze organisatie geldt dat er wel een handboek is voor het jongerenwerk in brede zin waarin aandacht is voor doelen, doelgroep en programmatische onderdelen.176

In de praktijken waarbinnen de begeleiding wordt gegeven door een jongerenwerker lijken de methodische stappen in grote lijnen op elkaar en bieden zij handvatten voor het handelen van de jongerenwerker. Zij verschillen met name van elkaar als het gaat over de manier waarop jongeren in contact komen met Individuele Begeleiding. Sommigen praktijken bereiken jongeren door jongeren gericht op te zoeken in hun eigen leefwereld, binnen anderen praktijken komen jongeren vooral in contact met Individuele Begeleiding via

doorverwijzing. Verder verschillen de praktijken qua duur en intensiviteit van de begeleiding. Dit heeft onder andere te maken met de soort problematiek waar jongeren mee kampen. Binnen de praktijken waar de begeleiding wordt gegeven door vrijwilligers hebben de

professionals een andere rol in de praktijken. Deze richten zich in plaats van het contact met de jongere, vooral op de algehele coördinatietaken, het matchen van de vrijwilliger en de jongere en het begeleiden van de vrijwilligers.177

171

Algemene informatie IB-praktijk6

172 Powerpoint van het project, IB-praktijk 2 en 7

173 Concept verantwoording 2013 IB-praktijk 2, projectplan 2012 IB-praktijk, verantwoording 2012 IB-praktijk 2

174

Competentieprofiel IB-praktijk 2 en 7 en functiebeschrijving IB-praktijk 2 en 7

175 Werkwijze IB-praktijk 5

176

El Ghani, N., C. Baktawar, F. Nooij & S. Wazir (2013). Praktijkbeschrijving IB-praktijk 3. Amsterdam: Youth Spot, Hogeschool van Amsterdam.

177

Halewijn, J., S. Elzinga, L. Hagemeijer & L. de Pater (2013). Praktijkbeschrijving IB-praktijk 5. Amsterdam: Youth Spot, Hogeschool van Amsterdam.

Harkisoen, A., S. Visch & M. Yildirim (2013). Praktijkbeschrijving IB-praktijk 7. Amsterdam: Youth Spot,Hogeschool van Amsterdam

113 Dat de kennis over het handelen binnen de meeste praktijken expliciet is, wordt bevestigd in de interviews met de jongerenwerkers. Daaruit wordt zichtbaar dat de meeste

jongerenwerkers zich bewust zijn van de methodische stappen (volgorde van handelen) en principes die door hun organisatie worden uitgedragen en deze ook goed kunnen

verwoorden.

‘Voor ons is dat echt wel de leidraad, persoonlijk actieplan, ja. Iedereen werkt daarmee, elke jongere wordt daarmee beoordeeld, dus binnen praktijk xx is dat echt wel, ja onze methodiek ook zeg maar.’178

‘Outreachend werken is ook een methodiek. Outreachend werk is geen wonder methodiek. Anders gezegd op het moment dat je outreachend werkt, wil niet zeggen dat je de

doelgroepen goed benadert of contact mee kunt krijgen. Wat zeker wel werkt is doordat jij jongeren in hun eigen leefwereld benadert, ze daar ook respecteert in wie ze zijn, zul je zien dat je dichterbij bij die jongeren kan komen te staan.’ 179

Door een jongerenwerker wordt benadrukt dat de methode niet wordt gezien als een blauwdruk, maar als een leidraad die zich door praktijkervaring en reflectie daarop continu ontwikkelt.

‘Ja nou we zijn een lerende organisatie laat me daarmee beginnen dus voor zover er sprake was van methodiek lag die in grote lijnen vast en in de afgelopen maanden is er ervaring opgedaan waardoor er sprake is van finetuning van de methodiek. Het is nog steeds in ontwikkeling.’180

Een aantal jongerenwerkers benadrukt het belang om ruimte te krijgen om de eigen

achtergrond, visie en uitgangspunten in het werk te kunnen leggen. Naast de uitgeschreven methode van werken is de persoon van de jongerenwerker met zijn/haar eigen ervaring een belangrijke factor die van invloed is voor de uitvoering van de methode. Tot slot zijn er jongerenwerkers die methodieken of benaderingen toepassen die zij in hun eigen gereedschapskist hebben zitten, bijvoorbeeld aangereikt via hun opleiding of eerdere werkervaring.

‘Als ik iemand kan helpen zijn doel of talent te ontplooien. Dan ben ik tevreden. Dat is de kern van daaruit ga ik opzoek naar methodieken en kijk ik in mijn rugzak. Dan gebruik ik

methodieken van motiverende gespreksvoering, bij jongeren werkt dat gewoon heel erg.’181

Eerdere afleveren van dit meerjaren onderzoek maakten inzichtelijk dat kennis over het handelen van de jongerenwerkers binnen De Inloop of het Ambulant Jongerenwerk grotendeels impliciet van aard is en jongerenwerkers moeite hebben met het verwoorden van hun methodisch handelen (Koops, Metz en Sonneveld, 2013).

In vergelijking met deze eerder onderzochte werkwijzen valt op dat voor de werkwijze Individuele Begeleiding de methodische stappen binnen de meeste praktijken expliciet zijn. Dit houdt in dat de praktijken beschikken over uitwerkingen van de methodische stappen waardoor deze kennis overdraagbaar is (Nonaka en Takeuchi, 1995). Een methodische uitwerking van concrete strategieën die bijdragen aan de ontwikkeling van jongeren is beknopt uitgewerkt in de documentatie die aanwezig is binnen de praktijken.

178

Halfhide (2012) Diepte-interview methodisch handelen met begeleider 1 van IB-praktijk 2

179

Dwarka (2012) Diepte-interview methodisch handelen met begeleider 3 van IB-praktijk 1

180

Harkisoen, Visch & Yildirim (2012) Diepte-interview methodisch handelen met begeleider 1 van IB-praktijk 7

181

114 De praktijken die leunen tegen het maatschappelijk werk hebben hun strategieën ontleend aan methodieken die binnen deze werksoort zijn onderzocht en ontwikkeld zoals: de oplossingsgerichte benadering, motiverende gespreksvoering en outreachend werken. Binnen het jongerenwerk zelf heeft er nog nauwelijks methodiekontwikkeling plaatsgevonden naar Individuele Begeleiding. Dit is opvallend omdat het in de vorm van informele

begeleiding altijd onderdeel is geweest van het jongerenwerk. Sommige projecten waarbinnen de focus ligt op de individuele benadering staan nog figuurlijk in de

kinderschoenen. Overigens is het kenmerkend voor de hedendaagse body of knowledge van het sociaal werk, waaronder jongerenwerk, dat die grotendeels impliciet is (Spierts, 2005). Volgens Schön (1983) geldt voor alle sociaal-agogische beroepen dat het methodisch handelen impliciet is. Dit heeft te maken met de aard van dat methodisch handelen, dat bestaat uit het zoeken naar passende oplossingen voor problemen in complexe en unieke praktijksituaties waarin bovendien mogelijk conflicterende waardeoriëntaties aanwezig zijn. De kennis van sociale professionals is vooral impliciete kennis, geworteld in praktijkervaring in tegenstelling tot de academische inzichten uit de technisch-rationele professionaliteit. Impliciete kennis ofwel ‘tacit knowledge’ houdt in dat de kennis voor de professionals zelf, zo vanzelfsprekend is, dat zij zich niet meer bewust zijn dat zij over deze kennis beschikken. Behoefte aan meer inzicht in de werking en de resultaten van Individuele Begeleiding is de aanleiding voor dit onderzoek. In dit hoofdstuk trachten wij bij te dragen aan het creëren van meer helderheid over het methodisch werken van Individuele Begeleiding door op een rij te zetten welke methodische uitgangspunten jongerenwerkers hanteren in het contact met jongeren.

8.2 Methodische stappen

In deze paragraaf beschrijven wij de zes methodische stappen van Individuele Begeleiding in het jongerenwerk. De methodische uitgangspunten van Individuele Begeleiding kunnen naast een zestal methodische stappen aangevuld worden met een zestal methodische principes (zie paragraaf 8.3). Methodische principes geven inhoudelijk invulling aan het contact met jongeren en vormen de kern van het handelen. Uit wat jongerenwerkers vertellen over hun handelen in contact met jongeren komt naar voren dat er een vaste volgorde in het handelen zit. Uit een analyse van 22 diepte-interviews met jongerenwerkers (betaald (18) en vrijwillig (4) kan worden geconcludeerd dat een zestal stappen zijn te onderscheiden. Deze stappen zijn:

1. Contact leggen 2. Behoefte peilen 3. Doel bepalen 4. Plan maken 5. Uitvoeren

6. Afsluiten (en nazorg)

Zoals hierboven genoemd komen de methodische stappen in grote lijnen met elkaar overeen. In de dagelijkse praktijk worden er mogelijk andere woorden gegeven aan de stappen of hanteert een praktijk een stap meer of minder. In de uitwerking hieronder is er aandacht voor zowel de overeenkomsten als de verschillen tussen de zeven onderzochte praktijken.

8.2.1 Stap 1 Aanmelden en contact leggen

Met aanmelden en contact leggen bedoelen we de manier waarop de jongere bij Individuele Begeleiding van het jongerenwerk terechtkomt. Uit de interviews met jongerenwerkers blijkt dat op twee verschillende manieren het contact tussen jongere en begeleider tot stand komt. 1) doorverwijzing via ketenpartners, waarna er via een huisbezoek of tijdens een afspraak op

115 kantoor het eerste contact plaatsvindt, 2) vanuit reeds bestaand contact dat is gelegd in tijdens activiteiten in het jongerencentrum (bv. De Inloop) of tijdens het Ambulante Jongerenwerk of veldwerk. De manier waarop dat eerste contact wordt gelegd, is mede afhankelijk van de specifieke context waarin de Individuele Begeleiding wordt geboden.