• No results found

Naast jongeren die bereikt worden met Individuele Begeleiding is er in dit onderzoek ook gekeken naar welke jongeren niet bereikt worden, de deelnemers. Informatie over niet-deelnemers is om twee redenen van belang. Ten eerste biedt het inzicht in de achtergronden van de deelnemers, door hun situatie te vergelijken met jongeren die niet-deelnemen. Ten tweede biedt het inzicht in het bestaan van jongeren die wel behoefte hebben aan

Individuele Begeleiding maar deze niet ontvangen. Als eerste schetst deze paragraaf de demografische kenmerken van niet-deelnemers in vergelijking met de deelnemers. Vervolgens zoomen we in op de groep niet-deelnemers die wel behoefte heeft aan

begeleiding maar die tot op het moment van onderzoek niet krijgt. Voor het beschrijven van de niet-deelnemers gaan wij er vanuit dat de geïnterviewde jongeren die niet deelnemen aan Individuele Begeleiding representatief zijn voor de hele groep jongeren die niet deelneemt aan Individuele Begeleiding.

Demografische kenmerken niet-deelnemers.

De jongeren die niet-deelnemen aan Individuele Begeleiding binnen het jongerenwerk zijn grotendeels vergelijkbaar met de jongeren die wel gebruik maken van de begeleiding. De verhouding jongens-meisjes is bij niet-deelnemers vergelijkbaar als bij deelnemers.

Hetzelfde geldt voor de spreiding van de leeftijd. Wel zijn er onder de niet-deelnemers meer jongeren tussen de 14 en 18 jaar, terwijl onder de deelnemers relatief meer jongeren tussen de 18 en 23 jaar zijn.

Figuur 30: Geslacht niet-deelnemers vergeleken met geslacht deelnemers.

41% 45%

59% 55%

Niet-deelnemers Deelnemers

Geslacht niet-deelnemers en deelnemers

87 Figuur 31: leeftijd niet-deelnemers vergeleken met leeftijd deelnemers.

Ook de culturele afkomst van jongeren die wel deelnemen en jongeren die niet deelnemen aan Individuele Begeleiding is grotendeels vergelijkbaar. Wel verschillend is dat onder de niet-deelnemers het percentage jongeren met een Marokkaanse achtergrond beduidend hoger is (52%) en het percentage met een Nederlandse achtergrond aanzienlijk kleiner (18%).

Figuur 32: Culturele achtergrond niet-deelnemers vergeleken met deelnemers.

Net als voor jongeren die gebruik maken van Individuele Begeleiding gaat het merendeel van de niet deelnemende jongeren naar school. Wel is het aandeel jongeren dat naar school gaat onder de niet-deelnemers wat hoger, en het aandeel jongeren dat vrijwilligerswerk doet

0% 1% 1% 9% 1% 5% 3% 11% 9% 27% 14% 5% 4% 5% 1% 1% 0 0 4% 2% 2% 2% 0 2% 2% 4% 23% 15% 15% 13% 11% 0 0 2% 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 22 23 24 25 26

Leeftijd niet-deelnemers en deelnemers

% niet-deelnemers % deelnemers 18% 8% 14% 52% 4% 4% 1% 35% 4% 13% 23% 4% 4% 17%

Nederlands Turks Surinaams Marokkaans Antilliaans Overig niet-westers

Onbekend

Culturele achtergrond niet-deelnemers en deelnemers

88 als dagbesteding wat lager. Als we kijken naar de opleidingen die de jongeren die naar school gaan volgen, valt op dat de niet-deelnemers wat vaker op het Vmbo zitten en de deelnemers aan Individuele Begeleiding vaker een Mbo niveau 1 of 2 opleiding volgen. Dit verschil in opleiding is een direct gevolg van het verschil in leeftijd: niet-deelnemers zijn jonger dan deelnemers en zitten daarom vaker op het Vmbo tegenover de deelnemers die vaker op het Mbo zitten.

Figuur 33: dagbesteding niet-deelnemers vergeleken met dagbesteding deelnemers.

Tabel 16: Opleidingsniveau van de respondenten die naar school gaan.

Opleiding Deelnemer Niet-deelnemer

Basisschool 3 (8%) 1(2%) Vmbo 1 (3%) 14 (23%) Havo of VWO 2 (5%) 5 (8%) MBO 1of 2 11 (29%) 10 (16%) MBO 3 of 4 17 (45%) 25 (40%) HBO of WO 4 (10%) 7 (11%) Totaal 38 (100%) 62 (100%) 76% 11% 1% 12% 68% 13% 6% 13%

School Werk Vrijwilligerswerk Thuis

Dagbesteding niet-deelnemers en deelnemers

89

Reeds aanwezige steun

Reeds aanwezige steun kan Individuele Begeleiding vanuit het jongerenwerk overbodig maken. Om deze reden is aan de niet-deelnemers gevraagd of zij in hun omgeving over een persoon beschikken die hen stimuleert om dingen te ondernemen of helpt bij problemen. Het vragenlijstonderzoek wijst uit dat 80% van de niet-deelnemers een persoon in de omgeving heeft die hen stimuleert om dingen te ondernemen of helpt bij problemen. Dit betekent dat 20% van de niet-deelnemers geen beroep kan doen op een steunend contact in de eigen omgeving voor stimulans of het oplossen van problemen.

Steunend contact in eigen omgeving (geen jongerenwerk)

Aandeel niet-deelnemers

Ja 80%

Nee 20%

Tabel 17: aanwezige steun in eigen omgeving deelnemers en niet-deelnemers

Hoofdstuk 4 Doelen en resultaten, maakt zichtbaar dat het steunend contact in de eigen omgeving bij driekwart van deze jongeren een persoon is uit de privéomgeving en dat voor een kwart de ondersteuning voort komt uit betrokkenheid van instituties (zie ook figuur 8, p 58). Een vijfde van de niet-deelnemers kan geen beroep doen op een steunend contact in de eigen omgeving. Wanneer we kijken naar achtergrondkenmerken van deze groep jongeren valt op dat dit zowel jongens als meisjes zijn, van verschillende culturele achtergronden, van verschillende leeftijden en tenslotte met uiteenlopende dagbesteding en opleidingsniveau. Met andere woorden: er zijn geen aanwijzingen dat er een specifieke groep jongeren is die geen steunend contact heeft in de eigen omgeving.

Behoefte aan begeleiding

Een voor de hand liggende reden voor het niet gebruiken van Individuele Begeleiding is dat jongeren geen behoefte hebben aan contact met een jongerenwerker. Om te achterhalen of niet-deelnemers behoefte hebben aan begeleiding, is de vraag gesteld in hoeverre zij behoefte hebben aan contact met het jongerenwerk als aanvulling op of als alternatief voor de steun van iemand uit de directe omgeving. Reden om deze vraag zo algemeen te

formuleren is omdat ervaring uitwijst dat jongeren in hun antwoord geen onderscheid maken tussen de verschillende vormen van het jongerenwerk. In reactie op deze vraag geeft 40% van de niet-deelnemers aan geen behoefte te hebben aan contact met het jongerenwerk. De belangrijkste reden die de jongeren daarvoor geven is dat zij geen interesse hebben in contact met een jongerenwerker (42%), een kwart noemt dat ze niet weet wat het

jongerenwerk inhoudt en wat de jongerenwerker kan bieden (25%) en een zesde geeft aan het te druk te hebben voor contact met het jongerenwerk (14%).

Tabel 18: Aantal niet-deelnemers dat behoefte heeft aan contact met jongerenwerk.

Wens om deel te nemen Percentage

Ja 58 %

Nee 42 %

Redenen waarom niet Percentage

Geen interesse 42%

90 Tabel 19: Redenen waarom jongeren geen behoefte hebben aan contact met jongerenwerker.

Wanneer we kijken naar achtergrondkenmerken van de niet-deelnemers die wel behoefte hebben aan contact met het jongerenwerk valt opnieuw op dat dit zowel jongens als meisjes zijn, van verschillende culturele achtergronden, van verschillende leeftijden en tenslotte met uiteenlopende dagbesteding en opleidingsniveau. Met andere woorden: er zijn geen

aanwijzingen dat er een specifieke groep jongeren is die wel behoefte heeft, maar niet bereikt wordt door het jongerenwerk in brede betekenis.

Zoals gezegd betekent behoefte hebben aan jongerenwerk, niet automatisch dat

niet-deelnemers behoefte hebben aan Individuele Begeleiding. Op basis van dit onderzoek heeft naar schatting een vijfde van de niet-deelnemers wel behoefte aan Individuele Begeleiding. Hoe komen wij nu tot dat aandeel? Meer dan de helft van de niet-deelnemers (58%) heeft

wel behoefte aan contact met het jongerenwerk in het algemeen. Echter, contact met

jongerenwerk betekent niet automatisch dat jongeren ook specifiek behoefte hebben aan Individuele Begeleiding. Als we kijken naar de redenen die niet-deelnemers noemen waarom zij contact zouden willen met het jongerenwerk, kunnen we stellen dat van deze 58%, in totaal 34% een potentiële begeleidingsvraag heeft. Tabel 20 laat zien dat 29% van de niet-deelnemers die aangeeft behoefte te hebben aan contact met het jongerenwerk contact wil met iemand die luistert naar problemen en 5% wil hulp bij administratieve zaken. Dit betekent dat in totaal 20% van alle niet-deelnemers mogelijk behoefte heeft aan Individuele

Begeleiding in het jongerenwerk.93

Redenen waarom wel* Percentage

Voorkomen overlast in de buurt 17%

Luistert naar problemen 29 % Biedt hulp bij administratieve zaken 5%

Nodigt uit voor activiteiten 45%

Helpt dingen doen die ik leuk vind 38%

Helpt met het organiseren van activiteiten 31%

Gezelligheid 21%

Uit verveling 19%

Andere reden 11%

Tabel 20: Redenen waarom jongeren wel contact met het jongerenwerk willen. *Meerdere antwoorden mogelijk.

93 De berekening is als volgt. 34% van de niet-deelnemers die behoefte heeft aan contact met het jongerenwerk, heeft een potentiele begeleidingsvraag. In totaal heeft 58% van de niet-deelnemers behoefte aan contact met het jongerenwerk. Dit betekent dat 34% van de 58% van alle niet-deelnemers een potentiele begeleidingsvraag heeft, en dat is 20% (34X58 : 100X100 = 1972 : 10.000 = 19,72%).

Weet niet wat jongerenwerker kan bieden 25%

91 De vraag die resteert is in hoeverre de niet-deelnemers die wel behoefte hebben aan

Individuele Begeleiding een beroep kunnen doen op een persoon in de eigen omgeving. Ook dit brengen wij indirect in beeld. Tabel 21 laat zien dat de niet-deelnemers die aangeven wel behoefte te hebben aan Individuele Begeleiding in de vorm van luisteren naar problemen of hulp bij administratieve zaken, over het algemeen jongeren zijn die wel over een steunend contact in de directe omgeving beschikken. Met andere woorden: aanwezigheid van

steunend contact in de directe omgeving is niet een volledig alternatief voor de behoefte aan Individuele Begeleiding.

Tabel 21: Aanwezigheid steunend contact bij niet-deelnemers in relatie tot behoefte aan Individuele Begeleiding.