EN DE STRIJD OM EEN NIEUWE CULTUUR (1920-‐1930)
2.2 Squadrismo en het agrarische fascisme
Terwijl D’Annunzio in Fiume een eigen werkelijkheid aan het creëren was, likte Mussolini in Italië zijn wonden. Het Milanees fascisme was uiteen gevallen en zijn aanhangers teleurgesteld op huis aan gekeerd. Weg uit de stad, terug de provincie in. Daar ontwikkelden agressievelingen een nieuwe techniek die de stroming van de ondergang zou gaan redden. Het heette squadrismo en het was extreem gewelddadig. Op verschillende plaatsten, verspreid over de gehele Povlakte in het rurale Noord-‐ Italië, klonterden fascisten samen tot knokploegen, squadre genaamd. Elk met eigen leider, vaandel, slogan en rituelen, vergelijkbaar met die van de Arditi. Met Marinetti’s aanval op het hoofdkantoor van Avanti! nog vers in het achterhoofd trokken zij
opnieuw ten strijde tegen politieke tegenstanders. Dit keer op het platteland. Squadrismo wist snel de interesse te wekken van de plaatselijke landelijke
bourgeoisie, die het zat was flink in de buidel te moeten tasten om aan de vele nieuwe socialistische eisen, afgedwongen door de verkiezingsoverwinning en stakingen, te moeten voldoen. Ze voelden zich ondermijnd in hun persoonlijke status ‘als heersers over hun domein’.164 De bourgeoisie zag in het fascisme een manier om de
socialistische opmars de kop in te drukken en begon de squadre te subsidiëren. Vanaf 21 november 1920, de dag waarop de zwarthemden het stadshuis van Bologna
bestormden en zes socialistische ambtenaren vermoorden, verspreidde het fascistisch geweld zich als een lopend vuurtje uit over heel Noord-‐ en Midden-‐Italië.165 Mussolini,
163 De historicus Robert O. Paxton haalt de casus D’Annunzio aan als bewijs dat het succes van het
fascisme niet uitsluitend gebaseerd kan worden op diens culturele uitingen: ‘theater alleen was niet genoeg om te slagen’. Paxton 2004: 60.
164 Ibidem.
165 Ibidem: 61. Tussen februari en mei 1921 hadden zwarthemden 726 gebouwen – kranten,
arbeidsbureaus, hoofdkwartieren enzovoorts – van politieke tegenstanders vernietigd (Hughes-‐Hallett 2015: 579). Het aantal dodelijke slachtoffers door politiek geweld in de periode 1920-‐1922 bedroeg: 500 tot 600 fascisten en 2000 antifascisten en niet-‐fascisten. Lyttelton 1982: 262.
aangenaam verrast door het succes van squadrismo, zag een tweede kans en wist zich opnieuw te manifesteren als hun overkoepelende politieke leider. Maar controle over hen had hij niet. Squadrismo was een gedecentraliseerde beweging met eenzelfde anarchistisch en ongedisciplineerd karakter als dat van het oorspronkelijke
futurisme.166 Zwarthemden luisterden alleen naar hun lokale leider, de ras. De
belangrijkste waren: Dino Grandi in Bologna; Balbo in Ferrara; Giuseppe Bottai in Rome; Cesare Maria De Vecchi in Allessandria; Roberto Farinacci in Cremona; en
Achille Starace in Trentino. Mannen voorbestemd voor roem in de fascistische politiek. Op verschillende manieren heeft squadrismo een fundamentele uitwerking gehad op het fascisme. Ten eerste was het zeer effectief in het indammen van het socialisme – de ideologische vijand. De socialisten waren met meer, maar bezaten niet dezelfde militaristische organisatie en stootkracht als de fascisten: ‘Een miljoen
schapen zal altijd uiteen gedreven worden door het gebrul van één leeuw,’ zei Mussolini, die hen alleen in geest steunde, aanmoedigend.167 Hij had gelijk. Vrijwel
elke veldslag werd gewonnen door de zwarthemden. Ook de linkse media kregen het zwaar te voorduren. ‘We zijn allen erg bedroeft onze abonnement van onze geliefde krant [Avanti!] op te moeten zeggen vanwege de fascisten. Maar we worden hiertoe gedwongen omdat zij anders […] ons de dood inslaan […].’168 Tegen het einde van 1921 lag de distributie van de dagelijkse pers in handen van de squadristi. Verhalen over hoe sommige nieuwsbladen, met in het bijzonder het communistische blad Il Paese, uit wanhoop eigenhandig de persen stopten illustreren hoe, ruim voor de installatie van de dictatuur, de fascisten het fundament van de democratie – persvrijheid – reeds onderuit hadden gehaald.169 Maar het succes in het beteugelen van het socialisme kan niet alleen toegeschreven worden aan terreur. Linkse fascisten bestreden socialisme op eigen grondgebied door fascistische vakbonden en arbeidsmarkten te creëren,
166 Ibidem 2014: 66.
167 Citaat van Mussolini, geciteerd naar Bosworth 2002: 118. 168 Citaat van Avanti!, geciteerd naar Franzinelli 2010: 96. 169 Ibidem: 97.
waardoor veel arbeiders overliepen.170 Sociale verworvenheden uit de Biennio rosso, zoals loonsverhogingen en vakbondensubsidies, werden in de twee ‘zwarte’ jaren die volgden (de Biennio nero, 1921-‐1922) buiten de legitieme politiek om weer
teruggedraaid. Met de staart tussen de benen was de arbeider weer aan het werk gegaan, dit keer op de voorwaarden van zijn werkgever.
Daarnaast maakte squadrismo van fascisme een massabeweging. Zijn
militairisme, viriliteit, riten, geweld en folklore oefenden een grote aantrekkingskracht uit op alle lagen van de samenleving: van gefrustreerde oud-‐officieren en
verontwaardigde industriëlen tot bange burgers en boze boeren. Maar diegenen die het meest stonden te popelen om een zwart uniform aan te mogen trekken was de jeugd, en dan met name jongens uit de middenklasse.171 Zij zagen weinig heil in de
traditionele politieke partijen die het land tot chaos hadden gebracht. Fascisme was met zijn organisatiestructuur, methodiek en propaganda een volstrekt nieuw
verschijnsel in de politieke arena van Italië en straalde een ongeëvenaarde kracht uit. Het bedwelmende effect van zijn publieke vertoon – processies, demonstraties, begrafenissen enzovoorts – mag hierin niet worden onderschat. Het straalde ‘een onverwoestbaar geloof in de fascistische toekomst’ uit; presenteerde de politieke strijd tussen de fascisten en de socialisten als een historische breuk tussen goed en kwaad; en liet zien dat ‘alles was geoorloofd in de strijd tegen anti-‐Italiaanse
sentimenten,’ dus ook geweld.172 Een sterke morele saamhorigheid werd gecreëerd
door onder andere patriottische ijver; medeplichtigheid aan terroristische missies; en het verheerlijken van gevallen kameraden in zorgvuldig uitgedachte en gerepeteerde emotieve ceremonies, waar vervolgens uitvoerig en lyrisch over werd geschreven in partijkrant Il Popolo d’Italia.173 Eind 1921 telde de fascistische beweging 834 lokale afdelingen (fasci), met in totaal bijna 250.000 leden. De socialisten daarentegen
170 Paxton 2004: 61. 171 Valli 2000: 135.
172 Citaat van Il Popolo d’Italia, geciteerd naar Gentile 2003: 112-‐113. 173 Ibidem.
hadden hun aantallen drastisch terug zien lopen: van de miljoen stakers waren er nog maar 80.000 actief.174
Tot slot deed squadrismo de sociale samenstelling van het fascisme naar rechts opschuiven. Het samenwerkingsverband met de landelijke elite zorgde ervoor dat de beweging volstroomde met conservatieven. Mussolini was geen idealist zoals
Marinetti of D’Annunzio. Hij klampte zich dan ook niet vast aan het mislukte
anarchistische Milanees fascisme, met zijn antibourgeoisie en sociale hervormingen. De toekomstige Duce had weinig moeite met het aanpassen en hervormen van zijn beweging aan de kansen die zich voordeden. Het nieuwe agrarische fascisme
omarmde traditie en orde (het poogde de zwarthemden onder controle te krijgen) en schrapte voormalige linkse standpunten als de invoering van zware belastingen en verregaande regulatie van de economie. Ook Mussolini’s antiklerikalisme en
republicanisme leken als sneeuw voor de zon te verdwijnen.175 Het gevolg was dat veel
links-‐radicale fascisten, zoals Marinetti, de beweging verlieten of vertakkingen
probeerden op te richten.176 Zij weigerden nog langer naar de pijpen te dansen van het
machtige grootkapitaal – een ontwikkeling door D’Annunzio spottend omschreven als ‘agrarisch slavernij’.177 Zonder squadrismo, en de rechtse draai die de beweging aan
het fascisme gaf, zou Mussolini een onbekende Milanese opruier zijn gebleven.
174 Neville 2015: 68-‐69. 175 Paxton 2004: 76.
176 Barbato Gatelli, één van de ontgoochelden, klaagde dat het fascisme zijn originele idealen had
verloren en ‘de lijfwacht van de zakkenvullers’ was geworden (citaat van Gatelli, geciteerd naar ibidem: 62). Hij poogde een alternatieve fascistische beweging op te zetten, maar die werd door Mussolini, die partij koos voor de squadristi, in de kiem gesmoord.
177 Franzinelli 2010: 94. Vanwege dit aspect is er lange tijd weinig onderzoek verricht naar squadrismo.
Marxistische onderzoekers, die tot aan de jaren zeventig de geschiedschrijving domineerden, zagen de beweging als het ultieme bewijs dat fascisme in dienst stond van de agrarische bourgeoisie. Zij waren bang dat interesse in het onderwerp afbreuk zou doen aan de aanname dat het succes van fascisme uitsluitend valt toe te schrijven aan de beslissingen van kapitaalbezitters (Valli 2000: 131). Tegenwoordig zijn de meeste onderzoekers het met elkaar eens dat de squadristi niet beschouwd kunnen worden als loutere huurlingen werkzaam voor de agrarische klasse of zelfs de fascistische leiding. Daarvoor streefden ze te veel hun eigen belangen na.
Toch was het squadrismo geen lang leven beschoren. De onhandelbare beweging werd door Mussolini na de machtsovername geleidelijk aan ontbonden.178 Als cultureel concept en mythe bleef het wel voortbestaan. Het verkreeg een
prominente plaats in de fascistische cultuur, beeldtaal en propagandamachine. Er verschenen bijvoorbeeld talloze boeken, toneelstukken en schilderijen waarin de zwarthemden werden gepresenteerd als de heilige martelaren van het fascisme179 en de afzonderlijke squadrista als de belichaming van de superuomo; het schoolvoorbeeld van de ‘nieuwe Italiaan’; de ideale fascist die elke burger moest ambiëren te zijn.180