EN DE STRIJD OM EEN NIEUWE CULTUUR (1920-‐1930)
2.1 Gabriele D’Annunzio en de Vrijstaat Fiume
Een gebeurtenis die zeer veel invloed op het fascisme heeft uitgeoefend was
de bezetting van Fiume door D’Annunzio. De bezetting duurde slechts een jaar. Voor de soldatendichter was dit lang genoeg om de stad te transformeren tot een
volwaardige vrijstaat, compleet met grondwet, organisatiestructuur en cultuur. Hij noemde het de ‘Reggenza Italiana del Carnaro’ (het Italiaanse Regentschap Carnaro) en omschreef het als ‘het beschavingsalternatief voor de decadente westerse wereld’.145 De oorlogsheld wist toen nog niet dat de fascisten later zijn regentschap gingen gebruiken als basis voor hun dictatuur en de bezetting van Fiume als één van de oorsprongsmythes van hun beweging. D’Annunzio zou hen dit niet in dank afnemen. Wat kopieerden de fascisten precies van de poëet en zijn Fiume? Allereerst was dat het corporatisme. Dit economische en politieke systeem, dat de fascisten claimden uitgevonden te hebben, was vrijwel volledig gebaseerd op de grondwet die
D’Annunzio samen met De Ambris schreef voor zijn vrijstaat – de Carte del Carnaro. Dit ‘poëtisch-‐politieke’ geschrift was gebaseerd op syndicalistische principes en schreef een samenleving voor opgedeeld in negen corporaties die elk een economische sector vertegenwoordigden: één voor arbeiders, één voor vissers, één voor kunstenaars
enzovoorts.146 Er was ook een tiende bond. Hiertoe behoorde alleen de absolute leider
van de gemeenschap – de Comandante – en dat was D’Annunzio zelf.
D’Annunzio’s leiderschap werd door diens grootste vijand, de toenmalige Italiaanse premier Francesco Nitti, ‘een groot toneelspel’ genoemd en zijn niet-‐ erkende vrijstaat een ‘komedie’.147 Betreft het showmanschap had de premier gelijk,
maar het niet serieus nemen van D’Annunzio’s avontuur was verkeerd. De dichter ontwikkelde er namelijk een krachtig politiek spektakel waarvan anderen zouden leren. Vooral Mussolini moet hebben opgelet, want de latere Duce van Italië verkoos net als de Comandante van Fiume het balkon als favoriete spreekstoel. En net als D’Annunzio verrijkte Mussolini zijn balkontheater met een stralend militair uniform,148
dramatische rituelen en retorische interactie met het publiek. De historicus Gentile vat het bondig samen: ‘fascisme nam van Fiume niet het politieke credo over, maar de manier van politiek bedrijven’.149
Ook op cultureel en retorisch vlak adopteerden de fascisten veel uit Fiume. D’Annunziaanse opvattingen, zoals ‘de natie is grootser dan de som van haar levende inwoners’ en ‘Italië als imperiaal bolwerk van de Latijnse beschaving’, vonden vanaf 1921 veelvuldig aftrek in fascistische partijprogramma’s en lagen aan de basis van het
146 Syndicalisme is een politiek-‐economische leer die streeft naar een samenleving waarin alle productie
in syndicaten (vakbonden) wordt georganiseerd. Het pretendeert een gulden middenweg te zijn tussen kapitalisme en socialisme omdat de vakbonden de belangen en voorspoed van ieder evenredig behartigen. Werkers en werkgevers profiteren in dezelfde mate van de opbrengst. Het voornaamste verschil tussen het syndicalisme en het corporatisme is dat de laatste grote overheidsbemoeienis kent. Het repressieve karakter dat schuil gaat in dergelijke ideologieën kwam pas aan het licht door het fascisme. Als iedereen moet toebehoren aan iets, dan kan niemand het recht tot afzonderen worden toegestaan. Payne 1995: 66-‐67; Baker 2006: 230-‐231, 245.
147 Citaat van Nitti, geciteerd naar Hughes-‐Hallett 2015: 499.
148 Laatnegentiende-‐eeuwse kledingvoorschriften maakten het moeilijk voor nationalistische
intellectuelen zich voor te doen als mensen van het volk. D’Annunzio was de eerste politieke leider die inzag dat militaire uniformen het idee van gemeenschap en hiërarchie communiceren (Passmore 2014: 24). Sindsdien droeg hij pronkerige excentrieke militaire outfits. In 1934 inspireerde Mussolini zijn Duitse ambtgenoot Hitler, bij hun eerste ontmoeting, hetzelfde te gaan doen. Corvaja 2008: 27-‐28.
totalitarisme – de term die Mussolini later gebruikte om zijn regime mee te definiëren.150 Daarnaast eigenden de fascisten intensief zich door D’Annunzio bedachte symbolen, riten en gebruiken toe, waaronder de Romeinse salut; de betekenisloze strijdkreet ‘Eia, eia, alalà!’; het gebruik van religieuze symboliek in seculiere settingen; de waardering voor het oude Rome; bloedoffers; en de helden-‐ en martelarencultus.151
D’Annunzio is vanwege deze overeenkomsten door een tijdgenoot ook wel ‘het grootste slachtoffer van plagiaat ooit’ genoemd.152 Een mening die door veel huidige
waarnemers wordt gedeeld.153 Wat minder vaak wordt besproken zijn de eveneens
grote verschillen tussen beide regimes. D’Annunzio achtte het voor zijn revolutionaire bewind noodzakelijk dat zijn onderdanen hun geest verruimden. Dit leek aardig te lukken, want Fiume stroomde snel vol met originele en vrijgevochten figuren.154 Een
rebellerende vrijstaat onder leiding van een wereldberoemde dichtende oorlogsheld spreekt immers tot de verbeelding. Wat volgde was een hedonistische cultuur van eindeloos genot en vermaak. Zonder enige vorm van moralisme konden behoeftes als drugsgebruik en homoseksualiteit vrijelijk worden bevredigd. ‘[…] Het leven in Fiume is libertijns, immoreel en verwerpelijk […] geslachtziektes verspreidden zich er met de snelheid van het water,’ stond er geschreven in een rapport van het Italiaanse Ministerie van Binnenlandse Zaken.155 Dergelijke taferelen waren ondenkbaar in het fascistische Italië. Fiume was een liberaal en progressief experiment vergeleken met het totalitaire en overwegend conservatieve regime dat spoedig zou volgen.
Mussolini beschouwde D’Annunzio als een gevaarlijke rivaal. De kunstenaar was vanwege zijn roem en heldenstatus de gedoodverfde kandidaat om het nieuwe Italië te leiden en veel fascistische kopstukken, waaronder Italo Balbo, zagen liever
150 Hughes-‐Hallett 2015: 526, 584.
151 Payne 1995: 104; Paxton 2004: 59; Lyttelton 2004: 51; Hughes-‐Hallett 2015: 488. 152 Geciteerd naar Lyttelton 2004: 30.
153 Neville 2015: 60; Paxton 2004: 59; Ledeen 2002: 2. 154 Ibidem: 153.
hem dan Mussolini aan het hoofd van hun beweging.156 Mussolini was, anders dan Marinetti, niet bereid om tweede viool te spelen. Hij moet dan ook een kreet van opluchting hebben geslagen toen D’Annunzio, nadat die door overheidsingrijpen uit Fiume was gezet, besloot zich terug te trekken uit de politiek.157 Aan De Ambris schreef hij: ‘Ik smacht naar stilte na zoveel geluid en vrede na zoveel oorlog.’158 D’Annunzio
veranderde, volgens zijn meest recente biograaf, in één dag van een ‘god-‐achtige commandant in een vermoeide oude man’.159
Na Fiume leed D’Annunzio een teruggetrokken bestaan. Hij moest niets hebben van de fascisten, die hij als ‘vulgaire imitators’ van zichzelf zag.160 Desondanks bleef hij
onder hen ongekend populair en daardoor een bedreiging voor Mussolini. De dictator hield de dichter nauwlettend in de gaten en bleef hem tot aan zijn dood in 1938 rijkelijk subsidiëren op voorwaarde dat hij niet in de politiek zou terugkeren.161
Het was in Mussolini’s belang dat het volk dacht dat D’Annunzio – één van Italiës grootste levende helden – hartstochtelijk achter het nieuwe regime stond. De mythes omtrent zijn persoon werden door de nieuwe machthebbers dan ook intensief toegeëigend en geëxploiteerd.162 Toch had de Duce zich niet echt zorgen hoeven te maken. Zowel Marinetti als de nationalisten van de ANI, die in D’Annunzio de dictator van het nieuwe Italië zagen, hadden gedurende hun verblijf in Fiume geconstateerd
156 Paxton 2004: 62. 157 Neville 2015: 59.
158 Hughes-‐Hallett 2015: 571. 159 Ibidem: 568.
160 Citaat van D’Annunzio, geciteerd naar Licht 1982: 318.
161 Over zijn aanpak van D’Annunzio zei Mussolini: ‘Wanneer je een rotte tand hebt doen er zich twee
mogelijkheden voor: je laat de tand trekken of je vult hem met goud. In het geval van D’Annunzio heb ik gekozen voor de laatste behandeling.’ Citaat van Mussolini, geciteerd naar ibidem.
162 D’Annunzio werd bijvoorbeeld in zijn staatsbiografie gepresenteerd als ‘Johannes de Doper’ van het
fascisme, zodat Mussolini de rol van Christus kon vervullen (Neville 2015: 60). En de Vrijstaat Fiume kreeg in de zeer succesvolle propagandaexpositie Mostra della rivoluzione fascista uit 1932, ter ere van het tienjarige jubileum van de fascistische revolutie, een prominente plek toegewezen (Stone 1998: 230). Iets wat de futuristen niet kregen (zie hoofdstuk 3.4).
dat de Comandante niet de capaciteiten had om het land te leiden. Wellicht was dit D’Annunzio zelf ook opgevallen en koos hij daarom ervoor de politiek te verlaten.163