• No results found

Aan R.J. [Raadsheer Junius 1

bewerkt door J.G. Smit

3. Aan R.J. [Raadsheer Junius 1

], 11 augustus 1617

Eerentfeste, hoochgeleerde ende discrete, besundere goede vrundt. Wij zenden U hierbeneffens een extract dat wij hebben doen nemen uuyt de resolutie van de Edelen ende meeste stedena

van Hollandt etc., waerinne al het fenijn is gelegen ende claerlijcken uuyt blijckt dat sich den Advocaet daermede is makende dictator van Hollant; streckende oock dezelve clause merckelijcken tot verdruckinge van de ware gereformeerde religie ende tegens onsen persoon. U versouckende 't zelve met de heer Muys2

, schouteth tot Dordrechtb

, te communiceren ende tsamen met allen mogelijcken vlijdt helpen bevoorderen dat aldaer een mannelijcke resolutie magh werden genomen, daermede de steden, die haer tsamen geligeert hebben, mogen werden in balance gehouden, de ware gereformeerde religie voorgestaen ende onse persoon yegens zulcke scherpe resolutiën gestijft naer behooren; hetwelcke zal strecken tot conservatie van de welstandt deser landen. Hiermede

Eerentfeste etc. In 's-Gravenhage, den 11en augusty 1617.

[Onderaan in de marge:] Hier bijgevought dat men den wegh van justitie gesloten heeft. Zoo heeft hij al wat hij begeert.

Wij hebben Uwe brieven ontfangen, dewelcke wij gescheurt hebben; bij een calffken.

Bij billet. In 't schrijven deser verstaen wij dat de heer van Duvenvoorde ende pensionaris De Groote desen dagh van hier naer Zeelandt vertrecken, omme aldaer over te brengen ende aen de heeren Staten te verthoonen d'andtwoorde die alhier aen derzelver ghedeputeerden was medegegeven, zijnde dezelve nu ghestelt in forme van apologie ofte justificatie vanweghen de Edelen ende meeste steden van Hollandt. Ende dat de voors. twee gedeputeerden in 't reysen naer Zeelandt tot Dordrecht zouden aengaen, omme dezelve

1 Mr. Adriaan Junius, raadsheer in het Hof van Holland 1597-1620, rechter over Oldenbarnevelt. Hij was afkomstig uit Dordrecht (Genealogische en Heraldische Bladen 1909, 524; NNBW, VIII, 938).

a In plaats van edelen ende meeste steden stond er eerst: heeren Staten.

2 Hugo Muys van Holy, schout van Dordrecht 1599-1620, baljuw en dijkgraaf van Strijen 1620, rechter over Oldenbarnevelt, commissarispolitiek op de Synode van Dordrecht 1618-1619, gedeputeerde ter S.G. 1619-1621, gecommitteerde raad van Holland 1622-1624, burgemeester van Dordrecht 1624-1626, raad van State genomineerd 1626 (maar voor de ambtsaanvaarding overleden) (Balen, Dordrecht II 1137).

b Heer ... Dordrecht in de marge veranderd uit: heeren van Dordrecht.

stadt te sien brengen tot verslackinge3

; waromme wij U noch versoucken beneffens d'heer schouteth Muys daertegens alle goede debvoiren te willen doen ende

beneerstigen, helpen dat niet alleene 't zelve magh werden voorgecomen, maer dat men aldaer (zoo in desen onsen brieff gemeldt is) een mannelijcke resolutie magh nemen.

4. Aan R.J. [Raadsheer Junius], 13 augustus 1617

Eerentfeste etc. besundere goede vrundt. Wij hebben uyt den Uwen gesien 't gene ghij ons hebt geschreven van den herwaertscompste van den schouth1

van Dordrecht, ende daromme seer naer hem doen zoucken om hem te mogen spreken, 't welck niet en heeft connen geschieden, aengesien soo wij daerna verstonden dat hij was vertrocken, eer wij daeraff waren verwittighta

. Dan deghene die hem gesproken hebben, hebben ons verclaert seer veel instantiën gedaen te hebben om hem te persuaderen dat hij hem desen sondaghavondt noch weder tot Dordrecht zoude willen laten vinden, hetwelcke hij verclaert heeft hem onmogelijck te zijn vermidts de noodighe affairen die hij tot Noortwijck hadde te verrichten, ende daromme niet eer voor dynsdaghavondt ofte woonsdaghmiddagh naestcomende tot Dordrecht zoude connen wesen.

Ende alsoo wij hem, hier weder deurkeerende, geerne eenighe zaecken zouden communiceren, dewelcke hij in onsen name den breeden raedt aldaer2

in hare vergaderinghe soude voordraghen, soo versoucken wij U de goede handt daeraen te willen houden ende den borgemeester Frans Wittensz3

. (die wij verstaen ghemeendt te zijn den voors. raedt te willen doen vergaderen om voor zijn vertreck affscheydt van haer te nemen) daertoe sien te bewegen, dat hij dezelve vergaderinghe onder 't pretext van indispositie, ofte eenige andere oorsake hem best dunckendeb

, noch wille ophouden totdat den voors. schouteth aldaer wederomme zal aengecomen wesen, opdat alsoo het eene met het andere magh gheschieden,

waer-3 verslackinge: verslapping, afzwakking van standpunt. 1 Hugo Muys van Holy. Zie no. 3 noot 2.

a Soo wij daerna ... verwittight in de marge in de plaats gesteld van: men hem niet wist te vinden.

2 Dordrecht.

3 Cornelis Frans Wittensz. of de Witt, raad van Dordrecht 1575-1622, herhaaldelijk

burgemeester, gecommitteerde raad van Holland 1603-1606, 1616-1618 (Balen, Dordrecht II 1318; NNBW, III, 1449).

62

aen den landen dienst ende ons sonderlinge aengename vrundtschap zal gewerden. Hiermede

Eerentfeste etc. In 's-Gravenhage, den 13en augusty 1617.

[P.S.] Aengaende het extract uuyt de resolutie van de heeren Staten van Hollandt, daeraff wij U in onsen voorgaenden hadden geschreven, ende ghij meyndt daer niet bij te zijn, sijn wij onderricht dat het is geschreven op het ander bladt van het ingeleghte billet, zijnde bij ons oock gheteeckent; doch zenden U ten overvloedt noch een copie.

5. Aan S.M. [Schout Muys], 13 augustus 1617

Edele, vrome ende discrete, besundere goede vrundt. Alsoo wij hadden verstaen dat den borgemeester Frans Wittensz. van meyninge soude wesen yegens morgen den breeden raedt tot Dordrecht te doen vergaderen, om zijn affscheydt te nemen ende voor zijn vertreck van haer te verstaen 't ghene hij alhier soude hebben te verrichten, mitsgaders dat U affairen, die ghij tot Noortwijck soude hebben te verrichten, U niet conden toelaten voor toecommenden dynsdaghavondt ofte uuyterlijcken

woonsdaghmiddagh wederomme tot Dordrecht te wesen, soo hadden wij

goedtgevonden aen yemandt te schrijven dat den voors. borgemeester Wittenssz. (zonder te weten warom) mochte bewogen worden, onder eenigh ander pretext, hem 't best dunckende, de voors. vergaderinge noch soo lange te supercederen opdat ghij daer mede mochtet present wesen. Versoucken U daromme Uwe affairen tot

Noordtwijck zoo veel te willen spoedighen als U 't selve sal mogelijck wesen, omme hoe eer hoe beter wederom tot Dordrecht te mogen wesen. Ende dat ghij ons bij brenger deser wilt laten weten wat dagh ende uyre ghij wederomme alhier meyndt te passeren. Want wij U eenige noodighe zaken, der landen dienst betreffende, hebben te communiceren. Ende zal ons seer aengenaemene vrundtschap daeraen geschieden. Hiermede

Edele etc. In 's-Gravenhaghe, den 13en augusty 1617.

6. Aan R.J. [Raadsheer Junius], 14 augustus 1617

Eerentfeste etc. besundere, goede vrundt. Wij hebben den Uwen van gisteren ontfangen ende daeruuyt gesien de goede debvoiren die ghij aldaer1

tot den welstandt van 't gemeyne beste zijt doende,

derhal-1 Dordrecht.

ven wij U zeer bedancken ende versoucken daerinne alnoch te willen blijven continueren.

Ghisteren na den middagh hebben wij andtwoorde ontfanghen van d'heer Muys, die ons heeft geschreven zijne zaecken tot Noordtwijck soo vele hem mogelijck zal wesen te zullen spoedighen, meynende dat hij zal connen mergen (wesende dynsdagh) omtrent den middagh weder hier wesen om dan zoo haest doenlijck naer Dordrecht te verreysen. Ende zullen dan met hem van alles mondelinge communiceren ende U onse meyninge naerder doen verstaena

aengaende 't gene ghij van ons wel soudet willen wetenb

van onse intentie op de resolutie, die wij nu zouden dienlijck vinden dat bij den breeden raedt aldaer1werde genomen. Tot welcken eynde wij oock de sake aen de borgemeester Frans Wittensz. zullen recommanderenc

in der voegen als ghij uuyt de copie van de minute, bij ons daerop algereets doen concipiëren, hier bijgevoeght, breeder te sien sult hebben, dewelcke wij U oversenden omme daerop oock U goedtduncken te verstaen van 't gene daerinne bij ons soude mogen dienen off- ofte aengedaen2

.

Begeerende dat ghij daerop wilt letten dat aen niemandt eenige copie van onse brieven gegeven werde, opdat men daervan, soo apparentelijcken zouden connen te geschieden, geene overschicke alhier aen de Gecomitteerde Raden ofte andere steden, dewelcke dan ten quaetsten zouden geduydt werden ende ofte wij de resolutiën van de heeren Staten wilden contraminerend

. Ende versouken U, zoo haest ghij dezelve copie zult gesien hebben, ons die wederom terugghe te schicken, ende daerbeneffens U advis daerop over te schrijven, opdat wij se dan mogen doen depescheren na behooren. Hiermede

Eerentfeste etc. 's-Gravenhage, den 14en augusty 1617.

[P.S.] Desen morgen ontfangen wij noch eenen Uwen lesten van gisteren, dewelcke wij met desen houden beandtwoordt, daerop wij

a Doen verstaen verbeterd uit: overschrijven. b Weten verbeterd uit: verstaen.

c Het hierna volgende gedeelte is door dezelfde hand aan de oorspronkelijke minuut toegevoegd.

2 Hierna no. 7. Zie ook noot a aldaar.

d Begeerende ... contramineren is met een andere pen in de marge toegevoegd en moet

waarschijnlijk in de plaats komen van de volgende, in de minuut onderstreepte passage: Wij

en souden niet geerne sien dat yemandt van onse brieven eenige copie hadde, omdat wij beducht zijn dat men dezelve terstonts zoude mogen schicken aen yemandt van de

Gecommitteerde Raden alhier, hetwelcke dan zoude comen te strecken tot groot nadeel van de zaecken.

64

ons dan refereren. Ende zullen de compste aldaer1van schouth Muys soo veel spoedigen als doenlijck zal wesen.

7. Aan B.F.W. [Burgemeester Frans Wittensz.], 15 augustus 1617a

Eerentfeste, wijse ende discrete, besundere goede vrundt. Naerdat bij mijn heeren de Staten van Holland op hare leste vergaderinghe op den yegenwoordigen standt der religions-zaken in desen lande was geresolveert, zoo ghij ontwijffelijck uyt het rapport van de gedeputeerden van Dordrecht zult verstaen hebben, zijn wij voor het scheyden derselver heeren Staten in hare vergaderinghe verschenen ende vanwegen die van Dordrecht, Amstelredam, als oock noch eenighe andere steden versocht geweest dat wij onsen persoon nochte eenigh criechsvolck op d'executie van de voors. resolutie over zaken van religie souden laten gebruycken, nochte toelaten eenige veranderinge van eedt. Ende aengesien niettegenstaende 't zelve de Gecommitteerde Raden alhier van meynighe souden zijn daermede voorts te varen, hetwelcke dan tot onderdruckinge van die van de religie zoude comen te strecken ende dienvolghende den lande van Hollandt brengen in uuytersten gevaren ende ruyne, soo souden wij om 't selve te preveniërenb

tot meesten dienste ende welstandt der

a Van deze brief zijn twee minuten aanwezig. Van de eerste (I) is de datum niet ingevuld. Zij bevat een aantal correcties met andere pen. De tweede minuut (II) is opgesteld door de hand, die ook I en de andere minuten van 1617-1618 heeft opgesteld. Hij heeft de correcties van I verwerkt in de tekst, maar is weer in aanzienlijke mate in de marge aangevuld door een hand A. De tekst van II en de aanvullingen op II zijn weer gecorrigeerd met andere pen en aangevuld door een hand B. De hier gepubliceerde tekst is die van I met de wijzigingen en toevoegingen die A en B in II hebben aangebracht. A zou Junius kunnen zijn, vgl. hiervóór no. 6.

b De gehele passage van Naerdat in de eerste regel tot preveniëren is met andere pen in de marge van I toegevoegd in de plaats van: Wij zijn bij de Gecommitteerde Raden van de

heeren Staten van Holland etc. aengesproken geweest nopende 't effectueren van de resolutie, genomen bij den Edelen ende eenige (er stond eerst: meeste) steden derselver provintie, dewelcke wij bevinden merckelijck te strecken tot onderdruckinghe van de gereformeerde religie. Ende aengesien de voors. Gecommitteerde Raden gemeyndt zouden zijn,

niettegenstaende den weerwille van de andere steden, met d'executie van dezelve resolutie voort te varen, waeruuyt ontwijffelijck den landen in uuyterste gevaer zouden gebracht werden, soo zouden wij om daerinne te versien ende degene, bij dewelke de voors. resolutie is genomen, in den toom te houden,...

landen het raedtsaemste vinden dat bij de andere steden, ende namentlijck die van Dordrecht, daertegens een goede ende mannelijcke resolutie werde genomen, in dier vougen dat hun zoude gelieven U te lasten ende aen de Gecommitteerde Raden alhier te schrijven, in gevalle het haer zoude gelieven de voors. resolutie ter executie te stellen, dat mijn heeren van Dordrecht zulcx houden zullen van onwaerden endec

daertegens protesteren, ende soo men eenigh criechsvolck in dese religions-zaken soude begeeren te gebruycken [ende] tot dien eynde eenen anderen eedt affnemen, ende bij weygeringe van zulcx casseren, daertegens te protesteren met verclaeringhe dat daeruyt apparentelijck sullen ontstaen gevaerlijcke inconveniënten, als de Cont[ra]remonstranten sullen verstaen dat men tegens haer ende haere saecke begeert te gebruicken de gemeene soldaten, die soewel met haere contributiën, penningen ende beswaernissen werden betaelt als met de penningen comende uyt de contributiën van de Remonstranten, ende bidden te willen overdencken wat uyt extreme desperatiën plach te volgend

.

Waromme, ende opdat men met d'executie van de voors scherpe resolutie, zijnde van quaede consequentie, niet voort en varee

, wij U hiermede ernstelijck versoucken dese zake met allen mogelijcken vlijdt te willen behertigen ende de goede handt daeraen houden, soo bij die van den magistraet als vroedtschappen ofte breeden raedt der stadt Dordrecht, dat zulcx magh geschieden. Want in gevalle men anders dede ende hierinne slappelijck te wercke ginge, moet men sich versekeren dat men onder eenige andere pretextenf

de oude religieg

soude verdrucken ende dienvolgende (soo boven verhaelt) den landen in uuyterste gevaer ende perykel stellen, houdende voor seecker, hoewel men verclaert heefth

dat men de Contraremonstranten ende Remonstranten eenpaerich behoort te tolereren, tegenwoordich van opinie ende dessein soude sijn dat het

c Zulcx ... ende met andere pen toegevoegd.

d Daertegens ... volgen door A in de marge van II toegevoegd in de plaats van: dat oock mijn heeren van Dordrecht de zulcke gecasseerde criechsluyden zullen mainteneren ende uuyt hare gemeyne middelen doen betalen.

e Ende opdat ... en vare met andere pen in I toegevoegd. De tussenzin zijnde van quaede consequentie met andere pen in II toegevoegd.

f Onder eenige andere pretexten met andere pen in I toegevoegd in de plaats van: bij cromme wegen ende andere loose middelen.

g Oude is door B in II toegevoegd.

h Houdende ... heeft met andere pen in II verbeterd uit de toevoeging van A: wesende voor seecker ... (een woord onleesbaar) principaelste van de regieringhe die tot noch toe hebben gepretexeert.

66

beter is dat men maer eene partije alleen en hebbe ende tolerere. Welcke partie men nu daermede soude meenen, cont ghij naer Uwe wijsheyt ende experiëntie wel overleggen ende begrijpeni

. Waromme oock bij mijn heeren van Dordrecht andere goede vaste resolutiën moeten werden genomen ende met meerderen ernst, dan tot noch toe geschiedt is, omj

de voorschreven inconveniënten te preveniëren ende de oude waere religie, soe die met het begin van onse regieringhe is aengenomen ende publijckelijck geprofiteert, in haere vigeur sonder veranderinghe ende nieuwicheyt te maintenerenk

.

Ende vertrouwende dat bij U hierinne geen goede debvoiren zullen werden gespaert omme tot eenen vaste, solide ende finale resolutie te comen, waerop wij ons mogen verlaeten ende onse actiën in goede conscientie naer reguleren met hope van eene goede uytcoomstel

, willen wij U hiermede

Eerentfeste etc. In 's-Gravenhaghe, den 15en augusty 1617.