• No results found

Aan Otto van Gent, 26 mei 1618

In document Nederlandse historische bronnen 1 · dbnl (pagina 173-176)

bewerkt door J.G. Smit

83. Aan Otto van Gent, 26 mei 1618

Edele etc. Alsoo wij op huyden noch zekerder ende naerder zijn bericht geworden dat de tzeventich mannen, die eergisteren nacht tot Rotterdam zijn gescheept gheweest, haeren cours de Maze aff naer den Briel hebben genomen ende men daromme voor zeker is houdende dat men daermede yetwes voorheeft yegens dezelve stadt

mitsgaders datter voor vast werdt ghelooft ende geseght dat dit volck te Swartewael zoude zijn gecomen, ende aldaer wert uuytgegeven dat men 't zelve begeert te gebruycken om aen de Hellevoetsche sluyse te helpen arbeiden, soo is onse ernstige begeerte dat ghij niet en wilt nalaten hierinne wel voorsichtich te zijn ende goede acht te nemen op alles wat in den Briel zoude mogen passeren, houdende mede bij daghe ende bij nachte zoo goede wachte dat dezelve stede door gheene heymelijcke practicquen in eenigh inconveniënt come te vallen.

Ende opdat ghij te meer moget verzekert zijn ofte dit voors. volck noch tot Swartewael zoude wesen ofte naer de voors. sluyse gegaen, vinden wij goedt dat ghij eenen bequamen officier zendet op beide die plaetsen ende hem last aldaer hierna wel te vernemen endea

te sien ofte hij daer yemandt van dit volck mochte vinden, waervan ghij ons naer ontfangen rapport particulierlijcken zullet verwittigen. Ende zullen U dan, soo dit volck daer is, naerder overschrijven 't gene wij goedtvinden bij U ghedaen te worden. Eenige meynen dat dit volck mette schuyten binnen den Briel zoude zijn

136

ingecomen, alsoo se deselve schuyten vandaer uuyt de haven hebben sien wederkeeren. Wilt overzulcx niet nalaten alle de schepen ende schuyten die daer

zouden mogen incomen voortaenb

wel ende met goede ordrec

te doen visiteren. Hiermede

Edele etc. In 's-Gravenhage, den 26en may 1618.

[P.S.] Wilt ons bij brenger deser overschrijven 't gene ghij van dese zake moget hebben verstaen.

84. Aan B.P. en B.H. [burgemeester Pauw en burgemeester Hoyng], 28 mei 1618

Gedrukt: BMHG XXII (1901) p. 431 no. XXV (als brief aan Pauw)

De Remonstranten blijven proberen alles naar hun wil te regelen. Daarom moeten de goede steden blijven volharden en voortgaan met hun prijzenswaardige resoluties. Pauw wordt verzocht zijn invloed te Amsterdam hiertoe aan te wenden en met name te zorgen dat Amsterdam blijft bij zijn contra-protesten van november 16171

, als

Holland in de vergadering van de Staten-Generaal protesteert tegen de uitschrijving van de Synodea

.

Behalve een post datae voor Pauw (geruchten dat er soldaten naar Den Briel gezonden zouden zijn; bevestiging van de ontvangst van een brief van Pauw) bevat de minuut er ook een voor Hoyng: Wij hebben Uwen lesten van den 26en deser wel

ontfangen, U bedanckende voor d'advertentie die ghij ons daerbij hebbet gedaen. Ende hebben desen Uwen brieff verbrandt.

85. Aan B.P. en B.H. [burgemeester Pauw en burgemeester Hoyng], 1 juni 1618

Gedrukt: BMGH XXII (1901) p. 433 no. XXVI (als brief aan Pauw)

De Amsterdamse gedeputeerden die terugkeren van de vergadering

b Voortaen is toegevoegd.

c Ende met goede ordre in de marge toegevoegd.

1 Op 11 nov. 1617 dienden Cornelis Fransz. Wittensz., burgemeester van Dordrecht, en Gerrit Jacob Witsen, burgemeester van Amsterdam, gecommitteerde raden van Holland, mede namens Enkhuizen, Edam en Purmerend bij de Staten-Generaal een contra-protest in tegen een verklaring van Holland, Utrecht en Overijssel (Resol. S.G. 1617-1618 no. 1681; Den Tex, Oldenbarnevelt IV 543 en 544).

a De laatste zin van de minuut is doorgehaald: Wij hebben deser thoonder versocht U van

onse meyninge naerder te spreken.

van de Staten van Holland zullen wel rapport uitbrengen. Daar de hevighe stedena

de Nationale Synode blijven afwijzen worden Pauw en Hoyng verzocht ervoor te willen zorgen dat Amsterdam op de volgende vergadering van de Staten gelast is de Nationale Synode te helpen uitschrijven, mits de daaraan voorafgaande provinciale synode op de oude voet gehouden wordt.

De minuut bevat het volgende post datae voor Hoyng: Wij hebben Uwe leste

brieven wel ontfangen ende vernietight.

86. Aan S.M. [Schout Muys], 9 juni 1618

Edele etc. Vandaghe hebben wij in 't zeker verstaen dat de gedeputeerden der stadt Amstelredam, die ter aenstaender daghvaert alhier sullen gesonden werden, seer goede resolutie zullen metbrengen, ende dat die van Amstelredam verstaen dat, des noodigh zijnde, zal werden gereïtereert de voorgaende protestatie van haren ordinaris gecommitteerden, comparerende ter vergaderinge van mijn heeren de Staten Generael, in zooverre aldaer in name van de provintie van Hollandt tegens het houden van het Nationale Synode wederomme zouden werden gheprotesteert1

. Hetwelcke wij hebben goedt gevonden U midts desen te verwittigen ende daerbeneffens versoucken dat ghij zulcx willet communiceren mette heer Cornells Frans Wittens, ende

tsamenderhandt allen mogelijcken vlijt te willen aenwenden ten eynde de heeren ghedeputeerden der stadt Dordrecht met gelijcken goeden last als die voors. van Amstelredam alhier mogen verschijnen, waeraen den landen sonderlingen dienst ende ons zeer aenghenaeme vrundtschap zal geschieden. Hiermede

Edele etc. In 's-Gravenhaghe, den 9en juny 1618 Post datae.

Wij hebben Uwen lesten brieff wel ontfanghen, U voor de communicatie ende het advis daerinne gheroert vrundtlijcken bedanckende. Ende hebben denzelven Uwen brieff vernietiget.

a Hevighe steden is in de minuut veranderd uit: acht geligueerde steden.

1 Op 30 mei 1618 was het besogne van de Nationale Synode weer aan de orde gesteld in de Staten-Generaal. Op 25 juni werd, na overstemming van Holland, Utrecht en Overijssel, besloten de Synode uit te schrijven. Drie dagen later compareerden de Staten van Holland en protesteerden hiertegen, op 7 juli distantieerden de zes steden (Schiedam had zich bij de vijf aangesloten) zich van dit protest (Resol. S.G. 1617-1618 nos. 2758, 2911, 2934, 2959 en 2998).

138

In document Nederlandse historische bronnen 1 · dbnl (pagina 173-176)