• No results found

Aan Jonker Jacob van Paffenrode, Drost van Gorinchem, 23 februari 1618

In document Nederlandse historische bronnen 1 · dbnl (pagina 162-166)

bewerkt door J.G. Smit

68. Aan Jonker Jacob van Paffenrode, Drost van Gorinchem, 23 februari 1618

Edele etc. Wordende eergisteren alhier in de vergaderinge van de heeren Staten van Hollandt etc. gedelibereert opte zake van de twee uuytgeseyde1

borgeren der stadt Haerlem, diewelcke bij den Hooge Rade in ordinaris proces zijn ontfangen, ende bij den Edelen ende eenigea

steden verstaen dat denzelven Rade haer daermede niet voorder zouden hebben te bemoeyen, volgende de resolutie bij dezelve Edelen ende steden genomen op den 4en augusty lestleden, tegens de expresse verclaringe ende protestatie bij eenige andere voorneme steden daerop gedaen (gelijck U zulcx is bekendt), hebben die gedeputeerden van Gorinchem dese handtsluytinge van de justicie insgelijx toegestaen ende met overstemmende resolutie helpen confirmeren.

Ende aengesien wij verhopen d'intentie van mijn heeren van Gorinchem niet te wesen dat men met d'executie van de voors. resolutie zoude voortvarenb

, soo hebben wij goedt gevonden U daeraff te verstendigen, versouckende dat ghij 't zelve aldaer metten secretaris Verdoes2

, ende andere die het U soude mogen goedt ende dienstich duncken, in communicatie legghet ende daerop goede acht nemen wel te letten ofte men de zaken aldaer niet zoo wijt zoude connen beleyden dat haer de voors.

gedeputeerden van Gorinchem hierinne beter zouden moeten gedragen. Want het anders te besorgen staet dat zij de voors. resolutie bij het eene point voor ende het andere

1 uuytgeseyde: verbannen. a Eenige verbeterd uit: meeste.

b Verhopen ... voortvaren in de marge toegevoegd in de plaats van: meynen zulcx strijdende te wesen metten last van hare principalen.

2 Johan van der Does.

naer eyntelijck geheel met allen zouden helpen advoueren ende toestemmen, tot merckelijcke ondienst van den landec

.

Van gelijcken hebben wij U willen adverteren dat dezelve gedeputeerden haer niet rondt en verclaren om een provintiale synode te houden op den ouden voet, gelijck als doen de gedeputeerden van Dordrecht, Amstelredam, Enchuysen etc., zulcx dat het schijnt datse meest inclineren om hetzelve synode te houden op soodaniger wijse als eenige van de andere steden zijn begeerende, die zoo is datse genoughsaem zoude strecken tot volcomene diversie van alle voorige kerckelijcke ordeningen, mitsgaders invoeringe van de resolutie, genomen in den jare van 1591, daerinne selfs die van Gorinchem nochte vele andere steden van Hollandt etc. tot noch toe noydt hebben willen consenteren ofte dezelve in den haren laten in swanghe gaend

. Verzouckende daromme mede dat het U gelieve metten voors. secretaris Verdoes ende andere goede patriotten de zaken aldaer insgelijx zoo te sien beleyden, dat de voors. gedeputeerden mogen werden gelast om te verclaren dat mijn heeren van Gorinchem verstaen dat men de voors. provintiale synode zal houden op den ouden voet, volgende d'intentie van de voors. steden Dordrecht, Amstelredam etc., ende ons te willen sekerlijck overschrijven wat hierinne zal wesen gedaen. Hiermede

Edele etc. In 's-Gravenhage, den 23en februarij 1618

[P.S.] De voors. gedeputeerden hebben oock bij pluraliteyt van stemmen helpen resolveren dat de voorgaende sententie, bij den heeren Staten van Hollandt gegeven yegens Adolphus Venator3

, predicant tot Alckmaer, weder is affgedaen ende hem geconsenteert aldaer te mogen blijven woonen. Wilt dogh alle uuyterste debvoir doen om een goeden predicant tot Gorinchem te beroupen in

plaet-c Want het ... lande in de marge toegevoegd in de plaats van: ende den uuytgedruckten last van hare principalen beter naer comen, alsoo het anders te beduchten staet dat zij haer noch verder in de confirmatie van de resolutie van den 4enaugusty voors. zullen inlaten, tot merckelijcken nadeele van der landen dienst. Onses erachtens ware het niet quaet dat men deser gedeputeerden voors. actie aldaer liete ruchtbaer maecken, doch met zulcke discretie dat wij daerover niet werden gemelt.

d Laten in swanghe gaen verbeterd uit: te wercke leggen.

3 Adolphus Venator, predikant te Alkmaar sinds 1597, ontslagen 1617, week in 1618 uit naar Parijs (NNBW, IX, 445). Volgens Resol. Holland van 23 febr. 1618 mocht hij zich te Alkmaar vestigen, maar moest hij zich onthouden van bemoeienis met politieke of kerkelijke zaken.

126

se van wijlen Petrus Leeuwius4

, opdat dezelve stadt magh in ruste blijven.

69. Aan Otto van Gent, 24 februari 1618 Gedrukt: Kronijk HG XXVI (1870) p. 315 (naar het orig.1

). Hier naar de minuut.

Edele etc. Gemerckt wij uuyt verscheydene omstandicheden, ende namentlijck de lichtingen van criechsvolck bij eenigea

steden hieromtrent ende d'opschrijvinge van de luyden die men binnen de stadt van den Briel is doende, niet anders connen oordeelen ofte daer werdt met zonderen2

ernst ende in 't heymelijck gepractiseert om volckb

binnen dezelve stede van den Briel te brengen, gelijck men ons oock van verscheydene plaetsen is waerschouwendec

, ende zulcx zoude comen te strecken tot merckelijcke ondienst van den lande, soo hebben wij omme zulcx mette bequaemste ende gevoughlijckste middelen voor te comen, mitsgaders de wachten rondtomme de stadt, die met soo weynigh volck als daer nu is niet behoorlijck can bewaert werden, te beter te besettend

, goedt gevonden patente te doen depescheren voor den capitein Johan de Castillejos, lieutenant van den compagnie coronnelle van wijlen onsen neve grave Jean Ernest van Nassau3

etc., liggende in garnisoen tot Dordrecht, omme hem met hondert soldaten van dezelve compagnie te transporteren naer den Briele ende aldaere

garnisoen te houden tot onse naerdere ordonnantief

.

4 Petrus Leeuwius, predikant te Gorinchem 1600-1617.

1 Dit origineel bevindt zich thans RA Utrecht, Archief Staten van Utrecht no. 1050 en is afkomstig uit de collectie Van Hilten. Deze herkomst doet de vraag rijzen of het origineel wel aan geadresseerde verzonden is.

a Eenige verbeterd uit: verscheydene. 2 zonderen: bijzondere.

b Volck verbeterd uit: waertgelders.

c Gelijck ... waerschouwende in de marge toegevoegd. d Mitsgaders ... besetten in de marge toegevoegd.

3 Johan Ernst graaf van Nassau-Siegen, kolonel in Staatse dienst 1606, generaal in Venetiaanse dienst 1617, overleed te Udine op 27 sept. 1617 (A.W.E. Dek, Genealogie van het vorstenhuis

Nassau (Zaltbommel, 1970) 86).

e De hierna volgende woorden: voor eenige dagen zijn doorgehaald.

f De hierna volgende woorden: latende de vrouwen ende bagagie in garnisoen zijn doorgehaald.

Ende meynen dat hij overmorghen vrough, wesende maendagh, met dezelve soldaten zal vertrecken omme noch denzelven dagh, zoo het weder ende windt toelaet, binnen den Briel te comen. Begeerende darommeg

dat ghij daerop laet passen ende hun buyten aen 't hooft doet waernemen, besorgende dat zij tenminsten met het schip zoo diep mogen binnen comen datse binnen den boom geraken, latende U zelven mede vinden daeromtrenth

. 'T welck gedaen zijnde, de soldaten noch in 't schip te houden totdat onse voors. patente den magistraet zal zijn behandight ende verstaen wat ordre zij zullen begeeren te geven om 't volck te doen logeren. Maer bij zoo verre zijluyden zulcx niet souden begeeren te doen ende ter contrarie d'incompste van 't volck met gheweldt poogen te beletten ende tot dien eynde den boom ofte poorten willen toesluyteni

, is onse begeerte dat ghij zulcx niet en zult gedoogenj

maer den boom ende poorten te doen open houden ende dek

voors. soldaten datelijcken uuyt de schepen in de stadt te doenl

comen ende aldaer logeren, ons datelijcken adverterende van 't gene hierinne zoude mogen gepasseert zijn. Hiermede

Edele etc. In 's-Gravenhage, den 24en februarij 1618.

[P.S.] Bij soo verre, 't zij door quaet weder ofte andere ongelegentheydt, de voors. soldaten op maendagh niet binnen den Briel conden comen, zult ghij dezelve evenwel noch eenige andere getijden van 't water doen waernemen, dogh alles zoo stille ende met zulcke discretie dat het niemandt can mercken ofte achterdencken gevenm

.

70. Aan B.P. [Burgemeester Pauw], 27 februarij 1618 Gedrukt: BMHG XXII (1901) p. 420 no. XVIII (met de datum 25 februari).

Maurits zendt een kopie van hetgeen hij aan de magistraat van

g Begeerende daromme verbeterd uit: Wilden daromme wel. h Latende ... daeromtrent in de marge toegevoegd.

i Ende tot ... toesluyten in de marge toegevoegd. j Gedoogen verbeterd uit: toelaten.

k Boom ... ende de in de marge toegevoegd. l In de stadt te doen in de marge toegevoegd.

m Een eerder P.S. is doorgehaald: Wij hebben Du Molijn last gegeven met de voors. soldaten

te reysen ende zouden goedt vinden dat ghij henluyden onderwege yemanden tegemoete sondet ende dedet aenseggen hoe zij best zullen aencomen, ofte mogelijck zijluyden onderweghe door quaet weder mochten werden verhindert.

128

Amsterdam schrijft over het zenden van 100 soldaten binnen Den Briel. Het is hoogstnoodzakelijk dat de vijf steden, die de Nationale Synode hebben ingewilligd (Dordrecht, Amsterdam, Enkhuizen, Edam en Purmerend), bij hun standpunt blijven; Pauw wordt verzocht zijn invloed in Amsterdam aan te wenden. Dit geldt ook voor het houden van de provinciale synode op de oude voet. Ds. Walaeus1

heeft bezwaren tegen een concept over het houden van deze synode, dat Maurits hem meegedeeld had. Pauw wordt verzocht deze brief aan zijn zoon te laten lezen.

In document Nederlandse historische bronnen 1 · dbnl (pagina 162-166)