• No results found

Aan RJ. [Raadsheer Junius], 15 augustus 1617

In document Nederlandse historische bronnen 1 · dbnl (pagina 107-116)

bewerkt door J.G. Smit

9. Aan RJ. [Raadsheer Junius], 15 augustus 1617

9. Aan RJ. [Raadsheer Junius], 15 augustus 1617

Eerentfeste etc. Desen morghen hebben wij hier met de heer Muys gesproken, die niet goedt en vindt eenige brieven aen die van Dordrecht van ons mede te nemen ofte dat wij aen haer in 't particulier anders zouden schrijven als aen andere stedena

, maer heeft aengenomen haer in onsen name voor te dragen 't ghene wij hem

mondelinghe geseght hebben, 't welck is volgens de bijgevoeghde memorie, daervan wij hem een dobbel hebben medegegevenb

. Waerop bij de heeren van Dordrecht wel dient gelet, als zijnde zaken van merckelijcken gewichte in desen tijdt. Verhopende daromme datse niet laten zullen dienvolghende een goede ende mannelijcke resolutie te nemen. Ende verzoucken U met andere persoonen, het gemeene beste betrachtende, alle uuyterste debvoiren te willen aenwenden dat hetzelve alsoo magh geschieden, waeraff den landen zonderlinghen dienst ende wij seer aenghenaeme vrundtschap zullen ontfangen.

Inc

't schrijven van desen is ons oock ter handen gecomen Uwen lesten met de gecorrigeerde minute van de brieff die wij hebben goedt gevonden te schrijven aen de borghemeester Frans Wittensz.,

c In dese zaken ... ofte is met een andere pen in de marge toegevoegd.

d Maer soo der eenighe is met een andere pen in de marge verbeterd uit: ende soo die genige. e De gehele laatste alinea is met een andere pen toegevoegd.

a Ofte dat . . steden in de marge toegevoegd.

b 'T welck ... medegegeven in de marge met een andere pen toegevoegd. De hierna volgende

regel Wij zenden U hierbeneffens zeeckere memorie is in de minuut doorgehaald.

70

dewelcke wij U hierbeneffens mede overschicken omme hem ted

behandigen1

. Ende soo hij2

zulcx soude mogen goedtvinden, magh die met eenighe goede ende

vertrouwde persoonen communiceren. Maer wij en souden niet geerne hebben datter bij yemanden eenighe copie conde werden uuytgenomen, opdat denselven brieff niet overal gespargeert werdee

.

Belangende den brieff daerin ghij mentie maeckt van de raetsheer Van den Hoonaert3

, die hebben wij wel ontfanghenf

ende datelijcken vernietight, ghelijck wij oock ghedaen hebben alle Uwe andere brieven, waerinne ghij U sekerlijck mooght gherust stellen. Hiermede

Eerentfeste etc. In 's-Gravenhaghe, den 15en augusty 1617.

10. Aan B.P. [Burgemeester Pauw], 16 augustus 1617 Gedrukt: BMHG XXII (1901) p. 397 no. III

Op aanraden van enige personena

heeft Maurits een brief opgesteld voor de edelen en voor de magistraten van de Hollandse steden om zich te verweren tegen de tegen hem ingebrachte beschuldigingen. Indien dat nodig is kan de brief door druk vermenigvuldigd worden. Pauw en zijn zoon de pensionaris1

wordt advies op het concept gevraagdb

. Maurits, die met Muys gesproken heeft, is niet zo

ge-d Omme hem te is verbeterd uit: dewelcke ghij denselven borghemeester mooght. 1 Zie no. 7.

2 Wittensz.

e Dewelcke wij ... werde is in de marge toegevoegd in de plaats van: maer zullen dezelve om des voors. schouteths redenen ophouden ende niet schicken.

3 Mr. Rochus van den Honert, pensionaris van Dordrecht 1596, gecommitteerde raad van Holland 1601, raadsheer in de Hoge Raad 1603-1638, commissaris-politiek op de Synode van Dordrecht 1618-1619 (Balen, Dordrecht II 1079 en 1274; NNBW, VIII, 817). f Belangende ... ontfanghen is verbeterd uit: Belangende den brieff daervan ghij oock in

denzelven Uwen lesten zijt mentie maeckende, wij hebben die door den raetsheer Van den Hoonaert wel ontfanghen.

a Van de zinsnede: eenighe goede patriotten ende lieffhebbers des vaderlandts in de minuut is alleen het woord eenighe blijven staan.

1 Dr. Adriaan Pauw, pensionaris van Amsterdam 1611-1627, raadpensionaris van Holland 1631-1636, 1651-1653 (Elias, Vroedschap I 192; NNBW, X, 714).

b De hierop volgende passage: Soo oock 't zelve concept met eenige goede ende vertrouwde

predicanten aldaer, hun des verstaende, te communiceren, omme van hun te hooren verstaen ofte daerinne yet zoude mogen wesen dat men soude konnen duyden tot eenigh nadeel der kercken, is in de minuut doorgehaald.

rust op de houding van Dordrechtc

. Het is nodig dat Amsterdam en de andere steden een krachtig standpunt innemen. Maurits is genegen Pauws advies om een reis langs de Hollandse steden te maken op te volgen, maar hij is bang dat er tijdens zijn afwezigheid uit Den Haag schadelijke resoluties genomen worden2

.

11. Aan B.S.M.H. [Burgemeesters, schepenen en magistraat van Haarlem], 17 augustus 1617

Eersame, voorsienige ende discrete lieve besundere. Wij verstaen datter oock noch eenige swaricheden zijn in de kercke van Haerlem, ende ghij perseverende in de ware ghereformeerde religie. Waromme wij U versoucken na gelegentheydt van zaken de goede handt daeraen te houden dat die van de gereformeerde religie aldaer niet en werden beswaert, maer zoo vele als doenlijck voorghestaen ende van alle becommeringen ende swaricheden mogen blijven ontlast ende beneffens dat zulcx billigh is. Zal ons zeer aengenaem welghevallen daeraen geschieden. Hiermede

Eersame etc. In 's-Gravenhage, den 17en augusty 1617.

c Deze zinsnede en al het hierna volgende (vanaf: Ghisteren morgen) is aan de oorspronkelijke minuut toegevoegd. De passage over het zenden van lieden naar Dordrecht en van een memorie naar Muys is daaraan nog weer extra toegevoegd. De toevoegingen zijn gedeeltelijk met een andere pen.

2 Op de achterzijde van de minuut staan de volgende doorgehaalde passages, die vermoedelijk bestemd waren voor de in de brief genoemde en aan Muys meegegeven memorie:

‘Eerst de resolutie zoo se light te desavoueren ende niet toe zullen laten datse ter executie gestelt werde.

Dat men oock behoordt te desavoueren de handtsluytinge van de justitie.

Nochte toestaen dat de soldaten anderen eedt zullen doen als den generalen, diese tot noch toe gedaen hebben; dewijle het schijnt de resolutie hierop medebrenght dat geene

gehoorsaemheyt zouden thoonen aen de stadthouder van de provintie, ende dat den steden in 't particulier werdt macht gegeven aen te nemen zoveel soldaten [als] het hun gelieft, omme na haren goedtduncken ofte passiën ende dienvolgende tegens die van de religie te gebruycken; dewijle den eedt van de soldaten medebrenght aen de magistraten alle gehoorsaemheyt te verthoonen zonder eenige exceptie.

Dat daromme mijn heeren van Dordrecht dit voors. alles moeten desadvoueren als streckende tegens ons persoon, de justitie ende die gereformeerde religie.

Dat [men] dese resolutie claerlijcken tegens ons heeft genomen so [is] gebleken binnen de steede van den Briel, daer men, zoo haest men gegaen in om den soldaten den anderen eedt te doen, doen datelijck de stadspoorten heeft ghesloten, 't geschut gestelt, in allen schijn ofte wij deselve stadt zouden willen innemen.

Ende ofte mijn heeren van Dordrecht niet zouden zijn te bewegen bij hare resolutiën te verclaren, in gevalle men den criechsluyden bij weygeringhe van den nieuwen eedt ofte executie van der heeren Staten van Hollants scherpe resolutie soude willen casseren, datse dezelve souden mainteneren ende selffs doen betalen’.

Deze passages zijn, uitgezonderd de laatste, geschreven met een andere pen. De memorie voor Muys is niet aangetroffen.

72

12. Aan B.P. [Burgemeester Pauw], 18 augustus 1617 Gedrukt: BMHG XXII (1901) p. 400 no. IV

Pauw wordt bedankt voor de papieren die Roeloff Roeloffsz1

. heeft overgebracht. Maurits doet alle mogelijke moeite om Dordrecht, Delft, Gorinchem en Schiedam tot een tegen de Scherpe Resolutie gericht besluit te brengen. Verspreiding van het gerucht dat Amsterdam de betaling op zich neemt van die soldaten, die eventueel gecasseerd zouden worden, zal de zaak goed doen. De Groot heeft in de Staten van Zeeland zijn propositie gehouden.

13. Aan B.V.E. [Burgemeesters van Enkhuizen], 18 augustus 1617

Eersame etc. Wij en willen niet twijffelen ofte ghijluyden zult door 't rapport van Uluyder gedeputeerden, geweest zijnde opte leste daghvaert van de vergaderinge van de heeren Staten van Hollandt alhier in den Hage, genouchsaem verstaen hebben de scherpe resolutie die in dezelve vergaderinge alleen bij pluraliteyt van stemmen is genomen, vervatende met clare ende uuytgedruckte woorden handtsluytinghe van de justitie, ontneminge van den authoriteyt die ons is competerende als stadthouder, gouverneur- ende capiteyngenerael van de provintie van Hollandt, ende oock genoughsame redenen waeruuyt can gespeurt werden dat men noch die van de oude ware gereformeerde religie begheert te verdrucken. 'T welck alle zaecken zijn van sonderlinghe opmerckinghe ende zeer

schade-1 Roelof Roelofsz., ziekentrooster te Amsterdam, bracht de brieven tussen Maurits en Pauw over. Zie voor hem BMHG XXII (1901) 400 noot 1.

lijcke consequentiën, besunderlijcken in dese conjuncture van tijde. Waromme wij Uluyden ernstelijck zijn versouckende daerop goede acht te nemen, ende bij de raden ende vroedtschappen der stadt Enchuysen de goede handt daeraen te willen houden dat men nu aldaer tegens de voors. scherpe resolutie, ende omme die te beter te rembareren, zoo goede andere mannelijcke resolutie sie te nemen als immermeer

mogelijck soude moghen wesena

.

Onses bedunckens, ende ghelijck inderdaedt zal connen gespeurt werden, is daertegens te doen, ende om de andere in den toom te houden, geenen beteren middel dan dat bij Uluyden werde goedtgevonden ende geresolveert dat ghijluyden de voors. scherpe resolutie, alhier genomen, zoo die leyt niet en wilt avoueren ofte toestaen, nochte oock niet en zult lijden dat men dezelve zoude ter executie stellen, maer daertegens protesteren. Mitsgaders dat ghijluyden de criechsluyden, die men zoude mogen casseren omdatse zouden weygeren eenen anderen ofte niewen eedt te doen, ofte om haer tot eenige datelijcke executie yegens die van de voors. gereformeerde religie te laten ghebruycken, dezelve zult helpen mainteneren ende uuyt Uluyder stadtsmiddelen doen betalen; dit alles met communicatie van de steden Amstelredam,

Edam ende Purmerendtb

. 'T welck wij verhopen dat oock noch bij eenige andere goede steden in dese quartierenc

zal gheschieden, waermede de landen wederomme in ruste ende goeden welstandt zouden connen werden ghebracht.

Ende ons desen aengaende op Uluyder goeden wille ende neersticheydt verlatende, willen wij Uluyden hiermede

Eersame etc. In 's-Gravenhaghe, den 18en augusty 1617.

14. Aan R.J. [Raadsheer Junius], 19 augustus 1617

Eerentfeste etc. Desen avondt zijn wij verwittiget dat tegens de scherpe resolutie, alhier genomen, die van Amstelredam eene andere goede is gearresteert, te weten cortelijck, datse de voors. scherpe desavoueren ende het criechsvolck dat men bij weygeringe van anderen eedt te doen ofte haer in de kerckelijcke zaecken tegens die van de

a Bij de raden ... moghen wesen is in margine toegevoegd in de plaats van: zoo scherpe ende schadelijcke resolutie met andere onder Uluyden te nemen, zoo vele als moghelijck zoude mogen wesen, te sien rembareren.

b Dit alles ... Purmerendt is in margine toegevoegd. c In dese quartieren is in margine toegevoegd.

74

religie te laten gebruycken, mochte casseren, selffs te zullen betalen1

. Ende meynen dat oock bij die van Enchuysen ende andere goede steden aldaer omtrent zulcx van ghelijcken zal worden achtervolghta

, waeraff wij U hebben willen adviseren, met versoucke desen met d'heer Muys te communiceren.

Ende soo ghijluyden mochtet goedt vinden dat desen aengaende bij die van Amstelredam aen die van Dordrecht eenighe besendinghe geschiede, ons daeraff datelijck te willen verwittigen, opdat wij het dan derwaerts mogen overschrijven ende sien te weghe te brengen dat het alsoo werde ghedaen.

Wij zullen oock blijde zijn te vernemen hoe de zaecken nu tot Dordrecht staen. Ende hiermedeb

Eerentfeste etc. In 's-Gravenhage, den 19en augusty 1617.

[P.S.] De gedeputeerden van de provintiën van Gelderlandt, Vrieslandt ende Groeningen zijn hier gearriveert2

. Van de resolutie van Zeelandt verwachten wij alle ure tijdinghe, meynende dat die oock sullen comen. Den Advocaet vertreckt naer Vianenc3

.

1 Het antwoord van Amsterdam op de gedrukte en gepubliceerde ‘verclaringhe’ van de Staten van Holland van hun resolutie van 4 augustus (Knuttel, Catalogus nos. 2354 en 2502) was in deze dagen in de vroedschap in behandeling, werd op 30 aug. definitief vastgesteld en op 12 sept., met de ondertekening ook van Enkhuizen, Edam en Purmerend, aan Gecommitteerde Raden aangeboden (Den Tex, Oldenbarnevelt III 505; Knuttel, Catalogus nos. 2357 en 2504). a Enchuysen ... achtervolght verbeterd uit: Amstelredam aen de andere goede steden aldaer

omtrent zulcx zal worden verwitticht, met versouck om van gelijcken te willen resolveren, waertoe wij noch goede hope zijn hebbende.

b Waeraff wij ... hiermede is in de marge gesteld in de plaats van: Versouckende U desen met de heer schouth Muys te communiceren ende tsamen, met voorstellinge van 't gene voors. ende andere diergelijcke redenen, die van Dordrecht te sien bewegen om oock alsoo te willen resolveren. Ende vertrouwende dat ghijluyden hierinne geen debvoiren zult sparen, willen wij U hiermede etc.

2 Pas op 12 September compareerden zij in de Staten-Generaal, toen Zeeland ook aangekomen was, en werd het punt van de Synode daar weer aan de orde gesteld (Resol. S.G. 1617-1618 p. 206-207 en no. 1403).

c Dit P.S. is met een andere pen toegevoegd.

3 Johan van Oldenbarnevelt vertrok op 21 aug. voor herstel van krachten naar Vianen. Daar verbleef hij ten huize van zijn oud-leerling Walraven van Brederode (Den Tex, Oldenbarnevelt III 503 en IV 237).

15. Aan B.P. [Burgemeester Pauw], 23 augustus 1617 Gedrukt: BMHG XXII (1901) p. 402 no. V

Raadsheer Sweerts1

heeft de laatste brief van Pauw overgebracht. Het besluit inzake de overkomst van de Zeeuwse gedeputeerden is nog niet rond, maar Maurits verwacht ieder ogenblik bericht. Hij zal Pauw op de hoogte brengen van de te Dordrecht genomen resolutie.

16. Aan B.P. [Burgemeester Pauw], 25 augustus 1617 Gedrukt: BMHG XXII (1901) p. 402 no. VI

De laatste brief van Pauw is met het door diens zoon opgestelde concept in goede orde ontvangen. De overkomst van de Zeeuwse gedeputeerden staat vast; het wachten is op het gereed maken van hun instructie. De mannen van acht en de oud-raad van Dordrecht hebben de vorige dag nog vergaderd en hun gedeputeerden om advies gevraagd. Wat hebben Enkhuizen en de andere goede steden geresolveerd? Maurits deelt nog een uit Dordrecht ontvangen memorie aan Pauw mee.

17. Aan R.J. [Raadsheer Junius], 26 augustus 1617

Eerentfeste etc. Ghisterenavondt spade hebben wij Uwen lesten wel ontfangen, mentie maeckende van de goede resolutie bij die van Dordrecht genomen, dewelke ons zonderlinge aengenaem is geweest1

. Ende doen U voor dezelve advertentie mitsgaders genomene moeyten ende gedane debvoiren tot beleydt deser zake zeer bedancken. Vertrouwende oock dat de andere steden hieromtrent, van de voors. goede resolutie verwittighet zijnde, eenige daeraff dit goedt

1 Mr. Jacob Sweerts (of Suerius), lid van de Raad van Brabant 1610-1629 (NNBW, III, 1225). Hij was als ouderling van Den Haag gedeputeerde op de synode van Zuid-Holland 23 juli 1619 (Reitsma en Van Veen, Acta, III, 326).

1 De Dordtse gedeputeerden Cornelis Frans Wittensz., Johan Berck en Andries de Witt compareerden op 29 aug. voor Gecommitteerde Raden (waarvan er slechts twee present waren) en deelden de op 25 aug. door hun lastgevers vastgestelde verwerping van de Scherpe Resolutie mee (Resol. Holland 29 aug.; Den Tex, Oldenbarnevelt III 506 en IV 229).

76

exempel van Dordrecht sullen naervolghen.

Wij hebben den voors. Uwen brieff datelijck vernietiget, met noch eenen anderen, die wij gisteren voormiddagh ontfinghen, ende voorts alle de andere die ghij ons hadt geschreven, waerinne ghij U wel gerust moget houden. Hiermede

Eerentfeste etc. In 's-Gravenhaghe, den 26en augusty 1617.

18. Aan R.C.V. [Raadsheer Caspar van Vosbergen1

], 28 augustus 1617

Eerentfeste etc. Bij aldien de gedeputeerden van Zeelandt niet volcomentlijck gelast en comen om het Nationale Synodum te houden, hebben wij vreese dat de

gedeputeerden van Gelderlandt, die daertoe niet en zijn genegen, oock rapport aen hare principalen zullen pooghen te weghe te brenghen; 't welck dan oock lichtelijck bij die van Vrieslandt ende Ommelanden mochte geschieden. Waermede dan consequentlijcken het houden van 't voors. Synodum zoude mogen gerenverseert werden; omme 't welcke voor te comen alle mogelijcke debvoiren dienen aengewent. Can men dan niet, zoo moet men pacientie hebben.

U verzouckende hierinne alle goede debvoiren te willen continueren, hiermedea

Eerentfeste etc. In 's-Gravenhaghe, den 28en augusty 1617.

19. Aan R.C.V. [Raadsheer Caspar van Vosbergen], 28 augustus 1617

Eerentfeste etc. besundere goede vrundt. Wij hebben Uwen brief wel ontfangen ende dezelve naer overlesinge datelijck te niete gedaen, zonder aen yemandt te

communiceren. Belangende de resolutie aldaer bij den heeren Staten genomen, men moet die nemen

1 Mr. Caspar van Vosbergen, rekenmeester van Zeeland 1598-1603, pensionaris van Veere 1603-1609, raadsheer in de Hoge Raad 1609-1626, gedeputeerde ter S.G. 1626-1649, vertrouweling van Maurits (Archief Zeeuwsch Genootschap 1949-1950, 72-76).

a Omme 't welcke ... hiermede is in margine toegevoegd in de plaats van: ten ware om dese redenen wij en zouden de heeren van Zeelandt hiertoe zoo niet raden. U versouckende de zaecken soo veel mogelijck daertoe te sien beleyden.

zoo se is. Maer ingevalle het advis van de vier stemmen oock van de andere gevolcht wierde1

, zoude selffs onder die van Hollandt het Synodum Nationael te beter doen inwilligen, die oock niet liever zouden soucken als onder desen schijn van de eenparighe begeerte van vier van de andere provintiën haer door middel van het voors. Synodum soo vele disputen ende moeyten te ontledighen.

Wij bedancken U seer voor de moeyten ende goede debvoiren aldaer bewesen, U verzouckende daerinne noch soo vele te willen continueren als mogelijck ende dienlijck zal wesen.

Tzedert U vertreck van hier hebben die van Dordrecht haer beter verclaert als te vooren, ende geresolveert datse de scherpe resolutie, alhier genomen, desavoueren, ende zoo de Gecommitteerde Raden alhier dezelve zouden voorder willen ter executie stellen, datse daertegens zullen protesteren ende zulcx helpen beletten. Hiermede

Eerentfeste etc. In 's-Gravenhaghe, den 28en augusty 1617. [P.S.] Den momber2

van Gelderlandt is yegenwoordigh doodtlijck cranck, ende werdt gevreest daervan niet meer zal opstaen; 't welck ons zeer leedt is.

1 Vier leden van de Staten van Zeeland, Malderee namens de Eerste Edele, Zierikzee, Vlissingen en Veere wilden in de Staten-Generaal met de provincies en de gedeelten van provincies die ook daarvoor waren, overgaan tot het bijeenroepen van een Nationale Synode als Holland niet te overreden zou zijn (dit hield dus overstemming in), waarvoor Zeeland extraordinaris gedeputeerden naar Den Haag zou moeten zenden. Middelburg, Goes en Tholen vonden dat zoveel mogelijk druk op Holland uitgeoefend moest worden (‘inductie ende persuasie’). Goes en Tholen achtten extraordinaris gedeputeerden niet nodig; Middelburg wilde rapport als de gedeputeerden op bezwaren zouden stuiten. Deze stad stemde op 23 aug. toe in de uitschrijving van de Synode, als Holland uiteindelijk bleef weigeren, maar wilde overzending van de concept-brieven aan de Staten van Zeeland. Goes en Tholen bleven bij hun standpunt, hoezeer ook op eensgezindheid van Zeeland werd aangedrongen. De instructie voor de Zeeuwse gedeputeerden naar Den Haag van 27 aug. kwam dus door overstemming tot stand (Notulen Staaten van Zeelant 17 aug. - 1 sept. 1617; de instructie op p. 192).

2 Dr. Frederik van den Sande, schepen en burgemeester van Arnhem, momboir van Gelderland (Algemeen Nederlandsch Familieblad 1892, 161-162, vermeldt als overlijdensdatum 12 aug. 1617).

78

20. Aan B.P. [Burgemeester Pauw], 31 augustus 1617 Gedrukt: BMHG XXII (1901) p. 404 no. VII

Aan Pauw wordt een kopie van de resolutie van Dordrecht gezonden. De Zeeuwse gedeputeerden worden tegen het einde van de week verwacht.

21. Aan B.P. [Burgemeester Pauw], 4 september 1617 Gedrukt: BMHG XXII (1901) p. 405 no. VIII

Maurits' boekhouder Josua Apolony1

, uit Zeeland gearriveerd, heeft meegedeeld dat de Zeeuwse gedeputeerden heden zouden vertrekken. Zij komen ‘wel’ gelast, hoewel Tholen en Goes tegengesparteld hebben. Medestanders van Maurits achten het wenselijk dat de gedeputeerden van Amsterdam namens deze stad een bezending zouden doen aan Dordrecht, Delft, Gorinchem en Schiedam. Als deze gedeputeerden met een dergelijke lastgeving komen wil Maurits zich met hen beraden.

In document Nederlandse historische bronnen 1 · dbnl (pagina 107-116)